Organisatie | Dongeradeel |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening op de heffing en de invordering van belastingen op roerende woon- en bedrijfsruimten 2015 |
Citeertitel | Verordening belastingen op roerende woon- en bedrijfsruimten 2015 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Geen
Gemeentewet, art. 219, 221
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
24-12-2014 | 01-01-2016 | art. 7 | 18-12-2014 gemeenteblad, 23 december 2014 | 89/'14 | |
04-12-2014 | 24-12-2014 | nieuwe regeling | 30-10-2014 gemeenteblad, 3 december 2014 | 71/'14 | |
25-12-2013 | 04-12-2014 | art. 7 | 19-12-2013 Nieuwe Dockumer Courant, 24 december 2013 | 86/'13 | |
05-12-2013 | 25-12-2013 | nieuwe regeling | 31-10-2013 Nieuwe Dockumer Courant, 4 december 2013 | 60/'13 | |
28-12-2012 | 01-01-2014 | art. 7 | 20-12-2012 Nieuwe Dockumer Courant, 27 december 2012 | 111/'12 | |
29-11-2012 | 28-12-2012 | nieuwe regeling | 01-11-2012 Nieuwe Dockumer Courant, 28 november 2012 | 90/'12 | |
29-12-2011 | 29-11-2012 | artikel 7 | 22-12-2011 Nieuwe Dockumer Courant, 28 december 2011 | 99/'11 | |
17-11-2011 | 29-12-2011 | nieuwe regeling | 27-10-2011 Nieuwe Dockumer Courant, 16 november 2011 | 83/'11 | |
23-12-2010 | 01-01-2012 | art. 7 | 16-12-2010 Nieuwe Dockumer Courant, 22 december 2010 | 99/'10 | |
25-11-2010 | nieuwe regeling | 04-11-2010 Nieuwe Dockumer Courant, 24 november 2010 | 86/'10 |
Artikel 4 Maatstaf van heffing
In afwijking in zoverre van het eerste lid wordt de waarde van een bedrijfsruimte, met uitzondering van ruimten die zijn ingeschreven in een van de ingevolge de Monumentenwet 1988 vastgestelde registers van beschermde monumenten, bepaald op de vervangingswaarde indien dit leidt tot een hogere waarde dan die ingevolge het eerste lid. Bij de berekening van de vervangingswaarde wordt rekening gehouden met:
In afwijking in zoverre van het eerste lid wordt de waarde van een ruimte in aanbouw bepaald op de vervangingswaarde, bedoeld in het tweede lid. Onder een ruimte in aanbouw wordt verstaan een roerende zaak of gedeelte daarvan waarvoor een bouwvergunning in de zin van de Woningwet is afgegeven en dat door bouw nog niet geschikt is voor gebruik overeenkomstig de beoogde bestemming.
In afwijking in zoverre van het eerste lid wordt de waarde van een woonruimte die deel uitmaakt van een op de voet van de Natuurschoonwet 1928 aangewezen landgoed dat voldoet aan de voorwaarden genoemd in artikel 8 van het rangschikkingsbesluit Natuurschoonwet 1928 bepaald met inachtneming van een vooronderstelde verplichting om het landgoed gedurende een tijdvak van 25 jaren als zodanig in stand te houden en geen opgaand hout te vellen anders dan volgens de regels van normaal bosbeheer noodzakelijk of gebruikelijk is. Ruimten die dienstbaar zijn aan de woonruimte worden geacht deel uit te maken van die woonruimte.
In afwijking in zoverre van artikel 4 wordt bij de bepaling van de heffingsmaatstaf buiten aanmerking gelaten, de waarde van:
glasopstanden die bedrijfsmatig worden aangewend voor de kweek of teelt van gewassen, voor zover de ondergrond daarvan bestaat uit cultuurgrond die bedrijfsmatig wordt geëxploiteerd ten behoeve van de land- of bosbouw. Onder cultuurgrond wordt mede begrepen de open grond, alsmede de ondergrond van glasopstanden, die bedrijfsmatig aangewend wordt voor de kweek of teelt van gewassen, zonder daarbij de ondergrond als voedingsbodem te gebruiken;
Artikel 9 Termijnen van betaling
In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen worden betaald in drie gelijke termijnbedragen waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld, de tweede twee maanden later en de derde en laatste weer twee maanden later.
In afwijking van het eerste lid geldt, zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso van de betaalrekening van de belastingplichtige kunnen worden afgeschreven, dat de aanslagen moeten worden betaald in acht gelijke termijnbedragen, waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.
In afwijking van het eerste en tweede lid geldt ingeval het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen, of als het aanslagbiljet maar één aanslag bevat, € 5.000,00 of meer bedraagt of € 50,00 of minder, dat de aanslag moet worden betaald in één termijn en wel één maand na dagtekening van het aanslagbiljet.
Met betrekking tot een ingevolge artikel 2, tweede lid, onderdeel c, van de Invorderingswet 1990, met een belastingaanslag gelijkgestelde beschikking inzake een bestuurlijke boete zijn de leden 1, 2, 3, 4 en 5 van overeenkomstige toepassing, voorzover deze gelijktijdig wordt opgelegd met de vaststelling van de aanslag.
Artikel 10 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de belastingen op roerende woon- en bedrijfsruimten.
Bij de invordering van de belastingen op roerende woon- en bedrijfsruimten wordt kwijtschelding verleend.
Artikel 12 Inwerkingtreding, datum van ingang van de heffing en citeertitel
De Verordening op de heffing en de invordering van belastingen op roerende woon- en bedrijfsruimten 2014 van 31 oktober 2013, laatstelijk gewijzigd bij raadsbesluit van 19 december 2013, wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.