Organisatie | Amsterdam |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening voorzieningen bestuurscommissieleden |
Citeertitel | Verordening voorzieningen bestuurscommissieleden |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp | Bestuurlijke organisatie |
Geen
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
06-02-2015 | 19-03-2014 | 21-03-2018 | nieuwe regeling | 21-01-2015 | Gemeenteblad 2015, afd. 1, nr. 19 |
Hoofdstuk 2 Vergoedingen voor de leden van een bestuurscommissie
Artikel 3: Vergoedingen voor het bijwonen van vergaderingen voor leden van het algemeen bestuur
Artikel 5: Aanpassing aan consumentenprijsindexcijfer
Op de bedragen, genoemd in de artikelen 3 en 4, is artikel 2, tweede lid, van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden van overeenkomstige toepassing.
Artikel 6: Onkostenvergoeding leden dagelijks bestuur
Een lid van het dagelijks bestuur van een bestuurscommissie ontvangt een onkostenvergoeding voor overige aan de uitoefening van het ambt verbonden kosten die gelijk is aan het bedrag dat wordt genoemd in artikel 25, eerste lid, van het Rechtspositiebesluit wethouders.
Hoofdstuk 3 Reis- en verblijfkostenvergoedingen voor de leden van een bestuurscommissie
Hoofdstuk 4 Overige voorzieningen
Artikel 9: Tablet en computer of laptop
De hoogte van de vergoeding bedraagt voor een periode van maximaal drie jaar maximaal 30% van de aanschafwaarde. Daarbij wordt ten hoogste uitgegaan van het bedrag dat aan de leden van de gemeenteraad en de raadscommissies ter beschikking wordt gesteld voor de aanschaf van een tablet, computer of laptop met bijbehorende apparatuur en software. De vergoeding voor een eigen tablet, computer of laptop is gemaximeerd tot de actuele economische waarde ervan. Die wordt bepaald door op het bedrag van de aankoopnota 30% van de totale waarde af te schrijven.
Artikel 11: Vermindering vergoeding lid dagelijks bestuur bij arbeidsongeschiktheidsuitkering
Indien een lid van het dagelijks bestuur van een bestuurscommissie gedurende de zittingsperiode geheel of gedeeltelijk arbeidsongeschikt wordt en hij in verband met die arbeidsongeschiktheid een uitkering op grond van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen ontvangt, dan wordt het bedrag van die uitkering in mindering gebracht op de vergoeding bedoeld in artikel 4.
Artikel 12: Voorzieningen bij tijdelijke vervanging van een lid van het algemeen en het dagelijks bestuur
Als een lid van het dagelijks bestuur van een bestuurscommissie op grond van artikel 14, tweede lid, van de Verordening op de bestuurscommissies 2013 tijdelijk met verlof gaat, ontvangt dit lid gedurende het verlof de vaste maandelijks vergoeding bedoeld in artikel 4 alsmede 50% van de onkostenvergoeding bedoeld in artikel 6.
Hoofdstuk 5 Declaratieprocedure en ingangsdatum en einde van de vergoedingen.
Deze verordening is gebaseerd op de artikelen 96 en 97 van de Gemeentewet en het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden. Deze geven de gemeenteraad de bevoegdheid om regels vast te stellen over de door leden van de bestuurscommissies te ontvangen vergoedingen voor het bijwonen van vergaderingen van een bestuurscommissie en de gemaakte reis- en verblijfkosten in verband met reizen binnen en buiten het grondgebied van de gemeente. In bijzondere gevallen kan op grond van de wet verder worden bepaald dat de leden van het dagelijks bestuur van een bestuurscommissie een vaste vergoeding voor hun werkzaamheden ontvangen. Van deze mogelijkheden is in deze verordening gebruikgemaakt.
Daarbij moet worden opgemerkt dat de leden van een bestuurscommissie niet vallen onder de Algemene pensioenwet politieke ambtsdragers (Appa), waarin uitkeringen voor pensioen, werkloosheid en arbeidsongeschiktheid voor andere politieke ambtsdragers zijn geregeld, zoals voor burgemeesters en wethouders het geval is. Bovendien vallen de werkzaamheden voor een bestuurscommissie in principe evenmin onder de werknemersverzekeringen, zoals de Werkloosheidswet, de Ziektewet en de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen. De Belastingdienst heeft de leden van het dagelijks bestuur evenwel aangemerkt als werknemers met een fictieve dienstbetrekking. Dit houdt in dat zij met ingang van hun benoeming voor de loonbelasting en de werknemersverzekeringen als werknemer worden beschouwd. Zij bouwen echter geen pensioen op. De vergoedingen die op grond van deze verordening aan de leden van het dagelijks bestuur worden toegekend, worden geacht voldoende te zijn om daar zelf een voorziening voor te treffen.
Artikel 2: Verhouding tot Nieuwe Rechtspositieregeling Gemeente Amsterdam
De leden van de bestuurscommissies worden niet door de gemeente aangesteld en zijn dus geen ambtenaar in de zin van artikel 1 van de Nieuwe Rechtspositieregeling Gemeente Amsterdam (NRGA). De bepalingen uit het NRGA zijn daarom niet op hen van toepassing.
