Organisatie | Waterschap Aa en Maas |
---|---|
Organisatietype | Waterschap |
Officiële naam regeling | Verordening behandeling bezwaren waterschap Aa en Maas 2015 |
Citeertitel | Verordening behandeling bezwaren waterschap Aa en Maas 2015 |
Vastgesteld door | algemeen bestuur |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Deze regeling vervangt de Verordening behandelen bezwaren 2011.
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
15-10-2019 | Art. 9 lid 2 | 04-10-2019 | |||
01-06-2017 | 15-12-2016 | 15-10-2019 | art. 1 c | 10-02-2017 | Geen |
24-07-2015 | 15-10-2019 | Nieuwe regeling | 10-07-2015 | Geen |
HOOFDSTUK 2 BEHANDELING VAN BEZWAREN
Artikel 5 Beslissing op bezwaren
Het bestuursorgaan dat het besluit heeft genomen, beslist op de bij hem ingediende bezwaren na advies van de commissie.
PARAGRAAF 3 PROCEDURE BEZWARENCOMMISSIE
Artikel 11 Overdracht bevoegdheden
De bevoegdheden ingevolgde artikel 2:1 tweede lid, 6:6, 6:17, 7:4 tweede lid en 7:6 vierde lid van de
wet worden voor de toepassing van deze Verordening uitgeoefend door de voorzitter van de commissie.
Artikel 13 Plaats en tijdstip hoorzitting.
De voorzitter bepaalt datum, tijd en plaats van de zitting waarin de belanghebbenden en hetbestuursorgaan in de gelegenheid worden gesteld zich door de commissie te doen horen.
Tenzij toepassing wordt gegeven aan artikel 7:13 lid 3 Awb is voor het houden van een zitting vereist dat de meerderheid van het aantal leden, waaronder in ieder geval de voorzitter dan wel zijn plaatsvervanger, aanwezig is.
Artikel 16 Onpartijdigheid commissieleden
De voorzitter en de leden van de commissie nemen niet deel aan de voorbereiding van en beraadslagingover het advies inzake de beslissing op bezwaar, indien bij hun sprake is van vooringenomenheid ofpersoonlijk belang bij de beslissing.
Artikel 21 Verdaging van de beslissing
Indien naar het oordeel van de voorzitter de termijn, zoals bedoeld in het artikel 7:10 eerste lid van dewet, ontoereikend is voor achtereenvolgens het uitbrengen van een advies door de commissie en hetnemen van een beslissing door het bestuursorgaan, verzoekt de voorzitter het bestuursorgaan tijdig debeslissing te verdagen.
In juni 2013 is in het kader van Winnend Samenwerken gestart met het project om te komen tot een uniform werkproces voor de behandeling van bezwaren voor de drie waterschappen in Brabant, te weten Aa en Maas, Dommel en Brabantse Delta.
Het project had als doelstelling dat de bezwaarschriftenafhandeling gezamenlijk en uniform plaatsvindt en zo efficiënt, zorgvuldig en klantvriendelijk mogelijk wordt uitgevoerd, bezien vanuit het perspectief van de burger c.q. bezwaarmaker. De bedoeling was om:
• Primair in te steken op toepassing van de mediation(vaardigheden);
Deze aanpak is in lijn met het landelijke project ‘Prettig contact met de overheid’ dat door steeds meer overheden wordt toegepast en de beoogde wijziging van de Algemene wet bestuursrecht ter bevordering van het gebruik van mediation in het bestuursrecht.
In deze verordening wordt de nieuwe aanpak voor de behandeling van bezwaren vastgelegd.
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
In dit artikel wordt onder punt h het begrip ‘mediation(vaardigheden)’ gedefinieerd. Het toepassen van mediation(vaardigheden) is uitgangspunt voor de behandeling van bezwaren.
