Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Castricum

Verordening op de heffing en invordering van leges 2015

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Castricum
Officiële naam regelingVerordening op de heffing en invordering van leges 2015
CiteertitelLegesverordening 2015
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

1e wijziging

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Gemeentewet, art. 156, eerste en tweede lid, aanhef en onderdeel h
  2. Gemeentewet, art. 229, eerste lid, aanhef en onderdeel b
  3. Paspoortwet, art. 2, tweede lid
  4. Paspoortwet, art. 7

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

24-01-201512-02-2015Wijziging

20-01-2015

gmb-2015-6834

Onbekend.
18-12-201424-01-2015Nieuwe regeling

13-11-2014

gmb-2015-76143

Onbekend.

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening op de heffing en de invordering van leges 2015

De raad van de gemeente Castricum;

Gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 7 oktober 2014;

gelet op de artikelen 156, eerste en tweede lid, aanhef en onderdeel h en 229, eerste lid, aanhef en onderdeel b, van de Gemeentewet en de artikelen 2, tweede lid en 7 van de Paspoortwet;

besluit vast te stellen de volgende verordening:

Verordening op de heffing en de invordering van leges 2015

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Deze verordening verstaat onder:

a ‘dag’: de periode van 00.00 uur tot 24.00 uur, waarbij een gedeelte van een dag als een hele dag wordt aangemerkt;

b ‘week’: een aaneengesloten periode van zeven dagen;

c ‘maand’: het tijdvak dat loopt van ne dag in een kalendermaand tot en met de (n-1)e dag in de volgende kalendermaand;

d ‘jaar’: het tijdvak dat loopt van de ne dag in een kalenderjaar tot en met de (n-1)e dag in het volgende kalenderjaar;

e ‘kalenderjaar’: de periode van 1 januari tot en met 31 december.

Artikel 2 Belastbaar feit

Onder de naam ‘leges’ worden rechten geheven voor:

  • a.

    het genot van door of vanwege het gemeentebestuur verstrekte diensten;

  • b.

    het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag van een Nederlandse identiteitskaart of een reisdocument;

    een en ander zoals genoemd in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel.

Artikel 3 Belastingplicht

Belastingplichtig is de aanvrager van de dienst of van de Nederlandse identiteitskaart of het reisdocument, dan wel degene ten behoeve van wie de dienst is verleend of de handelingen zijn verricht.

Artikel 4 Vrijstellingen

Leges worden niet geheven voor:

  • a.

    diensten waarvan de kosten krachtens afdeling 6.4 van de Wet ruimtelijke ordening (grondexploitatie) zijn of worden verhaald;

  • b.

    van openbare besturen, ambtenaren of instellingen, ten aanzien van die diensten, die in het openbaar belang worden verzocht;

  • c.

    voor het afgeven van bewijzen van onvermogen,

  • d.

    voor het afgeven van stukken, nodig voor de ontvangst van pensioenen, lijfrenten, wachtgelden, loon of bezoldiging;

  • e.

    voor de aan belanghebbende uitgereikt wordende beschikkingen of afschriften daarvan, houdende aanstelling, benoeming, bevordering, ontslag, toekenning van bezoldiging, vergoeding of toelage, dan wel verhoging hiervan, betrekkelijk enige gemeentelijke functie of dienstverrichting jegens de gemeente;

  • f.

    voor de aan belanghebbende uitgereikt wordende beschikkingen of afschriften daarvan, houdende beslissing op een verzoek om subsidie of bijdrage uit de gemeentekas;

  • g.

    een verbouwvergunning voor seizoengebonden bebouwing indien sprake is van samenloop met strandpacht;

  • h.

    diensten met betrekking tot een aanvraag tot verlening of gehele of gedeeltelijke intrekking van een omgevingsvergunning of wijziging van voorschriften van een omgevingsvergunning, voor zover die aanvraag betrekking heeft op een activiteit met betrekking tot een inrichting als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder e, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (inrichting of mijnbouwwerk);

  • i.

    het in behandeling nemen van een aanvraag tot verlening van een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onderdeel i, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, voor zover het een activiteit betreft bedoeld in artikel 2.2a van het Besluit omgevingsrecht (omgevingsvergunning beperkte milieutoets);

  • j.

    voorwerpen, welke op grond van een wettelijk voorschrift, een overeenkomst of

    anderszins rechtens moeten worden gedoogd.

Artikel 5 Maatstaven van heffing en tarieven

1 leges worden geheven naar de tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

2 Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het nemen van een projectuitvoeringsbesluit als bedoeld in artikel 2.10 van de Crisis- en herstelwet  bedraagt het tarief de som van de bedragen die op grond van deze verordening verschuldigd zouden zijn voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning, ontheffing, vrijstelling of enig ander besluit in het kader van de ontwikkeling en verwezenlijking van het project, voor zover het projectuitvoeringsbesluit strekt ter vervanging van deze besluiten, zoals bedoeld in artikel 2.10, derde lid, van de Crisis- en herstelwet.

3 Voor de berekening van de leges wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.

Artikel 6 Wijze van heffing

De leges worden geheven door middel van een mondelinge dan wel een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waaronder mede wordt begrepen een stempelafdruk, zegel, (elektronische) nota of andere schriftuur. Het gevorderde bedrag wordt mondeling, dan wel door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving aan de belastingschuldige bekendgemaakt. Onder toezending van de schriftelijke kennisgeving wordt mede verstaan verzending langs elektronische weg.

Artikel 7 Termijnen van betaling

1 In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de leges worden betaald ingeval de kennisgeving als bedoeld in artikel 6:

a mondeling wordt gedaan, op het moment van het doen van de kennisgeving;

b schriftelijk wordt gedaan, op het moment van uitreiken van de kennisgeving, dan wel in geval van toezending:

1.per post binnen 8 dagen na de dagtekening van de kennisgeving; 2. langs elektronische weg, onverwijld.

