Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Zaanstad

Ondermandaatbesluit Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied (OD NZKG) 2015

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieZaanstad
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingOndermandaatbesluit Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied (OD NZKG) 2015
CiteertitelOndermandaatbesluit Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied (OD NZKG) 2015
Vastgesteld doorgemandateerde functionaris
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerpondermandaat in een gemeenschappelijke regeling

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

gekoppeld aan mandaatbesluit en dienstverleningsovereenkomst

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Gemeenschappelijke Regeling Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied (OD NZKG), artikel 1, aanhef en onder e

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

12-08-201501-01-2016Vervangt Ondermandaatbesluit Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied (OD NZKG) 2014

28-07-2015

Provinciaal Blad 2015, nr.101 (Noord-Holland)

Onbekend

Tekst van de regeling

Intitulé

Ondermandaatbesluit Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied (OD NZKG) 2015

 

 

Ondermandaatbesluit Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied (OD NZKG)2015

Overwegende dat:

  • -

    bij besluit van 18 december 2012, nr. 123678-123713, door het College van Gedeputeerde Staten van de Provincie Noord-Holland mandaat is verleend aan de Algemeen Directeur van de Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied.

  • -

    bij besluit van 14 mei 2013, nr. 178994/179015, het Besluit mandaat, machtiging en volmacht Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied 2013 van Gedeputeerde Staten van de Provincie Noord-Holland is gewijzigd.

  • -

    bij besluit van 10 december 2013, nr. 93255-279250, het Besluit mandaat, machtiging en volmacht Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied 2014 van Gedeputeerde Staten van de Provincie Noord-Holland is vastgesteld.

  • -

    bij besluit van 17 februari 2015 (abusievelijk gedateerd op 17 februari 2014), nr. 556462/556465, het Besluit mandaat, machtiging en volmacht Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied 2014 van Gedeputeerde Staten van de Provincie Noord-Holland is gewijzigd. Met dit besluit vervalt bijlage I van het mandaatbesluit van 10 december 2013 en is deze vervangen voor een nieuwe bijlage I. Daarnaast zijn er enkele wijzigingen doorgevoerd in het mandaatbesluit zelf.

  • -

    bij besluit van 18 december 2012, registratienummer: 2012.0072684 door het college van B&W van de gemeente Haarlemmermeer mandaat is verleend aan de Algemeen Directeur van de Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied;

  • -

    bij besluit van 11 maart 2014, registratienummer: 2014.0008967, het Mandaatbesluit Omgevingsdienst NZKG 2013 gemeente Haarlemmermeer is gewijzigd door de Algemeen directeur van de Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied aanvullend mandaat te verlenen voor de zogenoemde plustaken.

  • -

    bij besluit van 24 juni 2014, registratienummer: 2014.0024461, het besluit, d.d. 11 maart 2014 aangepast door mandaat te verlenen tot het aanschrijven op grond van artikel 13 Wet bodembescherming (Wbb), voor zover er sprake is van een Wm-plichtige inrichting. Verder is het mandaat verduidelijkt door aan te geven dat het geen betrekking heeft op artikel 28 van de Wbb en ook niet op artikel 33 van de Wbb.

  • -

    bij besluit van 21 april 2015, registratienummer: 2015.0015364, het Mandaatbesluit Omgevingsdienst NZKG 2013 gemeente Haarlemmermeer is gewijzigd door de Algemeen directeur van de Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied aanvullend mandaat te verlenen om namens de gemeente Haarlemmermeer besluiten te nemen ten aanzien van aanvragen om een openstellingsvergunning voor een tunnel als bedoeld in de Wet aanvullende regels veiligheid wegtunnels. Tevens is bij dit besluit door de heffingsambtenaar van de gemeente Haarlemmermeer aan de Algemeen directeur van de Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied mandaat verleend om besluiten te nemen ten aanzien van het opleggen en verzenden van aanslagen voor gemeentelijke leges.

  • -

    bij besluit van 23 juni 2015, zonder registratienummer, de heffingsambtenaar van Haarlemmermeer heeft besloten dat de directeur van de Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied ondermandaat mag verlenen aan teammanagers voor het opleggen en verzenden van aanslagen van gemeentelijke leges.

  • -

    bij besluit van 7 juli 2015, registratienummer: 2015.0027023, het Mandaatbesluit Omgevingsdienst NZKG 2013 gemeente Haarlemmermeer is gewijzigd door de Algemeen directeur van de Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied aanvullend mandaat te verlenen om namens de gemeente Haarlemmermeer besluiten te nemen ten aanzien van het toezicht en de handhaving op de naleving van het bepaalde bij of krachtens de Wet aanvullende regels veiligheid wegtunnels. Bij dit besluit zijn tevens de bepalingen in het kader van de Wet bodembescherming verduidelijkt.

  • -

    bij besluit van 18 december 2012, door het college van B&W van de gemeente Zaanstad mandaat isverleend aan de Algemeen Directeur van de Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied.

  • -

    bij besluit van 18 december 2012, door het college van B&W en de burgemeester van de gemeente Amsterdam mandaat is verleend aan de Algemeen Directeur van de Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied.

  • -

    bij besluit van 13 mei 2014, door het college van B&W, nr.: BD2014-004262, het Mandaatbesluit Omgevingsdienst NZKG 2013 van de gemeente Amsterdam is gewijzigd en het mandaatbesluit Dienst Milieu en Bouwtoezicht Hoofdinspecteur Noord-Zuidlijn is ingetrokken.

  • -

    in de zojuist genoemde mandaatbesluiten is bepaald dat de Algemeen Directeur van de Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied de bevoegdheden in ondermandaat, ondervolmacht of ondermachtiging kan opdragen aan ondergeschikten;

Gezien artikel 1, aanhef en onder e van de Gemeenschappelijke Regeling OmgevingsdienstNoordzeekanaalgebied;

 

Besluit de Algemeen Directeur van de Omgevingsdienst NZKG:

I. ondermandaat, ondermachtiging en ondervolmacht te verlenen aan, uitsluitend voor zover het betreffende mandaat hierin voorziet en voor zover het binnen het takenpakket past, de medewerker, aangesteld in de functie van teammanager, voor de volgende bevoegdheden:

 

II. met betrekking tot gemeente Amsterdam en Haarlemmermeer ondermandaat, ondermachtiging en ondervolmacht te verlenen aan, uitsluitend voor zover het betreffende mandaat hierin voorziet en voor zover binnen het takenpakket past, de medewerker die conform de afspraken uit de memo “Voorstel bevoegdheden lijn en project bij tunnelprojecten” van 28 januari 2015 door de Stuurgroep Tunnels is aangesteld als projectleider Tunnels, voor de volgende bevoegdheden:

 

APV: Algemene Plaatselijke Verordening

Awb: Algemene wet bestuursrecht

OD NZKG: Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied

Wabo: Wet algemene bepalingen omgevingsrecht

Wbb: Wet bodembescherming

Wm: Wet milieubeheer

Wro: Wet ruimtelijke ordening

DVO: Dienstverleningsovereenkomst houdende het raamwerk en de algemenevoorwaarden voor de uitvoering van wettelijke taken, additionele wettelijketaken en adviesdiensten door de ODNZKG op grond van artikel 4 van de Gemeenschappelijke regeling Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied

 

1 Algemene ondermandaten

Dit hoofdstuk geldt niet voor taken en bevoegdheden

van de Provincie Noord-Holland.

Voorzover betrekking hebbend op het grondgebied vande gemeente Haarlemmermeer, gelden de volgendevoorwaarden en beperkingen:

De in dit ondermandaatregister vermelde

ondermandaten betreffen het landelijke

basistakenpakket (versie 2.3, d.d, 25 mei 2011) zoals

nader vermeld in bijlage 1 van het Bedrijfsplan

Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied (d.d. 6

augustus 2012) en het plustakenpakket zoals aangegeven op pagina 5 van het Bedrijfsplan

Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied (d.d. 9

oktober 2012).Verder gelden voor alle ondermandaten de Richtlijnen mandaat vergunningen en dienstverlening d.d. 28 augustus 2012, zoals aan dit ondermandaatregister is gehecht en daarvan onlosmakelijk onderdeel uitmaakt alsmede de voorwaarden zoals vermeld in de

Dienstverleningsovereenkomst. Van toepassing zijn de beperkingen en voorwaarden zoals afzonderlijk vermeld in dit ondermandaatregister.

1.0

Het uitvoeren van de aan de omgevingsdienst opgedragen wettelijke taken, additionele wettelijke taken en adviesdiensten op grond van de Gemeenschappelijke regeling omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied, zoals opgenomen in de met de gemeente gesloten “Dienstverleningsovereenkomst houdende het raamwerk en de algemene voorwaarden voor uitvoering van wettelijke taken, additionele wettelijke taken en adviesdiensten door de omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied op grond van artikel 36 van de Gemeenschappelijke regeling omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied”.

Let op: bepaling 1.0 geldt alleen voor zover het betrekking heeft op het grondgebied van de gemeente Haarlemmermeer onder de volgende beperking:

Omvat ook het uitvoeren van voorbereidingshandelingen tot het nemen van besluiten en het nemen van besluiten ter uitvoering van wettelijk voorgeschreven voorbereidingsprocedures, alsmede het voeren van correspondentie en het verrichten van de (rechts)handelingen die nodig zijn ter uitvoering van de in de Dienstverleningsovereenkomst bedoelde taken.

Let op: geldt niet voor zover betrekking hebben op het grondgebied van de gemeente Zaanstad of Amsterdam.