Artikel 2 mediation(vaardigheden)
De secretaris van de bezwarencommissie is degene die het voortouw neemt bij het toepassen van mediation(vaardigheden). De secretaris belt bij ieder bezwaarschrift de bezwaarmaker of diens gemachtigde op om na te gaan of er mogelijkheden zijn voor (pre-)mediation. Vervolgens gaat bij instemming door bezwaarmaker een medewerker van het waterschap in gesprek met een burger of bedrijf over het bezwaar c.q. conflict. Op een informele manier denkt de medewerker mee over eventuele oplossingsrichtingen en past daarbij mediationvaardigheden toe. Dit zijn communicatieve vaardigheden zoals luisteren, samenvatten en doorvragen vanuit een open houding. Er wordt bij het toepassen van mediation(vaardigheden) eventueel een onafhankelijke bemiddelaar of gespreksleider betrokken of er worden medewerkers ingeschakeld die niet eerder bij de besluitvorming betrokken zijn geweest. Uit ervaringen in den lande en uit onderzoek blijkt dat het toepassen van deze aanpak in de bezwaarfase zowel erg klantvriendelijk is als tijdsbesparend. Vaak wordt een bezwaarschrift ingetrokken na het toepassen van mediation(vaardigheden). Deze werkwijze kost aan de voorkant dan weliswaar meer inspanning, maar die tijd verdient zich terug als blijkt dat een bezwaar wordt ingetrokken.
Indien (pre-)mediation is toegepast maar niet tot resultaat heeft geleid, wordt hiervan in de beslissing op bezwaar melding gemaakt.
Artikel 3 Wijze van bezwaarbehandeling
In dit artikel worden de verschillende manieren van bezwarenbehandeling aangegeven (zie onderstaand schema).
Artikel 4 Inleidende bepalingen
De commissie is niet bevoegd ten aanzien van fiscale bezwaren.
Artikel 5 Beslissing op bezwaren
Het bestuursorgaan houdt rekening met het door de commissie uitgebrachte advies. Indien daarvan wordt afgeweken rust er op het bestuursorgaan een motiveringsplicht.
Artikel 7:13 Awb bepaalt de minimale eisen voor het instellen van een adviescommissie:
De leden van de adviescommissie voor bezwaarschriften worden voor onbepaalde tijd benoemd. De zittingsduur is gelijk aan de zittingsduur van het dagelijks bestuur, te weten vier jaar. Op grond van het vierde lid kan een lid maximaal 1 periode worden herbenoemd om voldoende doorstroming en expertise te waarborgen. Het vijfde lid is opgenomen om te voorkomen dat er te veel leden gelijktijdig aftreden.
Het dagelijks bestuur wijst een ambtenaar (en voldoende plaatsvervangers) aan die de commissie als secretaris ondersteunt. De aangewezen secretaris heeft eveneens een belangrijke rol bij de procedure zonder bezwarencommissie.
Het algemeen bestuur bepaalt de hoogte van de vergoeding van de voorzitter en de leden van de commissie. Deze vergoeding geldt per vergadering, ongeacht het aantal bezwaarschriften dat wordt behandeld.
Artikel 10 Ontvangst bezwaarschrift
De datum van ontvangst van het bezwaarschrift is relevant voor de vraag of het bezwaar tijdig is ingediend. Daarom is het van belang dat de envelop, bij ontvangst van het bezwaar met de post, aan het bezwaarschrift wordt gehecht.
Artikel 11 Overdracht bevoegdheden
Artikel 7:13, vierde lid, Awb bepaalt dat de adviescommissie beslist over de toepassing van een aantal procedurevoorschriften uit de Awb. In concreto betreft het beslissingen over de beperking van het inzagerecht (artikel 7:4, zesde lid, Awb) en over de openbaarheid van de hoorzitting (artikel 7:5, tweede lid, Awb). De parlementaire geschiedenis maakt duidelijk dat deze bevoegdheden niet door een ander kunnen worden uitgeoefend.
In het kader van de voorbereiding van een beslissing op bezwaar door een adviescommissie vinden echter meer handelingen plaats. Hierbij valt te denken aan het verlangen van een schriftelijke machtiging van een gemachtigde (artikel 2:1, tweede lid Awb) of het de indiener van een bezwaarschrift stellen van een termijn waarbinnen verzuimen kunnen worden hersteld (artikel 6:6 Awb).
Omdat de wetgever de bevoegdheid hiertoe niet expliciet bij de adviescommissie neerlegt, bepaalt artikel 11 dat deze bevoegdheden worden uitgeoefend door de voorzitter van de adviescommissie.
Artikel 12 Inlichtingen en advies
Het is van belang dat de commissie beschikt over alle relevante informatie. Hiertoe wordt de voorzitter een aantal bevoegdheden verleend. Als daaraan kosten zijn verbonden moet vooraf toestemming worden gevraagd aan het dagelijks bestuur.
