Organisatie | Amsterdam |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening investeringsfonds sociale firma's Amsterdam |
Citeertitel | Verordening investeringsfonds sociale firma's Amsterdam |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp | Economische zaken |
Geen
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
19-08-2017 | artt. 1, 2 en 5 | 20-07-2017 | 2017, nr. 230/761 | ||
03-07-2015 | 19-08-2017 | nieuwe regeling | 11-06-2015 | Gemeenteblad 2015, afd. 1, nr. 400 |
Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen
Artikel 1. Begripsomschrijvingen
) Persoon met afstand tot de arbeidsmarkt: persoon met woonplaats Amsterdam die in aanmerking komt voor arbeidsmatige dagbesteding (zoals beschreven in de Amsterdamse WMO-verordening 2015, artikel 4.4) of een persoon met beperkte loonwaarde (zoals beschreven in de Amsterdamse re-integratieverordening Participatiewet, artikel 1.3 en 1.4), die nog niet de pensioengerechtigde leeftijd heeft bereikt;
) Sociale firma: een onderneming die zich richt op zowel bedrijfseconomische continuïteit en/of winstgevendheid als op het creëren van plekken voor personen met een afstand tot de arbeidsmarkt en waarbij:
50% van de totale inkomsten voortkomt uit de verkoop van producten en diensten, niet zijnde dagbestedingsactiviteiten, en minimaal 40% van het totaal aantal medewerkers personen zijn met een afstand tot de arbeidsmarkt.
Indien het aandeel van de verkoop van producten of diensten, niet zijnde dagbestedingsactiviteiten, in de totale inkomsten meer dan 50% bedraagt, wordt de eis ten aanzien van het percentage personen met een afstand tot de arbeidsmarkt als volgt verlaagd: per 10% meer inkomsten uit de verkoop wordt de eis met betrekking tot het personeel met 2 procentpunten verlaagd;
Artikel 2. Doel en resultaten lening
Het doel van de lening is sociale firma's te ondersteunen bij het plegen van een investering in kapitaalgoederen en bij het voorzien in werkkapitaal, waarbij dit bijdraagt aan één of meer van de volgende inhoudelijke doelen:
a. toename van de capaciteit arbeidsmatige dagbesteding bij de sociale firma;
b. toename werkgelegenheid bij de sociale firma voor personen met een afstand tot de arbeidsmarkt;
c. toename van het aantal personen dat doorstroomt bij de sociale firma van arbeidsmatige dagbesteding naar begeleid werk en vervolgens naar regulier werk.
Hoofdstuk 5 Verplichtingen van de sociale firma
Artikel 11. De investering in kapitaalgoederen
De sociale firma dient binnen 6 maanden na het verstrekken van de lening zijn investering te plegen, tenzij bijzondere omstandigheden deze investering niet mogelijk maken.
De investering dient aangetoond te worden middels een factuur en een betalingsbewijs.
Artikel 12. Aanvullende verplichtingen
De volgende verplichtingen gelden:
a. De sociale firma verleent medewerking aan evaluatie van de effecten van de door zijn firma ontvangen lening;
b. De verplichting, bedoeld onder a, geldt gedurende de periode waarin de terugbetalingsverplichting geldt;
c. De sociale firma dient desgevraagd een rapportage in omtrent de activiteiten en de daarmee verbonden uitgaven en inkomsten. Het college levert de aanvrager een format voor de rapportage over de in artikel 2 geformuleerde doel en resultaten van de lening;
d. De sociale firma informeert het college onder meer indien het doel van het verstrekken van de lening niet gehaald wordt of de terugbetaling van de lening niet (geheel) mogelijk blijkt.
In bijzondere gevallen kan worden afgeweken van de bepalingen in deze verordening als toepassing daarvan wegens bijzondere omstandigheden onredelijke gevolgen heeft gezien de doelstelling van de regeling.
Artikel 14. Toepasselijke regelgeving
Het college is het bevoegde orgaan om op basis van deze verordening leningen te verstrekken en om ter uitvoering van deze verordening beleidsregels op te stellen.
