Organisatie | Utrecht |
---|---|
Organisatietype | Provincie |
Officiële naam regeling | Besluit van Gedeputeerde Staten van de provincie Utrecht van 8 oktober 2013 nr. 80EC5DF7 houdende verlening van mandaat en machtiging aan nader aan te duiden medewerkers van de Dienst Regelingen (Mandaat- en machtingenbesluit Dienst Regelingen). |
Citeertitel | Mandaat- en machtingenbesluit Dienst Regelingen |
Vastgesteld door | gedeputeerde staten |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp | natuur en landschap, mandaten algemeen, bestuurlijke organisatie |
Geen.
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
16-10-2013 | nieuwe regeling | 08-10-2013 Provinciaal blad, 2013, 42 | 80EC5DF7 |
Besluit van Gedeputeerde Staten van de provincie Utrecht van 8 oktober 2013 nr. 80EC5DF7 houdende verlening van mandaat en machtiging aan nader aan te duiden medewerkers van de Dienst Regelingen (Mandaat- en machtingenbesluit Dienst Regelingen).
Gedeputeerde Staten van de provincie Utrecht, hierna te noemen: Gedeputeerde Staten ;
Overwegende dat het Subsidiestelsel van Programma Beheer en het Subsidiestelsel voor natuur- en landschapsbeheer, bestaande uit de subsidieregelingen hierna genoemd in artikel 2, het Experiment Groenblauwe Diensten Utrecht West, Subsidieverordening inrichting landelijk gebied provincie Utrecht 2006, de Algemene subsidieverordening provincie Utrecht en de Uitvoeringsverordening subsidie Agenda Vitaal Platteland provincie Utrecht, worden uitgevoerd door de Dienst Regelingen van het ministerie van Economische Zaken (hierna te noemen: de Dienst Regelingen);
Overwegende dat Gedeputeerde Staten en de Dienst Regelingen op 24-09-2013 een managementovereenkomst hebben afgesloten voor de uitvoering van de maatregelen die zijn opgenomen in bijlage 1 van deze managementovereenkomst;
Overwegende dat deze maatregelen betrekking hebben op het Nederlandse programma voor plattelandsontwikkeling 2007 tot en met 2013 als bedoeld in artikel 15 van Verordening (EG) 1698/2005;
Gelet op artikel 158 van de Provinciewet en het bepaalde in afdeling 10.1.1. van de Algemene wet bestuursrecht;
De Algemeen directeur, de directeur Financiën, de directeur Uitvoering, de manager Subsidies, de manager Recht en Rechtsbescherming van de Dienst Regelingen van het ministerie van Economische Zaken zijn gemachtigd om namens Gedeputeerde Staten te beslissen en stukken te ondertekenen betreffende de beantwoording van aan Gedeputeerde Staten gerichte individuele brieven en mondelinge verzoeken, die betrekking hebben op de in artikel 2 onderdelen a. tot en met i. genoemde regelingen, voor zover het antwoord zich beperkt tot een beschrijving van de geldende wet- en regelgeving c.q. van het vigerende beleid, althans niet van zodanige beleidsmatige, politieke of financiële betekenis is, of anderszins vanwege zijn aard of inhoud zodanig is, dat deze door Gedeputeerde Staten dienen te worden afgedaan.
De Algemeen directeur, de directeur Financiën en de directeur Uitvoering, de manager Recht en rechtsbescherming en de teammanagers van de afdeling Recht en Rechtsbescherming van de Dienst Regelingen van het ministerie van Economische Zaken zijn gemachtigd om namens Gedeputeerde Staten te beslissen en stukken te ondertekenen betreffende de afhandeling van klachten en klaagschriften, als bedoeld in hoofdstuk 9.1 van de Algemene wet bestuursrecht, voor zover de gedragingen betrekking hebben op de in leden 2 en 4 van dit artikel, of op de in artikel 2, onderdelen a. tot en met i. genoemde regelingen en besluiten en de antwoorden zich beperken tot een beschrijving van de geldende wet- en regelgeving c.q. van het vigerende beleid.