Artikel 3: Vergoedingen voor het bijwonen van vergaderingen voor leden van het algemeen bestuur
De leden van het algemeen bestuur van een bestuurscommissie kunnen aanspraak maken op presentiegeld. Vanwege de bijzondere aard van de bestuurscommissies en de zwaarte van de taken en werkzaamheden is voor de hoogte van het presentiegeld afgeweken van de bedragen die in het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden opgenomen zijn. Daarbij is echter wel gekozen voor een differentiatie in soorten vergaderingen van de bestuurscommissie.
De reguliere vergaderingen van het algemeen bestuur van een bestuurscommissie zijn de vergaderingen die vooral zijn gericht op besluitvorming. Daarvoor wordt een vergoeding van € 500,- per vergadering betaald. Tijdens de bijzondere vergaderingen van het algemeen bestuur van een bestuurscommissie wordt de besluitvorming voorbereid. Deze vergaderingen hebben dus niet als doel om besluiten te nemen, maar zijn van adviserende, voorbereidende of participatieve aard (zoals bedoeld in de artikelen 19 en 20 van de Verordening op de bestuurscommissies 2013). De vergoeding voor deze vergaderingen bedraagt € 250,-.
In het tweede lid wordt bepaald dat de vergoeding voor de vergaderingen kan oplopen tot maximaal € 1.500,- per maand. Uiteraard kan het algemeen bestuur van een bestuurscommissie zo vaak vergaderen als nodig wordt geacht, maar de vergaderingen worden maximaal tot dat bedrag vergoed. Tot slot is in het derde lid geregeld dat gedurende de recesperiodes van de raad in beginsel geen aanspraak op een vergoeding bestaat. Alleen indien de vergadering in verband met uitzonderlijke omstandigheden nodig is en het college met het houden van de vergadering heeft ingestemd, wordt wel een vergoeding betaald.
De vergoeding voor het bijwonen van vergaderingen is belast op grond van de Wet op de Loonbelasting 1964 indien gebruik is gemaakt van de opting-in- regeling. Indien niet gekozen is voor deze regeling, is belasting verschuldigd via de aangifte inkomstenbelasting.
Artikelen 4 en 6:Vaste vergoeding voor leden van het dagelijks bestuur en onkostenvergoeding
Gezien de vaardigheden waarover de leden van het dagelijks bestuur moeten beschikken, alsmede de zwaarte en de complexiteit van het werk én het feit dat het een voltijdsfunctie betreft, wordt aan de leden van het dagelijks bestuur een vaste vergoeding voor hun werkzaamheden en een tegemoetkoming in de kosten toegekend. Over de vergoeding is belasting verschuldigd op grond van de Wet op de Loonbelasting 1964.
Artikel 7: Reis- en verblijfskosten in verband met reizen binnen de gemeente
De leden van de bestuurscommissies kunnen in elk geval aanspraak maken op vergoeding van de reis- en verblijfskosten die worden gemaakt voor het bijwonen van de vergaderingen van de bestuurscommissies. Daarnaastkunnen zijook aanspraak maken op vergoeding van de reiskosten voor andere reizen binnen de gemeente, indien deze verband houden met de werkzaamheden voor de bestuurscommissie.
De vergoeding vindt plaats op declaratiebasis en is onbelast. De vergoeding voor het gebruik van de eigen auto is aangewezen als eindheffingsbestanddeel voor zover deze meer bedraagt dan € 0,19 per km. Dit betekent dat een eventuele eindheffing voor rekening van de gemeente komt. Voor de hoogte van de vergoeding voor de reis- en verblijfskosten is aangesloten bij de Regeling rechtspositie wethouders. Voor de verblijfskosten betekent dit dat alleen de in redelijkheid gemaakte verblijfkosten kunnen worden gedeclareerd. Bovendien is dit beperkt tot de verblijfskosten die worden gemaakt voor het bijwonen van de vergaderingen van de bestuurscommissie.
Artikel 8: Reis- en verblijfskosten in verband met reizen buiten de gemeente
Leden van de bestuurscommissies kunnen op grond van dit artikel aanspraak maken op vergoeding van reis- en verblijfskosten die zijn gemaakt in verband met reizen buiten de gemeente. De reizen dienen gemaakt te zijn in verband met dewerkzaamheden voor de bestuurscommissie. Het gaat dus alleen om zakelijke reis- en verblijfskosten. Dit betekent dat kosten voor reizen naar partijpolitieke bijeenkomsten niet worden vergoed tenzij expliciet de bestuurscommissie wordt vertegenwoordigd. Voor de hoogte van de vergoeding voor de reis- en verblijfskosten is zoveel mogelijk aangesloten bij de Regeling rechtspositie wethouders. Voor de fiscale behandeling zie de toelichting bij artikel 7.
