Organisatie | Amsterdam |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Subsidieregeling en subsidieplafond 2015 Aanpak jeugdwerkloosheid |
Citeertitel | Subsidieregeling Aanpak jeugdwerkloosheid |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp | Werk en inkomen |
Datum ondertekening inwerkingtredingsbesluit: 9-12-2014
Bron bekendmaking inwerkingtredingsbesluit: Gemeenteblad 2014, afd. 3b, nr. 228
Onbekend.
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
10-12-2014 | 19-09-2016 | nieuwe regeling | 09-12-2014 Gemeenteblad 2014, afd. 3b, nr. 228 | Gemeenteblad 2014, afd. 3b, nr. 228 |
Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen
Artikel 2 Toepasselijkheid Algemene Subsidieverordening Amsterdam 2013
De Algemene Subsidieverordening Amsterdam 2013 is van toepassing, tenzij daarvan in deze regeling uitdrukkelijk wordt afgeweken.
Het College stelt voor de activiteiten die volgens deze subsidieregeling voor eenmalige incidentele subsidie in aanmerking komen jaarlijks het subsidieplafond vast. In het Aanvalsplan Jeugdwerkloosheid 2015-2018 is voor 2015 een bedrag van € 500.000,- vastgesteld.
Artikel 6 Verdeelsleutel subsidieplafond
De criteria genoemd in lid 2 onderdelen a tot en met f hebben een wegingsfactor van vier punten waardoor maximaal 24 punten te verkrijgen zijn. De criteria genoemd in lid 2 onderdelen g tot en met k zijn bonuspunten en hebben een wegingsfactor van drie punten waardoor maximaal 15 punten te verkrijgen zijn.
De aanvragers die de hoogste totaalscores behalen op basis van lid 2, lid 3 en lid 4 van dit artikel worden uitgenodigd voor een beoordelingsgesprek om hun subsidieaanvraag toe te lichten. Tijdens dit gesprek kan de gemeente de aanvrager nog enkele toelichtende vragen stellen. De informatie uit het beoordelingsgesprek kan leiden tot bijstelling van de puntenscore voor de aanvraag. Het aantal uit te nodigen aanvragers zal afhangen van het subsidieplafond in relatie tot de hoogte van de aangevraagde subsidies.
Artikel 10 Aanvraagtermijn eenmalige subsidie
De subsidieaanvraag moet uiterlijk 9 januari 2015 ingediend worden bij het College.
Hoofdstuk 5 Verplichtingen van de subsidieontvanger
Artikel 13 Aanvullende verplichtingen
elke maand wordt middels een voortgangsrapportage inzichtelijk gemaakt welke jongeren door de activiteiten zijn ondersteund. Daarbij dient op burgerservicenummer gerapporteerd te worden behalve wanneer dit door de aard van de activiteit niet mogelijk is, bijvoorbeeld bij grote evenementen. De subsidieontvanger dient hiervoor het door de gemeente verstrekte format te gebruiken. Daarin dient ook inhoudelijk gerapporteerd te worden over het resultaat dat door de activiteiten bereikt is bij de jongere(n).
Deze subsidieregeling is onderdeel van het Aanvalsplan Jeugdwerkloosheid 2015 - 2018. De jeugdwerkloosheid is volgens de laatste cijfers (2014) in Amsterdam opgelopen naar 24% van de jonge beroepsbevolking. Voor jongeren is het van groot belang dat zij waar nodig hun opleidingsniveau en werknemersvaardigheden versterken, en zo snel mogelijk een betaalde baan vinden. Het bestrijden van jeugdwerkloosheid is een gezamenlijke verantwoordelijkheid van de gemeente, het onderwijs, jongeren(organisaties), werkgevers en het maatschappelijk middenveld. De gemeente Amsterdam stelt een eenmalige subsidie beschikbaar voor plannen van derden. Met de inzet van deze subsidie wil het College bestaande en nieuwe initiatieven stimuleren.
Ad lid 2. Onder randvoorwaarden wordt onder andere het versterken van werknemersvaardigheden verstaan.
Artikel 4 Subsidiabele activiteiten
Ad lid 2. Onder meetbare resultaten worden zowel kwantitatieve resultaten als kwalitatieve resultaten verstaan.
Ad lid 4. Indien er sprake is van een latere start dan 1 april 2015 kunnen activiteiten uitgevoerd worden tot 1 juni 2016.
Artikel 6 Verdeelsleutel subsidieplafond
Ad lid 2.b. In de aanvraag moet uitgelegd worden waarom voor die methodiek wordt gekozen, bijvoorbeeld bewezen effectiviteit. Ook nieuwe methodieken dienen onderbouwd te worden.
Ad lid 2.c. Bij concrete resultaten valt bijvoorbeeld te denken aan het aantal jongeren dat wordt bereikt, het aantal stageplekken of werkplekken dat wordt gecreëerd of vervuld.
Ad lid 2.d. Hiermee wordt bedoeld dat de activiteit aanvullend is op het bestaande aanbod van de gemeente Amsterdam. Dit kan tot uiting komen in de doelgroep (jongeren die de gemeente nu nog niet of onvoldoende bereikt) maar ook in de methode (vernieuwende, creatieve methodieken en/of aanvullende expertise). De te subsidiëren activiteiten mogen ook zeker niet verstorend werken op de bestaande aanpak.
Ad lid 2.e. Hiermee wordt bedoeld dat het plan realistisch is, bijvoorbeeld qua planning maar ook qua ambities.
Ad lid 2.f. Met duurzaamheid wordt de financiële levensvatbaarheid na beëindiging van de subsidie bedoeld. Daarnaast is ook de duurzaamheid van het effect van de activiteit op de jongere van belang. Denk bijvoorbeeld aan de contractvorm die jongere verwerft door deelname aan de gesubsidieerde activiteit (een contract van een jaar telt zwaarder dan een contract van een aantal maanden).
Ad lid 2.g. Het gaat hierbij om concrete afspraken met werkgevers of onderwijsinstellingen.
Ad lid 2.h. De doelgroep zoals omschreven in het Aanvalsplan Jeugdwerkloosheid 2015 - 2018.
Ad lid 5. Het beoordelingsgesprek is bedoeld om partijen de gelegenheid te geven zaken te verduidelijken en aan te vullen en eventuele vragen van de gemeente te beantwoorden.
Ad lid. 1. Het College wil de subsidie, vanwege het eenmalige karakter en de wens om als ‘aanjager' te werken, inzetten als een incidentele stimuleringsbijdrage. Het is niet wenselijk dat een aanvrager voor realisatie van de activiteit volledig afhankelijk is van de gemeentelijke subsidie, bijvoorbeeld omdat de activiteit na het wegvallen van de bijdrage dan niet goed kan worden gecontinueerd. Daarom zal nooit meer dan 50% van de totale kosten van een activiteit worden gesubsidieerd.