Artikel 1 Begripsbepalingen
In dit besluit en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:
- a.
afdelingshoofd: een afdelingshoofd van de Omgevingsdienst
Zuid-Holland Zuid;
- b.
algemeen bestuur: het algemeen bestuur van de Omgevingsdienst
Zuid-Holland Zuid;
- c.
Awb: de Algemene wet bestuursrecht;
- d.
bureauhoofd: een bureauhoofd van de Omgevingsdienst Zuid-Holland
Zuid;
- e.
dagelijks bestuur: het dagelijks bestuur van de Omgevingsdienst
Zuid-Holland Zuid;
- f.
directeur: de directeur van de Omgevingsdienst Zuid-Holland
Zuid;
- g.
functionaris: een persoon als bedoeld in artikel 9:1, tweede lid,
van de Awb;
- h.
klacht: een uiting van onvrede over of kritiek op de wijze waarop
het algemeen bestuur, het dagelijks bestuur, de voorzitter of een
functionaris zich in een bepaalde aangelegenheid jegens iemand heeft
gedragen;
- i.
klachtencoördinator: de functionaris die door de directeur is
aangewezen en belast is met de in deze verordening omschreven
taken;
- j.
plaatsvervangend voorzitter: de plaatsvervangend voorzitter van de
Omgevingsdienst Zuid-Holland Zuid;
- k.
Nationale Ombudsman: de Nationale Ombudsman als bedoeld in artikel
9:17, onder a, van de Awb;
- l.
Omgevingsdienst: de Omgevingsdienst Zuid-Holland Zuid;
- m.
voorzitter: de voorzitter van de Omgevingsdienst Zuid-Holland
Zuid.
Artikel 2 Fasering en reikwijdte
- 1.
In geval van een klacht wordt in beginsel eerst getracht de klacht
middels informele bemiddeling direct op te lossen en de klager tevreden
te stellen.
- 2.
Deze verordening ziet op de formele behandeling van een klacht in eerste
instantie door de Omgevingsdienst.
- 3.
Deze verordening is een aanvulling op het bepaalde in titel 9.1 van de
Awb.
Artikel 3 Vorm klacht
- 1.
Een klacht kan mondeling, elektronisch of schriftelijk (op papier)
worden ingediend.
- 2.
Een mondelinge klacht wordt op een door de directeur vastgesteld
formulier geregistreerd.
Artikel 4 Behandelaar
1. De behandeling van klachten, bedoeld in artikel 2, tweede lid, vindt als
volgt plaats:
- a.
Klachten over een functionaris, niet zijnde een bureauhoofd of
afdelingshoofd, worden behandeld door het afdelingshoofd. Indien de
aard van de klacht daartoe aanleiding geeft, wordt deze behandeld
door de directeur;
- b.
Klachten over een bureauhoofd worden behandeld door de directeur in
samenspraak met het afdelingshoofd onder wie het bureauhoofd
valt;
- c.
Klachten over een afdelingshoofd worden behandeld door de directeur
in samenspraak met devoorzitter;
- d.
Klachten over de directeur worden behandeld door de voorzitter in
samenspraak met een lid van
het dagelijks bestuur;
- e.
Klachten over de voorzitter worden behandeld door de
plaatsvervangend voorzitter in samenspraak met een lid van het
dagelijks bestuur;
- f.
Klachten over een lid van het algemeen of dagelijks bestuur worden
behandeld door de voorzitter in samenspraak met een lid van het
dagelijks bestuur (niet zijnde het lid waarop de klacht betrekking
heeft).
2. Degene die de klacht behandelt, bedoeld in het eerste lid, kan namens het
bestuursorgaan van de Omgevingsdienst waartegen de klacht zich richt, het
besluit tot afhandeling van de klacht nemen en de klager hiervan in kennis
stellen.
3. Indien degene die de klacht behandelt, als bedoeld in het eerste lid,
gedurende een langere periode afwezig is, besluit het dagelijks bestuur of
in voorkomende gevallen de directeur wie de vervanger van deze persoon
is.
Artikel 5 Ontvangst van klacht
In aanvulling op het bepaalde in artikel 9:6 van de Awb wordt de ontvangst
van een klacht uiterlijk binnen twee weken schriftelijk aan de klager
bevestigd. Hierbij wordt tevens medegedeeld wie, conform artikel 4, eerste
lid, de klacht in behandeling zal nemen.