Artikel 9: Tablet, computer of laptop
Aan de leden van de bestuurscommissies wordt op aanvraag een tablet, computer of laptop in bruikleen ter beschikking gesteld. Als van de bruikleenregeling geen gebruik wordt gemaakt, dan bestaat aanspraak op een tegemoetkoming in de kosten van een eigen tablet, computer of laptop. Deze tegemoetkoming bedraagt voor ten hoogste drie jaar maximaal 30% van de aanschafwaarde. Voor de hoogte van de aanschafwaarde wordt uitgegaan van het bedrag dat aan raads- en commissieleden ter beschikking wordt gesteld. De hoogte van dit bedrag is in de toelichting bij artikel 10 van de Verordening rechtspositie raad- en commissieleden 2010 bepaald. Bij toetreding tot de bestuurscommissie op een later tijdstip wordt de vergoeding naar rato berekend, zoals beschreven in de toelichting bij laatstgenoemde verordening. Beheer, onderhoud en vervanging van de computer of laptop zijn voor eigen rekening.
Het geven van een tablet, computer of laptop kan per 1 januari 2015 onbelast, mits ze noodzakelijk zijn bij de uitoefening van de functie en het apparaat eigendom blijft van de gemeente. In verband hiermee wordt bepaald dat bij het ter beschikking stellen van apparatuur een bruikleenovereenkomst moet worden ondertekend. Daarin zal de eis worden opgenomen dat de apparatuur wordt teruggegeven of een restwaarde wordt vergoed als het niet meer noodzakelijk is bij het uitoefenen van de functie. De terbeschikkingstelling of de vergoeding uit artikel 9 van een tablet, computer of laptop wordt aangewezen als eindheffingsbestanddeel wanneer het niet voldoet aan het noodzakelijkheidsvereiste en de eventuele eindheffing komt dan voor rekening van de gemeente.
Artikel 10 : Werkkostenregeling
Dit artikel geldt alleen voor de leden van de bestuurscommissies die in dienstbetrekking werkzaam zijn. Dus voor de leden van het dagelijks bestuur vanwege hun fictief werknemerschap en voor de leden van het algemeen bestuur die hebben gekozen voor de opting-in-regeling.
Artikel 11: Vermindering vergoeding lid dagelijks bestuur bij arbeidsongeschiktheidsuitkering
Het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden bevat bepalingen die moeten voorkomen dat er op basis van een werkloosheids- of arbeidsongeschiktheidsregeling kortingen worden doorgevoerd op de vergoedingen voor de werkzaamheden voor de bestuurscommissie. De leden van het dagelijks bestuur worden echter vanwege de omvang van de werkzaamheden beschouwd als werknemers van de gemeente en dus is de korting bij hen wel toegestaan.
Artikel 12: Voorzieningen bij tijdelijke vervanging van een lid van het algemeen en dagelijks bestuur
Als een lid van het dagelijks bestuur tijdelijk met verlof gaat in verband met zwangerschap en bevalling of ziekte, wordt de vaste maandelijkse vergoeding doorbetaald. Verder bestaat aanspraak op 50% van de maandelijkse onkostenvergoeding. Dit omdat bepaalde kosten gedurende het verlof doorlopen. Denk bijvoorbeeld aan de kosten voor een abonnement op een krant of tijdschrift of een telefoon. De regeling voor de leden van het dagelijks bestuur van een bestuurscommissie is analoog aan hetgeen ook voor wethouders geregeld is.
Ook voor de tijdelijke vervanger is een regeling getroffen. Als een lid van het algemeen of het dagelijks bestuur van een bestuurscommissie tijdelijk wordt benoemd in verband met de afwezigheid van een ander lid wegens zwangerschap en bevalling of ziekte, is bepaald dat het vervangende lid recht heeft op dezelfde vergoedingen als een regulier lid. Voor een lid van het algemeen bestuur van een bestuurscommissie dat met verlof gaat is geen regeling getroffen. Dit omdat bij de vergoeding van de leden van het algemeen bestuur sprake is van presentiegeld.
Artikel 13: Nadere regels rondom niet partijpolitiek georiënteerde scholing
In artikel 13 van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden staat dat de kosten voor niet-partijpolitiek georiënteerde scholing ten laste van de gemeente komen indien de scholing verband houdt met het vervullen van het commissieschap. Het betreft de kosten van cursus- en lesgelden, verplicht studiemateriaal, examen- en diplomakosten, alsmede de reis- en verblijfkosten in het kader van de opleiding. Het Rechtspositiebesluit biedt de mogelijkheid om nadere voorwaarden aan de scholing te stellen. In dit kader is voor de hoogte van de jaarlijks te vergoeden kosten aan een lid van een bestuurscommissie aansluiting gezocht bij het maximale bedrag dat jaarlijks door het presidium van de gemeenteraad voor raadsleden wordt vastgesteld.
De vergoeding voor scholing is onbelast voor de loonheffingen.
Artikel 18: Aanvang en einde tegemoetkoming en vergoedingen
Voor de beëindiging van het lidmaatschap van een lid van het dagelijks bestuur is op grond van artikel 14 van de Verordening op de bestuurscommissies 2013 artikel 43, tweede lid, van de Gemeentewet van toepassing. Dit artikel bepaalt dat als een lid van het dagelijks bestuur van een bestuurscommissie ontslag neemt, dit ontslag één maand later ingaat.