Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Breda

Nadere regels ten aanzien van terrassen

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieBreda
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingNadere regels ten aanzien van terrassen
CiteertitelBesluit plaatsing terrassen op openbare plaatsen 2009
Vastgesteld doorburgemeester
Onderwerpopenbare orde en veiligheid
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Algemene plaatselijke verordening Breda 2004, art. 2.1.4.1., lid 4
  2. Algemene plaatselijke verordening Breda 2004, art. 2.1.4.1., lid 6

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

08-06-2016art. 2, bijlage 1

20-05-2016

Gemeenteblad, 2016, 73197

44837
02-07-200908-06-2016nieuwe regeling

18-06-2009

Onbekend. 01-07-2009

34377

Tekst van de regeling

Intitulé

Nadere regels ten aanzien van terrassen

De burgemeester,

 

Gelet op het besluit van de raad van de gemeente Breda, reg.nr. 34047, van 2 april 2009 tot de vaststelling van de zevende wijziging van de APV Breda 2004 in verband met de deregulering van de APV Breda 2004;

 

Gezien artikel 2.1.4.1., vierde lid, sub b en zesde lid van de APV Breda 2004;

 

Ter nadere regulering van het gebruik van openbare plaatsen voor het plaatsen van terrassen ter voorkoming van ondermeer ongevallen, schade, gevaar voor het verkeer, de onbruikbaarheid van de openbare weg of voor het doelmatig en veilig gebruik daarvan, dan wel de belemmering van het doelmatig beheer en onderhoud van de openbare weg.

 

De inspraakreacties gehoord;

 

Besluit vast te stellen de volgende nadere regels ten aanzien van terrassen:

Artikel 1 Begripsbepalingen

In dit besluit en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

Terras: een buiten de besloten ruimte van de inrichting liggend deel van het horecabedrijf waar sta- of zitgelegenheid kan worden geboden waar tegen vergoeding dranken kunnen worden geschonken en spijzen voor directe consumptie kunnen worden bereid of verstrekt.

Artikel 2 Criteria plaatsen van terrassen

  • 1.

    Het is een exploitant toegestaan een terras te plaatsen indien wordt voldaan aan elk van de volgende voorwaarden:

    • a.

      De plaats en het gebruik van het terras levert geen gevaar, schade of hinder op voor de bruikbaarheid en het doelmatig en veilig gebruik van de openbare plaats en vormt geen belemmering voor het doelmatig beheer en onderhoud van de openbare plaats.

    • b.

      Het terras brengt door de omvang, vormgeving en plaats geen schade toe aan openbare plaatsen en de daarop aanwezige (kunst)objecten.

    • c.

      Op openbare plaatsen, bestaande uit een rijbaan en een trottoir, wordt het terras zodanig ter hoogte van het bedrijfspand van de eigen onderneming op het trottoir, grenzend aan de eigen gevel, geplaatst dat een vrije doorgang op het trottoir in een rechtdoorgaande lijn van minimaal 1,5 meter breed aanwezig is voor bijvoorbeeld voetgangers en rolstoelgebruikers.

    • d.

      Op openbare plaatsen, anders dan bestaande uit een rijbaan en een trottoir, wordt het terras uitsluitend en zodanig in het verlengde van de gevel van het bedrijfspand van de eigen onderneming geplaatst dat een vrije doorgang, in een zoveel mogelijke rechtdoorgaande lijn, van minimaal 1,5 meter breed is gewaarborgd voor bijvoorbeeld voetgangers en rolstoelgebruikers.

    • e.

      Het terras wordt zodanig geplaatst dat altijd een vrije en onbelemmerde doorgang in een rechtdoorgaande lijn van minimaal 4 meter breed met een vrije hoogte van tenminste 4,20 meter aanwezig is en blijft ten behoeve van hulpdiensten.

    • f.

      Het terras wordt zodanig geplaatst dat nooduitgangen van het bedrijfspand en die van in de nabijheid gelegen onroerende zaken, onbelemmerd te gebruiken zijn.

    • g.

      Brandkranen, bluswaterwinplaatsen en nutsvoorzieningen moeten worden vrijgehouden, en wel zodanig dat hiervan onbelemmerd gebruik kan worden gemaakt

    • h.

      Versieringen, verlichting e.d. moeten buiten handbereik op een hoogte van ten minste 2,5 meter boven de vloer zijn opgehangen;

    • i.

      Eventuele kabels, snoeren e.d. moeten zodanig zijn bevestigd dat zij geen aanleiding kunnen geven tot ongevallen;

    • j.

      De exploitant of beheerder zorgt voor een schoon en ordelijk aanzien van het terras;

    • k.

      De exploitant of beheerder zorgt voor het schoonhouden van de openbare ruimte in de directe omgeving daarvan van (afval)stoffen of voorwerpen afkomstig van het terras;

    • l.

      De exploitant of beheerder zorgt ervoor dat dagelijks, uiterlijk een uur na sluiting van het terras, het terras(meubilair) en de op en in nabijheid van het terras op de openbare plaats achtergebleven (afval)stoffen of voorwerpen worden verwijderd.

    • m.

      Voorzieningen ten algemene nutte, zoals bijvoorbeeld banken en prullenbakken, dienen rondom, ter breedte van 1 meter vrij te blijven van het terras.

  • 2.

    Het terras mag niet worden geplaatst of geplaatst worden gehouden:

    • a.

      Indien op de locatie van het terras (onderhouds)werkzaamheden moeten worden verricht;

    • b.

      tijdens een evenement, markt, kermis, andere festiviteit en/of gebeurtenis van algemeen belang, tenzij hiervoor door de burgemeester toestemming is verleend;

    • c.

      gedurende de periode van 1 november tot 1 maart, met uitzondering van gevelterrassen.

