Organisatie | Emmen |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening cliëntenparticipatie Participatiewet en Wet Sociale Werkvoorziening gemeente Emmen 2015 |
Citeertitel | Verordening cliëntenparticipatie Participatiewet en Wet Sociale Werkvoorziening gemeente Emmen 2015 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
Geen.
Ja.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-07-2015 | nieuwe verordening | 25-06-2015 Emmen.nu, 24-09-2015 | RA15.0040 |
De raad van de gemeente Emmen;
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 19 mei 2015, nummer: 15/458;
gelet op het bepaalde in artikel 47 van de Participatiewet, artikel 42 van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers, artikel 42 van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen, artikel 2 derde lid van de Wet sociale werkvoorziening en artikel 147 eerste lid, van de Gemeentewet;
De cliëntenraad heeft tot taak gevraagd en ongevraagd het college, de afdelingsmanagers en de raad te adviseren over het beleid en de uitvoering van de wetgeving en de daarmee samenhangende regelingen, inclusief de regelingen die de gemeente uitvoert in het kader van het armoedebeleid.
Artikel 8 Samenstelling cliëntenraad
Bij disfunctioneren van een van de leden kan de cliëntenraad het vertrouwen opzeggen. Indien overleg tussen de voorzitter, het dagelijks bestuur en het desbetreffende lid niet leidt tot herstel van het vertrouwen, stelt de cliëntenraad dit aan de orde bij de afdelingsmanager Inkomen. Deze kan vervolgens het college verzoeken de benoeming ongedaan te maken.
Bij disfunctioneren van de voorzitter kan de cliëntenraad het vertrouwen opzeggen. Indien overleg tussen voorzitter en het dagelijks bestuur aangevuld met een van de leden, niet leidt tot herstel van het vertrouwen, stelt de cliëntenraad dit aan de orde bij de afdelingsmanager Inkomen. Deze kan vervolgens het college verzoeken de benoeming ongedaan te maken.
De leden van de cliëntenraad en de onafhankelijk voorzitter ontvangen een onkostenvergoeding. De hoogte en toekenningsvoorwaarden van deze vergoeding worden door het college vastgesteld.
Het college draagt er zorg voor dat personen die lid zijn of lid zijn geweest van de cliëntenraad uit hoofde van dit lidmaatschap op geen enkele wijze worden benadeeld of anders worden bejegend door gemeentelijke functionarissen.
Het college evalueert eenmaal per 4 jaar het functioneren van de cliëntenraad en eventueel vaker indien de cliëntenraad, het college of de raad dit nodig acht.
De cliëntenraad neemt kennis van het bepaalde in artikel 2:5 van de Algemene wet bestuursrecht en zorgt dat zijn leden geïnformeerd zijn over de hiervoor bedoelde geheimhoudingsplicht. Behalve na voorafgaande schriftelijke toestemming van de gemeente, zal de cliëntenraad informatie en gegevensdragers die hem ter beschikking staan niet aan derden kenbaar maken.
Het college hecht groot belang aan adequate cliëntenparticipatie bij beleid en uitvoering van de Participatiewet, Ioaw, Ioaz en Wsw. Deze verordening geeft hier invulling aan.
Het bij verordening vaststellen van regels inzake cliëntenparticipatie wordt bovendien door de wet voorgeschreven. Het betreft hier artikel 47 van de Participatiewet, artikel 42 van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers, artikel 42 van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen en artikel 2 derde lid van de Wet sociale werkvoorziening. Deze artikelen zijn niet gelijkluidend, maar wel van een gelijke strekking. De gemeente dient zorg te dragen voor de realisatie en vormgeving van cliëntenparticipatie bij de uitvoering van de wetgeving. De gemeente dient ook regels te stellen over de wijze waarop personen (en/of hun vertegenwoordigers) worden betrokken bij de uitvoering van de wetgeving. Daarbij wordt in ieder geval geregeld dat deze personen (en/of hun vertegenwoordigers):
worden voorzien van de benodigde informatie.
Dit artikel bevat enkele begripsomschrijvingen.
De afdelingsmanager Inkomen en de afdelingsmanager Leren en Werken zijn verantwoordelijk voor de uitvoering van de wetgeving. De cliëntenraad kan beiden adviseren. Ten aanzien van periodiek overleg (artikel 3), de samenstelling van de cliëntenraad (artikel 8) en de benoeming van de voorzitter (artikel 9) geldt dat de afdelingsmanager Inkomen vanuit de gemeentelijke organisatie als coördinerend afdelingsmanager richting de cliëntenraad optreedt.
