Organisatie | Neerijnen |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | BELEIDSREGELS STANDPLAATSEN GEMEENTE NEERIJNEN 2015 |
Citeertitel | BELEIDSREGELS STANDPLAATSEN GEMEENTE NEERIJNEN 2015 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | openbare orde en veiligheid |
Eigen onderwerp |
Geen.
Algemene Plaatselijke Verordening
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
25-09-2015 | 01-09-2015 | 29-05-2020 | beleidsregel 19 | 20-07-2015 | 15-20786-8149 |
01-09-2015 | 01-09-2015 | nieuwe regeling | 20-07-2015 Elektronisch Gemeenteblad, 25-08-2015 | 15-20786 |
De gemeente Neerijnen heeft in de Algemene Plaatselijke Verordening (APV) een artikel opgenomen (artikel 5:18) waarin regels ten aanzien van standplaatsen zijn verwoord. Het artikel stelt dat zonder vergunning van het college van burgemeester en wethouders geen standplaats mag worden ingenomen. Voorts wordt een aantal gronden genoemd op basis waarvan een vergunning kan worden geweigerd. Om te komen tot een meer specifiek en actueel beleidskader, in aanvulling op genoemd artikel in de verordening, zijn beleidsregels opgesteld.
De beleidsregels voor standplaatsen zijn:
Het uitgangspunt is dat er per permanente standplaatslocatie een maximum geldt van één standplaatsvergunning per dag of twee standplaatsvergunningen bij een dagdeel. Hierop kan een uitzondering worden gemaakt indien er sprake is van een (kleine) warenmarkt of als er een vergunninghouder is die op een locatie al vier dagen een standplaats inneemt.
Een voertuig dat benodigd is voor een standplaats (er vindt bijvoorbeeld naast verkoop uit een verkoopwagen of kraam ook verkoop plaats uit de meegekomen vrachtwagen) dient binnen de oppervlakte van de standplaats te vallen. Een vergunninghouder dient hier rekening mee te houden bij de vergunning aanvraag. Er kunnen in de vergunning eisen worden gesteld aan de maximale oppervlakte van een standplaats.
Aanvragers voor een tijdelijke standplaats die toch gebruik willen maken van een andere locatie dan een permanent aangewezen standplaatslocatie zullen goed moeten motiveren waarom ze niet op de permanente standplaatslocaties kunnen staan en waar ze gedurende de aangevraagde periode wel willen staan.
2. INWERKINGTREDING BELEIDSREGELS
De beleidsregels in het kader van de Algemene Plaatselijke Verordening treden na bekendmaking (publicatie) in werking op 1 september 2015.
De ten tijde van de inwerkingtreding van deze beleidsregels geldende vergunningen behouden hun geldigheid gedurende de termijn waarvoor ze zijn afgegeven. Na het aflopen van deze termijn worden standplaatsvergunningen verleend op basis van de nieuwe beleidsregels.