Organisatie | WerkSaam Westfriesland |
---|---|
Organisatietype | Regionaal samenwerkingsorgaan |
Officiële naam regeling | Handhavingsverordening WerkSaam Westfriesland 2015 |
Citeertitel | Handhavingsverordening WerkSaam Westfriesland 2015 |
Vastgesteld door | algemeen bestuur |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
Geen
Participatiewet
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
04-06-2015 | 01-01-2015 | 01-07-2018 | Onbekend | 07-01-2015 Blad Gemeenschappelijke Regeling | Onbekend |
Het algemeen bestuur van de gemeenschappelijke regeling WerkSaam Westfriesland, gevestigd te Hoorn;
Gelezen het voorstel van het dagelijks bestuur van WerkSaam Westfriesland dd 22 oktober 2014
Gelet op artikel 8b van de Participatiewet, artikel 35 lid 1 sub c van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers en artikel 35, lid 1 c van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen;
Gelet op artikel 15, lid 2, onderdeel c van de gemeenschappelijke regeling WerkSaam Westfriesland
Overwegende dat WerkSaam Westfriesland bij verordening nadere regels dient vast te stellen met betrekking tot het ten onrechte ontvangen van bijstand alsmede van misbruik en oneigenlijk gebruik van de wet;
Besluit vast te stellen de Handhavingsverordening WerkSaam Westfriesland 2015.
Het dagelijks bestuur doet onderzoek naar de rechtmatigheid van de verstrekte uitkering en uitkeringsnorm en kan daarbij onder meer gebruik maken van huisbezoeken, heimelijke waarnemingen, risicoprofielen en bestandvergelijkingen, alsmede van de samenloopsignalen die daar uit voort komen. Het dagelijks bestuur werkt de verschillende onderzoekswijzen nader uit in controleplannen/protocollen.
Het dagelijks bestuur kan de kosten van de uitkering dan wel inkomensvoorziening terug vorderen in de gevallen die in artikel 58, lid 2 en 59 van de Participatiewet en de artikelen 25 tot en met 31 van de IOAW en de IOAZ zijn aangegeven, voor zover zich daar geen andere wettelijke regeling tegen verzet.
Als de belanghebbende zijn verplichtingen niet of onvoldoende nakomt dan wel anderszins blijk geeft van onvoldoende besef van verantwoordelijkheid voor de voorziening in het bestaan, verlaagt het dagelijks bestuur de uitkering of de inkomensvoorziening conform de Afstemmingsverordening WerkSaam Westfriesland 2015 onverminderd de plicht van het dagelijks bestuur om een boete op te leggen bij het niet of niet behoorlijk nakomen van de inlichtingenplicht en onverminderd de terugvordering van ten onrechte verstrekte uitkering of ten onrechte verstrekte inkomensvoorziening.
Indien een gedraging van de belanghebbende leidt tot benadeling van de gemeente, doet het dagelijks bestuur, onverminderd de verplichting de ten onrechte verstrekte uitkering of inkomensvoorziening terug te vorderen, aangifte bij het Openbaar Ministerie, in overeenstemming met de door de wetgever en het Openbaar Ministerie hiervoor gehanteerde uitgangspunten.
Aldus vastgesteld in de vergadering van het algemeen bestuur van 7 januari 2015.
De secretaris
M.Olierook
De voorzitter
A.J. de Jong
Wettelijke grondslag van de ‘handhavingsverordening’ in de Participatiewet, Ioaw en Ioaz
In artikel 8, eerste lid, aanhef en onderdeel b, van de Participatiewet, artikel 35 lid 1 sub c van de Ioaw, artikel 35 lid 1 c van de Ioaz en de gemeenschappelijke regeling WerkSaam Westfriesland is bepaald dat het Algemeen Bestuur in het kader van het financiële beheer bij verordening regels stelt voor de bestrijding van het ten onrechte ontvangen van bijstand, alsmede van misbruik en oneigenlijk gebruik van de wet.
Regels stellen over het te voeren handhavingsbeleid
In deze verordening wordt bepaald dat het Algemeen Bestuur beleid moet vaststellen betreffende demanier waarop de rechtmatige en doelmatige uitvoering van de Participatiewet, Ioaw en Ioaz zal worden vormgegeven. Daarbij moeten beleidsregels worden gegeven over maatregelen ter voorkoming en bestrijding van fraude, misbruik en oneigenlijk gebruik van de wetten. De beleidsregels moeten in ieder geval tot uitdrukking brengen welke preventieve maatregelen en welke repressieve maatregelen zullen (kunnen) worden ingezet.
Bij beleidsregels betreffende preventieve maatregelen kan worden gedacht aan bijvoorbeeld regels over:
Bij beleidsregels betreffende repressieve maatregelen kan worden gedacht aan bijvoorbeeld regels over:
Artikel 2. Opdracht aan Algemeen Bestuur
Het Algemeen Bestuur van WerkSaam beschrijft het beleid ten aanzien van het bestrijden van fraude en het tegengaan van oneigenlijk gebruik van de uitkering in een beleidsplan. Per 1 januari 2015 is dat het beleidsplan WerkSaam Westfriesland.
Fraudepreventie vormt een belangrijk instrument bij het bestrijden van fraude en het tegengaan van oneigenlijk gebruik van de uitkering. WerkSaam streeft naar het zo vroeg mogelijk ontdekken van fraude. Het bestrijden van fraude verlegt zich meer en meer naar het moment waarop de klant een beroep doet op een uitkering. De controle wordt voorafgegaan door voorlichting en heldere communicatie over het fraudebeleid van WerkSaam.
Dit artikel spreekt voor zich. Het Algemeen Bestuur stelt beleidsregels op hoe men met terugvordering omgaat en in welke gevallen er wordt overgegaan tot terugvordering.
Bedoeld wordt controle gedurende de periode dat uitkering wordt ontvangen en na de beëindiging. In controleplannen/protocollen zullen de termijnen worden ingevuld, waarbinnen deze onderzoeken moeten worden verricht, op welke doelgroepen die onderzoeken gericht zijn en onder welke voorwaarden die onderzoeken kunnen plaatsvinden.
In het kader van handhaving en eventueel lik-op-stuk-beleid is het zaak alert te reageren op relevante signalen.
Dit artikel spreekt voor zich. Het Algemeen Bestuur stelt beleidsregels op hoe men met verhaal omgaat.
In de Afstemmingsverordening WerkSaam Westfriesland 2015 worden nadere regels gesteld over de afstemming van de uitkering.
Het dagelijks bestuur doet aangifte bij het Openbaar Ministerie als het gaat om fraude met een benadelingsbedrag van € 50.000,00 of hoger. De officier van justitie behandelt de zaak volgens het strafrecht. De gemeente vordert de uitkering terug. (conform de aanwijzing sociale zekerheidsfraude van de Rijksoverheid)