Het algemeen bestuur van de gemeenschappelijke regeling WerkSaam
Westfriesland, gevestigd te Hoorn;
Gelezen het voorstel van het dagelijks bestuur WerkSaam Westfriesland dd 22
oktober 2014
Gelet op artikel 47 van de Participatiewet;
Gelet op artikel 15, lid 2, onderdeel c van de Gemeenschappelijke Regeling
WerkSaam Westfriesland;
Overwegende dat WerkSaam Westfriesland bij verordening nadere regels dient
vast te stellen met betrekking tot de wijze waarop de belanghebbenden van de
deelnemende gemeenten of hun vertegenwoordigers worden betrokken bij de
uitvoering van de Participatiewet;
Besluit vast te stellen de Verordening cliëntenparticipatie WerkSaam
Westfriesland 2015.
Artikel 1. Begripsbepalingen
In deze verordening wordt verstaan onder:
- a.
Algemeen bestuur: algemeen bestuur van de gemeenschappelijke
regeling WerkSaam Westfriesland;
- b.
Cliëntenraad: adviesorgaan, zoals omschreven in artikel 2 van deze
verordening, voor WerkSaam;
- c.
Dagelijks bestuur: dagelijks bestuur van de gemeenschappelijke
regeling WerkSaam Westfriesland;
- d.
Regiogemeenten: de gemeenten die deelnemen aan de gemeenschappelijke
regeling WerkSaam Westfriesland (Drechterland, Enkhuizen, Hoorn,
Koggenland, Medemblik, Opmeer, Stede Broec);
- e.
WerkSaam: De gemeenschappelijke regeling WerkSaam Westfriesland
Artikel 2. Cliëntenraad
- 1.
De personen bedoeld in artikel 7, eerste lid, van de Participatiewet
worden bij de uitvoering van deze wet betrokken door een cliëntenraad.
De leden van de cliëntenraad worden, behoudens tussentijds aftreden,
voor de duur van vier jaar benoemd door het dagelijks bestuur.
- 2.
De cliëntenraad is, voor zover redelijkerwijs mogelijk, zodanig
samengesteld dat deze een afspiegeling is van de bij de uitvoering van
de Participatiewet betrokken personen alsook een afspiegeling van de
regiogemeenten.
- 3.
Benoeming van nieuwe leden van de cliëntenraad vindt plaats op
aanbeveling van de cliëntenraad. Herbenoeming van leden van de
cliëntenraad is mogelijk op aanbeveling van de cliëntenraad.
- 4.
Het lidmaatschap eindigt:
- a.
Met onmiddellijke ingang indien het lid daar zelf om verzoekt,
of:
- b.
Naar aanleiding van een gemotiveerd verzoek van de cliëntenraad
en met instemming van het dagelijks bestuur, of:
- c.
Door een besluit van het dagelijks bestuur na advies van de
cliëntenraad, of:
- d.
Na een periode van 4 jaar, tenzij sprake is van een
herbenoeming, of:
- e.
Bij verhuizing buiten de regio.
- 5.
De cliëntenraad bestaat uit een oneven aantal personen met een minimum
van zeven en een maximum van dertien personen.
- 6.
Het dagelijks bestuur benoemt een onafhankelijke voorzitter na advies
van de cliëntenraad. De voorzitter is geen lid van de cliëntenraad en
heeft geen stemrecht. De voorzitter wordt benoemd voor een periode van
vier jaar en is herbenoembaar.
- 7.
De procedure voor advisering wordt verder uitgewerkt in het reglement
van orde ten behoeve van de cliëntenraad WerkSaam, deze wordt
vastgesteld in het dagelijks bestuur na advies van de cliëntenraad.
- 8.
Jaarlijks voor 1 april brengt de cliëntenraad aan het dagelijks bestuur
verslag uit van de activiteiten en bevindingen over het voorgaande jaar.
Daarbij wordt in een financieel verslag tevens verantwoording afgelegd
over de besteding van een eventueel beschikbaar gesteld budget
Artikel 3. Ambtelijk secretaris
- 1.
De cliëntenraad beschikt voor de uitvoering van haar taken over een
ambtelijk secretaris, die wordt aangewezen door het dagelijks bestuur.
- 2.
De taken van de ambtelijk secretaris worden verder uitgewerkt in het
reglement van orde ten behoeve van de cliëntenraad.
Artikel 4. Doelstellingen
- 1.
De cliëntenraad heeft tot taak het dagelijks bestuur gevraagd en
ongevraagd te adviseren over alle aangelegenheden van
beleidsvoorbereiding en beleidsvorming die betrekking hebben op het
terrein van de participatiewet dat valt onder WerkSaam.
- 2.
De cliëntenraad adviseert niet over:
- a.
individuele klachten, bezwaar- en beroepschriften, andere zaken
met betrekking tot een individuele persoon; en
- b.
Bedrijfsvoeringsaspecten van WerkSaam.
Artikel 5. Faciliteiten
- 1.
Ten behoeve van de cliëntenraad wordt jaarlijks in de begroting van
WerkSaam een budget opgenomen voor onder meer kosten die verband houden
met deskundigheidsbevordering en het functioneren van de
cliëntenraad.
- 2.
Het dagelijks bestuur draagt er zorg voor dat noodzakelijke faciliteiten
aan de cliëntenraad beschikbaar worden gesteld zodat de cliëntenraad
naar behoren invulling kan geven aan zijn functie.
- 3.
Ten laste van het in het eerste lid genoemde budget ontvangen de leden
van de cliëntenraad voor het bijwonen van de cliëntenraad vergaderingen
een onkostenvergoeding op basis van een door het dagelijks bestuur vast
te stellen onkostenregeling.
Artikel 6: Overleg tussen cliëntenraad en dagelijks bestuur
- 1.
Het dagelijks bestuur of een delegatie van het dagelijks bestuur heeft
tenminste twee keer per jaar overleg met de cliëntenraad.
- 2.
De samenwerking tussen het dagelijks bestuur en de cliëntenraad wordt
jaarlijks geëvalueerd. De cliëntenraad brengt verslag uit van deze
evaluatie aan het algemeen bestuur.
Artikel 7. Wijziging
Wijziging of intrekking van deze verordening kan alleen plaatsvinden nadat
de cliëntenraad daarover is gehoord.
Artikel 8. Onvoorziene situaties
In alle gevallen waarin deze verordening niet voorziet, beslist het
dagelijks bestuur.
Artikel 9. Inwerkingtreding en citeertitel
- 1.
Deze verordening treedt in werking op de dag van bekendmaking en
werkt terug tot en met 1 januari 2015.
- 2.
Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening
cliëntenparticipatie WerkSaam Westfriesland 2015.
Algemeen
Met deze verordening wordt uitvoering gegeven aan artikel 47 van de
Participatiewet. Dit artikel geeft aan dat bij verordening regels vast moeten
worden vastgesteld over de wijze waarop personen als bedoeld in artikel 7,
eerste lid, van de Participatiewet of hun vertegenwoordigers betrokken worden
bij de ontwikkeling van het beleid. Personen als bedoeld in artikel 7, eerste
lid, van de Participatiewet zijn personen:
- -
die algemene bijstand ontvangen;
- -
als bedoeld in artikel 34a, vijfde lid onderdelen b en c, van de Wet
werk en inkomen naar arbeidsvermogen (hierna: WIA), artikel 35, vierde
lid, onderdelen b en c, van de WIA en artikel 36, derde lid, onderdelen
b en c, van de WIA tot het moment dat het inkomen uit arbeid in
dienstbetrekking gedurende twee aaneengesloten jaren ten minste het
minimumloon bedraagt en ten behoeve van die persoon in die twee jaren
geen loonkostensubsidie als bedoeld in artikel 10d van de
Participatiewet is verleend;
- -
personen als bedoeld in artikel 10, tweede lid, van de
Participatiewet;
- -
personen met een nabestaanden- of wezenuitkering op grond van de
Algemene nabestaandenwet;
- -
personen met een uitkering ingevolge de Wet inkomensvoorziening oudere
en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers;
- -
personen met een uitkering ingevolge de Wet inkomensvoorziening oudere
en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen;
- -
personen zonder uitkering;
en, die voor de arbeidsinschakeling zijn aangewezen op een door het dagelijks
bestuur aangeboden voorziening.
Om een goede werking van de cliëntenraad te waarborgen worden de leden van de
cliëntenraad ondersteund en gefaciliteerd door WerkSaam.
