Organisatie | Amsterdam |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Subsidieregeling bijdrage beveiliging bedreigde religieuze en maatschappelijke instellingen |
Citeertitel | Subsidieregeling bijdrage beveiliging bedreigde religieuze en maatschappelijke instellingen |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp | Maatschappelijke zorg, ondersteuning en welzijn |
Datum ondertekening inwerkingtredingsbesluit: 19-5-2015
Bron bekendmaking inwerkingtredingsbesluit: Gemeenteblad 2015, afd. 3B, nr. 122
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
10-06-2015 | nieuwe regeling | 19-05-2015 Gemeenteblad 2015, afd. 3B, nr. 122 | Gemeenteblad 2015, afd. 3B, nr. 122 |
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
Aanvullende veiligheidsmaatregel: bouwkundige of elektronische maatregel die de weerbaarheid van het gebouw van een instelling verhoogt en de instelling bescherming biedt tegen bedreiging, niet zijnde een maatregel aan het object die wordt getroffen op grond van wet- en regelgeving of die vanuit gangbaar oogpunt voor rekening van de eigenaar komt.
Voor de eerste tranche is de rijksbijdrage van € 750.000 beschikbaar voor de door het rijk aangegeven instellingen en is daarnaast €750.000 beschikbaar voor instellingen die aan de omschrijving van instelling van deze regeling voldoen. Aanvragen voor de eerste tranche dienen voor 1 oktober 2015 te worden ingediend en kunnen betreffen aanvullende veiligheidsmaatregelen die zijn uitgevoerd na 1 mei 2014 of nog moeten worden uitgevoerd.
Indien de aanvraag betrekking heeft op reeds gemaakte kosten na 1 mei 2014, dienen bij de aanvraag naast de in het eerste lid genoemde stukken tevens te worden overgelegd:
In aanvulling op artikel 9, eerste lid, van de ASA 2013 kan een aanvraag om subsidie geheel of gedeeltelijk worden geweigerd, indien:
Bedreigde religieuze en maatschappelijke instellingen maken hoge kosten voor de beveiliging van objecten. De gemeente Amsterdam geeft door middel van deze regeling een bijdrage aan dergelijke kosten met als doel de weerbaarheid van het object te verhogen.
Dreigingen zijn momentopnames. Er bestaat geen lijst van dergelijke instellingen die voor langere tijd houdbaar is. Om in aanmerking te komen voor een bijdrage moet er sprake van een objectiveerbare dreiging zijn. Bijvoorbeeld doordat er blijkens informatie van de NCTV en politie sprake is van een verhoogde voorstelbare dreiging, er in West-Europa aanslagen hebben plaatsgevonden op soortgelijke objecten, de overheid reeds maatregelen bij het object heeft getroffen en/of er sprake is van significante onveiligheidsgevoelens.
De aanvullende veiligheidsmaatregelen kunnen per instelling en per locatie verschillen. Instellingen zijn zelf primair verantwoordelijk voor de naar gangbare opvatting bestaande basismaatregelen omtrent de veiligheid van het door hen gebruikte object en de gebruikers daarvan, zoals op het gebied van brandveiligheid, BHV-uitrusting en degelijk hang- en sluitwerk. Voor een indicatie van basismaatregelen kan het Politiekeurmerk Veilig Wonen Plus worden geraadpleegd. Deze regeling is nadrukkelijk niet bedoeld om een bijdrage te geven aan dergelijke basismaatregelen. Ter illustratie: onder aanvullende maatregelen vallen in ieder geval niet: het vervangen van sloten, reparaties aan het object of maatregelen voor de brandveiligheid.
De kosten die voor een bijdrage uit deze regeling in aanmerking komen, dienen gemaakt te zijn na 1 mei 2014. Deze datum hangt samen met de aanslag op het Joods museum in Brussel.
Het subsidieplafond bedraagt €2.875.000. Dit bedrag wordt in vier tranches beschikbaar gesteld. Onderdeel van de eerste tranche is een rijksbijdrage van €750.000. Dit bedrag is door het rijk beschikbaar gesteld aan de gemeente Amsterdam voor het leveren van een bijdrage aan een aantal specifieke Joodse instellingen. Enkel deze specifieke instellingen kunnen aanspraak maken op dit bedrag waarbij de in deze regeling genoemde criteria van toepassing zijn.
De aanvrager wordt geacht zich als een verantwoordelijk eigenaar en gebruiker van het object te gedragen. Eventuele investeringen in achterstallig onderhoud, ook als dit toeziet op beveiligingsmaatregelen, of investeringen waarvan de subsidieverstrekker aanneemt dat de aanvrager deze al eerder had kunnen of moeten treffen, zijn niet subsidiabel.
Onderdeel van de beoordelingsprocedure is een veiligheidsschouw, uitgevoerd door de politie. De schouw heeft tot doel om aanbevelingen aan de objecteigenaar te geven. De aanbevelingen zijn gericht op het verhogen van de weerbaarheid van het object door het treffen van bouwkundige en/of elektronische maatregelen.
Er is geen maximum te verkrijgen subsidie per aanvraag. Iedere aanvraag wordt apart beoordeeld door de subsidieverstrekker totdat het subsidieplafond is bereikt.