  • 3.

    In de Willemstraat is het, naast gevelterrassen zoals genoemd in artikel 2 lid c, toegestaan om terrassen te plaatsen op de middenberm van de straat met inachtneming van de volgende voorwaarden:

    • a.

      De terrassen mogen enkel geplaatst worden op rood gemarkeerde gedeelten van de middenberm zoals opgenomen op de in de bijlage gevoegde inrichtingstekening ‘Locaties terrasruimte middenberm Willemstraat’.

    • b.

      De ondernemers dienen de beschikbare terraslocaties in onderling overleg te verdelen waarbij met de volgende voorwaarden rekening gehouden moet worden:

      • ba.

        Het terras mag op een maximale loopafstand van 30 meter liggen, gemeten vanuit de entree van de onderneming naar het dichtstbij zijnde punt van de terraslocatie.

      • bb.

        Jaarlijks wordt, door de gezamenlijke ondernemers, vóór 1 maart een opgave van de verdeling van de terrassen aan het college overlegd.

      • bc.

        Indien een nieuwe ondernemer zich vestigt kan deze bij de verdeling voor het nieuwe jaar meedoen in de verdeling van de terrassen.

Artikel 3 Criteria voor plaatsen terrasverwarming

Het is een exploitant toegestaan op een terras terrasverwarming te plaatsen indien wordt voldaan aan elk van de volgende voorwaarden:

  • a.

    Het verwarmingstoestel moet zijn voorzien van het algemeen CE Keurmerk. Op aanvraag dient een kopie van het CE Keurmerk Certificaat te kunnen worden overlegd.

  • b.

    Voor het lage druk gedeelte (verbinding tussen aansluitkraan en verbruikstoe­stel) dient een lage-drukslang te worden toegepast. Uitvoering conform. NEN 5658. Op de slang dient de aanduiding te staan BUTAANGASSLANG - NEN 5658 OF PROPAAN­GASSLANG - NEN 5658, 0,05 BAR en het jaar van fabricage. De slang mag maximaal 1 meter lang zijn. De leeftijd van de slang mag maximaal 2 jaar zijn.

  • c.

    De gasslangen dienen zowel aan de gasflessen als aan de verwarmingsarmaturen te zijn bevestigd met slangklemmen of met schroefkoppelingen.

  • d.

    Een gasfles moet zijn voorzien van een door de Dienst voor het Stoomwezen erkend geldig keurmerk.

  • e.

    De afsluiter van een gasfles moet van een door de Dienst voor het Stoomwezen goedgekeurd type zijn. De verwarmingstoestellen dienen jaarlijks te worden gecontroleerd en onderhouden door een ter zake deskundig bedrijf. Op de toestellen dient een bewijs hiervan met datum te zijn aangebracht.

  • f.

    De afstand van zowel de in gebruik zijnde als niet in gebruik zijnde toestellen tot enig bouwwerk dient ten minste 2 meter te zijn.

  • g.

    De afstand van de toestellen tot brandbare versiering, parasols, zonneschermen en dergelijke moet ten minste 2 meter bedragen. De toestellen mogen tijdens het gebruik niet onder een afdak zijn geplaatst.

  • h.

    De toestellen mogen niet worden geplaatst in looppaden of nabij uitgangen en nooduitgangen.

  • i.

    De toestellen mogen tijdens het gebruik niet worden verplaatst.

  • j.

    De toestellen en gasflessen mogen niet op voor publiek toegankelijk terrein worden opgeslagen. Indien de toestellen en gasflessen binnen de horeca-inrichting worden opgeslagen, dient te worden voldaan aan de voorschriften van de Wet milieubeheer (CPR 15-1).

  • k.

    In de nabijheid van de toestellen dient een draagbaar blustoestel aanwezig te zijn met een inhoud van ten minste 6 kg blusstof. De blusstof dient geschikt te zijn voor het blussen van branden van het type A, B en C.

  • l.

    De voorgeschreven blusmiddelen dienen te zijn voorzien van een geldig rijkskeurmerk.

  • m.

    De voorgeschreven blustoestellen dienen tweemaal per jaar op goede wer­king te zijn gecontroleerd, ten bewijze waarvan op het blusappa­raat een keuringsbewijs aanwezig dient te zijn.

  • n.

    Volgens de NEN-12864 is de levensduur van een gasdrukregelaar 5 jaar. De gasdrukregelaar dient dan ook om de 5 jaar vervangen te worden.

  • o.

    De toestellen moeten ten minste 1,5 meter verwijderd te blijven van de stam van een boom.

Artikel 4 Opvolgen aanwijzingen

Door of namens een bestuursorgaan gegeven aanwijzingen in het kader van het algemene belang (waaronder de bescherming van (kunst)objecten), de openbare orde of veiligheid dienen strikt te worden opgevolgd. Deze aanwijzingen kunnen onder andere betrekking hebben op het geheel of gedeeltelijk verplaatsen danwel verwijderen van het geplaatste terras en/of de daarop aanwezige voorwerpen (zoals glaswerk) zonder dat de exploitant aanspraak kan maken op schadevergoeding.

Artikel 5 Schade

Schade die is toegebracht aan gemeentelijke eigendommen als gevolg van het bouwobject zal door de gemeente voor rekening van de exploitant worden hersteld.

Artikel 6 Bekendmaking

Dit besluit treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van bekendmaking.

Artikel 7 Naam besluit

Dit besluit wordt aangehaald als: “Besluit plaatsing terrassen op openbare plaatsen 2009”.

Breda, de dato:

Burgemeester,

Bijlage 1: Tekening ‘Locaties terrasruimte middenberm Willemstraat’