Organisatie | Amsterdam |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening Individuele inkomenstoeslag Participatiewet |
Citeertitel | Verordening Individuele inkomenstoeslag Participatiewet |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp | Werk en inkomen |
Geen
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2015 | 05-04-2017 | nieuwe regeling | 06-11-2014 | Gemeenteblad 2014, afd. 1, nr. 922 |
Een verzoek van een Individuele inkomenstoeslag wordt ingediend door middel van een door het college vastgesteld (digitaal) formulier.
In deze verordening wordt onder langdurig verstaan de periode van ten minste 12 opeenvolgende maanden waarin een zelfstandige huishouding is gevoerd.
In gevallen waarin strikte toepassing van bepalingen van deze verordening leidt tot een onbillijke of onredelijke situatie van overwegende aard voor de aanvrager, kan het college besluiten deze bepalingen buiten toepassing te laten.
Op 1 januari 2015 treedt de Participatiewet in werking. Daarin wordt de langdurigheidstoeslag die de Wet werk en bijstand kende, omgevormd tot Individuele inkomenstoeslag.
De Individuele inkomenstoeslag is opgenomen in artikel 36, eerste lid, van de Participatiewet:
"1. Op een daartoe strekkend verzoek van een persoon van 21 jaar of ouder doch jonger dan de pensioengerechtigde leeftijd, die langdurig een laag inkomen en geen in aanmerking te nemen vermogen als bedoeld in artikel 34 heeft en geen uitzicht heeft op inkomensverbetering, kan het college, gelet op de omstandigheden van die persoon, een individuele inkomenstoeslag verlenen."
In artikel 8 van de Participatiewet wordt bepaald dat de gemeenteraad een verordening dient vast te stellen met betrekking tot de Individuele inkomenstoeslag waarin de hoogte van de Individuele inkomenstoeslag en de wijze waarop invulling wordt gegeven aan de begrippen langdurig en laag inkomen zijn geregeld.
De vorm en hoogte van de toeslag
De Individuele inkomenstoeslag wordt afgestemd op de individuele situatie van de persoon of het gezin. De hoogte van de toe te kennen Individuele inkomenstoeslag wordt in elk geval afgestemd op 2 huishoudingtypes:
1 huishoudingen met minderjarige kinderen;
2 huishoudingen zonder minderjarige kinderen.
Deze tweedeling wordt gemaakt omdat huishoudingen met minderjarige kinderen, door de aanwezigheid van die kinderen, gemiddeld meer uitgaven hebben dan huishoudingen zonder minderjarige kinderen.
In dit artikel worden definities gegeven van begrippen die meer dan eens in de verordening voorkomen, en waarvan het van belang is dat er telkens hetzelfde onder wordt verstaan. In een aantal gevallen wordt verwezen naar definities in de wet om ervoor te zorgen dat er zoveel mogelijk aansluiting blijft bij de vigerende wetgeving.
Een individuele inkomenstoeslag is alleen bestemd voor aanvragers die geruime tijd een zelfstandige huishouding hebben gevoerd. Een geruime tijd is 12 aaneengesloten maanden. Aanvragers die in een instelling verblijven of anderszins een onzelfstandige huishouding voeren,
bijvoorbeeld omdat er bij ouders wordt ingewoond, horen daarmee niet tot de doelgroep.
Een laag inkomen is een inkomen dat na aftrek van minnelijke of wettelijke aflossingen voor een schuldregelingen op of onder 120% WSM komt. Dat betekent dat ook Amsterdammers met hogere inkomens in aanmerking komen. Om het mogelijk te maken de inkomens eenvoudig te toetsen, kan
gekozen worden voor een bruto benadering, zodat er aan de hand van jaaropgaves getoetst kan worden. Waar dat niet mogelijk is, bijvoorbeeld omdat er geen opgave over een volledig jaar mogelijk is, kan gewerkt worden met bruto maandbedragen of zo nodig met netto bedragen. Amsterdammers die hun inkomen grotendeels aan het aflossen van schulden besteden en daardoor op of onder de grens zoals bedoeld in het eerste lid komen, worden mede gerekend tot de doelgroep.
Artikel 5 Vorm en hoogte Individuele inkomenstoeslag
De Individuele inkomenstoeslag wordt deels ingezet als instrument om gedragsverandering te bewerkstelligen en deels als materiële beloning in de vorm van tegoedbonnen. Het past niet om mensen die schulden hebben opgebouwd, directe financiële vergoedingen toe te kennen. Dat zou een verkeerd signaal afgeven en niet begrepen worden door schuldeisers en de rechtbank. De schuldeisers zullen in de meeste gevallen een aanzienlijk verlies moeten dragen. Door de Individuele inkomenstoeslag te koppelen aan bijvoorbeeld budgetlessen wordt verantwoord gedrag aangeleerd.
Door een beloningssysteem met tegoedbonnen voor bijvoorbeeld gezinsuitjes in te bouwen kan voortijdige uitval worden voorkomen. Zo'n systeem maakt het strakke financiële keurslijf dat al start en in de voorbereiding en vervolgens nog 3 jaar voortduurt, iets draaglijker. Er is dan zicht is op tussentijdse verlichting. Zeker als er kinderen in het gezin zijn, is dat van belang.