Organisatie | Werk en Inkomen Lekstroom |
---|---|
Organisatietype | Regionaal samenwerkingsorgaan |
Officiële naam regeling | Regeling melden vermoeden misstanden Werk en Inkomen Lekstroom |
Citeertitel | Regeling melden vermoeden misstanden Werk en Inkomen Lekstroom |
Vastgesteld door | algemeen bestuur |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Geen
artikel 15:2 CAR-UWO
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
07-09-2015 | 01-07-2015 | 06-12-2017 | nieuwe regeling | 09-07-2015 Blad GR 7 september 2015, 277 | 30075-2015 |
Het algemeen bestuur van de gemeenschappelijke regeling Werk en Inkomen Lekstroom,
gezien het voorstel van het dagelijks bestuur van 9 juli 2015;
gelet op het gestelde in artikel 15:2 CAR-UWO;
gelet op verkregen instemming van de Ondernemingsraad;
besluit vast te stellen de navolgende
Regeling melden vermoeden misstanden Werk en Inkomen Lekstroom
Voor de toepassing van deze regeling wordt verstaan onder:
Medewerker: De ambtenaar als bedoeld in artikel 1:1, eerste lid, sub a van de CAR-
UWO alsmede die ambtenaar die werkzaam is geweest bij Werk en Inkomen Lekstroom.
Voor de toepassing van deze regeling wordt degene die anders dan op basis van een ambtelijke aanstelling of een arbeidsovereenkomst naar burgerlijk recht werkzaam is binnen Werk en Inkomen Lekstroom gelijkgesteld met een medewerker.
Artikel 2 Bescherming van de melder
Het bepaalde in lid 2 en 3 van dit artikel geldt ook voor de medewerker die te goeder trouw een vermoeden van een misstand in een andere organisatie dan die van Werk en Inkomen Lekstroom, volgens de in die organisatie geldende regels, bij die organisatie heeft gemeld. De bescherming geldt alleen als de medewerker:
Artikel 3 De vertrouwenspersoon
Indien het een interne vertrouwenspersoon betreft, kunnen de taken, zoals benoemd in lid 2 van dit artikel, binnen de eigen aanstellingsuren uitgeoefend worden. Als de vertrouwenspersoon buiten de eigen aanstellingsuren de taken uitoefent worden deze uren als overwerk beschouwd. De noodzaak om overwerkuren te maken moet door de vertrouwenspersoon kunnen worden aangetoond.
Artikel 4 Het externe meldpunt
Paragraaf 2Interne meldingsprocedure
Artikel 6 Melding door een gewezen medewerker
De gewezen medewerker die een vermoeden van een misstand wil melden doet dit binnen een periode van twaalf maanden na zijn ontslag of beëindiging van zijn werkzaamheden voor Werk en Inkomen Lekstroom. Hij kan alleen een melding van een vermoeden van een misstand doen als hij in de hoedanigheid van medewerker kennis heeft gekregen van het vermoeden.
Artikel 7 Informeren van de werkgever
De leidinggevende of de vertrouwenspersoon bij wie een melding is gedaan draagt er zorg voor dat de werkgever onverwijld op de hoogte wordt gesteld van de melding en van de datum waarop de melding ontvangen is.
Artikel 8 Ontvangstbevestiging door de werkgever
De werkgever zendt aan de melder of de vertrouwenspersoon bij wie het vermoeden van een misstand is gemeld een ontvangstbevestiging. In het laatste geval stuurt de vertrouwenspersoon de ontvangstbevestiging door aan de melder. De ontvangstbevestiging bevat het gemelde vermoeden van een misstand en de datum waarop de melder het vermoeden heeft gemeld.
Artikel 9 Onderzoek door de werkgever
Artikel 10 Standpunt en kennisgeving door de werkgever
Indien niet binnen tien weken een standpunt kan worden gegeven worden de melder of de vertrouwenspersoon bij wie de melding is gedaan voordat deze termijn is verstreken daarvan door middel van een kennisgeving schriftelijk en gemotiveerd op de hoogte gesteld. De werkgever kan het advies met ten hoogste vier weken verdagen.
Paragraaf 3Externe meldingsprocedure
Artikel 11 Melding bij het externe meldpunt
Artikel 12 Ontvangstbevestiging
Artikel 13 Niet ontvankelijkheid
Artikel 14 Onderzoek door het externe meldpunt
Wanneer de inhoud van bepaalde door de werkgever verstrekte informatie vanwege het vertrouwelijke karakter uitsluitend ter kennisneming van het externe meldpunt dient te blijven, wordt dit aan het externe meldpunt meegedeeld. Het externe meldpunt beveiligt informatie met een vertrouwelijk karakter tegen kennisneming door onbevoegden.
Artikel 15 Advies en kennisgeving door het externe meldpunt
Indien niet binnen acht weken een advies kan worden gegeven worden de melder of de vertrouwenspersoon bij wie de melding is gedaan alsmede de werkgever voordat deze termijn is verstreken daarvan door middel van een kennisgeving schriftelijk en gemotiveerd op de hoogte gesteld. Het externe meldpunt kan het advies met ten hoogste vier weken verdagen.
Het advies wordt, in geanonimiseerde vorm en met inachtneming van het eventueel vertrouwelijke karakter van de aan het externe meldpunt verstrekte informatie en de ter zake geldende wettelijke bepalingen, door het externe meldpunt openbaar gemaakt op een wijze die het externe meldpunt geëigend acht, tenzij zwaarwegende belangen zich hiertegen verzetten.
Artikel 16 Standpunt werkgever naar aanleiding van het advies van het externe meldpunt
Artikel 18 Onvoorziene gevallen
In gevallen waarin deze regeling niet of niet in redelijkheid voorziet, kan de werkgever een bijzondere voorziening treffen.
Artikel 19 Citeertitel en inwerkingtreding
Deze regeling kan worden aangehaald als de “Regeling melden vermoeden misstanden Werk en Inkomen Lekstroom” en treedt in werking op 1 juli 2015.
Aldus vastgesteld in de vergadering van het algemeen bestuur van de gemeenschappelijke regeling Werk en Inkomen Lekstroom van 9 juli 2015.