1.1

Op grond van het betreffende mandaatbesluit omvatten de bij of krachtens dit ondermandaatbesluit verleende mandaten, volmachten en machtigingen tevens alle feitelijke handelingen en rechtshandelingen ter voorbereiding en uitvoering van de taken en bevoegdheden die zijn opgenomen in dit ondermandaatregister.

Indien betrekking hebbend op het grondgebied van de gemeente Zaanstad: voor zover ter voorbereiding en uitvoering van de taken zoals opgenomen in het DVO en bevoegdheden zoals opgenomen in dit ondermandaatregister.

Indien betrekking hebbend op het grondgebied van de gemeente Amsterdam: voor zover ter voorbereiding en uitvoering van taken en bevoegdheden zoals opgenomen in dit ondermandaatregister.

1.2

Beslissen inzake het geheel of gedeeltelijk - ambtshalve of op verzoek - intrekken, wijzigen, of verlengen van de onder dit mandaatbesluit vallende vergunningen, besluiten, toestemmingen, ontheffingen of verklaringen.

 

Gemeentewet

 

1.3

Voeren van bestuursrechtelijke procedures

voor zover betrekking hebbend op het grondgebied van de gemeente Amsterdam, voor zover ter voorbereiding en uitvoering van de taken en bevoegdheden die zijn opgenomen in dit ondermandaatregister;

voor zover betrekking hebbend op het grondgebied van de gemeente Haarlemmermeer of Zaanstad, in afstemming met de gemeente Haarlemmermeer resp. Zaanstad.

1.4

Vertegenwoordigen van het college van burgemeester en wethouders en de burgemeester ter zitting in bestuursrechtelijke procedures

voor zover betrekking hebbend op het grondgebied van de gemeente Amsterdam, voor zover ter voorbereiding en uitvoering van de taken en bevoegdheden die zijn opgenomen in dit ondermandaatregister.

1.5

Beslissen of bezwaar zal worden gemaakt tegen een besluit van een bestuursorgaan, daartegen beroep - hoger beroep daaronder begrepen - zal worden ingesteld of een voorlopige voorziening zal worden gevraagd

voor zover betrekking hebbend op het grondgebied van de gemeente Amsterdam, voor zover betrekking hebbend op het omgevingsrecht in algemene zin;

voor zover betrekking hebbend op het grondgebied van de gemeente Haarlemmermeer of Zaanstad, in afstemming met de gemeente Haarlemmermeer resp. Zaanstad.

1.6

Beslissen of hoger beroep wordt ingesteld ter zake van een door de rechtbank gedane uitspraak

voor zover betrekking hebbend op het grondgebied van de gemeente Amsterdam, voor zover ter voorbereiding en uitvoering van de taken en bevoegdheden die zijn opgenomen in dit ondermandaatregister;

voor zover betrekking hebbend op het grondgebied van de gemeente Haarlemmermeer of Zaanstad, in afstemming met de gemeente Haarlemmermeer resp. Zaanstad.

1.7

Verzoeken om opheffing of opschorting van een voorlopige voorziening in een bestuursrechtelijke procedure

voor zover betrekking hebbend op het grondgebied van de gemeente Amsterdam, voor zover ter voorbereiding en uitvoering van de taken en bevoegdheden die zijn opgenomen in dit ondermandaatregister;

voor zover betrekking hebbend op het grondgebied van de gemeente Haarlemmermeer of Zaanstad, in afstemming met de gemeente Haarlemmermeer resp. Zaanstad.

1.8

Beslissen op verzoeken om schadevergoedingen

Let op: geldt niet voor zover het betrekking heeft op het grondgebied van de gemeente Haarlemmermeer.

Voor zover betrekking hebbend op het grondgebied van de gemeente Zaanstad, voor zover het verzoek betrekking heeft op het taakveld van de Omgevingsdienst NZKG.

Voor zover betrekking hebbend op het grondgebied van de gemeente Amsterdam, voor zover ter voorbereiding en uitvoering van de taken en bevoegdheden die zijn opgenomen in dit ondermandaatregister.

Algemene wet bestuursrecht

 

1.9

Behandelen van een klacht op grond van titel 9.1 Awb

Het betreft een klacht over de wijze waarop de OD NZKG, dan wel een persoon, werkzaam onder de verantwoordelijkheid van de OD, zich in een bepaalde aangelegenheid heeft gedragen bij de uitoefening van een bevoegdheid die is opgenomen in dit mandaatregister.

Let op: Voor zover betrekking hebbend op het grondgebied van de gemeente Haarlemmermeer, geldt hier geen ondermandaat. Er is in de gemeente Haarlemmermeer geen (onder)mandaat t.a.v. klachten m.b.t. de directeur. Klachten gericht aan de burgemeester of die zijn portefeuille betreffen, worden door de burgemeester afgedaan.

1.10

Uitoefenen van de bevoegdheden als bedoeld in paragraaf 4.1.3.2 Awb (dwangsom bij niet tijdig beslissen)

Voor zover betrekking hebbend op het grondgebied van de gemeente Amsterdam of Zaanstad, voor zover ter voorbereiding en uitvoering van de taken en bevoegdheden die zijn opgenomen in dit ondermandaatregister. Voor zover betrekking heeft op het grondgebied van de gemeente Haarlemmermeer, wordt hieromtrent periodiek rapportage aan de gemeente Haarlemmermeer gedaan.

1.11

Het uitoefenen van bevoegdheden als bedoeld in titel 4.4 van de Awb (bestuursrechtelijke geldschulden)

Voor zover betrekking hebbend op het grondgebied van de gemeente Amsterdam of Zaanstad, voor zover ter voorbereiding en uitvoering van de taken en bevoegdheden die zijn opgenomen in dit ondermandaatregister.

Let op: niet voor zover betrekking hebbend op het

grondgebied van de gemeente Haarlemmermeer.

Wet openbaarheid van bestuur

1.12

Beslissen omtrent verzoeken om informatie alsmede het uit eigener beweging of op verzoek verstrekken van informatie op grond van de Wet openbaarheid van bestuur

Voor zover betrekking hebbend op het grondgebied van de gemeente Zaanstad, als deze betrekking heeft op een in dit ondermandaatregister opgenomen besluit.

Voor zover betrekking hebbend op het grondgebied van de gemeente Haarlemmermeer; voor zover ter voorbereiding en uitvoering van de taken en bevoegdheden die zijn opgenomen in dit ondermandaatregister.

1.13

Beslissen inzake verzoeken tot het

opvragen of hergebruiken van

gemeentelijke databanken als bedoeld in artikel 2 van de

Databankenverordening Amsterdam

Let op: niet voor zover betrekking hebbend op het

grondgebied van de gemeente Haarlemmermeer en het

grondgebied van de gemeente Zaanstad

Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur

1.14

Vragen van advies als bedoeld in artikel 9 van deze wet aan het Bureau bevordering Integriteitsbeoordelingen

Voor zover betrekking hebbend op het grondgebied van de gemeente Haarlemmermeer, in afstemming met de gemeente Haarlemmermeer.

Indien betrekking hebbend op het grondgebied van de

gemeente Zaanstad, alleen voor zover ter voorbereiding en uitvoering van taken en bevoegdheden die zijn opgenomen in dit ondermandaatregister en in afstemming met de gemeente

Zaanstad.

Opleggen en verzenden legesaanslagen

1.15

Het opleggen en verzenden van legesaanslagen op grond van de vigerende Legesverordening Haarlemmermeer in verband met het in behandeling nemen van aanvragen in het kader van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.

Dit ondermandaat heeft alleen betrekking op het opleggen en verzenden van legesaanslagen voor het in behandeling nemen van aanvragen om omgevingsvergunning waarvoor de gemeente Haarlemmermeer bevoegd gezag is.

Het (onder)mandaat heeft geen betrekking op invordering van leges of het beslissen op bezwaarschriften tegen opgelegde legesaanslagen.

2 Toezicht en handhaving

Dit hoofdstuk geldt niet voor taken en bevoegdheden

van de Provincie Noord-Holland.

2.1

Opleggen van een last onder bestuursdwang op grond van artikel 125 van de Gemeentewet juncto afdeling 5.3.1 van de Awb, of het opleggen van een last onder dwangsom op grond van afdeling 5.3.2 van de Awb, wegens overtreding van een verbod op plicht gesteld bij of krachtens de in artikel 5.1 van de Wabo genoemde wetten

alsmede, voor zover

betrekking hebbend op het

grondgebied Amsterdam, de volgende

wetten:

-Wet aanvullende regels veiligheid

wegtunnels

-Huisvestingswet, voor zover dat

verbod of die plicht betrekking heeft op onttrekking, samenvoeging of

omzetting van woonruimte of

woningsplitsing;

voor zover

betrekking hebbend op het

grondgebied van de gemeente Haarlemmermeer, alsmede:

-Wet aanvullende regels veiligheid

wegtunnels

Omvat tevens beslissen op handhavingsverzoeken van derden en het besluit tot afzien van handhaving.

Let op: Huisvestingswet is alleen voor gebieden van Amsterdam die zijn aangewezen als grootstedelijk projectgebied van toepassing.

