Organisatie | Winterswijk |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening, regelende de heffing en invordering van rechten voor het gebruik van de algemene begraafplaats van de gemeente Winterswijk en voor diensten vanwege de gemeente in verband met dat gebruik verstrekt 2010 |
Citeertitel | Verordening Begraafrechten 2010 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
25-09-2009 | 01-01-2011 | Nieuwe regeling | 17-09-2009 Winterswijkse Weekkrant, 1 december 2009 | 2009, nr. IX-8 sub b |
De raad van de gemeente Winterswijk;
gelet op de Wet op de Lijkbezorging en artikel 229, eerste lid aanhef en onderdelen a en b van de Gemeentewet;
gelezen het voorstel van van 7 september 2009, nr. IX-8;
VERORDENING, REGELENDE DE HEFFING EN INVORDERING VAN RECHTEN VOOR HET GEBRUIK VAN DE ALGEMENE BEGRAAFPLAATS VAN DE GEMEENTE WINTERSWIJK EN VOOR DIENSTEN VANWEGE DE GEMEENTE IN VERBAND MET DAT GEBRUIK VERSTREKT 2010
Op basis van deze verordening worden rechten geheven voor het gebruik van de Algemene begraafplaats en voor het door de gemeente verlenen van diensten in verband met de Algemene begraafplaats.
De rechten worden geheven van degene op wiens aanvraag dan wel ten behoeve van wie de dienst wordt verricht of van degene die van de bezittingen, werken of inrichtingen gebruik maakt.
In deze verordening wordt verstaan onder:
rechthebbende: degene, die het uitsluitend recht heeft tot begraven in een bepaalde grafruimte voor tien of twintig jaar en degene die het uitsluitend recht heeft tot het bijzetten van asresten op een bepaalde urnenplaats voor tien of twintig jaar; gedurende een termijn van 10 of 20 jaar of bij verlenging telkens voor een periode van 10 jaar wordt als rechthebbende aangemerkt degene, die op het tijdstip van afloop van één dezer rechten had en na diens overlijden één zijner erfgenamen, die binnen zes maanden na het overlijden aan Burgemeester en Wethouders schriftelijk heeft verzocht als zodanig aangemerkt te worden;
Indien een rechthebbende het uitsluitend recht tot begraven van lijken of bijzetten van asbussen voor 20 jaar, dan wel daarna telkens voor 10 jaar in een bepaald graf, hetwelk is geruimd of waaruit de lijken of asbussen zijn opgegraven of waarin nog niet is begraven, weer overdraagt aan de gemeente, wordt hem terugbetaald de helft van het bedrag, hetwelk volgens deze verordening wordt geheven bij hernieuwde uitgifte van dat graf. Betreft het een grafkelder, dan wordt de helft berekend van hetgeen volgens deze verordening wordt geheven voor het verkrijgen van het uitsluitend recht tot begraven van lijken of bijzetten van asbussen in een overeenkomstig aantal gewone graven in dezelfde afdeling.
Indien ten gevolge van een andere omstandigheid dan de sluiting van de begraafplaats het uitsluitend recht tot begraven in een grafruimte of het recht tot het bijzetten van asresten op een urnenplaats vervalt, wordt voor het recht ontheffing verleend over zoveel twaalfde gedeelten als er in dat jaar, na het tijdstip van het eindigen van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.
Worden één of meer lijken uit een eigen graf, waarvoor een afkoopsom als bedoeld in het eerste lid is gestort, opgegraven en overgebracht naar een ander eigen graf, dan wordt, indien de rechthebbende dit schriftelijk verzoekt, de afkoopsom geacht voor het nieuwe graf te zijn gestort en voor het oude graf te zijn vervallen.
De overige rechten dan genoemd in de artikelen 7 en 8 van deze verordening, zijn verschuldigd bij de aanvang van de dienstverlening of bij de aanvang van het gebruik van de bezittingen, werken of inrichtingen.
De heffing van andere dan de in bij deze verordening behorende tarieventabel, daaronder begrepen de afkoopsommen bedoeld in artikel 1.12.2 en 1.12.3 van de bij deze verordening behorende tarieventabel, geschiedt door middel van een doorlopend volgnummer voorziene kwitantie, welke het verschuldigde bedrag aangeeft.
De belasting als bedoeld in artikel 1 moet in afwijking van artikel 9, eerste lid van de Invorderingswet 1990 worden betaald in zes gelijke termijnen waarvan de eerste termijn vervalt, één maand na de dagtekening die op de aanslag is vermeld. En elk van de volgende termijnen telkens een maand later.
Het college van Burgemeester en Wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de begraafrechten.
Bij de invordering van de begraafrechten wordt geen kwijtschelding verleend.
Aldus besloten door de raad van de gemeente Winterswijk in
zijn openbare vergadering gehouden op 17 september 2009,
als bedoeld in artikel 4 van de “Verordening Begraafrechten 2010” en behorende bij die verordening vastgesteld bij raadsbesluit 2009, nr. IX-8 sub b,
Tarieven verordening algemene begraafplaats
Artikel 1. Verlenen van rechten
Artikel 2. Begraven en bijzetten van asbussen en urnen
Artikel 4. Overige diensten bij een begrafenis of bijzetting