Organisatie | Westervoort |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening minimabeleid en reductieregeling |
Citeertitel | Verordening minimabeleid |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
Deze regeling is vervangen door de Verordening minimabeleid en reductieregeling 2009.
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2009 | 01-01-2009 | intrekking | 01-12-2008 Westervoort Post, 10-12-2008 | 23 | |
01-01-2007 | 01-01-2009 | nieuwe regeling | 05-02-2007 Onbekend. | Onbekend. |
Artikel 3 De inkomens- en vermogenstoets
Om in aanmerking te kunnen komen voor de in deze verordening vermelde tegemoetkomingen mag het inkomen van het huishouden, waartoe de aanvrager behoort, gedurende een periode van 3 jaar voor 1 januari van het kalenderjaar waarover wordt aangevraagd niet meer zijn dan 120% van het voor het huishouden geldende sociaal minimum en mag het huishouden maximaal beschikken over het vermogen, zoals bedoeld in artikel 34 WWB.
Het college is belast met de uitvoering van het bepaalde in deze verordening. Deze bevoegdheden zijn gemandateerd aan de afdelingsmanager Sociale Zaken.
Indien wegens het niet, het niet volledig of onjuist verstrekken van inlichtingen of anderszins ten onrechte een tegemoetkoming in het kader van deze verordening is verstrekt, wordt deze teruggevorderd op grond van artikel 6:203 BW.
Aldus besloten in de openbare vergadering van
de raad voornoemd d.d. 5 februari 2007,
de griffier, de voorzitter,
ing. J.A.M.G. van Bodegom, mr. J.J.G.M. Geukers
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
In dit artikel worden definities gegeven van voor deze verordening belangrijke begrippen.
Artikel 2 Kosten van deelname aan sociale en culturele activiteiten
Deze regeling is bedoeld om mensen met een inkomen ter hoogte van het sociaal minimum te stimuleren om deel te nemen aan sociale/ culturele activiteiten ter voorkoming van sociale uitsluiting. In de bijlage van de verordening is een overzicht gegeven van de verschillende vergoedingen. Voor deze kosten kan geen aanspraak gemaakt worden op bijzondere bijstand. Deze verordening geldt in dat kader als een voorliggende voorziening.
Artikel 3 De inkomens- en vermogenstoets
Met betrekking tot de inkomenstoets is gekozen voor 120% van het sociaal minimum als maximum. Het huishouden dient reeds gedurende 3 jaar voorafgaand aan de datum van 1 januari van het kalenderjaar waarover wordt aangevraagd, over een inkomen ter hoogte van 120% van het sociaal minimum te beschikken.
Voor de vermogenstoets is ervoor gekozen om deze analoog vast te stellen aan de regeling in de Verordening bijzondere bijstand.
Ieder persoon van 18 jaar of ouder dient zelf de aanvraag voor een tegemoetkoming ingevolge deze verordening in te dienen. De aanvraag dient schriftelijk te geschieden op een door het college ontwikkeld aanvraagformulier. Aangezien het soms moeilijk kan zijn voor een aanvrager de kosten voor te schieten is ervoor gekozen om aanvragers de mogelijkheid te bieden een tegemoetkoming te vragen voordat de kosten zijn gemaakt. Er dient achteraf wel te worden aangetoond dat de kosten daadwerkelijk zijn gemaakt. De regels van de Algemene wet bestuursrecht zijn onverkort van kracht bij de behandeling van de aanvragen. Aanvragen die na 1 maart van het kalenderjaar volgend op het jaar waarover wordt aangevraagd, worden ingediend, worden niet meer in behandeling genomen.
De uitvoering van deze verordening ligt bij het college. De beslissingsbevoegdheid met betrekking tot de uitvoering van de verordening is gemandateerd aan de afdelingsmanager Sociale Zaken. Deze beslist in naam en onder verantwoordelijkheid van het college.
Indien door de aanvrager geen, onvolledige of onjuiste inlichtingen zijn verstrekt, dan wel door een andere reden ten onrechte een tegemoetkoming op grond van deze verordening is verstrekt, wordt teruggevorderd op grond van artikel 6:203 BW.
Dit artikel maakt het mogelijk de tegemoetkomingen te indexeren.
Dit artikel bepaalt dat het college in bijzondere gevallen kan afwijken van het gestelde in deze verordening. Uiteraard kan dit afwijken op grond van de algemene beginselen van behoorlijk bestuur, met name het rechtszekerheidsbeginsel, alleen ten gunste van de aanvrager.
In dit artikel zijn de ingangsdatum alsmede de citeertitel van deze verordening opgenomen.