Voor zover betrekking hebbend op het grondgebied van de gemeente Zaanstad, geldt deze bevoegdheid voorzover betrekking hebbend op bedrijven die genoemd zijn onder de punten 1 t/m 5 van het basispakket voor Regionale Uitvoeringsdiensten (versie 2.3 van 23 mei 2011) aangevuld met:

-opslag/transport met opslag gevaarlijke stoffen en/of

eigen tankplaats

-tankstations zonder LPG

-melkveehouderijen en/of mestbassins

-propaan

-bab-bedrijven

-productie/distributie energie

-(afval)waterinzameling en — behandeling

-natte koeltorens

2.2

Opleggen van een last onder bestuursdwang op grond van artikel 125 van de Gemeentewet juncto afdeling 5.3.1 van de Awb, of het opleggen van een last onder dwangsom op grond van afdeling 5.3.2 van de Awb wegens overtreding van een verbod of plicht gesteld bij of krachtens de volgende verordeningen:

-ter plaatse vigerende Bouwverordening;

-artikelen 4.10, 4.11 en 4.12 alsmede artikelen 5.2 en 5.6 Algemene Plaatselijke Verordening Amsterdam 2008;

-Algemene Plaatselijke Verordening Haarlemmermeer;

-Bomenverordening gemeente Amsterdam 2008 en 2010;

-Verordening op de vastgoedregistratie Amsterdam, voor zover dat verbod of die plicht betrekking heeft op reclame of huisnummering en perceelsregistratie;

-Huisvestingsverordening en de

Regionale Huisvestingsverordening

Stadsregio Amsterdam 2010, voor

zover dat verbod of die plicht

betrekking heeft op onttrekking,

samenvoeging of omzetting van

woonruimte of woningsplitsing;

-Garageverordening Amsterdam 2010;

-Brandbeveiligingsverordening

Amsterdam 1995;

-Verordening bodemsanering

Amsterdam 2006.

Let op, voor zover betrekking hebbend op het grondgebied van de gemeente Zaanstad geldt in plaats van al het vorenstaande:

Opleggen van een last onder

bestuursdwang op grond van artikel 125 van de Gemeentewet juncto afdeling 5.3.1 van de Awb, of het opleggen van een last onder dwangsom op grond van afdeling 5.3.2 van de Awb bij of krachtens de volgende verordening:

-Verordening bodemsanering.

Omvat tevens beslissen op handhavingsverzoeken van derden en het besluit tot afzien van handhaving.

2.3

Vaststellen van een kostenbeschikking, als bedoeld in artikel 5:25, zesde lid, nemen van een toepassingsbeschikking, als bedoeld in artikel 5:31a, nemen van een invorderingsbeschikking, als bedoeld in artikel 5:37 en uitvaardigen van dwangbevelen, als bedoeld in artikel 5:10 van de Awb, voor zover dit betrekking heeft op bovengenoemde wet- en regelgeving.

Geen (onder)mandaat t.a.v. beslissingen met betrekking tot deze beschikkingen, welke, ineens of gecumuleerd, het bedrag van € 100.000 overschrijden.

Ten aanzien van beslissingen met betrekking tot

deze beschikkingen, welke, ineens of gecumuleerd, het bedrag van € 100.000 niet overschrijden, is ondermandaat toegestaan.

2.4

Overige (anders dan hierboven in 2.1 en 2.2 genoemde bevoegdheden) bevoegdheden op grond van titel 5.3 van de Awb.

Voor zover betrekking hebbend op het grondgebied van Haarlemmermeer gelden de volgende beperkingen:

Voor zover betrekking hebbend op het grondgebied van de gemeente Amsterdam of Zaanstad, voor zover ter voorbereiding en uitvoering van de taken en bevoegdheden die zijn opgenomen in dit ondermandaatregister.

Voor zover betrekking hebbend op het grondgebied van de gemeente Zaanstad, geldt deze bevoegdheid voorzover betrekking hebbend op bedrijven die genoemd zijn onder de punten 1 t/m 5 van het basispakket voor Regionale Uitvoeringsdiensten (versie 2.3 van 23 mei 2011) aangevuld met:

-opslag/transport met opslag gevaarlijke stoffen en/of eigen tankplaats;

-tankstations zonder LPG

-melkveehouderijen en/of mestbassins

-propaan

-bab-bedrijven

-productie/distributie energie

-(afval)waterinzameling en — behandeling

-natte koeltorens

2.5

Intrekken van een vergunning als bedoeld in artikel 5.19 Wabo

Voor zover betrekking hebbend op het grondgebied van Haarlemmermeer gelden de volgende beperkingen:

Uitsluitend indien en voor zover het betreft:

- Beslissen omtrent intrekken omgevingsvergunning voor bouwen;

- Het intrekken van een beschikking eerste of tweede

fase op grond van artikel 2.5 lid 5 Wabo;

- Het beslissen over aanvragen met betrekking tot het

wijzigen of intrekken van vergunningen als bedoeld in artikel 2.31 en 2.33 Wabo

-Intrekken vergunning (milieuzaken)

Voor zover betrekking hebbend op het grondgebied van de gemeente Zaanstad, alleen voorzover betrekking hebbend op het intrekken van een vergunning milieuzaken.

2.6

Beslissen tot opheffing en opschorting van een last onder dwangsom en tot vermindering van de dwangsom als bedoeld in artikel 5:34 van de Awb, al dan niet op verzoek

Voor zover betrekking hebbend op het grondgebied van Haarlemmermeer gelden de volgende beperkingen:

Geen (onder)mandaat t.a.v. de matiging van dwangsommen, die, ineens of gecumuleerd, het bedrag van € 100.000 overschrijden.

Ten aanzien van de matiging van dwangsommendie, ineens of gecumuleerd, het bedrag van € 100.000,- nietoverschrijden, is (onder)mandaat toegestaan.

Overigens blijft de bevoegdheid tot opheffing en opschortingvan een last onder dwangsom bij de gemeente berusten, hiervoor geldt geen (onder)mandaat aan de directeur van de ODNZKG.

Let op: niet voor zover betrekking hebbend op het

grondgebied van de gemeente Amsterdam of Zaanstad.

2.7

Feitelijke effectueren van

bestuursdwang

Let op: niet voor zover betrekking hebbend op het

grondgebied van de gemeente Haarlemmermeer.

2.8

Indienen van een verzoek om handhaving

Voor zover betrekking hebbend op het omgevingsrecht in algemene zin.

Let op: niet voor zover betrekking hebbend op het

grondgebied van de gemeente Haarlemmermeer.

2.9

Opleggen van een verplichting als bedoeld in de artikelen 13 tot en met 17 van de Woningwet

Voor zover betrekking hebbend op het grondgebied van Haarlemmermeer gelden de volgende beperkingen: Uitsluitend indien en voor zover het betreft het beslissenomtrent aanschrijven om voorzieningen te treffen en/of hetaanbrengen van verbeteringen aan een woning, woonkeet ofwoonwagen, overigens geen mandaat.

Let op: niet voor zover betrekking hebbend op het

grondgebied van de gemeente Zaanstad.

2.10

Doen staken van het gebruik als bepaald in paragraaf 7.2 van de vigerende Bouwverordening van Amsterdam en Haarlemmermeer.

Voor zover betrekking hebbend op het grondgebied van Haarlemmermeer gelden de volgende beperkingen: Toepassen hoofdstuk 6 Bouwverordening met uitzonderingvan de artikelen 6.1.3 en 6.1.4.Uitgezonderd bezwaar enberoep.

Let op: niet voor zover betrekking hebbend op het

grondgebied van de gemeente Zaanstad.

2.11

Beslissen omtrent het uitbrengen, de toezending daaronder begrepen, van de last als bedoeld in de Verordening op de vastgoedregistratie.

Let op: alleen voor zover betrekking hebbend op het

grondgebied van de gemeente Amsterdam.

3 Fysieke leefomgeving

Dit hoofdstuk geldt niet voor taken en bevoegdheden

van de Provincie Noord-Holland.

Wabo en Wro

 

3.1

Beslissen op aanvragen om een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.1, 2.2 en 2.6 van de Wabo

Voor zover betrekking hebbend op het grondgebied van de gemeente Zaanstad, geldt deze bevoegdheid voorzover betrekking hebbend op bedrijven die genoemd zijn onder de punten 1 t/m 5 van het basispakket voor Regionale Uitvoeringsdiensten (versie 2.3 van 23 mei 2011) aangevuld met:

-opslag/transport met opslag gevaarlijke stoffen en/of eigen tankplaats;

-tankstations zonder LPG

-melkveehouderijen en/of mestbassins

-propaan

-bab-bedrijven

-productie/distributie energie

-(afval)waterinzameling en — behandeling

-natte koeltorens

3.2

Beslissen op aanvragen om een beschikking met betrekking tot de eerste of tweede fase zoals bedoeld in artikel 2.5 van de Wabo

Voor zover betrekking hebbend op het grondgebied van de gemeente Zaanstad, geldt deze bevoegdheid voorzover betrekking hebbend op bedrijven die genoemd zijn onder de punten 1 t/m 5 van het basispakket voor Regionale Uitvoeringsdiensten (versie 2.3 van 23 mei 2011) aangevuld met:

-opslag/transport met opslag gevaarlijke stoffen en/of eigen tankplaats;

-tankstations zonder LPG

-melkveehouderijen en/of mestbassins

-propaan

-bab-bedrijven

-productie/distributie energie

-(afval)waterinzameling en — behandeling

-natte koeltorens

3.3

Beslissen op verzoeken om goedkeuring of toestemming die benodigd is op grond van de voorschriften opgenomen in de onder nr. 3.1 genoemde vergunning

 

3.4

Opleggen van nadere eisen op grond van de voorschriften opgenomen in de onder nr. 3.1 genoemde vergunning

 

3.5

Beslissen op aanvragen om een ontheffing van de voorschriften opgenomen in de onder nr. 3.1 genoemde vergunning

 

3.6

Beslissen op verzoeken om vergoeding van kosten en schade, dan wel ambtshalve te besluiten tot het vergoeden van kosten en schade als bedoeld in artikel 4.2, eerste lid, van de Wabo

Let op: niet voor zover betrekking hebbend op het

grondgebied van de gemeente Haarlemmermeer

Voor zover betrekking hebbend op het grondgebied van de gemeente Zaanstad, geldt deze bevoegdheid voorzover betrekking hebbend op bedrijven die genoemd zijn onder de punten 1 t/m 5 van het basispakket voor Regionale Uitvoeringsdiensten (versie 2.3 van 23 mei 2011) aangevuld met:

-opslag/transport met opslag gevaarlijke stoffen en/of eigen tankplaats;

-tankstations zonder LPG

-melkveehouderijen en/of mestbassins

-propaan

-bab-bedrijven

-productie/distributie energie

-(afval)waterinzameling en — behandeling

-natte koeltorens

3.7

Beslissen over het verlenen van toestemming om de omgevingsvergunning over te dragen zoals bedoeld in artikel 2.25, lid 3, onder b, van de Wabo

Let op: niet voor zover betrekking hebbend op het

grondgebied van de gemeente Haarlemmermeer.