Artikelsgewijze toelichting
Enkel die bepalingen die nadere toelichting behoeven worden hier behandeld.
Artikel 1. Begripsbepalingen
Dit artikel omschrijft de voor de verordening van belang zijnde
begrippen.
Artikel 2. Clientenraad
Dit artikel bepaalt hoe de cliëntenparticipatie concreet wordt vorm
gegeven.
Eerste lid
Omdat het niet mogelijk is om alle personen persoonlijk te betrekken bij het
beleid ligt het voor de hand een cliëntenraad samen te stellen die bestaat
uit vertegenwoordigers van de doelgroepen zelf of vertegenwoordigers uit
belangenorganisaties. De leden van de cliëntenraad worden benoemd door het
dagelijks bestuur
Tweede lid
Om de actieve betrokkenheid van alle personen goed tot zijn recht te kunnen
laten komen, is het van belang dat de cliëntenraad een afspiegeling is van
alle in artikel 7, eerste lid, onderdeel a, van de Participatiewet genoemde
doelgroepen. Het is voor WerkSaam ook van belang dat de cliëntenraad een
afspiegeling vormt van de regiogemeenten.
Derde, vierde en vijfde lid
Regelt de benoeming en beëindiging van het lidmaatschap van de cliëntenraad.
Tevens wordt hierin het aantal personen binnen de cliëntenraad vastgelegd
(minimum en maximum).
Zesde lid
Er is gekozen voor een onafhankelijke voorzitter om de leden van de
cliëntenraad zo goedmogelijk te faciliteren in de kwaliteit van de
advisering. Deze onafhankelijke voorzitter verzorgt de(technische) leiding
van de bijeenkomsten.
Zevende lid
Regelt dat de procedure voor advisering nader wordt uitgewerkt in een
reglement van orde. Deze zal worden vastgesteld door het Dagelijks Bestuur.
Artikel 3. Ambtelijk secretaris
Op grond van artikel 47, onderdeel b, van de Participatiewet moet worden
voorzien in ondersteuning om de cliëntenraad zijn rol effectief te kunnen
laten vervullen. Om hierin te kunnen voorzien wordt een ambtelijk secretaris
aan de cliëntenraad toegevoegd. De ambtelijk secretaris zal erop moeten
toezien dat alle partijen informatie tijdig ontvangen of verstrekken, zodat
alle partijen hun taak effectief kunnen vervullen. Doordat de ambtelijk
secretaris (mede) is belast met de agendering en verslaglegging kan hij
ervoor waken dat alle partijen naar evenredigheid aan bod komen.
Artikel 4. Doelstellingen
Regelt waar de cliëntenraad wel en niet over kan adviseren. Het wordt
belangrijk geacht dat de cliëntenraad wordt betrokken bij de totstandkoming
van beleid zodat het uitoefenen van invloed op het beleid op die wijze
mogelijk is. Daarom is in het eerste lid bepaald dat het dagelijks bestuur
ervoor zorgt dat de cliëntenraad wordt betrokken bij de beleidsontwikkeling.
Artikel 5. Faciliteiten
Het dagelijks bestuur stelt de cliëntenraad van WerkSaam middelen en
faciliteiten ter beschikking voor een adequate uitvoering van hun taken in
het kader van deze verordening. De middelen en faciliteiten
kunnen onder meer worden ingezet voor:
- ·
onkostenvergoeding vrijwilligers;
- ·
vergoeding speciale voorzieningen in verband met handicap
(ringleiding, speciale leesvormen, doventolk);
- ·
deskundigheidsbevordering;
- ·
aanschaf van documentatie, literatuur en vaktijdschriften;
- ·
het inschakelen van professionele ondersteuning, inhoudelijk en
organisatorisch;
- ·
faciliteiten voor kantoorkosten, correspondentie, telefoon,
computergebruik en internetaansluiting;
- ·
overleg met, en activering van de achterban;
- ·
het verzorgen van voorlichting en public relations;
- ·
In een onkostenregeling wordt de onkostenvergoeding opgenomen.
Artikel 6. Overleg tussen cliëntenraad en dagelijks bestuur
Regelt dat er minimaal twee keer per jaar overleg plaatsvindt tussen het
dagelijks bestuur en de cliëntenraad.