2 De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijnen.

Artikel 8 Vermindering of teruggaaf

  • 1. Gehele of gedeeltelijke vermindering of teruggaaf van leges voor een in de bij deze verordening behorende tarieventabel omschreven dienst wordt verleend overeenkomstig een met betrekking tot die dienst in die tarieventabel opgenomen bepaling.

  • 2. Voor de toepassing van artikel 28, vierde lid, van de Invorderingswet 1990  wordt de teruggaaf van leges, bedoeld in het eerste lid, aangemerkt als een vermindering van de belastingaanslag.

Artikel 9 Overdracht van bevoegdheden

Het college is bevoegd tot het wijzigen van deze verordening, indien de wijzigingen:

  • a.

    van zuiver redactionele aard zijn;

  • b.

    een gevolg zijn van nieuwe of gewijzigde rijksregelgeving die in werking treedt binnen drie maanden na de officiële bekendmaking van de inwerkingtreding ervan in het Staatsblad of de Staatscourant en het de volgende hoofdstukken of onderdelen van titel 1 van de tarieventabel betreft:

    • 1.

      Onderdeel 1.1.23.2 (akten burgerlijke stand);

    • 2.

      hoofdstuk 2 (reisdocumenten);

    • 3.

      hoofdstuk 3 (rijbewijzen);

    • 4.

      Onderdeel 1.4.5 (papieren verstrekking uit gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens);

    • 5.

      onderdeel 1.9.2 (verklaring omtrent het gedrag);

    • 6.

      hoofdstuk 16 (kansspelen); een en ander voor zover met deze wijzigingen niet reeds bij het vaststellen of latere wijziging van deze verordening bij raadsbesluit rekening is gehouden.

Artikel 10 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de leges.

Artikel 11 Overgangsrecht

De ‘Legesverordening 2014’ en de bijbehorende ‘legestarieventabel’ van 14

november 2013 en de ‘Eerste wijziging op de Verordening op de heffing en invordering van leges 2014 en de bijbehorende tarieventabel’ van 20 februari 2014 worden ingetrokken met ingang van de in artikel 12, tweede lid, genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

Artikel 12 Inwerkingtreding

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

  • 2.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2015.

Artikel 13 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als ‘Legesverordening 2015’.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 13 november 2014.

de griffier,

Mr. V.H. Hornstra

de voorzitter,

Drs. A. Mans

Leges tarieven tabel 2015

     2015  
 Legestabel 2015extern max   
Titel 1Algemene dienstverlening    
Hfdstuk 1Burgerlijke stand    
1.1.1Het tarief bedraagt, anders dan voor kosteloze huwelijksvoltrekking, voor de voltrekking van een huwelijk, of geregistreerd partnerschap of omzetting    
1.1.2Maandag tot en met vrijdag met gebruik van de trouwzaal in het gemeentehuis, van 9.00 tot 21.00 uur  € 567,00  
1.1.3Zaterdag met gebruik van de trouwzaal in het gemeentehuis, van 9.00 tot 21.00 uur  € 667,00  
1.1.4Zondag met gebruik van de trouwzaal in het gemeentehuis, van 9.00 tot 21.00 uur  € 768,00  
1.1.5Gedurende de openingstijden in het gemeentehuis, waarbij geen gebruik van de trouwzaal wordt gemaakt en geen toespraak wordt gehouden een en ander als bedoeld in het Reglement Burgerlijke Stand onder de noemer 'flitshuwelijk'  € 187,00  
1.1.6Gedurende de openingstijden in het gemeentehuis, waarbij geen gebruik van de trouwzaal wordt gemaakt, waarbij maximaal 10 personen aanwezig mogen zijn en er geen toespraak wordt gehouden  € 298,00  
1.1.7Maandag tot en met zaterdag, in een locatie anders dan het gemeentehuis, doch aangewezen als huis der gemeente als bedoeld in het Burgerlijk Wetboek van 9.00 tot 21.00 uur  € 485,00  
1.1.8Zondag, in een locatie anders dan het gemeentehuis, doch aangewezen als huis der gemeente als bedoeld in het Burgerlijk Wetboek; van 9.00 tot 21.00 uur  € 605,00  
1.1.9Het tarief bedraagt voor het verstrekken van een trouw- of partnerschapsboekje  € 17,00  
1.1.9.1Het tarief genoemd in onderdeel 1.1.9 wordt verhoogd met het bedrag dat door de leverancier in rekening wordt gebracht    
1.1.10De tarieven als genoemd in 1.1.2, 1.1.3, 1.1.4, 1.17 en 1.1.8 worden verhoogd, indien het huwelijk/partnerschap wordt voltrokken in een specifiek aangewezen huis der gemeente, met  € 96,00  
1.1.11Het tarief bedraagt voor het beschikbaar stellen van getuigen van gemeentewege, per getuige  € 53,00  
1.1.12De tarieven genoemd onder 1.1.2 , 1.1.3,1.1.4,1.1.7.en 1.1.8 worden, na benoeming van een buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand, als bedoeld in artikel 3c van het Reglement burgerlijke stand, verminderd met een bedrag van  € 187,00  
1.1.13Het tarief bedraagt voor het het in behandeling nemen van een aanvraag    
1.1.14tot benoeming van een buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand, als bedoeld in artikel 3c van het Reglement burgerlijke stand bedraagt  € 96,00  
1.1.15voor een afschrift van een akte van de burgerlijke stand geldt het tarief zoals opgenomen in het ‘Legesbesluit akten burgerlijke stand’* € 12,50  
1.1.16voor een verklaring van huwelijksbevoegdheid als bedoeld in van het Burgerlijk Wetboek geldt het tarief zoals opgenomen in het ‘Legesbesluit akten burgerlijke stand’* € 22,30  
1.1.17Voor uittreksels uit de burgerlijke stand, die noodzakelijk zijn, voor een in de gemeente Castricum te sluiten huwelijk, partnerschap of omzetting worden geen leges in rekening gebracht.    
Hfdstuk 2Reisdocumenten en Nederlandse identitietskaart    
1.2Het tarief bedraagt voor het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag:    
1.2.1van een nationaal paspoort:    
1.2.1.1van een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is* € 67,10  
1.2.1.2 voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt* € 51,20  
1.2.2van een nationaal paspoort, een groter aantal bladzijden bevattende dan een nationaal paspoort als bedoeld in subonderdeel 1.2.1.(zakenpaspoort):*   
1.2.2.1voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is  € 67,10  
1.2.2.2voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt* € 51,20  
1.2.3van een reisdocument ten behoeve van een persoon die op grond van de Wet betreffende de positie van Molukkers als Nederlander wordt behandeld (faciliteitenpaspoort):    
1.2.3.1 voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is* € 67,10  
1.2.3.2 die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt  € 51,20  
1.2.4van een reisdocument voor vluchtelingen of een reisdocument voor vreemdelingen  € 51,20  
1.2.5van een Nederlandse identiteitskaart:    
1.2.5.1voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is  € 53,05  
1.2.5.2voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt  € 28,45  
 
1.2.6voor een spoedlevering van de in de onderdelen 1.1.1 tot en met 1.2.5 genoemde documenten, de in die onderdelen genoemde leges vermeerderd met een bedrag van   € 47,30  
1.2.7De tarieven als genoemd in dit hoofdstuk worden, indien de aanvrager niet in staat is om de aanvraag persoonlijk op het gemeentehuis te doen, en/of niet in staat is het aangevraagde document persoonlijk af te halen, vermeerderd met het hiernaast genoemde bedrag, met dien verstande dat dit bedrag slechts éémaal in rekening worden gebracht, ongeacht het aantal te verstrekken documenten op eenzelfde bezoekadres   € 52,00  
Hfdstuk 3 Rijbewijzen    
1.3.1 Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het afgeven, vernieuwen of omwisselen van een rijbewijs* € 38,80  
1.3.2Het tarief genoemd in onderdeel 1.3.1 wordt bij een spoedlevering vermeerderd met het bedrag dat door de RDW hiervoor is vastgesteld* € 34,10  
1.3.3 Voor het beschikbaar stellen van een Eigen Verklaring als bedoeld in de Wegenverkeerswet geldt het tarief zoals door het Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen is aangegeven* € 27,80  
Hfdstuk 4Verstrekkingen uit de Gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens    
1.4.1 Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:    
1.4.2tot afgifte in persoon van een uittreksel uit de Gemeentelijke Basis Administratie  € 10,00  
1.4.3tot afgiftevia de electronische weg van een uittreksel uit de Gemeentelijke Basis Administratie  € 5,00  
1.4.4Voor het afgeven van een persoonslijst ingevolge de Wet GBA bedraagt het tarief  € 12,50  
1.4.5In afwijking van de voorgaande onderdelen bedraagt het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het schriftelijk verstrekken van gegevens bedoeld in artikel 17, tweede lid, van het Besluit basisregistratie personen € 7,50  
1.4.6Voor uittreksels uit de Gemeentelijke Basisadministratie Persoonsgegevens, die noodzakelijk zijn, voor een in de gemeente Castricum te sluiten huwelijk, partnerschap of omzetting als bedoeld in deze legestabel worden geen leges in rekening gebracht.    
Hfdst 5, 6 en 7 vervallen    
Hfdstuk 8Vastgoedinformatie    
1.8.1Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag    
1.8.1.1tot het verstrekken van een schriftelijke verklaring over de aan- of afwezigheid van een publiekrechtelijke beperking op grond van de gemeentelijke beperkingenregistratie  € 52,00  
1.8.1.2tot het verstrekken van een afschrift van of uittreksel uit de gemeentelijke basisregistratie adressen of de gemeentelijke basisregistratie gebouwen, bedoeld in artikel 2 van de Wet basisregistraties adressen en gebouwen:  € 37,00  
Hfdstuk 9Overige Dienstverlening    
1.9.1Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag    
1.9.1.1tot het verkrijgen van een verklaring omtrent het gedrag* € 30,05  
1.9.1.2tot het verkrijgen van een attestatie de vita (bewijs van in leven zijn) geldt het tarief zoals opgenomen in het ‘Legesbesluit akten burgerlijke stand’* € 12,50  
1.9.1.3tot het verkrijgen van een legalisatie van een handtekening  € 10,00  
1.9.2Het tarief bedraagt oor het in behandeling nemen van een aanvraag om naturalisatie gelden de tarieven zoals zijn opgenomen in het "besluit Naturalisatie-gelden"    
1.9.2.1naturalisatie enkelvoudig standaard* € 821,00  
1.9.2.2naturalsatie enkelvoudig verlaagd* € 611,00  
1.9.2.3naturalisatie gemeenschappelijk standaard* € 1.048,00  
1.9.2.4naturalisatie gemeenschappelijk verlaagd* € 839,00  
1.9.2.5mede naturaliserend minderjarig kind* € 121,00  
1.9.3Voor het in behandeling nemen van een optie gelden de tarieven zoals zij opgenomen in het "besluit Naturalisatie-gelden".     
1.9.3.1optie enkelvoudig* € 175,00  
1.9.3.2gemeenschappelijke optie* € 298,00  
1.9.3.3mede opterend minderjarig kind* € 21,00  
Hfdstuk 10Gemeentearchief    
1.10.1Het tarief bedraagt tot het verstrekken van schriftelijke en/of digitale informatie uit het gemeentelijk archief of administratie, hoe dan ook genaamd, per kwartier (inclusief maximaal 10 afdrukken maximaal A-3 formaat)  € 20,00  
1.10.1.1meerdere afdrukken of afdrukken met een groter formaat worden alsvolgt berekend:    
1.10.1.2A4-formaat (per stuk)  € 0,25  
1.10.1.3A3-formaat (per stuk)  € 0,50  
1.10.1.4A2-formaat (per stuk)  € 0,75  
1.10.1.5A1-formaat (per stuk)  € 1,00  
1.10.1.6A0-formaat (per stuk)  € 1,25  
Hfdstuk 11Huisvestingswet    
1.11Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:    
1.11.1tot het verlenen van een vergunning tot gehele of gedeeltelijke onttrekking van woonruimte aan de bestemming tot bewoning als bedoeld in artikel 30, eerste lid, onderdeel a van de Huisvestingswet  € 101,00  
1.11.2tot het verlenen van een vergunning tot samenvoegen van woonruimte met andere woonruimte als bedoeld in artikel 30, eerste lid onderdeel b van de Huisvestingswet  € 101,00  
1.11.3tot het verlenen van een vergunning tot omzetting van zelfstandige woonruimte in onzelfstandige woonruimte als bedoeld in artikel 30, eerste lid, oncerdeel c van de Huisvestingswet  € 101,00  
Hfdstk 12Leegstandswet    
1.12.1Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:    
1.12.2tot het verlenen van een vergunning tot tijdelijke verhuur van leegstaande woonruimte als bedoeld in artikel 15, eerste lid, van de Leegstandswet  € 170,00  
1.12.3tot verlenging van een vergunning tot tijdelijke verhuur van woonruimte als bedoeld in artikel 15, vierde lid, van de Leegstandwet  € 53,00  
Hfdst 13 en 14 zijn vervallen     
Hfdst 15Winkeltijdenwet    
1.15.1Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:    
1.15.2voor een ontheffing in het kader van de Winkeltijdenwet of het Vrijstellingenbesluit Winkeltijdenwet  € 149,00  
1.15.3tot het verlenen van toestemming om een in onderdeel 1.15.2 bedoelde ontheffing over te dragen aan een ander  € 146,00  
1.15.4tot het intrekken of wijzigen van een in onderdeel 1.15.2 bedoelde ontheffing  € 146,00  
Hfdstuk 16Kansspelen    
1.16.1Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een aanwezigheidsvergunning als bedoeld in artikel 30b van de Wet op de kansspelen    
1.16.1.1voor een periode van twaalf maanden voor één speelautomaat het maximum tarief zoals opgenomen in artikel 3 van het Speelautomatenbesluit 2000:* € 56,50  
1.16.1.2voor een periode van twaalf maanden voor iedere volgende speelautomaat per speelautomaat het maximum tarief zoals opgenomen in artikel 3 van het Speelautomatenbesluit 2000:* € 34,00  
1.16.1.3Voor één kansspelautomaat, met een vergunning die geldt voor een periode van vier jaar:* € 226,50  
1.16.1.4Voor iedere volgende speelautomaat met een vergunning die geldt voor een periode van vier jaar:* € 90,50  
1.16.2Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning als bedoeld in artikel 3 van de Wet op de kansspelen (loterijvergunning)  € 89,00  
1.16.3Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning als bedoeld in artikel 28 van de Wet op de kansspelen (prijsvraagvergunning)  € 89,00  
Hfdstuk 17Kabels en leidingen    
1.17.1Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een melding of het verkrijgen van instemming omtrent plaats, tijdstip en wijze van uitvoering van werkzaamheden als bedoeld in artikel 5.4, eerste lid van de AVOI    
1.17.1.1indien het betreft een graafmelding (klein werk < 25m1 tracé)  € 145,00  
1.17.1.2indien het betreft een aanvraag voor een instemmingsbesluit (tracé 25 - 250 m1)  € 274,00  
1.17.1.3indien het betreft een aanvraag voor een instemmingsbesluit (tracé 250 - 1000 m1)  € 350,00  
1.17.1.4indien het betreft aanvraag voor een instemmingsbesluit (tracé 1000 - 2500 m1)  € 459,00  
1.17.1.5indien een instemmingsbesluit voor een tracé groter is dan 2500 m1, wordt het legesbedrag aan de hand van de lengte van het tracé berekend, analoog aan de berekening van de tarieven voor de standaard-tracés (zoals genoemd in de artikelen, 1.17.1.2, 1.17.1.3, 1.17.1.4) eventueel aangevuld met bijkomende coordinatie- en toezichttaken. Op basis hiervan wordt door de gemeente een offerte voorgelegd aan de netbeheerder. Indien binnen 1 jaar tijd door 1 netbeheerder 2 of meerdere instemmingsbesluiten worden aangevraagd voor aansluitende K&L-trajecten of K&L-trajecten die duidelijk tot 1 project behoren, dan worden deze aanvragen als 1 aanvraag beschouwd en wordt bij een lengte van meer dan 2500m een offerte voorgelegd aan de netbeheerder.    
1.17.2Indien een overleg plaatsvindt - met een netwerkbeheerder of met een netwerkbeheerder en overige belanghebbenden – dan wordt per overleg in rekening gebracht  € 279,00  
Hfdstuk 18Verkeer en vervoer    
1.18.1Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een    
1.18.2een ontheffing als bedoeld in artikel 87 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 voor zover noodzakelijk voor en direct samenhangend met de uitvoering van bijzondere transporten bedraagt  € 58,00  
1.18.3een ontheffing van artikel 2:10 van de Algemene Plaatselijke Verordening (openbare plaats anders gebruiken dan overeenkomstig de publieke functie daarvan)  € 86,00  
1.18.4een ontheffing als bedoeld in artikel 87 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 anders dan bedoeld in onderdeel 1.18.2  € 139,00  
1.18.4.1In afwijking van artikel 1.18.4 worden bij een kentekenoverschrijving op een bestaande bewonersontheffing geen leges in rekening gebracht.     
1.18.5een eerste aanvraag bij de gemeente Castricum voor een gehandicaptenparkeerkaart als bedoeld in artikel 49 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer (BABW)  € 175,00  
1.18.5.1indien een gehandicaptenparkeerkaart wordt afgegeven voor een periode, korter dan 5 jaar wordt voor ieder jaar een evenredig bedrag berekend, waarbij een gedeelte van een jaar als heel jaar wordt berekend    
1.18.6aanwijzing en inrichting van een gehandicaptenparkeerplaats (verkeersteken E06) als bedoeld in artikel 12 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer (BABW) bedraagt  € 350,00  
1.18.7het wijzigen van het onderbord, als bedoeld in artikel 8 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer (BABW), ten behoeve van een aangewezen gehandicaptenparkeerplaats bedraagt  € 118,00  
Hfdstuk 19Diversen    
1.19.1Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:    
1.19.1.1tot het verkrijgen van een vergunning tot het inzamelen van oude materialen en afvalstoffen, met een geldigheidsduur van één jaar  € 51,00  
1.19.1.2voor het innemen tot van een standplaats met een voertuig (bijvoorbeeld caravan) of ligplaats met een pleziervaartuig, weekendschip e.d. seizoen  € 84,00  
1.19.1.3voor een vergunning tot het innemen van een ligplaats met een woonboot en dergelijke  € 86,00  
1.19.2Sluitingstijden    
1.19.2.1voor het in behandeling nemen van een ontheffing sluitingstijd:  € 56,00  
      
1.19.3Inzamelingsvergunning    
1.19.3.1het inzamelen van geld of goederen als bedoeld in artikel 5.13 APV  € 48,00  
1.19.4indien de aanvraag als bedoeld in 1.19.3.1 via het digitale aanvraagformulier op de website wordt aangevraagd, wordt het genoemde bedrag niet berekend.    
1.19.5Invordering leges    
1.19.5.1Indien het nodig is voor de invordering van de leges bedoeld in Titel 1 een nota te versturen, dan wordt het betreffende leges bedrag verhoogd met:  € 16,00  
Titel 2Dienstverlening vallend onder fysieke leefomgeving/ omgevingsvergunning    
Hfdstuk 1Begripsomschrijvingen    
2.1.1Voor de toepassing van deze titel wordt verstaan onder:    
2.1.1.1aanlegkosten: de aannemingssom exclusief omzetbelasting, bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme Administratieve Voorwaarden voor de uitvoering van werken en van technische installatiewerken 2012 (UAV 2012), voor het uit te voeren werk, of voor zover deze ontbreekt, een raming van de aanlegkosten, de omzetbelasting niet inbegrepen. Indien de werken of werkzaamheden geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschieden wordt in deze titel onder aanlegkosten verstaan: de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor de werken of werkzaamheden waarop de aanvraag betrekking heeft;    
2.1.1.2bouwkosten: de aannemingssom exclusief omzetbelasting, bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme Administratieve Voorwaarden voor de uitvoering van werken en van technische installatiewerken 2012 (UAV 2012), voor het uit te voeren werk, of voor zover deze ontbreekt een raming van de bouwkosten, exclusief omzetbelasting, bedoeld in het normblad NEN 2631, uitgave 1979, of zoals dit normblad laatstelijk is vervangen of gewijzigd. Indien het bouwen geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschiedt wordt in deze titel onder bouwkosten verstaan: de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor het tot stand brengen van het bouwwerk waarop de aanvraag betrekking heeft;    
2.1.1.3Wabo: Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.    
2.1.2In deze titel voorkomende begrippen die in de Wabo zijn omschreven, hebben dezelfde betekenis als bij of krachtens de Wabo bedoeld.    
2.1.3In deze titel voorkomende begrippen die niet nader in de Wabo zijn omschreven en die betrekking hebben op activiteiten waarvoor het toetsingskader in een ander wettelijk voorschrift is uitgewerkt, hebben dezelfde betekenis als in dat wettelijk voorschrift bedoeld.    
Hfdstuk 2De schriftelijke (voor)behandeling van een omgevingsvergunning    
2.2Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:    
2.2.1.voor het verstrekken van schriftelijke en/of digitale informatie of op welke wijze een voorgenomen project in het kader van de Wabo realiseerbaar is  € 196,00  
2.2.2voor de beoordeling van een conceptaanvraag om een omgevingsvergunning bedraagt het tarief : 50% van de leges zoals deze bij een daadwerkelijke aanvraag om een omgevingsvergunning voor het project zouden worden vastgesteld.    
Hfdstuk 3Omgevingsvergunning    
2.3Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een omgevingsvergunning voor een project: de som van de verschuldigde leges voor de verschillende activiteiten of handelingen waaruit het project geheel of gedeeltelijk bestaat en waarop de aanvraag betrekking heeft en de verschuldigde leges voor de extra toetsen die in verband met de aanvraag moeten worden uitgevoerd, berekend naar de tarieven en overeenkomstig het bepaalde in dit hoofdstuk en hoofdstuk 4 van deze titel. In afwijking van de vorige volzin kan ook per activiteit, handeling of andere grondslag een legesbedrag worden gevorderd.    
2.3.1Bouwactiviteiten    
2.3.1.1Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief:    
2.3.1.1.1wanneer de bouwkosten minder dan € 10.000,00 bedragen: 5,0% van de bouwkosten, met een minimum van € 250    
2.3.1.1.2wanneer de bouwkosten € 10.000,00 of meer maar minder dan € 50.000,00 bedragen: € 500,00, vermeerderd met 4.2% van de bouwkosten, voor zover deze de € 10.000,00 te boven gaan;    
2.3.1.1.3wanneer de bouwkosten € 50.000,00 of meer, maar minder dan € 500.000,00 bedragen: € 2180,00, vermeerderd met 4,0% van de bouwkosten, voor zover deze de € 50.000,00 te boven gaan;    
2.3.1.1.4wanneer de bouwkosten € 500.000,00of meer, maar minder dan € 2.000.000,00 bedragen: € 20.180,00, vermeerderd met 3,8% van de bouwkosten, voor zover € 500.000,00 te boven gaan    
2.3.1.1.5wanneer de bouwkosten € 2.000.000,00 of meer, maar minder dan € 5.000.000,00 bedragen: € 77.180,00, vermeerderd met 3,0% van de bouwkosten, voor zover € 2.000.000,00 te boven gaan    
2.3.1.1.6wanneer de bouwkosten € 5.000.000,00 of meer bedragen: € 167.180,00, vermeerderd met 1,0% van de bouwkosten, voor zover deze de € 5.000.000,00 te boven gaan.    
 Welstandstoets    
2.3.1.2Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1.1 bedraagt het tarief, voor toetsing aan de welstandscriteria, indien het een aanvraag om een omgevingsvergunning betreft en hiervoor het advies van de Adviescommissie voor Ruimtelijke Kwaliteit moet worden ingewonnen, het door de Stichting Welstandszorg Noord-Holland aan de gemeente Castricum in rekening gebrachte bedrag/bedragen.    
 Achteraf ingediende aanvraag    
2.3.1.3Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1.1 bedraagt het tarief, indien de in dat onderdeel bedoelde aanvraag wordt ingediend na aanvang of gereedkomen van de bouwactiviteit:  € 175,00  
 Beoordeling aanvullende gegevens    
2.3.1.4Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1.1 bedraagt het tarief voor het in behandeling nemen van aanvullende gegevens die worden ingediend nadat de in dat onderdeel bedoelde aanvraag al in behandeling is genomen  € 93,00  
 Aanlegactiviteiten    
2.3.2Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een aanlegactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder b, van de Wabo, bedraagt het tarief  € 375,00  