Voor zover betrekking hebbend op het grondgebied van de gemeente Zaanstad, geldt deze bevoegdheid voorzover betrekking hebbend op bedrijven die genoemd zijn onder de punten 1 t/m 5 van het basispakket voor Regionale Uitvoeringsdiensten (versie 2.3 van 23 mei 2011) aangevuld met:

-opslag/transport met opslag gevaarlijke stoffen en/of eigen tankplaats;

-tankstations zonder LPG

-melkveehouderijen en/of mestbassins

-propaan

-bab-bedrijven

-productie/distributie energie

-(afval)waterinzameling en — behandeling

-natte koeltorens

3.8

Beslissen over aanvragen met betrekking tot het wijzigen of intrekken van vergunningen als bedoeld in artikel 2.31 en 2.33 van de Wabo

Voor zover betrekking hebbend op het grondgebied van de gemeente Zaanstad: - uitgezonderd wanneer het gaat om monumenten en archeologie, en;

-voor zover betrekking hebbend op het grondgebied van de gemeente Zaanstad, geldt deze bevoegdheid voorzover betrekking hebbend op bedrijven die genoemd zijn onder de punten 1 t/m 5 van het basispakket voor Regionale Uitvoeringsdiensten (versie 2.3 van 23 mei 2011) aangevuld met:

-opslag/transport met opslag gevaarlijke stoffen en/of eigen tankplaats;

-tankstations zonder LPG

-melkveehouderijen en/of mestbassins

-propaan

-bab-bedrijven

-productie/distributie energie

-(afval)waterinzameling en — behandeling

-natte koeltorens

3.9

Adviseren van andere bestuursorganen inzake een omgevingsvergunning zoals bedoeld in de Wabo

 

3.10

Verzoeken om intrekking of wijziging van een omgevingsvergunning als bedoeld in de Wabo

Voor zover betrekking hebbend op het grondgebied van de gemeente Zaanstad: - uitgezonderd wanneer het gaat om monumenten en archeologie, en;

-deze bevoegdheid geldt voorzover betrekking hebbend op bedrijven die genoemd zijn onder de punten 1 t/m 5 van het basispakket voor Regionale Uitvoeringsdiensten (versie 2.3 van 23 mei 2011) aangevuld met:

-opslag/transport met opslag gevaarlijke stoffen en/of eigen tankplaats;

-tankstations zonder LPG

-melkveehouderijen en/of mestbassins

-propaan

-bab-bedrijven

-productie/distributie energie

-(afval)waterinzameling en — behandeling

-natte koeltorens

3.11

Indienen van zienswijzen tegen een ontwerp van een omgevingsvergunning als bedoeld in de Wabo

 

3.12

Beslissen geen exploitatieplan vast te stellen zoals bedoeld in artikel 6.12 lid 2 Wro, naar aanleiding van een omgevingsvergunning waarbij met toepassing van artikel 2.12 lid 1, onder a sub 3, van de Wabo, van het bestemmingsplan of de beheersverordening wordt afgeweken

Let op: niet voor zover betrekking hebbend op het

grondgebied van de gemeente Haarlemmermeer of Zaanstad.

3.13

Uitoefenen van de bevoegdheid tot jaarlijkse herziening van exploitatieplan zoals bedoeld in artikel 6.15, eerste lid, Wro voor zover de herziening uitsluitend betrekking heeft op niet-structurele onderdelen zoals bedoeld in artikel 6.15, derde lid Wro en het eerste exploitatieplan is vastgesteld naar aanleiding van een omgevingsvergunning waarbij met toepassing van artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3°, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, van het bestemmingsplan is afgeweken

Let op: niet voor zover betrekking hebbend op het

grondgebied van de gemeente Haarlemmermeer of Zaanstad.

3.14

Verhalen van de kosten zoals bedoeld in artikel 6.17 van de Wro

Let op: niet voor zover betrekking hebbend op het

grondgebied van de gemeente Haarlemmermeer of Zaanstad.

3.15

Uitoefenen van de bevoegdheid ex artikel 6.21 van de Wro

Let op: niet voor zover betrekking hebbend op het

grondgebied van de gemeente Haarlemmermeer of Zaanstad.

3.16

Zorgdragen voor de procedure inzake milieu-effectrapportage als bedoeld in hoofdstuk 7 van de Wm, voorzover de procedure van de milieu-effectrapportage moet worden doorlopen ten behoeve van de vergunningverlening op grond van de Wabo

Let op: niet voor zover betrekking hebbend op het

grondgebied van de gemeente Haarlemmermeer.

Voor zover betrekking hebbend op het grondgebied van de gemeente Zaanstad:

-uitgezonderd wanneer het gaat om monumenten en

archeologie, en;

-voor zover betrekking hebbend op het grondgebied van de gemeente Zaanstad, geldt deze bevoegdheid voorzover betrekking hebbend op bedrijven die genoemd zijn onder de punten 1 t/m 5 van het basispakket voor Regionale Uitvoeringsdiensten (versie 2.3 van 23 mei 2011) aangevuld met:

-opslag/transport met opslag gevaarlijke stoffen en/of eigen tankplaats;

-tankstations zonder LPG

-melkveehouderijen en/of mestbassins

-propaan

-bab-bedrijven

-productie/distributie energie

-(afval)waterinzameling en — behandeling

-natte koeltorens

Coördinatie besluitvorming Wro - Waterwet - Wabo

 

3.17

Zorgdragen voor de procedure met betrekking tot coördinatie van besluitvorming over projecten van gemeentelijk belang als bedoeld in artikelen 3.30, 3.31 en 3.32 van de Wro

Let op: niet voor zover betrekking hebbend op het

grondgebied van de gemeente Haarlemmermeer.

Voor zover betrekking hebbend op het grondgebied van de gemeente Zaanstad:

-uitgezonderd wanneer het gaat om monumenten en

archeologie, en;

-voor zover betrekking hebbend op het grondgebied van de gemeente Zaanstad, geldt deze bevoegdheid voorzover betrekking hebbend op bedrijven die genoemd zijn onder de punten 1 t/m 5 van het basispakket voor Regionale Uitvoeringsdiensten (versie 2.3 van 23 mei 2011) aangevuld met:

-opslag/transport met opslag gevaarlijke stoffen en/of eigen tankplaats;

-tankstations zonder LPG

-melkveehouderijen en/of mestbassins

-propaan

-bab-bedrijven

-productie/distributie energie

-(afval)waterinzameling en — behandeling

-natte koeltorens

3.18

Zorgdragen voor de coördinatie van de voorbereiding van beschikking krachtens de artikel 6.2 van de Waterwet en omgevingsvergunningen zoals bedoeld in paragraaf 3.5 van de Wabo

Let op: niet voor zover betrekking hebbend op het

grondgebied van de gemeente Haarlemmermeer.

Voor zover betrekking hebbend op het grondgebied van de gemeente Zaanstad:

-uitgezonderd wanneer het gaat om monumenten en

archeologie, en;

-voor zover betrekking hebbend op het grondgebied van de gemeente Zaanstad, geldt deze bevoegdheid voorzover betrekking hebbend op bedrijven die genoemd zijn onder de punten 1 t/m 5 van het basispakket voor Regionale Uitvoeringsdiensten (versie 2.3 van 23 mei 2011) aangevuld met:

-opslag/transport met opslag gevaarlijke stoffen en/of eigen tankplaats;

-tankstations zonder LPG

-melkveehouderijen en/of mestbassins

-propaan

-bab-bedrijven

-productie/distributie energie

-(afval)waterinzameling en — behandeling

-natte koeltorens.

Wet geluidhinder

 

3.19

Doen van een verzoek tot het

vaststellen van hogere grenswaarden vanwege een weg, industrieterrein en/of spoorweg als bedoeld in artikel 110a van de Wet geluidhinder juncto het Besluit geluidhinder.

Let op: niet voor zover betrekking hebbend op het

grondgebied van de gemeente Haarlemmermeer en Zaanstad.

3.20

Beslissen op verzoeken tot het

vaststellen van hogere grenswaarden vanwege een weg, industrieterrein en/of spoorweg als bedoeld in artikel 110a van de Wet geluidhinder juncto het Besluit geluidhinder, in samenhang

met het besluiten omtrent een

omgevingsvergunning.

Let op: niet voor zover betrekking hebbend op het

grondgebied van de gemeente Haarlemmermeer en Zaanstad.

