Organisatie | Zevenaar |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | nr 04.05 Verordening op de heffing en invordering van hondenbelasting 2009 |
Citeertitel | Verordening hondenbelasting 2009 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp | gemeentelijke belastingen, retributies en heffingen |
Geen
Gemeentewet, artikel 226 en 255
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
13-11-2008 | 01-01-2010 | nieuwe regeling | 20-10-2008 Zevenaar Post, 12-11-2008 | 08-099 | |
15-11-2007 | nieuwe regeling | 01-11-2007 Zevenaar Post, 14-11-2007 | 07-085 | ||
07-12-2006 | nieuwe regeling | 29-11-2006 Zevenaar Post, 6-12-2006 | 06-118 | ||
29-12-2005 | nieuwe regeling | 21-12-2005 Zevenaar Post, 28-12-2005 | 05-113 | ||
23-12-2004 | nieuwe regeling | 15-12-2004 Zevenaar Post, 22-12-2004 | 04-123 |
Onder de naam “hondenbelasting” wordt een directe belasting geheven ter zake van het houden van een hond
onder toezicht heeft, tenzij blijkt dat een ander de houder is.
3.Het houden van een hond door een lid van het huishouden wordt aangemerkt als het houden van een hond
door een door de in artikel 231, tweede lid, onderdeel b, van de Gemeentewet bedoelde gemeenteambtenaar
De belasting wordt niet geheven ter zake van honden:
a.die uitsluitend dienen om blinde personen te leiden, ofwel waarvan de houder blijkens een te overleggen
bewijs is belast met de opvoeding tot geleidehond;
b.die uitsluitend dienen om gehandicapte personen te geleiden, ofwel waarvan de houder blijkens een te
overleggen bewijs is belast met de opvoeding tot gehandicaptenhond;
c.die verblijven in een hondenasiel als bedoeld in artikel 1, onder c, van het Honden- en Kattenbesluit 1999,
welk asiel is opgenomen in het centraal register bedoeld in artikel 5, tweede lid, van genoemd besluit;
d.die uitsluitend ten verkoop of aflevering in voorraad worden gehouden in een bedrijfsinrichting als bedoeld
in artikel 1, onder b, van het Honden- en kattenbesluit 1999, welke inrichting is opgenomen in het centraal
register bedoeld in artikel 5, tweede lid, van genoemd besluit;
Artikel 4 – Maatstaf van heffing
De belasting wordt geheven naar het aantal honden dat wordt gehouden.
zijn geregistreerd bij de Raad van beheer op kynologisch gebied in Nederland, € 211,20 per jaar.
Artikel 8 – Gecontinueerde belastingplicht
Ten aanzien van de belastingplichtige aan wie over het vorige belastingjaar een aanslag werd opgelegd, wordt
de belasting geheven naar hetzelfde aantal honden als waarnaar bedoelde aanslag werd opgelegd, tenzij
aangetoond wordt dat bedoeld aantal honden waarvoor de belastingplichtig geldt, wijziging heeft ondergaan of
blijkt dat de belastingplicht vóór de aanvang van het belastingjaar is beëindigd.
Artikel 9 – Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang
1.De belasting is verschuldigd bij het begin van het belastingjaar of, zo dit later is, bij de aanvang van de
2.Indien de belastingplicht in de loop van het jaar aanvangt, dan wel het aantal honden in de loop van het
belastingjaar toeneemt, is de belasting, respectievelijk de hogere belasting ter zake van het toegenomen
aantal honden, verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting
als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, respectievelijk de toename van het aantal honden,
nog volle kalendermaanden overblijven.
3.Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt, dan wel het aantal honden in de loop van
het belastingjaar vermindert, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor
dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht respectievelijk de
vermindering van het aantal honden, nog volle kalendermaanden overblijven.
4.Belastingaanslagen van minder dan € 9,- worden niet opgelegd. Voor de toepassing van de vorige volzin
wordt het totaal van op één aanslagbiljet verenigde belastingaanslagen aangemerkt als één
Artikel 10 – Termijnen van betaling
verenigde aanslagen, of als het aanslagbiljet maar één aanslag bevat het bedrag daarvan, minder is dan
€ 2.000,- en de verschuldigde bedragen door middel van automatische incasso van de betaalrekening van
de belastingschuldige kunnen worden afgeschreven, dat:
a.aanslagen, waarvan de dagtekening ligt tussen 1 januari en 1 oktober van het belastingjaar waarop ze
betrekking hebben, moeten worden betaald in zoveel gelijke termijnen als er na de maand van
dagtekening van het aanslagbiljet nog maanden in het belastingjaar overblijven, met een maximum van
b.aanslagen, waarvan de dagtekening ligt na 30 september van het belastingjaar waarop ze betrekking
hebben, moeten worden betaald in drie gelijke termijnen.
Bij het van toepassing zijn van het vorenstaande vervalt de eerste incassotermijn een maand na de
dagtekening van het aanslagbiljet en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.
3.De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde termijnen.
1.Bij de invordering van hondenbelasting, zoals bedoeld in artikel 5, eerste lid onder a. (eerste hond), wordt
in afwijking van de Uitvoeringsregeling Invorderingswet 1990 het percentage voor de kosten van bestaan
2.Bij de invordering van de hondenbelasting, zoals bedoeld in artikel 5, eerste lid onder b. en tweede lid,
Artikel 12 – Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en
Artikel 13 – Inwerkingtreding en citeerartikel
1.De “Verordening hondenbelasting 2008”, vastgesteld bij raadsbesluit van 1 november 2007, wordt
ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien
verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.
Aldus besloten in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Zevenaar,