2.3.3 vervallen     
2.3.4Planologisch strijdig gebruik    
2.3.4.1Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo, bedraagt het tarief:    
2.3.4.1.1indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1º, van de Wabo wordt toegepast (binnenplanse afwijking)  € 373,00  
2.3.4.1.2indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse kleine afwijking)  € 373,00  
2.3.4.1.3 indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse afwijking)  € 8.370,00  
2.3.4.1.4indien artikel 2.12, tweede lid, van de Wabo wordt toegepast (tijdelijke afwijking)  € 373,00  
2.3.4.1.5indien artikel 2.12, eerste lid, onder b, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van exploitatieplan)  € 373,00  
2.3.4.1.6indien de aanvraag een project van provinciaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.1, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van provinciale regelgeving)  € 723,00  
2.3.4.1.7indien de aanvraag een project van nationaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.3, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van nationale regelgeving)  € 1.406,00  
2.3.4.1.8indien artikel 2.12, eerste lid, onder d, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van voorbereidingsbesluit)  € 794,00  
2.3.4.1.9Ontheffing op grond van de Provinciale Ruimtelijke Verordening Structuurvisie (PRVS) Het tarief voor het doen van een aanvraag bij de Gedeputeerde Staten van Noord-Holland tot het verstrekken van een ontheffing ingevolge de artikelen 12 lid 2, 13 lid 2, 14 lid 2, 19 lid 3, 22 lid 4, 24 lid 3, 25 lid 3, 26 lid 2, 28 lid 6 of 32 lid 4 van de PRVS, inclusief eventueel advies van de Adviescommissie Ruimtelijke Ontwikkeling en het doen van kennisgevingen ingevolge enig artikel van de PRVS, voor zover deze kosten niet zijn verhaald op een andere wijze, worden volledig doorbelast.    
2.3.4.1.10Het tarief voor het doen van een aanvraag bij een ander overheidsorgaan voor het verstrekken van een ontheffing, vergunning, verklaring of een andere toestemming ten behoeve van de in deze titel genoemde aanvragen, voor zover deze kosten niet zijn verhaald op een andere wijze, worden volledig doorbelast.    
2.3.5In gebruik nemen of gebruiken bouwwerken in relatie tot brandveiligheid. Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder d, van de Wabo, bedraagt het tarief  € 707,00  
2.3.6Activiteiten met betrekking tot monumenten of beschermde stads- of dorpsgezichten    
2.3.6.1Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit met betrekking tot een beschermd monument als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder f, van de Wabo, of op een activiteit als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder b, van de Wabo met betrekking tot een krachtens provinciale verordening of de Monumentenverordening gemeente Castricum 2003 aangewezen monument, waarvoor op grond van die provinciale verordening of artikel 9 van die gemeentelijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, bedraagt het tarief:    
2.3.6.1.1voor het slopen, verstoren, verplaatsen of in enig opzicht wijzigen van een monument    
2.3.6.1.2voor het herstellen, gebruiken of laten gebruiken van een monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht    
2.3.6.2Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het slopen van een bouwwerk in een beschermd stads- of dorpsgezicht, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder h, van de Wabo, op het slopen van een bouwwerk in een krachtens provinciale verordening of de Monumentenverordening gemeente Castricum 2003 aangewezen stads- of dorpsgezicht, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder c, van de Wabo, waarvoor op grond van die provinciale verordening of artikel 9 van die gemeentelijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, bedraagt het tarief    
2.3.7vervallen    
 Aanleggen of veranderen weg    
2.3.8Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het aanleggen van een weg of verandering brengen in de wijze van aanleg van een weg waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening of artikel 2.5 van de Algemene plaatselijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, aanhef en eerste lid, onder d, van de Wabo, bedraagt het tarief  € 243,00  
 Uitweg/inrit    
2.3.9Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het maken, hebben, veranderen of veranderen van het gebruik van een uitweg waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening of artikel 2.6 van de Algemene plaatselijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder e, van de Wabo, bedraagt het tarief  € 172,00  
 Kappen    
2.3.10Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het vellen of doen vellen van houtopstand, waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening of artikel 4.11 van de Algemene plaatselijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder g, van de Wabo, bedraagt het tarief  € 87,00  
2.3.11/2.3.13 vervallen     
2.3.14Andere activiteiten    
 Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het verrichten van een andere activiteit of handeling dan in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedoeld en die activiteit of handeling:    
2.3.14.1behoort tot een bij algemene maatregel van bestuur aangewezen categorie activiteiten die van invloed kunnen zijn op de fysieke leefomgeving, als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder i, van de Wabo, bedraagt het tarief  € 172,00  
2.3.14.2behoort tot een bij provinciale verordening, gemeentelijke verordening of waterschapsverordening aangewezen categorie activiteiten die van invloed kunnen zijn op de fysieke leefomgeving, als bedoeld in artikel 2.2, tweede lid, van de Wabo, bedraagt het tarief:  € 172,00  
2.3.15Omgevingsvergunning in twee fasen    
 Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning op verzoek in twee fasen plaatsvindt, als bedoeld in artikel 2.5, eerste lid, van de Wabo, bedraagt het tarief:    
2.3.15.1voor het in behandeling nemen van de aanvraag voor een beschikking met betrekking tot de eerste fase: het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in dit hoofdstuk voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de eerste fase betrekking heeft;    
2.3.15.2voor het in behandeling nemen van de aanvraag voor een beschikking met betrekking tot de tweede fase: het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in dit hoofdstuk voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de tweede fase betrekking heeft.    
2.3.16Beoordeling bodemrapport    
2.3.16.1Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien krachtens wettelijk voorschrift voor de in dat onderdeel bedoelde aanvraag een milieukundig of archeologisch bodemrapport wordt beoordeeld:   € 172,00  
2.3.16.2voor de beoordeling van een archeologisch bodemrapport  € 172,00  
2.3.16.3voor de beoordeling van een rapport over natuurwaarde of een ecologisch rapport  € 172,00  
2.3.17Advies    
2.3.17.1Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een daartoe bij wettelijk voorschrift aangewezen bestuursorgaan of andere instantie advies moet uitbrengen over de aanvraag of het ontwerp van de beschikking op de aanvraag om een omgevingsvergunning, als bedoeld in artikel 2.26, derde lid, van de Wabo: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag om een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.    
2.3.17.2Indien een begroting als bedoeld in 2.3.17.1 is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.    
2.3.17.3Indien een aanvraag om een omgevingsvergunning wordt voorgelegd aan de Agrarische beoordelingscommissie bedraagt het tarief:    
2.3.17.3.1voor bestaande bedrijven* € 775,00  
2.3.17.3.2voor nieuwe vestiging of beoordeling bedrijfsplan* € 900,00  
2.3.17.3.3nader advies op eerder uitgebracht advies* € 475,00  
2.3.18Verklaring van geen bedenkingen    
2.3.18.1Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een daartoe bij wet of algemene maatregel van bestuur aangewezen bestuursorgaan een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven voordat de omgevingsvergunning kan worden verleend, als bedoeld in artikel 2.27, eerste lid, van de Wabo:    
2.3.18.1.1indien de gemeenteraad een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven  € 172,00  
2.3.18.1.2indien een ander bestuursorgaan een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag om een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.    
2.3.18.2Indien een begroting als bedoeld in 2.3.18.1.2 is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.    
Hfdstuk 4Vermindering    
2.4.1Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning is voorafgegaan door een aanvraag om vooroverleg of beoordeling van een conceptaanvraag als bedoeld in hoofdstuk 2, waarop de eerstgenoemde aanvraag betrekking heeft, worden de ter zake van het vooroverleg of de beoordeling van de conceptaanvraag geheven leges in mindering gebracht op de leges voor het in behandeling nemen van de aanvraag om de omgevingsvergunning bedoeld in hoofdstuk 3.    
2.4.2indien bij particulier opdrachtgeverschap gebruik wordt gemaakt van de verminderderde bouwbesluittoets als bedoeld in de Crisis en Herstelwet, artikel 6e, of de bouwbesluittoets door een hiervoor gecertificeerd bedrijf is uitgevoerd, bedraagt de vermindering 10 % van de verschuldigde leges volgens artikel 2.3.1 (bouwactiviteit)    
Hfdstuk 5Teruggaaf    
2.5.1Verminderde leges als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning voor bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten.    
 Bij intrekken van een aanvraag wordt een verminderd tarief in rekening gebracht als bedoeld in de onderdelen 2.3.1, 2.3.2, 2.3.6, 2.3.8 en 2.3.9 .    
2.5.1.1indien de aanvraag wordt ingetrokken binnen een termijn van 4 weken na het in behandeling nemen wordt 25% van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges in rekening gebracht.    
2.5.1.2indien de aanvraag wordt ingetrokken na 4 weken en binnen 8 weken na het in behandeling nemen wordt 50% van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges in rekening gebracht.    
2.5.1.3indien de aanvraag wordt ingetrokken na 8 weken en binnen 26 weken na het in behandeling nemen wordt 60% van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges in rekening gebracht.    
2.5.2Teruggaaf als gevolg van intrekking verleende omgevingsvergunning voor bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten    
2.5.2.1Als de gemeente een verleende omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten als bedoeld in de onderdelen 2.3.1, 2.3.2, 2.3.6, 2.3.8 en 2.3.9, intrekt op aanvraag van de vergunninghouder, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges, mits deze aanvraag is ingediend binnen 12 maanden na verlening van de vergunning en van de vergunning geen gebruik is gemaakt. De teruggaaf bedraagt: 25% van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges.    
2.5.3Teruggaaf als gevolg van het weigeren van een omgevingsvergunning voor bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten    
2.5.3.1Als de gemeente een omgevingsvergunning voor een project bedoeld in de onderdelen 2.3.1, 2.3.2, 2.3.3, 2.3.4, 2.3.5 of 2.3.6, 2.3.8, 2.3.9 of 2.3.10 weigert, wordt 60% van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges in rekening gebracht.    
2.5.3.2Onder een weigering bedoeld in onderdeel 2.5.3.1 wordt mede verstaan een vernietiging van de beschikking waarbij de vergunning is verleend bij rechterlijke uitspraak.    
2.5.4bijzondere bepalingen bij teruggave    
2.5.4.1Een bedrag wordt niet teruggegeven indien het minder bedraagt dan  € 16,00  
2.5.4.2Geen teruggaaf vindt plaats voor leges als bedoeld in de artikelen 2.3.17 en 2.3.18    