3.21

Uitvoeren van zonebeheer zoals

bedoeld in artikel 163, het opstellen

van een zonebeheerplan zoals bedoeld in artikel 164 en het verlangen van gegevens zoals bedoeld in 165 van de Wet geluidhinder.

Let op: niet voor zover betrekking hebbend op het

grondgebied van de gemeente Haarlemmermeer.

Wet aanvullende regels veiligheid

wegtunnels

 

3.22

Uitoefenen van bevoegdheden en het uitvoeren van taken toegekend bij of krachtens de Wet aanvullende regels veiligheid wegtunnels.

Let op: niet voor zover betrekking hebbend op het

grondgebied van de gemeente Zaanstad.

Fysieke leefomgeving - overig

 

3.23

Uitoefenen van bevoegdheden en het uitvoeren van taken op grond van de Bouwverordening en het Bouwbesluit 2012.

Voor zover betrekking hebbend op het grondgebied van de gemeente Haarlemmermeer geldt de volgende beperking: Indien en voor zover het betreft het beslissen omtrent vrijstelling/ontheffing Bouwbesluit.

Let op: niet voor zover betrekking hebbend op het grondgebied van de gemeente Zaanstad.

3.24

Beslissen op mededelingen/verzoeken om ontheffing voor het aanbrengen van reclame, als bedoeld in artikel 4.10, 4.11 en 4.12 van de APV Amsterdam.

Let op: niet voor zover betrekking hebbend op het

grondgebied van de gemeente Haarlemmermeer en Zaanstad.

3.25

Aanvragen van een verklaring van

geen bezwaar als bedoeld in artikel 8.9 van de Wet luchtvaart.

Let op: niet voor zover betrekking hebbend op het

grondgebied van de gemeente Haarlemmermeer en Zaanstad.

Verordening op de

Vastgoedregistratie 2011

 

3.26

Het beslissen inzake het toekennen, wijzigen en het intrekken van een nummering van objecten, als bedoeld in artikelen 4 tot en met 8 van de Verordening op de Vastgoedregistratie Amsterdam 2011.

Let op: niet voor zover betrekking hebbend op het

grondgebied van de gemeente Haarlemmermeer en Zaanstad.

Huisvestingswet

 

3.27

Beslissen op aanvragen om een

vergunning tot onttrekking,

samenvoeging of omzetting van

woonruimte, als bedoeld in artikel 30 van de Huisvestingswet in samenhang met de Regionale

Huisvestingsverordening Stadsregio Amsterdam 2010.

Let op: niet voor zover betrekking hebbend op het

grondgebied van de gemeente Haarlemmermeer en Zaanstad.

3.28

Het beslissen inzake het toekennen, wijzigen en het intrekken van een nummering van objecten, als bedoeld in artikelen 4 tot en met 8 van de Verordening op de Vastgoedregistratie Amsterdam 2011.

Let op: alleen voor zover betrekking hebbend op het

grondgebied van de gemeente Amsterdam.

4 Milieuzaken

Dit hoofdstuk geldt niet voor taken en bevoegdheden

van de Provincie Noord-Holland.

Wet milieubeheer

 

4.1

Het uitoefenen van bevoegdheden en het uitvoeren van taken op grond van bij of krachtens hoofdstuk 8, 10, 17, 19 en 20 en titel 12.3 van de Wet milieubeheer (Wm) gestelde regels.

Voor zover betrekking hebbend op het grondgebied van de

gemeente Zaanstad, geen ondermandaat betreffende

handhaving Afvalstoffenverordening Zaanstad (hoofdstuk 10), met uitzondering van bedrijfsafval. Tevens geen ondermandaat voorzover het Wet geluidhinder en Wet bodembescherming betreft, waarvan de bevoegdheid tot het nemen van een besluiten niet aan de ODNZKG zijn gemandateerd (hoofdstuk 20).

4.2

Het uitoefenen van bevoegdheden en het uitvoeren van taken op grond van bij of krachtens hoofdstuk 7 van de Wm gestelde regels voor zover deze besluiten moeten worden genomen in verband met vergunningverlening op grond van de Wabo.

 

APV

 

4.3

Beslissen op een aanvraag om een

vuurwerkvergunning als bedoeld in

artikel 5.2 van de APV Amsterdam en als bedoeld in de geldende APV van de gemeente Haarlemmermeer.

Let op: niet voor zover betrekking hebbend op het

grondgebied van de gemeente Zaanstad.

4.4

Verlenen van geluid- en

lichtontheffingen o.g.v. artikel 5.6 van de APV Amsterdam en als bedoeld in de geldende APV van de gemeente Haarlemmermeer.

Let op: niet voor zover betrekking hebbend op het

grondgebied van de gemeente Zaanstad.

Wet bodembescherming

 

4.5

A.

Voor zover betrekking hebbend op het grondgebied van de gemeente

Haarlemmermeer:

i.uitoefenen van

bevoegdheden en het uitvoeren van taken toegekend bij of krachtens het Besluit lozen buiten inrichtingen;

ii.uitoefenen van

bevoegdheden en het uitvoeren van taken toegekend bij of krachtens het Besluit bodemkwaliteit;

iii.aanschrijven op grond van artikel 13 Wbb, voor zover er sprake is van een inrichting;

iv.op grond van artikel 41 Wbb melden bij Gedeputeerde Staten van de bij de gemeente bekende binnen de gemeentegrenzen gelegen onderzoeksgevallen en gevallen van ernstige bodemverontreiniging.

B.

Voor zover betrekking hebbend op het grondgebied van de gemeente

Zaanstad en Amsterdam, uitoefenen van bevoegdheden en het uitvoeren van taken op grond van bij of krachtens hoofdstuk III van de Wet bodembescherming (Wbb) gestelde regels.

 

4.6

De vaststelling op grond van artikel

44, eerste lid, van het Besluit

bodemkwaliteit, van gebiedsspecifiek toetsingskader voor de algemene toepassing van grond en baggerspecie, voor zover het beperkte aanpassingen met een uitvoerend karakter betreft van de op 4 april 2012 door de gemeenteraad Amsterdam vastgestelde nota

bodembeheer.

Het gaat om beperkte aanpassingen met een uitvoerend

karakter van de nota bodembeheer en de bijbehorende

bodemkwaliteitskaart, bijvoorbeeld: het actualiseren van de bodemkwaliteitskaart, uitbreiding van het beheergebied, acceptatie van bodemkwaliteitskaarten van andere gemeenten of het toevoegen van data van nieuwe parameters.

Let op: alleen voor zover betrekking hebbend op het

grondgebied van de gemeente Amsterdam.

4.7

Uitoefenen van bevoegdheden en het uitvoeren van taken toegekend bij het Besluit bodemkwaliteit.

Let op: alleen voor zover betrekking hebbend op het

grondgebied van de gemeente Haarlemmermeer.

4.8

Uitoefenen van bevoegdheden en het uitvoeren van taken die voortvloeien uit artikel 88 van de Wbb.

Let op: niet voor zover betrekking hebbend op het grondgebied van de gemeente Haarlemmermeer.

4.9

Aan de instemming met een

saneringsplan en/ of de instemming

met een nazorgplan verbinden van

een voorschrift tot het stellen van

financiële zekerheid als bedoeld in

artikel 39f van de Wbb.

Let op: niet voor zover betrekking hebbend op het grondgebied van de gemeente Haarlemmermeer.

4.10

Beslissen op aanvragen om subsidie in het kader van de subsidieregeling bodemsanering bedrijven, gebaseerd op artikel 76j van de Wbb.

Let op: niet voor zover betrekking hebbend op het grondgebied van de gemeente Zaanstad en Haarlemmermeer.

5 Overgangsrecht

Let op: voor zover betrekking hebbend op

het grondgebied van de gemeente

Haarlemmermeer, op aangelegenheden die nog niet zijn afgehandeld op de datum van inwerkingtreding van het Mandaatbesluit blijft de tot die datum geldende mandaatregeling van toepassing.

Dit hoofdstuk geldt alleen voor de gemeente Amsterdam.

5.1

Het beslissen op aanvragen om een

bouwvergunning als bedoeld in

hoofdstuk 4, afdeling 1 van de

Woningwet, alsmede het verlenen van de daarvoor noodzakelijke

vrijstellingen/ontheffingen op grond

van de Bouwverordening Amsterdam 2003 en het Bouwbesluit

Let op: slechts voor zover betrekking hebbend op het

grondgebied van de gemeente Amsterdam.

5.2

Het beslissen op aanvragen om

vrijstelling als bedoeld in:

a.artikel 15 van de Wet op de

Ruimtelijke Ordening;

b.artikel 17 juncto artikel 18 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening;

c artikel 19, eerste lid, juncto artikel

19a van de Wet op de Ruimtelijke

Ordening, met inachtneming van het bepaalde in het delegatiebesluit van 10 mei 2000 (Gemeenteblad 2000, afd. 3, volgnr. 54);

d.artikel 19, tweede lid, van de Wet op de Ruimtelijke Ordening juncto artikel 19a van de Wet op de Ruimtelijke Ordening;

e.artikel 19, derde lid, van de Wet op de Ruimtelijke Ordening juncto artikel 19a van de Wet op de Ruimtelijke Ordening.

Let op: slechts voor zover betrekking hebbend op het

grondgebied van de gemeente Amsterdam.