Artikel 6 Buitengewoon opsporingsambtenaar
Indien de functionaris op wiens gedraging de klacht betrekking heeft een
buitengewoon opsporingsambtenaar is en de klacht betrekking heeft op de
uitoefening van zijn bevoegdheden als buitengewoon opsporingsambtenaar:
- a.
wordt terstond een afschrift van de klacht aan de hoofdofficier van
justitie en de korpschef van de politie toegezonden en;
- b.
wordt bij de afhandeling van de klacht het oordeel van de officier
van justitie over de rechtmatigheid en behoorlijkheid van de
uitoefening van de opsporingsbevoegdheden in acht genomen.
Artikel 7 Klachtencoördinator
- 1.
De directeur wijst een klachtencoördinator aan.
- 2.
De klachtencoördinator is in ieder geval belast met de volgende
taken:
- a.
Het op verzoek van de behandelaar, bedoeld in artikel 4 eerste
lid, bieden dan wel organiseren van ondersteuning bij de
behandeling van klachten;
- b.
Het bewaken van de correcte behandeling van de klachten;
- c.
Het verzamelen van alle afgehandelde klachten, alsmede het
overzicht hiertoe bijhouden;
- d.
Het signaleren van tendensen op basis van afgehandelde klachten
en het adviseren van de directeur over in verband daarmee te
treffen maatregelen;
- e.
Het opstellen van de jaarlijkse publicatie, bedoeld in artikel
8;
- f.
Het geven van voorlichting aan burgers inzake klachten;
- g.
Het optreden als contactpersoon voor de Nationale
Ombudsman;
- h.
Het coördineren van de schriftelijke klachten die bij de
Nationale Ombudsman tegen de Omgevingsdienst zijn ingediend en
het verzorgen van de correspondentie daarover, en;
- i.
Het adviseren van bestuursorganen en de Omgevingsdienst naar
aanleiding van de bevindingen van de Nationale Ombudsman.
Artikel 8 Verslaglegging
- 1.
De jaarlijkse publicatie van geregistreerde klachten als bedoeld in
artikel 9:12a van de Awb vindt plaats door toevoeging ervan aan de
ontwerpjaarstukken of aan het sociaal jaarverslag van de
Omgevingsdienst.
- 2.
De publicatie als bedoeld in het eerste lid bevat ten minste informatie
over het aantal en de aard van de schriftelijk binnengekomen klachten
die in behandeling zijn genomen en een weergave van de wijze waarop de
klachten zijn behandeld. Indien aan de orde wordt tevens verslag gedaan
van de klachten die zijn behandeld door de Nationale Ombudsman en
betrekking hebben op de Omgevingsdienst.
Artikel 9 Nadere regels
Het dagelijks bestuur kan nadere regels vaststellen met betrekking tot de
uitvoering van deze verordening.
Artikel 10 Citeertitel
Deze verordening wordt aangehaald als: Klachtenverordening Omgevingsdienst
Zuid-Holland Zuid.
Artikel 11 Bekendmaking en inwerkingtreding
- 1.
Het besluit van het algemeen bestuur van 7 december 2010 tot
vaststelling van de Klachtenverordening Omgevingsdienst ZHZ 2011
wordt ingetrokken met ingang van de dag waarop dit besluit in
werking treedt.
- 2.
Deze verordening wordt bekendgemaakt in het blad van de
Gemeenschappelijke regeling Omgevingsdienst Zuid-Holland Zuid.
- 3.
Deze verordening treedt in werking op de dag volgend op de dag van
bekendmaking.
TOELICHTING
In geval van een klacht wordt in beginsel eerst getracht de klacht door
informele bemiddeling direct op te lossen en de klager tevreden te stellen.
Mocht dit niet lukken dan volgt formele behandeling van de klacht door de
Omgevingsdienst. Hierop ziet de Klachtenverordening Omgevingsdienst Zuid-Holland
Zuid. De verordening is een aanvulling op titel 9.1 van de Algemene wet
bestuursrecht (Awb) en is daardoor compact. Dit betekent dat er geen letterlijke
bepalingen uit de Awb zijn overgenomen in de verordening. Bij de behandeling van
klachten dient zowel titel 9.1 van de Awb als de klachtenverordening in acht te
worden genomen.
De verordening bevat aanvullende bepalingen over de vorm van de klacht, de
behandelaar van de klacht, ontvangst van de klacht, de klachtencoördinator, de
buitengewoon opsporingsambtenaar en de verslaglegging.