In dit artikel is de taak van de cliëntenraad vastgelegd. De cliëntenraad brengt advies uit over de uitvoering van de Participatiewet, Ioaw, Ioaz en Wsw en de daarmee samenhangende regelingen, waaronder mede wordt verstaan het armoedebeleid van de gemeente. Naast advisering aan het college, is de cliëntenraad ook bevoegd om advies uit te brengen aan de raad en aan de afdelingsmanagers. Daar waar het beleidszaken betreft zal veelal advies worden uitgebracht aan het college. Over de wijze waarop uitvoering wordt gegeven aan de Participatiewet, Ioaw, Ioaz en Wsw zal veelal worden geadviseerd aan de afdelingsmanagers.
Met dit artikel is een minimumfrequentie bepaald van de overleggen van de cliëntenraad. Voor overleg tussen wethouders, de afdelingsmanager Inkomen en de cliëntenraad – zoals bedoeld in lid 1 – geldt natuurlijk dat er op verzoek vaker bijeen kan worden gekomen. Ook is in dit artikel vastgelegd dat de overleggen in beginsel openbaar zijn.
Artikel 4 Onderwerpen van overleg
De taak van de cliëntenraad is ruim omschreven. Dit betekent dat de cliëntenraad om advies wordt gevraagd dan wel wordt betrokken bij zeer diverse onderwerpen. Om hieraan enigszins richting te geven, is in dit artikel bepaald welke onderwerpen dit in ieder geval betreft.
Om duidelijk te maken dat de cliëntenraad er niet is voor individuele belangenbehartiging, is in het derde lid opgenomen dat de cliëntenraad niet bevoegd is om te adviseren over bezwaarschriften, klachten en andere op individuele cliënten betrekking hebbende zaken. Daarnaast is de cliëntenraad niet bevoegd te adviseren rond kwesties die voorbehouden zijn aan de ondernemingsraden van sociale werkvoorziening bedrijven.
Duidelijk is dat het advies vroegtijdig wordt gevraagd, op een zodanig tijdstip dat het van wezenlijke invloed kan zijn op de gemeentelijke besluitvorming. Ook moet de cliëntenraad een redelijke termijn hebben om het advies uit te kunnen brengen. De termijn mag echter niet dusdanig lang zijn dat het besluitvormingsproces onnodig wordt vertraagd. Een termijn van maximaal 4 weken is hiervoor een redelijke termijn.
Om goed geïnformeerd te zijn, kan de cliëntenraad zich door derden laten adviseren. Ook kunnen zij gemeentelijke functionarissen vragen om een nadere uitleg te geven over de onderliggende stukken.
In beginsel wordt schriftelijk geadviseerd. Hier kan van worden afgeweken als de cliëntenraad geen enkel (afwijkend) advies geeft bij het onderliggende voorstel en het er volledig mee eens is. Hiervan wordt dan een aantekening gemaakt bij het voorstel. Indien een advies niet wordt overgenomen, of niet geheel, wordt in het voorstel gemotiveerd aangegeven waarom niet.
Het advies van de cliëntenraad maak altijd als bijlage deel uit van het college- en/ of raadsvoorstel. Het college en de raad kunnen op deze wijze kennisnemen van het advies.
Artikel 7 Informatievoorziening
Om het adviesrecht goed uit te kunnen voeren, is het noodzakelijk dat de cliëntenraad over voldoende informatie beschikt. Het is een taak van het college dat deze informatievoorziening adequaat is. Welke informatie verstrekt moet worden, is op voorhand niet uitputtend aan te geven. Het abonnement van de raadsstukken wordt in ieder geval aan de cliëntenraad ter beschikking gesteld, zodat de cliëntenraad kennis kan nemen van alle raadsvoorstellen.
Artikel 8 Samenstelling cliëntenraad
In het eerste lid is vastgelegd wie lid kunnen worden van de cliëntenraad. De leden van de cliëntenraad komen uit de doelgroepen zoals omschreven is in artikel 7 eerste lid van de Participatiewet en artikel 2 derde lid van de Wsw. Ook dienen zij inwoner te zijn van gemeente Emmen. Vertegenwoordigers komen alleen voor lidmaatschap van de cliëntenraad in aanmerking, indien dit in belangrijke mate bijdraagt aan de representativiteit van de cliëntenraad en zittingname door een persoon die direct behoort tot de doelgroep niet mogelijk blijkt. Deze mogelijkheid wordt met name geboden om leden van de doelgroep die, als gevolg van hun beperking, niet in staat zijn om volledig te participeren in de cliëntenraad, toch
via hun vertegenwoordiger in staat te stellen invloed uit te oefenen op het gemeentelijk beleid. In de regel gaat het dan om een familielid of andere vertrouwenspersoon. Het gaat hier aldus om een natuurlijk persoon die in nauw contact staat met een lid van de doelgroep. Een vertegenwoordiger hoeft zodoende ook niet geïndiceerd te zijn op grond van de Wsw dan wel uitkeringsgerechtigd te zijn, noch inwoner te zijn van gemeente Emmen.
