Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Dinkelland

Verordening op de heffing en invordering van parkeerbelastingen 2010

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieDinkelland
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening op de heffing en invordering van parkeerbelastingen 2010
CiteertitelVerordening parkeerbelastingen 2010
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

artikel 156 en 225 Gemeentewet en de Parkeerverordening

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

25-12-200901-01-2011Onbekend

03-11-2009

DinkellandVisie 24 december 2009

Onbekend

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening op de heffing en invordering van parkeerbelastingen 2010

 

De raad van de gemeente Dinkelland;

 

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 6 oktober 2009;

 

gelet op artikel 156 en 225 van de Gemeentewet en de Parkeerverordening;

 

besluit

 

vast te stellen de

 

VERORDENING OP DE HEFFING EN INVORDERING VAN PARKEERBELASTINGEN 2010.

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

a. parkeren: het gedurende een aaneengesloten periode doen of laten staan van een voertuig, anders dan gedurende de tijd die nodig is voor en gebruikt wordt tot het onmiddellijk in- of uitstappen van personen dan wel het onmiddellijk laden of lossen van zaken, op binnen de gemeente gelegen voor het openbaar verkeer openstaande terreinen of weggedeelten, waarop dit doen of laten staan niet ingevolge een wettelijk voorschrift is verboden;

b. houder: degene die naar de omstandigheden als houder van een voertuig moet worden beschouwd, met dien verstande dat voor een motorrijtuig dat is ingeschreven in het krachtens de Wegenverkeerswet 1994 (Stb. 1994, 475) aangehouden register van opgegeven kentekens als houder wordt aangemerkt degene op wiens naam het voor het motorrijtuig opgegeven kenteken ten tijde van het parkeren in het register was ingeschreven;

c. parkeerapparatuur: parkeermeters, parkeerautomaten, met inbegrip van verzamelparkeermeters, en hetgeen naar maatschappelijke opvatting overigens onder parkeerapparatuur wordt verstaan.

Artikel 2 Belastbaar feit

Onder de naam "parkeerbelastingen" wordt geheven een belasting ter zake van het parkeren van een voertuig op een bij, dan wel krachtens deze verordening in de daarin aangewezen gevallen door het college van burgemeester en wethouders te bepalen plaats, tijdstip en wijze;

Artikel 3 Belastingplicht

  • 1.

    De belasting bedoeld in artikel 2 wordt geheven van degene die het voertuig heeft geparkeerd.

  • 2.

    Als degene die het voertuig heeft geparkeerd wordt mede aangemerkt:

    a. degene die de belasting voldoet, dan wel te kennen geeft of heeft gegeven de belasting te willen voldoen;

    b. zolang geen voldoening van de belasting genoemd in artikel 2 heeft plaatsgevonden: de houder van het voertuig, met dien verstande dat:

    1e. als een voor ten hoogste drie maanden aangegane huurovereenkomst wordt overgelegd waaruit blijkt wie ten tijde van het parkeren ingevolge deze overeenkomst de huurder van het voertuig was; niet de houder maar de huurder wordt aangemerkt als degene die het voertuig heeft geparkeerd;

    2e. als blijkt dat een ander in het kentekenregister had moeten staan ingeschreven, die ander wordt aangemerkt als degene die het voertuig heeft geparkeerd.

  • 3.

    De belasting bedoeld in artikel 2, wordt niet geheven van degene die op de voet van het tweede lid, onderdeel b, als degene die het voertuig heeft geparkeerd wordt aangemerkt, als deze aannemelijk maakt dat ten tijde van het parkeren een ander tegen zijn wil van het voertuig heeft gebruik gemaakt en dat hij dit gebruik redelijkerwijs niet heeft kunnen voorkomen.

Artikel 4 Belastingtarief en belastingtijdvak

Het tarief voor het parkeren bij parkeerapparatuur als bedoeld in artikel 2 bedraagt:

1. bij een parkeermeter behorende bij een parkeerplaats in de binnenstad van Ootmarsum € 0,10 per 10 minuten;

2. bij de parkeerautomaat op het parkeerterrein op en rondom het Kerkplein te Ootmarsum € 0,10 per 10 minuten;

3. bij de parkeerautomaat op het parkeerplein, gelegen aan de Oostwal en de Smithuisstraat te Ootmarsum:

a. € 0,10 per 12 minuten gedurende de eerste twee parkeer-uren;

b. € 0,10 per 15 minuten na de eerste twee parkeer-uren;

c. € 2,30 per kalenderdag (van 08.00 tot 18.00 uur).

Artikel 5 Ontstaan van de belastingschuld

De belasting bedoeld in artikel 2, is verschuldigd bij de aanvang van het parkeren.

Artikel 6 Wijze van heffing en termijnen van betaling

  • 1.

    De belasting bedoeld in artikel 2 wordt geheven bij wege van voldoening op aangifte en moet worden betaald bij de aanvang van het parkeren.

  • 2.

    Een naheffingsaanslag moet terstond worden betaald.

Artikel 7 Bevoegdheid tot aanwijzing parkeerplaatsen

De aanwijzing van de plaats waar, het tijdstip en de wijze waarop tegen betaling van de belasting bedoeld in artikel 2 mag worden geparkeerd geschiedt in alle gevallen door het college van burgemeester en wethouders bij openbaar te maken besluit.

Artikel 8 Kosten

De kosten van de naheffingsaanslag ter zake van de belasting bedoeld in artikel 2 bedragen € 51,00.

Artikel 9 Kwijtschelding

Bij de invordering van de belasting wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 10 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de parkeerbelastingen.

Artikel 11 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    De "Verordening parkeerbelastingen 2009", vastgesteld door de raad van de gemeente Dinkelland op 4 november 2008 wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

  • 3.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2010.

  • 4.

    Deze verordening kan worden aangehaald als de "Verordening parkeerbelastingen 2010".

     

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van 3 november 2009.

De griffier, De voorzitter,

Mr. O.J.R.J. Huitema. Mr. R.S. Cazemier.