Hfdstuk 6 vervallen     
Hfdstuk 7Wijziging omgevingsvergunning als gevolg van wijziging project    
2.7Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot wijziging van een omgevingsvergunning als gevolg van een, naar de omstandigheden beoordeeld, geringe wijziging in het project  € 93,00  
Hfdstuk 8Bestemmingswijzigingen zonder activiteiten    
2.8.1Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het vaststellen van een bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.1, eerste lid, van de Wet ruimtelijke ordening  € 8.566,00  
2.8.2Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het wijzigen van een bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.6, eerste lid, onder a, van de Wet ruimtelijke ordening  € 8.566,00  
Hfdstuk 9Inning van leges    
2.9.1Indien na het verzenden van de nota de aanvrager verzoekt om de nota op de naam van iemand anders te stellen, wordt het leges bedrag verhoogd met:  € 48,00  
Hfdstuk 10In deze titel niet benoemde beschikking    
2.10Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een andere, in deze titel niet benoemde beschikking  € 143,00  
Titel 3Dienstverlening vallend onder Europese dienstenrichtlijn en niet vallend onder artikel 2    
Hfdstuk 1Horeca    
3.1.1Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van    
3.1.2een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning ingevolge artikel 3, eerste lid, van de Drank- en Horecawet  € 281,00  
3.1.3een melding als bedoeld in artikel 30 van de Drank- en Horecawet  € 38,00  
3.1.4een aanvraag tot het verkrijgen van een wijzigingsvergunning ingevolge artikel 30a van de Drank- en Horecawet bij wijziging leidinggevenden  € 87,00  
3.1.5een aanvraag tot het verkrijgen van een ontheffing of een verklaring als bedoeld in artikel 35 van de Drank- en Horecawet  € 38,00  
3.1.6indien er sprake is van een aanvraag voor een exloitatievergunning met een terras wordt het bepaalde in artikel 3.1.2 verhoogd met:  € 79,00  
Hfdstuk 2Standplaatsen    
3.2.1Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor een vergunning tot het innemen van een standplaats voor de verkoop van waren    
3.2.1.1vergunning voor een dag  € 158,00  
3.2.1.2vergunning voor 2 of 3 dagen in één week  € 173,00  
3.2.1.3vergunning voor 4,5,6 of 7 dagen in één week  € 188,00  
3.2.1.4maandvergunning voor 1 dag per week  € 178,00  
3.2.1.5maandvergunning voor 2 of 3 dagen per week  € 193,00  
3.2.1.6maandvergunning voor 4 dagen of meer dagen per week  € 203,00  
3.2.1.7vergunning voor ten hoogste 3 maanden voor 1 dag per week  € 198,00  
3.2.1.8vergunning voor ten hoogste 3 maanden voor 2 of 3 dagen per week  € 213,00  
3.2.1.9vergunning voor ten hoogste 3 maanden voor 4 dagen of meer dagen per week  € 218,00  
3.2.1.10jaarvergunning voor 1 dag per week  € 218,00  
3.2.1.11jaarvergunning voor 2 of 3 dagen per week  € 262,00  
3.2.1.12jaarvergunning voor 4 dagen of meer dagen per week  € 318,00  
3.2.1.13jaarvergunning voor maximaal 3 dagen per maand  € 193,00  
hfdstuk 3Evenementenvergunning    
3.3.1het tarief bedraagt voor het in behandelen nemen van een aanvraag om een vergunning voor    
3.3.2een evenement A als bedoeld in het Evenementenbeleid  € 64,00  
3.3.3voor een evenement B (met uitzondering van kermis en circus) als bedoeld in het Evenementenbeleid  € 306,00  
3.3.4voor een evenement B (specifiek kermis) als bedoeld in het Evenementenbeleid  € 447,00  
3.3.5voor een evenement B (specifiek circus) als bedoeld in het Evenementenbeleid  € 328,00  
3.3.6voor een vergunning voor het hebben van een uithangbord, reclamebord, lichtreclame en andere daarmee gelijk te stellen voorwerpen  € 94,00  
3.3.7Wanneer een samengestelde aanvraag wordt ingediend als bedoeld in de artikelen 3.3.2 t/m 3.3.6 en één van de onderdelen wordt afgewezen, dan wordt voor het onderdeel dat wordt afgewezen geen leges geheven.    
Hfdstuk 4Prostitutiebedrijven    
3.4.1tot het verkrijgen van een exploitatievergunning voor een prostitutie- en/of escortbedrijf  € 1.263,00  
Hfdstuk 5Gastouderbureau    
3.5.1Voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor een gastoudebureau tot het inschrijven van een gastouder  € 93,00  
Hfdstuk 6Diversen    
3.6.1Indien een advies voor het behandelen van een aanvraag in titel 3 moet worden ingewonnen in het kader van de Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur (BiboB), dan wordt het tarief verhoogd met:  € 119,00  
3.6.2het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een vergunning op grond van de brandbeveiligingsverordening  € 217,00  
3.6.3Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel 4:6 APV voor het verbod op geluidshinder buiten een inrichting in de zin van de Wet milieubeheer of het Besluit algemene regels voor inrichtingen milieubeheer  € 37,00  
3.6.4Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel 5:34 APV voor het verbod op vuur stoken  € 47,00  
3.6.5Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning als bedoeld in artikel 2:72 APV voor het ter beschikking stellen van consumentenvuurwerk  € 47,00  
3.6.6Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een ontheffing, vergunning of toestemming op grond van de APV en voor zover hiervoor in deze tabel geen tarief is opgenomen zonder interne en/of externe advisering  € 43,00  
3.6.7Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een ontheffing, vergunning of toestemming op grond van de APV en voor zover hiervoor in deze tabel geen tarief is opgenomen met interne en/of externe advisering  € 76,00  
3.6.8Indien het nodig is voor de invordering van de leges bedoeld in Titel 3 een nota te versturen, dan wordt het betreffende leges bedrag verhoogd met:  € 16,00  
         
     
         
         
         

Aldus vastgesteld in de raadsvergadering van 13 november 2014.

De griffier, De voorzitter,

Mr. V.H. Hornstra Drs. A. Mans