Het aantal leden van de cliëntenraad is zodanig gekozen dat het aantal aan de ene kant niet belemmerend werkt om zijn taak goed uit te kunnen voeren en aan de andere kant voldoende is om te komen tot een representatieve vertegenwoordiging.
In het vierde lid is bepaald dat er naar gestreefd wordt de samenstelling van de cliëntenraad een representatieve afspiegeling te laten zijn van de gehele doelgroep. Dit betekent dat er bij de voordracht van de leden ook gekeken wordt naar de getalsmatige verhouding van doelgroepen.
De leden van de cliëntenraad hebben op persoonlijke titel zitting in de raad. Zij handelen niet namens een belangenvereniging of anderen, maar vertegenwoordigen de doelgroep. Duidelijk is dan ook dat het lidmaatschap van de cliëntenraad onverenigbaar is met de in het zevende lid genoemde lidmaatschappen. Bij de voordracht kan rekening worden gehouden met het hebben van andere functies of lidmaatschappen dan de hier genoemde. Dit om eventuele belangenverstrengeling te voorkomen.
Het achtste lid bepaalt dat zodra een zittend lid niet meer behoort tot de doelgroep, er geen sprake meer kan zijn van lidmaatschap van de cliëntenraad en het lidmaatschap wordt beëindigd.
Mocht de cliëntenraad het vertrouwen in een van de leden willen opzeggen in verband met disfunctioneren, dan moet eerst alles in het werk worden gesteld om het vertrouwen weer te herstellen. Lukt dit niet, dan kan als uiterste middel het college worden verzocht de benoeming ongedaan te maken.
De voorzitter is een onafhankelijk, technisch voorzitter en maakt geen deel uit van de cliëntenraad. Hij heeft een adviserende stem. Ook voor de voorzitter geldt dat bij disfunctioneren het vertrouwen kan worden opgezegd en het college gevraagd kan worden de benoeming ongedaan te maken. Dit is echter een laatste middel. Eerst moet er alles aan worden gedaan om het vertrouwen te herstellen.
De cliëntenraad wijst uit zijn midden een dagelijks bestuur aan dat in ieder geval verantwoordelijk is voor de agenda’s, data en tijdstippen van de overleggen.
Het is niet meer dan billijk om een onkostenvergoeding te verstrekken. Vaststelling hiervan is aan het college.
Artikel 12 Subsidie en verslaglegging
Om de werkzaamheden goed te kunnen verrichten, dient de cliëntenraad over eigen middelen te beschikken. Deze kunnen gebruikt worden voor bijvoorbeeld cursussen of het bezoeken van studiedagen. Ten aanzien van de cliëntenraad geldt het uitgangspunt dat zijn voorzitter en leden geen kosten behoeven te maken in het kader van de uitoefening van hun werkzaamheden en hun deelname aan bijbehorende activiteiten. De middelen worden door het college verstrekt in de vorm van een subsidie. De cliëntenraad dient hiervoor jaarlijks een begroting in en legt verantwoording af door middel van een financieel jaarverslag en een verslag van zijn activiteiten en bevinden in het betreffende jaar.
Het college steunt de cliëntenraad op facilitair vlak en middels een ambtelijk ondersteuner. De taken van de ambtelijk ondersteuner strekken zich niet uit tot secretariële ondersteuning: hierin voorziet de cliëntenraad zelf middels zijn secretaris.
Het is een taak van het college om te waarborgen dat het lidmaatschap van de cliëntenraad geen andere benaderingswijze door gemeentelijke afdelingen en functionarissen tot gevolg heeft.
Het functioneren van de cliëntenraad wordt minimaal eenmaal in de 4 jaar geëvalueerd. Dit verslag wordt ter kennisname van de raad gebracht.
Het mag duidelijk zijn dat de leden van de cliëntenraad een geheimhoudingsplicht hebben ten aanzien van (nog) niet-openbare stukken die zij onder ogen krijgen, alsmede anderszins niet-openbare informatie.
De cliëntenraad stelt zelf zijn huishoudelijk reglement vast. Hierin worden in ieder geval de in het tweede lid opgesomde zaken nader geregeld.