Organisatie | Amsterdam |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Bijzondere subsidieverordening monumentale gebouwen, complexen en gebieden |
Citeertitel | Bijzonder subsidieverordening monumentale gebouwen, complexen en gebieden |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | volkshuisvesting en woningbouw |
Eigen onderwerp | Monumenten en welstand |
De tekst van de regeling is opnieuw geplaatst in Gemeenteblad 2015, 37959.
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
11-10-2014 | 25-12-2017 | nieuwe regeling | 10-09-2014 | Gemeenteblad 2014, afd. 1, nr. 590 |
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
casco: de hoofdstructuur van een pand, bestaande uit:
- dragende onderdelen (funderingen, gevels, balkdragende muren, kapconstructies en balklagen);
- binnenafwerkingen (zoals binnenpleisterwerk en gewelven);
- buitenafwerkingen (schilderwerk, pleisterwerk en voegwerk);
- schoorstenen, dakkapellen, kozijnen, ramen en deuren;
haalbaarheidsonderzoek: een onderzoek naar de bouwtechnische gebreken van een te restaureren monument, dat tevens uitsluitsel geeft over de kosten van de herstelwerkzaamheden die noodzakelijk zijn om het monument in een goede bouwtechnische staat te brengen, zoals bedoeld in art. 6 van deze verordening: kleine subsidies;
monumentale gebouwen, complexen en gebieden:
1. aangewezen monumenten en/of gebouwen/complexen en/of gebieden;
terreinen van archeologische betekenis, hoge archeologische waarde en/of beschermde archeologische monumenten;
2. gebouwen/complexen of gebieden die als monument geselecteerd zijn in het kader van het Monumenten Selectie Project, het Gemeentelijk Monumenten Project, de rijks en gemeentelijke top 100 na-oorlogse bouwkunst, maar nog niet zijn aangewezen;
3. karakteristieke beeldbepalende panden en panden gewaardeerd als "orde 2" zoals opgenomen op de Waarderingskaart Beschermd Stadsgezicht van stadsdeel Centrum, behorende bij de welstandsnota.
Artikel 2 Toepasselijkheid Algemene Subsidieverordening Amsterdam 2013
De Algemene Subsidieverordening Amsterdam 2013 is van toepassing, tenzij daarvan in deze verordening uitdrukkelijk wordt afgeweken
Artikel 6 Doelgroepen voor subsidieverlening en subsidiepercentages
Indien de Gemeenteraad een besluit heeft genomen tot onteigening van een pand dan wel beëindiging van het erfpachtrecht, wordt een subsidie voor het betrokken pand geweigerd, tenzij de aanvraag is ingediend door een gemeentelijke dienst of bedrijf, of een instelling als bedoeld in art. 6, tweede lid van deze verordening.
Bij de aanvraag om vaststelling worden overgelegd de gereedmelding van de werkzaamheden en een verklaring dat de werkzaamheden naar behoren zijn uitgevoerd en van gemeentewege zijn gecontroleerd en akkoord bevonden. Tevens wordt een door het college goedgekeurd onderhoudsplan voor zes jaar overgelegd.
Bij de aanvraag om vaststelling van de subsidie, waarbij de subsidie meer bedraagt dan €5.000 en minder dan € 50.000, worden overgelegd de originele rekeningen, betalingsbewijzen inzake de uitgevoerde werkzaamheden, de kostenopstelling waarin de verrichte werkzaamheden op dezelfde wijze zijn gerangschikt als in de begroting en, voor zover van toepassing, een lijst van meer- en minderwerk.
Bij de aanvraag om vaststelling van de subsidie, waarbij de subsidie meer bedraagt dan €50.000 worden de in het tweede lid genoemde stukken overgelegd. Indien de subsidieontvanger de in het tweede lid genoemde stukken niet kan overleggen, kan een door een accountant afgegeven controleverklaring conform het controlprotocol ISV monumenten 2012 worden gevraagd.
De eigenaar van een monument is verplicht een abonnement te nemen bij de Stichting Monumentenwacht Noord-Holland of bij een naar het oordeel van het college gelijkwaardige onafhankelijke instantie die tot taak heeft tweejaarlijkse inspecties uit te voeren, en dit abonnement in ieder geval af te sluiten tot zes jaar na uitbetaling van de subsidie. Een afschrift van het periodieke inspectierapport wordt aan het college verzonden.