De manager Recht en Rechtsbescherming en de teammanagers van de afdeling Recht en Rechtsbescherming van de Dienst Regelingen van het ministerie van Economische Zaken zijn gemachtigd om, voor zover verband houdende met de uitvoering van de regelingen genoemd in artikel 2 de onderdelen a. tot en met i., namens Gedeputeerde Staten van de provincie te beslissen en stukken te ondertekenen betreffende de afwijzing van verzoeken om schadevergoeding en de toekenning tot bedragen van ten hoogste € 5.000,-, alsmede de met de toekenning samenhangende besluiten bedoeld in de afdelingen 4.4.1 en 4.4.2 van de Algemene wet bestuursrecht.
Paragraaf 2. Primaire besluiten
De manager Subsidies en de teammanagers van de afdeling Subsidies van de Dienst Regelingen van het ministerie van Economische Zaken zijn gemandateerd om namens Gedeputeerde Staten te beslissen en stukken te ondertekenen betreffende:
beschikkingen inzake het Experiment Groenblauwe Diensten Utrecht West, die worden afgegeven op basis van de door Gedeputeerde Staten van Utrecht op 11 november 2008 vastgestelde subsidiabele groenblauwe diensten, zoals verwoord in het stuk ‘Diensten te leveren in het experiment Groenblauwe Diensten Utrecht West’, waarvoor de juridische basis is vastgelegd in Artikel 3.2 van de Uitvoeringsverordening Subsidie Inrichting Landelijk Gebied provincie Utrecht;
beschikkingen inzake POP2-subsidies als bedoeld in de Subsidieverordening inrichting landelijk gebied provincie Utrecht 2006, de Algemene subsidieverordening provincie Utrecht en de Uitvoeringsverordening subsidie Agenda Vitaal Platteland provincie Utrecht met uitzondering van besluiten tot subsidieverlening.
Dit betreft: wijzigingen van ondergeschikte aard van verstrekte subsidies, voor zover het betreft de projectbegroting, de kasplanning, de uitvoeringstermijn en voortgangsrapportages;
De manager Subsidies en de teammanagers van de afdeling Subsidies van de Dienst Regelingen zijn gemandateerd om namens Gedeputeerde Staten te beschikken en stukken te ondertekenen betreffende de kortingen en uitsluitingen die verband houden met de uitvoering van de regelingen in de onderdelen a. tot en met i. van het eerste lid, alsmede met de rechtstreekse toepassing van de Verordeningen van het Europese gemeenschappelijke landbouwbeleid.
Paragraaf 3. Bezwaar en beroep
De Algemeen directeur, de directeur Financiën, de directeur Uitvoering, de manager Recht en Rechtsbescherming en de teammanagers van de afdeling Recht en Rechtsbescherming van de Dienst Regelingen van het ministerie van Economische Zaken, zijn gemandateerd en gemachtigd namens Gedeputeerde Staten te beslissen en stukken te ondertekenen voor zover die verband houden met de uitvoering van de regelingen, genoemd in de onderdelen a. tot en met h. van artikel 2 betreffende:
beschikkingen op bezwaarschriften tegen besluiten van paragraaf 8.1. van de Subsidieregeling Natuur- en landschapsbeheer Provincie Utrecht en daarmee samenhangende beslissingen tot verdaging van beslissingen, op welke beschikkingen hetgeen in de onderdelen b, c, d, e en f van dit artikel is bepaald van overeenkomstige toepassing is.
De functionarissen bedoeld in artikel 1, 2 en 3 alsmede de onder hen ressorterende medewerkers van Dienst Regelingen zijn gemachtigd om ter voorbereiding van de in artikel 2 en 3 bedoelde besluiten en handelingen alle nodige werkzaamheden te verrichten.
De Algemeen directeur, de directeur Financiën, de directeur Uitvoering, de manager Recht en Rechtsbescherming van de Dienst Regelingen, zijn gemachtigd om namens Gedeputeerde Staten te beslissen en stukken te ondertekenen betreffende het instellen van hoger beroep of verzet, het indienen van een verzoek om voorlopige voorziening, of een verzoek om opheffing of schorsing van een voorlopige voorziening, of het instellen van een ander rechtsmiddel, in gedingen en tegen rechterlijke uitspraken, die het gevolg zijn van de in artikel 2 en 3 genoemde beschikkingen voor zover die verband houden met de uitvoering van de regelingen, genoemd in de onderdelen a. tot en met h. van artikel 2, waarbij Gedeputeerde Staten partij zijn, na voorafgaand overleg met Gedeputeerde Staten.