5.3

Het beslissen op aanvragen om

ontheffingen dan wel het nemen van een projectbesluit als bedoeld in:

a.artikel 3.6, lid 1, sub c, Wet

ruimtelijke ordening;

b.artikel 3.10 Wet ruimtelijke

ordening juncto artikel 3.11 en 3.12

Wet ruimtelijke ordening;

c artikel 3.22 Wet ruimtelijke

ordening juncto artikel 3.24 Wet

ruimtelijke ordening;

d.artikel 3.23 Wet ruimtelijke

ordening juncto artikel 3.24 Wet

ruimtelijke ordening;

e.artikel 3.38, lid 4, Wet ruimtelijke

ordening;

f.artikel 3.40 wet ruimtelijke

ordening, juncto artikel 3.11 en 3.12

Wet ruimtelijke ordening.

Let op: slechts voor zover betrekking hebbend op het

grondgebied van de gemeente Amsterdam.

5.4

Het beslissen op aanvragen om

vrijstelling als bedoeld in:

a.artikel 15 van de Wet op de

Ruimtelijke Ordening;

b.artikel 17 juncto artikel 18 van de

Wet op de Ruimtelijke Ordening;

c artikel 19, eerste lid, juncto artikel

19a van de Wet op de Ruimtelijke

Ordening, met inachtneming van het

bepaalde in het delegatiebesluit van

10 mei 2000 (Gemeenteblad 2000,

afd. 3, volgnr. 54);

d.artikel 19, tweede lid, van de Wet

op de Ruimtelijke Ordening juncto

artikel 19a van de Wet op de

Ruimtelijke Ordening;

e.artikel 19, derde lid, van de Wet op

de Ruimtelijke Ordening juncto artikel

19a van de Wet op de Ruimtelijke

Ordening.

Let op: slechts voor zover betrekking hebbend op het

grondgebied van de gemeente Amsterdam.

5.5

het beslissen op aanvragen om

ontheffing/ verzoek om een

projectbesluit te nemen als bedoeld in

artikel 46 lid 3 Woningwet:

a.artikel 46, lid 3, van de Woningwet

in samenhang met artikel 3.6, lid 1,

sub c, van de Wet ruimtelijke

ordening;

b.artikel 46, lid 3, van de Woningwet

in samenhang met artikel 3.10 van de

Wet ruimtelijke ordening juncto artikel

3.11 en 3.12 van de Wet ruimtelijke

ordening;

c.artikel 46, lid 3, van de Woningwet

in samenhang met artikel 3.22 en

3.23 van de Wet ruimtelijke ordening

juncto artikel 3.24 van de Wet

ruimtelijke ordening;

d.artikel 46, lid 3, Wet ruimtelijke

ordening in samenhang met artikel

38, lid 4, Wet ruimtelijke ordening;

e.artikel 46, lid 3, van de Woningwet

in samenhang met artikel 3.40 van de

Wet ruimtelijke ordening juncto artikel

3.10, 3.11 en 3.12 van de Wet

ruimtelijke ordening.

Let op: slechts voor zover betrekking hebbend op het

grondgebied van de gemeente Amsterdam.

5.6

het beslissen op aanvragen om een

sloopmelding/sloopvergunning als

bedoeld in hoofdstuk 8 van de

Bouwverordening Amsterdam 2003,

artikel 3.3 en 3.20 van de Wet

ruimtelijke ordening en artikel 37 van

de Monumentenwet 1988.

Let op: slechts voor zover betrekking hebbend op het

grondgebied van de gemeente Amsterdam.

5.7

het beslissen op aanvragen om of

over intrekking van een

aanlegvergunning als bedoeld in de

artikelen 3.16 tot en met 3.19 van de

Wet ruimtelijke ordening.

Let op: slechts voor zover betrekking hebbend op het grondgebied van de gemeente Amsterdam.

5.8

het beslissen op een aanvraag om

gebruiksvergunning, het opleggen van voorwaarden, en het weigeren,

intrekken of wijzigen van een

gebruiksvergunning als bedoeld in de

artikelen 2.11.2 tot en met 2.11.6 van

het Besluit brandveilig gebruik

bouwwerken.

Let op: slechts voor zover betrekking hebbend op het grondgebied van de gemeente Amsterdam.

5.9

het beslissen op aanvragen om of

over intrekking van een

aanlegvergunning als bedoeld in de

artikelen 3.16 tot en met 3.19 van de Wet ruimtelijke ordening.

Let op: slechts voor zover betrekking hebbend op het grondgebied van de gemeente Amsterdam.

5.10

het beslissen op aanvragen om een vergunning als bedoeld in artikel 8.1, eerste lid, en 8.4 van de Wm voor categorieën van inrichtingen uit het Inrichtingen- en vergunningenbesluit Milieubeheer.

Let op: slechts voor zover betrekking hebbend op het grondgebied van de gemeente Amsterdam.

5.11

het opleggen van nadere eisen op

grond van de voorschriften

opgenomen in de onder punt 5.10

genoemde vergunningen.

Let op: slechts voor zover betrekking hebbend op het grondgebied van de gemeente Amsterdam.

5.12

het beslissen op aanvragen om een

ontheffing van de voorschriften

opgenomen in de onder punt 5.10

genoemde vergunningen

Let op: slechts voor zover betrekking hebbend op het grondgebied van de gemeente Amsterdam.

5.13

het beslissen op verzoeken om

goedkeuring of toestemming die

benodigd is op grond van de

voorschriften opgenomen in de onder punt 5.10 genoemde vergunningen.

Let op: slechts voor zover betrekking hebbend op het grondgebied van de gemeente Amsterdam.

5.14

het beslissen op verzoeken om

vergoeding van kosten en schade, dan wel ambtshalve te besluiten tot het vergoeden van kosten en schade als bedoeld in artikel 15.20, eerste en tweede lid van de Wm.

Let op: slechts voor zover betrekking hebbend op het grondgebied van de gemeente Amsterdam.

5.15

het stellen van nadere eisen, zoals

bedoeld in artikel 12, tweede lid en 15 van het Bouwstoffenbesluit bodem- en oppervlaktewater-bescherming.

Let op: slechts voor zover betrekking hebbend op het grondgebied van de gemeente Amsterdam.

5.16

het opleggen van gedoogverplichtingen, zoals bedoeld in artikel 16 van het Bouwstoffenbesluit

bodem- en oppervlaktewaterbescherming.

Let op: slechts voor zover betrekking hebbend op het grondgebied van de gemeente Amsterdam.

 

Hoofdstuk 6 provinciale bevoegdheden

Dit hoofdstuk geldt niet voor taken en bevoegdheden van de gemeente Amsterdam, Zaanstad en haarlemmermeer

 

1. Vergunningen

 

6.1

De bevoegdheden met betrekking tot besluiten over de omgevingsvergunning voor projecten en activiteiten als genoemd in hoofdstuk 2 van de Wabo, voor zover het omgevingsvergunningen betreft voor BRZO en IPPC inrichtingen. De bevoegdheid betreft de Wabo omgevingsvergunning, inclusief geïntegreerde en aangehaakte toestemmingen, en inclusief de coördinatie van vergunningen als dat wettelijk is vereist.

Leidinggevende vergunningverlening

Het ondermandaat geldt voor het grondgebied van de provincie Noord-Holland.

Uitgezonderd de voorbereiding van de inhoud van besluiten en besluitonderdelen die betrekking hebben op:

-Nb Wet;

-Provinciale verordeningen.

Het is niet toegestaan besluiten te nemen die strijdig zijn met door GS voorbereide besluiten en besluitonderdelen.

Als sprake is van een overschrijding van de oriëntatiewaarde voor het groepsrisico als bedoeld in het Bevi kan de bevoegdheid alleen worden uitgeoefend na instructie van GS.

Het ondermandaat geldt niet voor de in de toelichting bij artikel 1.1. genoemde bedrijven.

6.2

Het in de gelegenheid stellen van het uitbrengen van advies als bedoeld in artikel 2.26 van de Wabo.

Leidinggevende vergunningverlening

Het ondermandaat geldt voor het grondgebied van de provincie Noord-Holland. Het ondermandaat geldt niet voor de in de toelichting bij artikel 1.1. genoemde bedrijven.

6.3

De omgevingsvergunning voor de verwezenlijking van een project van provinciaal ruimtelijk belang waarbij met toepassing van artikel 2.12,°1, a, 3° van de Wabo, van het bestemmingsplan of beheersverordening wordt afgeweken, voor zover GS bij afzonderlijk besluit hebben besloten dat het project van provinciaal belang is.

Omvat de bevoegdheden met betrekking tot de coördinatie van besluiten zoals bedoeld in artikel 3.33, tweede en derde lid van de Wro, inclusief het nemen van besluiten.

Omvat de voorbereiding van besluiten op grond van artikel 3:34, eerste lid van de Wro, GS besluiten zelf.

Leidinggevende vergunningverlening

Geldt voor het grondgebied van de gehele provincie Noord-Holland.

Omvat niet de door GS op grond van artikel 6.6.1 van het Bor af te geven vvgb (verklaring van geen bedenkingen voor het afwijken van rechtstreeks werkende bepalingen van de provinciale ruimtelijke verordening).

Heeft geen betrekking op de door PS af te geven verklaring van geen bedenkingen.

Uitgezonderd de voorbereiding van de inhoud van besluiten en besluitonderdelen die betrekking hebben op:

-Nb Wet;

-Provinciale verordeningen.

Het is niet toegestaan besluiten te nemen die strijdig zijn met door GS voorbereide besluiten en besluitonderdelen.

Als sprake is van een overschrijding van de oriëntatiewaarde voor het groepsrisico als bedoeld in het Bevi kan de bevoegdheid alleen worden uitgeoefend na instructie van GS.

6.4

Omgevingsvergunningen op grond van artikel 2.1°, onder a, b, c en g van de Wabo en het verlenen van een binnenplanse ontheffing op grond van artikel 3.6, °1, onder c van de Wro indien Provinciale Staten bij de vaststelling van een inpassingsplan hebben besloten dat GS bevoegd gezag zijn.

Omvat de bevoegdheden met betrekking tot de coördinatie van besluiten zoals bedoeld in artikel 3.33, tweede en derde lid van de Wro, inclusief het nemen van besluiten.

Omvat de voorbereiding van besluiten op grond van artikel 3:34, eerste lid van de Wro, GS besluiten zelf.

Leidinggevende vergunningverlening

Geldt voor het grondgebied van de provincie Noord-Holland.

Omvat niet de door GS op grond van artikel 6.6, eerste lid van het Bor af te geven vvgb.

Heeft geen betrekking op een verklaring van geen bedenkingen van PS.

Omvat niet de wijziging van een bestemmingsplan (3.6, °1a Wro); de uitwerking van een bestemmingsplan (artikel 3.6°1b Wro, en het stellen van nadere eisen (3.6, °1d Wro).

Uitgezonderd de voorbereiding van de inhoud van besluiten en besluitonderdelen die betrekking hebben op:

-Nb Wet;

-Provinciale verordeningen.

Het is niet toegestaan besluiten te nemen die strijdig zijn met door GS voorbereide besluiten en besluitonderdelen.

Als sprake is van een overschrijding van de oriëntatiewaarde voor het groepsrisico als bedoeld in het Bevi kan de bevoegdheid alleen worden uitgeoefend na instructie van GS.

6.5

Zorgdragen voor de procedure inzake milieueffectrapportage, als bedoeld in hoofdstuk 7 van de Wm.

Leidinggevende vergunningverlening

Voor zover deze moet worden doorlopen ten behoeve van de in dit mandaatbesluit gemandateerde bevoegdheden.

6.6

Uitvoeren van zonebeheer zoals bedoeld in artikel 163 van de Wet geluidhinder, en het verlangen van gegevens zoals bedoeld in artikel 165 van de Wet geluidhinder.

Leidinggevende

Geldt voor het grondgebied van de provincie Noord-Holland.

6.7

a.Het verlenen van ontheffing van het stortverbod voor het storten buiten inrichtingen. ;

b.Het afgeven van een vvgb voor ondergrondse opslagafvalstoffen voor inrichtingen die vallen onder artikel 3.3, lid 4a van het Bor, op verzoek van het Ministerie van Economische Zaken.

c.Het op grond van artikel 9f, eerste en tweede lid van de Elektriciteitswet 1998 coördineren en voorbereiden van besluiten, aangewezen op grond van artikel 9d, eerste lid, van de Elektriciteitswet 1998 ten behoeve van de aanleg of uitbreiding van een productie-installatie als bedoeld in artikel 9e, eerste lid van de Elektriciteitswet.

Leidinggevende vergunningverlening

De bevoegdheden onder a, b en c gelden voor het grondgebied van de gehele provincie Noord-Holland.

Bij punt c:

-De besluiten die gecoördineerd dienen te worden behandeld voor windturbines c.q. windturbineparken met een vermogen van 5-100 MW, zijn nader genoemd in artikel 1 van het Uitvoeringsbesluit rijkscoördinatie-regeling energie-infrastructuurprojecten.

GS nemen besluiten met betrekking tot windturbines zelf. De ODNZKG bereidt de besluiten voor.

-Onder gelijkluidende beperkingen -al naar gelang het soort besluit- de voorwaarden zoals hiervoor genoemd onder 1.1 tot en met 1.6;

-De bevoegdheid als bedoeld in artikel 9f, zesde lid Elektriciteitswet 1998 (het afzien van coördinatie) kan alleen worden uitgeoefend na instructie van GS.

2. TOEZICHT EN HANDHAVING

Bevoegdheden worden uitsluitend opgedragen voor zover passend binnen het kader en geografisch bereik van de hierboven overgedragen (vergunnings)taken.

6.8

Toezicht en handhaving volgens artikel 5.2 van de Wabo met betrekking tot BRZO en IPPC inrichtingen waarvoor GS bevoegd gezag zijn en toezicht en handhaving met betrekking tot overige bevoegdheden die in mandaat zijn gegeven.

Het toezicht en de handhaving betreffende windturbines

Leidinggevende handhaving

Omvat het nemen van besluiten.

Geldt voor het grondgebied van de gehele provincie Noord-Holland.

Omvat niet toezicht en handhaving op het gebied van de:

-Nb Wet;

-Provinciale verordeningen.

Het mandaat geldt niet voor de in de toelichting bij artikel 1.1. genoemde bedrijven.

voor zover windturbines zich buiten het grondgebied van de ODNZKG bevinden- tot het moment dat de windturbines conform de vergunning zijn gerealiseerd en de vergunningen onherroepelijk zijn geworden.

6.9

Het afhandelen van meldingen Besluit bodemkwaliteit, en het milieutoezicht en de handhaving op activiteiten die vallen onder het Besluit bodemkwaliteit voor zover verricht door bedrijven of instellingen, en voor zover het die activiteiten betreft.

Leidinggevende handhaving

Voor zover GS bevoegd gezag zijn. Omvat het nemen van besluiten. Geldt voor het grondgebied van de gemeenten die deel uitmaken van de veiligheidsregio’s Amsterdam –Amstelland, Kennemerland, en Zaanstreek-Waterland, voor zover deze gemeenten geen deel uitmaken van of zijn verbonden aan een andere omgevingsdienst.

6.10

Het milieutoezicht en de handhaving van meldingen en besluiten op grond van of krachtens de Wet bodembescherming, voor de activiteiten bodemonderzoek, bodemsanering, sanering van bedrijfsterreinen, en nazorgmaatregelen, inclusief toezicht en handhaving betreffende gevallen van ernstige verontreiniging en gevallen van verontreiniging die onder de zorgplicht vallen, en betreffende lozing van grondwater bij bodemsanering en proefbronnering.

Leidinggevende handhaving

Voor zover GS bevoegd gezag zijn. Omvat het nemen van besluiten. Geldt voor het grondgebied van de gemeenten die deel uitmaken van de veiligheidsregio’s Amsterdam –Amstelland, Kennemerland, en Zaanstreek-Waterland, voor zover deze gemeenten geen deel uitmaken van of zijn verbonden aan een andere omgevingsdienst.

Geldt voor toezicht op en handhaving van de zorgplicht en toezicht op en handhaving van de door GS gegeven aanwijzingen voor nieuwe gevallen van verontreiniging (binnen Wm inrichtingen) voor het grondgebied van de provincie Noord-Holland en voorzover GS op grond van de Wabo bevoegd gezag zijn voor deze inrichtingen.

6.11

Het milieutoezicht en de handhaving met betrekking tot bedrijfsmatige activiteiten met betrekking gevaarlijke afvalstoffen, bedrijfsafvalstoffen en ingezamelde huishoudelijke afvalstoffen, asbest, vuurwerkopslagen, bouwstoffen, grond, baggerspecie, meststoffen, dierlijke vetten, schroot, destructiemateriaal, explosieven voor civiel gebruik of andere gevaarlijke stoffen. Het gaat hierbij om het ketengerichte milieutoezicht.

Leidinggevende handhaving

Voor zover GS bevoegd gezag zijn. Omvat het nemen van besluiten. Geldt voor het grondgebied van de gemeenten die deel uitmaken van de veiligheidsregio’s Amsterdam –Amstelland, Kennemerland, en Zaanstreek-Waterland, voor zover deze gemeenten geen deel uitmaken van of zijn verbonden aan een andere omgevingsdienst.

Uitgezonderd handhaving en toezicht op vuurwerkevenementen.

 

3. AWB - BEZWAAR EN BEROEP

Bevoegdheden worden uitsluitend opgedragen voor zover passend binnen het kader en geografisch bereik van de hierboven opgedragen bevoegdheden.

6.12

Het vaststellen/indienen van verweerschriften en zienswijzen en andere processtukken in het kader van procedures;

Procesvertegenwoordiging namens het bevoegd gezag bij de administratieve rechter, inclusief het optreden ter zitting.

in het kader van beroepsprocedures bij de administratieve rechter en de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State, voor zover sprake is van eerste aanleg, inclusief de vertegenwoordiging ter zitting.

Leidinggevende

Onder deze bevoegdheid valt niet:

1.Het instellen van hoger beroep;

2.De bevoegdheid tot schikken voorafgaande, tijdens of na afloop van de zitting;

Voor vertegenwoordiging ter zitting kan de directeur medewerkers schriftelijk machtigen.

3.Beroepsprocedures over windturbines op grond van artikel 9f van de Elektriciteitswet.

6.13

Het vaststellen en indienen van verweerschriften en de vertegenwoordiging ter zitting bij de Hoor- en Adviescommissie van de provincie.

Leidinggevende

Voor vertegenwoordiging ter zitting kan de directeur medewerkers schriftelijk machtigen.

6.14

Het opstellen inclusief het voorbereiden van beslissingen op bezwaar.

Leidinggevende

Het betreft alleen de voorbereiding, uitgezonderd het horen, GS besluiten zelf.

 

4. AWB Algemeen

Bevoegdheden worden uitsluitend opgedragen voor zover passend binnen het kader en geografisch bereik van de hierboven opgedragen bevoegdheden.

6.15

Beslissen tot het doorzenden van stukken op grond van artikel 2:3 van de Awb.

Medewerker

6.16

Het sturen van een ontvangstbevestiging

Medewerker

6.17

Stellen van een termijn op grond van art. 4:5 Awb, waarbinnen een aanvraag kan worden aangevuld.

Medewerker

6.18

Besluiten tot het niet in behandeling nemen van een aanvraag op grond van art. 4:5 Awb.

Leidinggevende vergunningverlening

6.19

Het voeren van correspondentie over Awb-procedures, ontheffingen, vrijstellingen en vergunningen (uitnodigingen, toezending verslagen e.d.) niet zijnde correspondentie in het kader van bezwaarschriftprocedure.

Medewerker

6.20

Beantwoorden van vragen (schriftelijk).

Leidinggevende

Met uitzondering van schriftelijke vragen van PS-leden

6.21

Het schriftelijk opvragen van inlichtingen, stukken in het kader van de voorbereiding van besluitvorming ten aanzien van beroepschriften, goedkeuring, etc.

Leidinggevende

Met uitzondering met bevoegdheden op grond van de Wet Bibob.

6.22

De behandeling van en beslissing over klachten.

Directeur vergunningverlening of handhaving.

 

5. BZRO/Bevi en AWB handhaving

Bevoegdheden worden uitsluitend opgedragen voor zover passend binnen het kader en geografisch bereik van de hierboven opgedragen bevoegdheden.

6.23

Het besluit tot het zenden van een waarschuwingsbrief voorafgaande aan de last onder bestuursdwang, last onder dwangsom, en de intrekking van de (omgevings)vergunning als sanctie.

Leidinggevende handhaving

a.4

6.24

Besluiten tot het zenden van het voornemen m.b.t. een besluit inzake gedogen, last onder bestuursdwang, last onder dwangsom, intrekking (omgevings)vergunning als sanctie en de weigering op een handhavingsverzoek in te gaan.

Leidinggevende handhaving

Voor zover deze besluiten passen binnen het vastgestelde beleid en voor zover er geen bestuurlijke gevoeligheden in het geding zijn. Let op: het weigeren van een gedoogbeschikking is de bevoegdheid van de directeur handhaving

6.25

Het besluit tot het gedogen, het opleggen van de last onder bestuursdwang, het opleggen van een last onder dwangsom, het intrekken van de (omgevings)vergunning als sanctie en het weigeren op een handhavingsverzoek in te gaan.

Let op: deze besluiten zijn voorbehouden aan de directeur handhaving.

voor zover deze besluiten passen binnen het vastgestelde beleid en voor zover er geen bestuurlijke gevoeligheden in het geding zijn

b.4

6.26

Het zenden van een controlebrief met de strekking dat er geen overtredingen zijn geconstateerd.

Medewerker handhaving

c.4

6.27

Het besluit omtrent de invordering van een dwangsom als bedoeld in artikel 5:37 van de Awb.

Leidinggevende handhaving

6.29

Overleg met voor het maken van afspraken met OM, politie en landelijke inspectie-en

opsporingsdiensten, waaronder het periodiek afsluiten van handhavingsarrangementen

met het OM en de politie.

Let op: voorbehouden aan de directeur handhaving.

4

6.30

Het maken van afspraken met de politie c.q. de korpschef en het FP3 over het gebruik van opsporingsbevoegdheid door en de kwaliteit van de bij de RUD werkzame BOA’s.

Let op: voorbehouden aan de directeur handhaving.

6.31

Samenwerking met de landelijk opererende handhavingsorganisaties,zoals de rijksinspecties, en de hiervoor als het aanspreekpunt voor die organisaties aan te wijzen RUD.

Let op: voorbehouden aan de directeur handhaving.

6.32

Het aanwijzen van zgn. dominobedrijven als bedoeld in artikel 7 van het Besluit risico’s zware ongevallen 1999 (verder: Brzo).

Let op: voorbehouden aan de directeur vergunningverlening.

Het ondermandaat omvat tevens alle procedurehandelingen die met de aanwijzing samenhangen (zoals toezenden afschrift aan ministerie, B&W, veiligheidsregio).

6.33

Besluit dat het veiligheidsrapport geen betrekking behoeft te hebben op een bepaalde stof (besluit ex artikel 10, derde lid, van het Brzo juncto artikel 9 t/m 12 van de Regeling risico’s zware ongevallen 1999).

Let op: voorbehouden aan de directeur vergunningverlening.

Het ondermandaat omvat tevens alle procedurehandelingen die met het betrokken besluit samenhangen (dit betreft o.m. het toepassen van Afdeling 3.4 van de Awb).

6.34

Het beoordelen en coördineren van een veiligheidsrapport als bedoeld in artikel 15 t/m 19 van het Brzo 1999.

Let op: voorbehouden aan de directeur vergunningverlening.

Het ondermandaat omvat tevens alle procedurehandelingen die met het betrokken besluit samenhangen (zoals doorzenden veiligheidsrapport, vragen advies aan bevoegd gezag Waterwet, verlenging beoordelingstermijn, terinzagelegging, publicatie e.d.).

6.35

Het vaststellen van een inspectieprogramma ex artikel 24 van het Brzo.

Let op: voorbehouden aan de directeur handhaving.

Het ondermandaat omvat tevens het daadwerkelijk uitvoeren van de inspectie overeenkomstig het programma alsmede alle procedurele handelingen die met het ondermandaat samenhangen (zoals het opstellen van het inspectierapport).

6.36

Het zorgdragen voor het oplossen van een saneringssituatie ex artikel 17/18 van het Bevi en het opstellen van een saneringsprogramma ex artikel 19 van het Bevi

Let op: voorbehouden aan de directeur vergunningverlening.

Het ondermandaat omvat tevens alle procedurehandelingen die met het oplossen van de saneringssituatie en het opstellen van het saneringsprogramma samenhangen .

 

6. Wet BIBOB

Bevoegdheden worden uitsluitend opgedragen voor zover passend binnen het kader en geografisch bereik van de hierboven opgedragen bevoegdheden.

6.37

Het verzoek aan GS om aanvragen te toetsen aan de hand van de Wet Bibob.

Leidinggevende vergunningverlening

De Bibob toetsing, onderzoek en besluitvorming verlopen geheel via GS.

 

7. Wob

Bevoegdheden worden uitsluitend opgedragen voor zover passend binnen het kader en geografisch bereik van de hierboven opgedragen vergunnings- toezichts- en handhavingstaken.

6.38

Het nemen van besluiten op verzoek op grond van de Wob en het nemen van besluiten tot actieve openbaarmaking op grond van artikel 8 van de Wob en artikel 19.1 van de Wet milieubeheer.

Let op: voorbehouden aan de directeur

De bevoegdheid geldt niet voor het afwijzen van Wob verzoeken. In dat geval bereidt de omgevingsdienst het besluit voor. Het weigeren van een Wob verzoek omdat dat elektronisch is ingediend valt niet onder laatstgenoemde uitzondering.

III. te bepalen dat, alvorens de hierboven genoemde bevoegdheden uit te oefenen voor zover betrekking hebbend op bouwen, slopen, aanleggen, monumenten, alsook planologische afwijkingsbesluiten of vrijstellingen, dan wel een activiteit zoals bedoeld in artikel 2.1. lid 1 sub a, b, c, f, g of h van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo), dan wel artikel 2.2 lid 1 sub a, b, c, van de Wabo, binnen het grondgebied van de gemeente Amsterdam, instemming van het Waboberaad van de gemeente Amsterdam is gegeven;

 

IV. te bepalen, dat het ondermandaat tevens kan worden uitgeoefend door de door de teammanagersaangewezen plaatsvervangers, na instemming van de Algemeen directeur, dan wel indien de functie vacant is, een door de Algemeen directeur aangewezen waarnemer;

 

V.te bepalen dat, tevens alle bij de desbetreffende taak of bevoegdheid behorende overige taken zoals correspondentie (waaronder ontvangstbevestigingen) en de in het kader van de te volgen

besluitvormingsprocedures te nemen beslissingen, zoals verzoeken om (aanvullende) informatie, verdagen van beslissingen, buiten behandeling laten van aanvragen, doorzending en het voldoen aan publicatieverplichtingen, omvatten;

 

VI. te bepalen dat de volgende handelingen door een medewerker kunnen worden uitgeoefend:

  • -

    het doorzenden van stukken op grond van artikel 2:3 van de Awb;

  • -

    het sturen van ontvangstbevestigingen;

  • -

    het stellen van een termijn (waar binnen de aanvraag moet worden aangevuld) op grond van 4:5van de Awb;

  • -

    het voeren van correspondentie over Awb-procedures, ontheffingen, vrijstellingen en vergunningen(uitnodigingen, toezending verslagen e.d.) niet zijnde correspondentie in het kader van bezwaar en beroepsprocedures;

  • -

    het zenden van een controle brief dat geen overtredingen zijn geconstateerd.

 

VII. te bepalen dat, stukken die in het kader van bezwaar,- en beroepsprocedures aanbezwaarschriftencommissies, de (Voorzitter van de) Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State of de (Voorzieningenrechter van de) Rechtbank worden verzonden kunnen worden ondertekend door de behandelend jurist, met uitzondering van hetgeen onder sub 6.12 t/m 6.14 is gesteld;

 

VIII. te bepalen, dat dit besluit bekend wordt gemaakt op de gebruikelijke wijze waarop de colleges van de deelnemers hun besluiten (conform het gestelde in de Algemene wet bestuursrecht) bekendmaken en in werking treedt op de dag na publicatie in het provinciaal blad van de provincie Noord Holland waarin het is geplaatst.

 

De Algemeen Directeur van de Omgevingsdienst NZKG voornoemd,

Datum: 28 juli 2015

Mw. drs. E.M.J. Meijers