Doel van de investeringsregeling
De leningen zijn bedoeld als een bijdrage van het college aan een investering door een sociale firma. Met de lening kan de sociale firma een investering in bedrijfskapitaal doen. De investering in bedrijfskapitaal kan inhouden dat de firma ‘hard ware’, zoals apparaten, gereedschappen e.d., aanschaft. De lening is niet bedoeld voor investering in menselijk kapitaal. De lening is ook niet bedoeld voor de dekking van loonkosten. De investering zorgt voor een omzetstijging van de firma waardoor ruimte gecreëerd wordt voor plekken arbeidsmatige dagbesteding en/of arbeidsplaatsen voor personen met een afstand tot de arbeidsmarkt.
Een investering van een sociale firma kan een bijdrage leveren aan de doelstellingen van de gemeente Amsterdam op het vlak van het bevorderen van arbeidsmatige dagbesteding en begeleid en ondersteund werk. Zo kan worden bijgedragen in zingevende, arbeidsmatige dagbesteding en het creëren en werk voor mensen met een beperkte loonwaarde. Daarnaast kan de lening mogelijk leiden tot een besparing van de publieke kosten voor begeleiding bij dagbestedingtrajecten, doordat de firma een deel van de kosten kan dekken uit de marktopbrengsten van producten en diensten.
Criteria voor verstrekken van een lening
De criteria voor het verstrekken van een lening houden in dat extra plekken arbeidsmatige dagbesteding worden gerealiseerd bij een sociale firma. Op één arbeidsplek kunnen verschillende personen activiteiten verrichten.
In artikel 1, sub j: onder ‘het creëren van plekken’ wordt verstaan het bieden van werk aan personen met een afstand tot de arbeidsmarkt.
Een onderneming kan een maatschappelijke doelstelling en geen winstoogmerk hebben. Echter deze onderneming dient dan wel aan de definitie van artikel 1, onder j. te voldoen.
Doelgroep van de regeling zijn sociale firma`s die voldoen aan de definitie die het college hanteert voor sociale firma`s en die voldoen aan een gesteld percentage (40%) van medewerkers met een afstand van de arbeidsmarkt en aan een gesteld percentage (50%) inkomsten uit de verkoop van producten en diensten (niet zijnde verkoop van dagbestedingactiviteiten). Bij een hoger percentage aan inkomsten uit opbrengsten uit verkoop van producten en diensten mag het percentage medewerkers met een afstand tot de arbeidsmarkt evenredig lager liggen: bij 100% commerciële inkomstenbronnen moet minimaal 30% van de medewerkers een afstand tot de arbeidsmarkt hebben. Initiatieven die aannemelijk maken binnen drie jaar aan deze eisen te kunnen voldoen behoren eveneens tot de doelgroep.
Op het moment dat het plafond van het investeringsfonds is bereikt, worden geen aanvragen meer gehonoreerd dan wel in behandeling genomen.
Hoogte van de lening en activiteiten die in aanmerking komen voor een lening
Hoe de lening wordt berekend,is beschreven in artikel 5. Tegenover het aantal arbeidsplekken die gerealiseerd kunnen worden, staat een vast leningsbedrag.
Als een investering € 30.000,- bedraagt en er kunnen 2 plekken arbeidsmatige dagbesteding en 1 dienstverband worden gerealiseerd, zal de lening € 30.000,- bedragen, omdat het leningsbedrag niet hoger kan zijn dan de investering.
In deze verordening is gekozen voor een lening met rente om een prikkel te geven aan de sociale firma om het ondernemerschap echt inhoud te geven en niet (of minder) afhankelijk te worden van ‘reguliere’ subsidies die niet terugbetaald hoeven te worden. Bovendien ontstaat door de terugbetalingsverplichting een “revolving fund” zodat ook in de toekomst andere sociale firma’s gebruik kunnen maken van het investeringsfonds.
Met de branche is overleg gepleegd over de vorm van het investeringsfonds. Het uitgangspunt dat de lening moet worden terugbetaald wordt breed gedragen. Bij een commerciële bank kan de sociale firma veelal geen krediet ontvangen voor een investering. De gemeente levert door middel van deze regeling een bijdrage aan de doelen door (een deel) van de investeringskosten van de sociale firma te financieren middels een lening.
Bij de aanvraag voor een lening in te dienen gegevens
Artikel 9 ziet op de gegevens die de aanvrager dient te overleggen bij de aanvraag. Deze gegevens dienen onder meer om als college inzicht te verkrijgen in de resultaten die de sociale firma behaalt en de mate waarin de investering bijdraagt aan de omzetstijging en daarmee aan het verruimen van de werkgelegenheid voor kwetsbare groepen in de samenleving.