Organisatie | Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond |
---|---|
Organisatietype | Regionaal samenwerkingsorgaan |
Officiële naam regeling | Verordening Overleg met organisaties van overheidspersoneel VRR |
Citeertitel | Overleg met organisaties van overheidspersoneel VRR |
Vastgesteld door | algemeen bestuur |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Geen
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
23-04-2008 | nieuwe regeling | 23-04-2008 Onbekend | 13AB080423 |
Het Algemeen Bestuur van de Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond,
in overweging nemend dat de Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond (VRR) gelet op artikel 35 van de Gemeenschappelijke Regeling in beginsel de rechtspositie volgt van de gemeente Rotterdam, tenzij het Algemeen Bestuur t.a.v. sectorale aspecten anders besluit; is van mening dat het wenselijk is te komen tot een Georganiseerd Overleg en;
gelet op art. 125, lid 2 jo lid 1, der Ambtenarenwet 1929;
vast te stellen de volgende Verordening
Degene die als lid of als plaatsvervanger door een organisatie is aangewezen, houdt op dit te zijn zodra hij geen lid van de organisatie meer is alsmede indien de organisatie schriftelijk aan het bestuur van de Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond doet weten, dat zijn aanwijzing als vertegenwoordiger of plaatsvervanger is ingetrokken. In deze gevallen wordt zo spoedig mogelijk een opvolger aangewezen.
Voorzitterschap en secretariaat
Het Dagelijks Bestuur van de Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond wijst een ambtenaar, niet behorende tot de vertegenwoordiging van de organisaties, tot secretaris van de commissie aan, alsmede diens plaatsvervanger. Zo nodig stelt het bestuur van de Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond verder personeel voor het secretariaat ter beschikking.
De commissie voert overleg over categorale regelingen die van toepassing zijn op het personeel van de VRR. De commissie overlegt niet over onderwerpen die voorbehouden zijn aan het Landelijk Overleg Gemeentelijke Arbeidsvoorwaarden tussen het College voor Arbeidszaken van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten en de centrales van overheidspersoneel en niet over onderwerpen waarin het Georganiseerde Overleg van de gemeente Rotterdam in voorziet.
Besluiten tot invoering, wijziging of intrekking van regelingen waaraan individuele ambtenaren rechten kunnen ontlenen, en werkgelegenheidsmaatregelen die beslag leggen op de ruimte voor het arbeidsvoorwaardenoverleg, worden niet genomen, als deze besluiten, respectievelijk maatregelen, niet de instemming hebben van de meerderheid van de meebeslissende organisaties.
Oproep voor de vergaderingen; quorum
Indien wegens onvoltalligheid in de zin van het tweede lid een vergadering niet kan plaatshebben, worden de aan de orde zijnde onderwerpen door de voorzitter geplaatst op de agenda van een binnen 14 dagen te houden nieuwe vergadering, in welke vergadering die onderwerpen in elk geval kunnen worden behandeld.
Gang van zaken op de vergadering
De vertegenwoordigers van de organisaties kunnen zich laten bijstaan door een vertegenwoordiger van het hoofdbestuur van hun organisatie of een deskundige; zij zijn voorts bevoegd de onderwerpen van de agenda binnen de grenzen van een doelmatige en vertrouwelijke behandeling van zaken aan voorbespreking in eigen kring te onderwerpen.
De voorzitter kan omtrent het in de vergadering behandelde en omtrent de inhoud van aan de commissie overgelegde stukken geheimhouding opleggen. Deze geheimhouding geldt niet ten opzichte van het bestuur van de Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond, alsmede niet tegenover de hoofdbesturen van de vertegenwoordigende organisaties.
De stem van de vertegenwoordiging van de organisaties wordt bepaald door stemming per vertegenwoordigende meebeslissende organisatie, waarbij voor iedere organisatie zoveel stemmen worden uitgebracht als ambtenaren bij haar zijn aangesloten op de eerste dag van het lopende jaar, met dien verstande dat voor een organisatie niet meer stemmen in aanmerking komen dan het totaal aantal stemmen dat door de andere organisaties gezamenlijk wordt uitgebracht. Bij staking van stemmen wordt de vertegenwoordiging geacht tegen te hebben gestemd.
De artikelen 19 tot en met 23 zijn slechts van toepassing op geschillen inzake aangelegenheden, bedoeld in artikel 6, voor zover die aangelegenheden uitsluitend de rechtstoestand van ambtenaren betreffen, met inbegrip van de algemene regels volgens welke het personeelsbeleid zal worden gevoerd.
Indien een of meer van de deelnemers aan het overleg tijdens het overleg tot het oordeel komen dat dit overleg niet zal leiden tot een uitkomst die de instemming van alle deelnemers aan het overleg zal hebben, brengen zij dat oordeel binnen zes dagen, nadat zij daarvan in het overleg blijk hebben gegeven, schriftelijk ter kennis van de overige deelnemers aan het overleg.
Tenzij door de commissie wordt besloten het overleg voort te zetten dan wel te beëindigen, wordt in de vergadering nagegaan of overeenstemming bestaat over de vraag wat het onderwerp en de inhoud van het geschil is en of een oplossing van dat geschil zal worden gezocht door middel van voortzetting van het overleg nadat het advies is ingewonnen van de advies- en arbitragecommissie dan wel door onderwerping van het geschil aan een arbitrale uitspraak van die commissie.
Binnen zes dagen na de vergadering, bedoeld in artikel 20, wordt het verzoek om advies ter kennis gebracht van de voorzitter van de advies- en arbitragecommissie. Het verzoek wordt ondertekend door de deelnemers aan het overleg die zich voor inwinning van het advies hebben uitgesproken en bevat ten minste het onderwerp en de inhoud van het geschil. Indien in de vergadering, bedoeld in artikel 20, geen overeenstemming is bereikt tussen alle deelnemers aan het overleg over de vraag wat het onderwerp en de inhoud van het geschil is, brengen de overige deelnemers aan het overleg hun visie op het onderwerp en de inhoud van het geschil eveneens binnen zes dagen na eerder genoemde vergadering ter kennis van de voorzitter van de advies- en arbitragecommissie.