Organisatie | Bodegraven-Reeuwijk |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Bevoegdhedenregeling gemeente Bodegraven-Reeuwijk 2012 |
Citeertitel | Bevoegdhedenregeling |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp | mandaat, volmacht, machtiging |
Externe bijlagen | Bevoegdhedenregister versie 15 juli 2015 - Deel I Bevoegdhedenregister versie 15 juli 2015 - Deel II Bevoegdhedenregister versie 15 juli 2015 - Deel III |
Geen
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-08-2012 | 01-07-2017 | Nieuwe regeling | 03-07-2012 Gemeentepagina's 18 juli 2012 | Z-12-13666 |
Hoofdstuk 1 Uitoefening van bevoegdheden
Voor de toepassing van deze verordening en bijbehorend bevoegdhedenregister wordt verstaan onder:
Onverminderd het bepaalde in het eerste lid is de algemeen directeur (gemeentesecretaris) algemeen bevoegd om alle in het bevoegdhedenregister opgenomen onderdelen uit te oefenen met inbegrip van ondertekening van stukken. Dezelfde bevoegdheid komt toe aan de overige leden van de directie al dan niet bij wijze van vervanging van de algemeen directeur.
Indien de uitoefening van de in het register opgenomen bevoegdheden het beslissen over de besteding van budgetten met zich meebrengt, maakt dit onderdeel uit van het vermelde mandaat. Dit voor zover daarbij de te nemen besluiten niet zullen leiden tot overschrijding van het betreffende budget zoals opgenomen in de gemeentebegroting en de daarvan afgeleide afdelingsbegrotingen en voorts met inachtneming van de in het register opgenomen restricties / bijzonderheden.
Hoofdstuk 2 Toepassing van het mandaat
Artikel 8 Geen ondertekeningsmandaat
De mandataris maakt geen gebruik van de bevoegdheid tot ondertekening van stukken indien:
Hoofdstuk 3 Bevoegdhedenregister
Artikel 10 Bevoegdhedenregister
Het bij dit besluit behorende register geeft een overzicht van de bevoegdheden welke zijn gemandateerd, welk bestuurorgaan (primair) bevoegd is, de van toepassing zijnde ondermandaten en eventuele restricties / bijzonderheden. Het register voorziet tevens in een reeks algemene machtigingen en volmachten, welke als zodanig zijn aangeduid.
Bodegraven, 3 juli 2012.
Burgemeester en wethouders van Bodegraven-Reeuwijk,
de secretaris,
H. Romeijn MSc
de burgemeester,
Mr. C. van der Kamp
De burgemeester van Bodegraven-Reeuwijk,
Mr. C. van der Kamp
In de Bevoegdhedenregeling worden enkele bevoegdheden van het college gemandateerd aan de portefeuillehouders en wordt een aantal bevoegdheden van het college en de burgemeester gemandateerd aan ambtenaren. Tevens wordt een aantal volmachten en machtigingen verleend.
De Bevoegdhedenregeling en het bijbehorende Bevoegdhedenregister dienen, vanwege wijzigingen in wet- en regelgeving, interne afspraken en organisatiewijzigingen, periodiek te worden geactualiseerd.
Beschrijving van de rechtsfiguur mandaat, volmacht en machtiging
Afdeling 10.1.1 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) bevat een algemene regeling voor mandaat. Onder mandaat wordt verstaan de bevoegdheid om in naam van een bestuursorgaan besluiten te nemen. Het gaat hierbij om besluiten in de zin van artikel 1:3 van de Awb. In de Awb wordt onder een besluit verstaan: een schriftelijke beslissing van een bestuursorgaan, inhoudende een publiekrechtelijke rechtshandeling.
Mandaat moet worden onderscheiden van volmacht en machtiging. Volmacht is het verlenen van een bevoegdheid tot het verrichten van privaatrechtelijke rechtshandelingen. Machtiging is het verrichten namens het bestuursorgaan van feitelijke handelingen. De Awb en deze regeling voor mandatering zijn van overeenkomstige toepassing in gevallen dat een bestuursorgaan volmacht of machtiging verleent aan een gemeenteambtenaar. Een besluit dat door de gemandateerde wordt genomen geldt als een besluit van de mandaatgever. Deze blijft bevoegd de gemandateerde bevoegdheid zelf uit te oefenen.
Hoofdstuk 1 Uitoefening van bevoegdheden
Deze bepaling spreekt voor zich.
In dit artikel wordt beschreven wie het mandaat mag uitoefenen.
In het bevoegdhedenregister is de mogelijkheid tot ondermandateren opgenomen. Het is echter de wens van de directie dat niet ondergemandateerd wordt dan nadat uitdrukkelijke toestemming van hen is verkregen. De spelregels hieromtrent staan beschreven in dit artikel.
Bij ondermandaat wordt een besluit namens het bestuursorgaan genomen, dus niet namens de eerst gemandateerde (het afdelingshoofd). Indien een periodieke aanpassing van het Bevoegdhedenregister geen gevolgen heeft voor een ondermandaatbesluit, dan blijft het ondermandaatbesluit van kracht.
Een voorstel voor ondermandaat dient bij de coördinator te worden gemeld. Wanneer een ondermandaat is gegeven moet dit ook doorgegeven worden aan de coördinator (afdelingshoofd COO).
Ook is in dit artikel vervanging en waarneming van het afdelingshoofd geregeld.
De plicht tot informatieverstrekking is opgenomen in de Awb. De gemandateerde verschaft de mandaatgever op diens verzoek inlichtingen over de uitoefening van de bevoegdheid.
Hoofdstuk 2 Toepassing van het mandaat
Deze bepaling spreekt voor zich.
Artikel 6 Kennisgeving, beoordeling en afdoening door het bestuursorgaan
Deze bepaling spreekt voor zich.
Wanneer niet duidelijk is onder welke afdeling het onderwerp valt moet vooraf duidelijkheid komen over de wijze van afdoening. Wanneer duidelijk is hoe het geregeld is dan kan het ook als zodanig in het bevoegdhedenregister vastgelegd worden.
Artikel 8 Geen ondertekeningmandaat
Deze bepaling spreekt voor zich.
In het krachtens mandaat genomen besluit moet worden vermeld namens welk bestuursorgaan het besluit is genomen.
Hoofdstuk 3 Bevoegdhedenregister
Artikel 10 Bevoegdhedenregister
Allereerst wordt een opsomming gegeven van (algemene) bevoegdheden die aan alle afdelingshoofden zijn gemandateerd. Het bevoegdhedenregister bevat verder een overzicht van de gemandateerde en ondergemandateerde bevoegdheden per afdeling, alsmede een opsomming van de bevoegdheden die zijn gemandateerd aan de portefeuillehouders.
Het mandaat is niet gekoppeld aan een persoon, maar aan de functie van afdelingshoofd. Bij afwezigheid van het afdelingshoofd, gaat de bevoegdheid over naar het plaatsvervangend afdelingshoofd. Ondermandaten zijn tevens gekoppeld aan functies.
Deze bepaling spreekt voor zich.