Met betrekking tot de machtiging van juristen werkzaam bij de Dienst Regelingen om Gedeputeerde Staten te vertegenwoordigen bij de bestuursrechter met betrekking tot (hoger) beroepen inzake besluiten genomen namens Gedeputeerde Staten met betrekking tot de in de artikelen 2 en 3 genoemde beschikkingen, zijn de machtigingen die op grond van het Mandaatbesluit LNV Dienst Regelingen aan de betrokken juristen zijn verstrekt van overeenkomstige toepassing.
De gemandateerde oefent zijn bevoegdheid niet uit indien hij bij de te nemen beslissing een persoonlijk belang heeft als bedoeld in artikel 2:4, tweede lid van de Algemene wet bestuursrecht.
De gemandateerde stelt de provincie in kennis van krachtens mandaat te nemen of reeds genomen besluiten waarvan zij moeten aannemen dat kennisneming door het college van Gedeputeerde Staten gewenst is. Hier is in ieder geval sprake van indien:
De uitoefening van de gemandateerde bevoegdheden, verleende (onder)volmachten of machtigingen geschiedt binnen de grenzen en met inachtneming van het ter zake geldende recht, specifiek met inachtneming van artikel 10:3 Algemene wet bestuursrecht, alsmede de geldende beleids- en uitvoeringsregels. Gedeputeerde Staten kunnen aan de in de artikelen 1, 2 en 3 genoemde functionarissen, naar aanleiding van door Dienst Regelingen van het ministerie van Economische Zaken verstrekte inlichtingen in een specifiek geval of de door Dienst Regelingen van het ministerie van Economische Zaken uitgebrachte rapportages, in aanvulling op hetgeen is vermeld in paragraaf 5 van dit besluit, nadere instructies geven omtrent de uitoefening van de gemandateerde bevoegdheden.
Op een bezwaarschrift wordt niet besloten door degene die het primaire besluit in mandaat heeft genomen of bij de voorbereiding van het primaire besluit betrokken is geweest.
Alvorens een beslissing wordt genomen op een bezwaarschrift als bedoeld in artikel 3, tweede lid, onderdeel g, wordt advies gevraagd aan de Stichting Certificering Subsidiestelsel Natuur- en Landschapsbeheer. Indien conform het eerste lid wordt getracht het geschil op te lossen met toepassing van mediationvaardigheden wordt dit advies in het kader van dat traject gevraagd.
Paragraaf 6. Overige bepalingen
De ondertekening van beslissingen in mandaat, bedoeld in de artikelen 1 tot en met 5, luidt:
HET COLLEGE VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN UTRECHT, voor dezen:’
DE ALGEMEEN DIRECTEUR DIENST REGELINGEN,’
DE DIRECTEUR FINANCIEN DIENST REGELINGEN,’
DE DIRECTEUR UITVOERING DIENST REGELINGEN,’
DE TEAMMANAGER VAN DE AFDELING SUBSIDIES,’
DE MANAGER RECHT EN RECHTSBESCHERMING DIENST REGELINGEN,’
DE TEAMMANAGER RECHT EN RECHTSBESCHERMING DIENST REGELINGEN’.
Het Mandaat- en machtingenbesluit Programma Beheer, Subsidieverordening natuur- en landschapsbeheer provincie Utrecht, Subsidieregeling kwaliteitsimpuls natuur en landschap en Experiment Groenblauwe Diensten Utrecht West (Besluit van gedeputeerde staten van Utrecht van 16 april 2013, nr. 80DE1B1C) wordt met ingang van de datum van inwerkingtreding ingetrokken.
Gedeputeerde Staten kunnen aan de in artikel 1, 2 en 3 genoemde functionarissen, naar aanleiding van door Dienst Regelingen verstrekte inlichtingen in een specifiek geval of de door Dienst Regelingen uitgebrachte rapportages, in aanvulling op hetgeen is vermeld in paragraaf 5 van dit besluit, nadere instructies geven omtrent de uitoefening van de gemandateerde bevoegdheden.