Artikel 13 Plaats en tijdstip hoorzitting / artikel 14 Uitnodiging hoorzitting
Essentieel onderdeel van een bezwaarprocedure is het horen van belanghebbenden (en verwerend orgaan). In afdeling 7.2 Awb zijn diverse bepalingen aan dit horen gewijd. Ook de artikelen 13 en 14 bevatten regels ten aanzien van de hoorzitting. Deze regels spreken voor zich.
Dit artikel spreekt voor zich. Zie ook de toelichting op artikel 20.
Artikel 16 Onpartijdigheid commissieleden
Dit artikel vormt een uitwerking van artikel 2:4 Awb voor de adviescommissie.
Van belang is te vermelden dat uit de jurisprudentie rondom dit artikel blijkt dat onder "persoonlijk belang" ook beroepsmatige belangenverstrengeling verstaan moet worden. Dergelijke beroepsmatige belangenverstrengeling wordt door de rechter in ieder geval ongeoorloofd geacht wanneer een lid van de adviescommissie deelneemt aan de behandeling van een bezwaarschrift tegen een primair besluit dat in enige vorm van concurrentie staat tot (een aanvraag om) een besluit waarbij het lid zelf nauw betrokken is. Bijvoorbeeld omdat die aanvraag gedaan is door een vereniging waarvoor het lid bestuurder is.
Artikel 17 Openbaarheid van zitting
Uitgangspunt is dat de zitting openbaar is. Door de voorzitter of op verzoek van belanghebbenden kan besloten worden dat de deuren gesloten worden.
Artikel 18 Schriftelijke vastlegging
Artikel 7:7 van de Awb schrijft voor dat van de hoorzitting een verslag wordt gemaakt.
Dit artikel vormt een uitvloeisel van het in de Awb neergelegde zorgvuldigheidsbeginsel. Ook omstandigheden die na de hoorzitting bekend worden en die van belang zijn voor het door de adviescommissie af te geven advies dienen onderzocht te worden. Hoe dit onderzoek plaatsvindt, laat het artikel open. Zo kan er bijvoorbeeld opnieuw/alsnog overgegaan worden tot plaatsopneming; ook een telefoongesprek met een belanghebbende of een deskundige kan echter als een nader onderzoek worden bestempeld.
Artikel 7:9 Awb bepaalt dat als het nader onderzoek feiten oplevert die van aanmerkelijk belang kunnen zijn voor de op het bezwaar te nemen beslissing, belanghebbenden in de gelegenheid gesteld moeten worden daarover te worden gehoord. Levert het nader onderzoek geen feiten van aanmerkelijk belang op, dan laat artikel 19, derde lid de keuze voor een nieuwe hoorzitting aan de voorzitter na een daartoe gedaan verzoek.
De combinatie met artikel 15 en 16 kan in theorie problemen opleveren voor het rechtsgeldig kunnen uitbrengen van een advies door de adviescommissie. Een adviescommissie met drie leden kan immers niet in voltalligheid beraadslagen en bij meerderheid adviseren indien één van haar leden zich wegens belangenverstrengeling heeft teruggetrokken.
Jurisprudentie stelt bovendien dat een adviescommissie die normaliter uit drie leden bestaat, maar in een specifiek geval met twee leden een advies uitbrengt omdat één lid wegens mogelijke belangenverstrengeling niet deelneemt aan de beraadslaging/advisering, in strijd handelt met artikel 7:13, eerste lid, aanhef en onder a, Awb.
Een lid van de adviescommissie dat een beroep wil doen op artikel 16, zal dit daarom tijdig moeten melden. Er is dan voldoende tijd om de beraadslaging en advisering plaats te laten vinden met deelneming van een plaatsvervangend lid.
Artikel 21 Verdaging van de beslissing
Als centrale spil zal de secretaris het dreigend verstrijken van de beslistermijn in de gaten te houden zodat tijdig door het bestuur een verdagingsbesluit kan worden genomen.
In paragraaf 3 staan regels met betrekking tot de voorbereiding van de beslissing op bezwaren via de bezwarencommissie.
Door het in artikel 8 genoemde secretariaat zal per ingekomen bezwaarschrift bekeken worden: