Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Rotterdam

Regeling melding financiële belangen

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieRotterdam
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingRegeling melding financiële belangen
CiteertitelRegeling melding financiële belangen
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerpGemeenteblad 2008-110

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Gecons. tekst bijgewerkt tot en met wijziging 2

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. artikel 125quinqies, eerste lid, onder e, van de Ambtenarenwet
  2. artikel 114a van het Ambtenarenreglement

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

05-08-2008Gecons. tekst bijgewerkt tot en met wijziging 2

29-07-2008

Gemeenteblad 2008-110

Gelezen het voorstel van de wethouder Verkeer, Vervoer en Organisatie

Tekst van de regeling

Intitulé

Gemeenteblad 2008

Regeling melding financiële belangen

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Rotterdam,

Gelezen het voorstel van de wethouder Verkeer, Vervoer en Organisatie

d.d. 29 juli 2008, Kenmerk: 97094;

gelet op artikel 125quinqies, eerste lid, onder e, van de Ambtenarenwet en artikel 114a van het Ambtenarenreglement

Besluit vast te stellen:

Regeling melding financiële belangen

Artikel 1.

Deze regeling heeft tot doel te regelen op welke wijze de ambtenaar, die een functie als bedoeld in artikel 2 van deze regeling vervult, zijn financiële belangen respectievelijk bezit van en transacties in effecten, die de belangen van de dienst voor zover deze in verband staan met zijn functievervulling, kunnen raken, meldt.

Artikel 2.

1.De verplichte melding van belangen als bedoeld in het vorige

artikel is van toepassing op de ambtenaren die volgende functies

vervullen:

a) topkaderfunctie

b) clustercontroller

2.Concerndirecteuren kunnen andere functies binnen het cluster aanwijzen met een bijzonder risico op financiële belangenverstrengeling of het risico van oneigenlijk gebruik van koersgevoelige informatie. Voor de ambtenaren die aangewezen functies vervullen geldt een meldplicht als bedoeld in het vorige lid.

Artikel 3.
  • 1.

    De ambtenaar genoemd in het vorige artikel meldt zijn belangen als bedoeld in deze regeling, schriftelijk op het in de bijlage opgenomen Meldingsformulier financiële belangen.

  • 2.

    Het ingevulde en ondertekende formulier wordt door de ambtenaar die een functie vervult genoemd in artikel 2, eerste lid, onder a, ingediend bij de directeur Middelen en Control van de Bestuursdienst. De ambtenaar die een functie vervult genoemd in artikel 2, eerste lid, onder b en tweede lid, dient het ingevulde en ondertekende formulier in bij de concerndirecteur.

  • 3.

    De ambtenaar is verplicht om desgevraagd nadere informatie en bescheiden te verstrekken met betrekking tot de melding in de vorige leden.

  • 4.

    De melding en de registratie van de belangen als bedoeld in deze regeling worden vertrouwelijk behandeld.

Artikel 4.

Indiende gemelde belangen als bedoeld in deze regeling een risico op financiële belangenverstrengeling of het risico van oneigenlijk gebruik van koersgevoelige informatie opleveren in de werkzaamheden van de ambtenaar, dan worden maatregelen genomen om deze risico’s te voorkomen.

Artikel 5.
  • 1.

    Deze regeling treedt in werking op de eerste dag na de

    dagtekening van het Gemeenteblad waarin zij wordt geplaatst.

  • 2.

    Deze regeling wordt aangehaald als Regeling melding financiële belangen.

Aldus vastgesteld in de vergadering van 29 juli 2008.

 

De secretaris, De burgemeester,

A.H.P. van Gils J. Kriens, l.b.

 

 

 

 

Dit gemeenteblad is uitgegeven op 4 augustus 2008 en ligt op werkdagen van 8.30 tot 16.30 uur ter inzage bij het Kenniscentrum Bestuursdienst Rotterdam (KBR), Stadskantoor ingang Rodezand 18, begane grond.

(Zie ook: www.bds.rotterdam.nl – Gemeentebladen)

Toelichting

Algemeen

In 2003 is de verplichting in de Ambtenarenwet opgenomen om voorschriften vast te stellen inzake de melding van financiële belangen respectievelijk van het bezit van en transacties in effecten door ambtenaren die een functie uitoefenen waarin risico bestaat op financiële belangenverstrengeling of oneigenlijk gebruik van koersgevoelige informatie (Wet van 23 januari 2003, Stb. 2003, 60).

De nieuwe wetsbepaling is reeds verwerkt in de CAR-UWO, als gevolg waarvan in het Ambtenarenreglement artikel 114 a is opgenomen. In dit (nieuwe) artikel is onder andere bepaald dat het college:

-de functies aanwijst waaraan in het bijzonder het risico van financiële

belangenverstrengeling of het risico van oneigenlijk gebruik van koersgevoelige

informatie is verbonden;

-de wijze van melding en registratie van financiële belangen regelt.

In de onderhavige regeling is hier uitvoering aan gegeven.

Artikelsgewijs

Artikel 1

In dit artikel is het doel van de Regeling melding financiële belangen (hierna: de regeling) omschreven.

Artikel 2

In dit artikel is de verplichting neergelegd om actief melding te maken van financiële belangen, effectenbezit en effectentransacties. Deze verplichting is gekoppeld aan de in dit artikel genoemde functies, waarbij aansluiting is gezocht bij de functies waarvoor de verplichte openbaarmaking van nevenwerkzaamheden geldt. De taken van de concerncontroller zijn niet expliciet opgenomen in de regeling, omdat deze onderdeel zijn van de functie van directeur Middelen en Control van de Bestuursdienst.

Hoofden van dienst zijn gemandateerd andere functies aan te wijzen die, naar hun oordeel, in aanmerking kunnen komen voor de meldplicht.

In de praktijk kan het gevaar van belangenverstrengeling ontstaan als een ambtenaar financiële belangen bezit die een onafhankelijke besluitvorming in de weg kunnen staan. Het gaat dan om belangen in ondernemingen die een relatie met de gemeente hebben of kunnen krijgen. Een ambtenaar die functioneel betrokken is bij beslissingen ten aanzien van zo’n onderneming zou zich kunnen laten leiden door zijn persoonlijke financieel belang daarin. Daarbij kan worden gedacht aan ambtenaren die (functioneel of feitelijk) betrokken zijn bij grondzaken, subsidieverstrekking, sponsoring, verstrekking van leningen, verstrekking van garanties, inkoop en aanbesteding zoals bijvoorbeeld het gunnen van onderzoeks- en adviesopdrachten.

Met betrekking tot oneigenlijk gebruik van de tijdens de functie-uitoefening verkregen informatie wordt het risico vooral gezocht bij koersgevoelige informatie. De ambtenaren die uit hoofde van hun functie (dan wel feitelijke werkzaamheden) beschikken of kunnen beschikken over koersgevoelige informatie komen in aanmerking voor een meldplicht. Zij hebben immers de mogelijkheid deze informatie oneigenlijk te gebruiken of lopen risico de schijn van oneigenlijk gebruik te wekken.

Artikel 3

Eerste lid

Met betrekking tot deze meldplicht zal de ambtenaar in eerste instantie zelf moeten beoordelen of zijn financieel belang of effectenbezit en transacties in effecten de belangen van de dienst kunnen raken. Als dat naar zijn oordeel het geval is, zal hij daarvan aan de directeur Middelen en Control van de Bestuursdienst respectievelijk het hoofd van dienst opgave moeten doen (middels een daartoe bestemde formulier). Dat neemt niet weg dat de betrokken ambtenaar door de genoemde functionaris(sen) uitgenodigd kan worden om deze opgave te doen.

De meldplicht betreft in de eerste plaats financiële belangen. De verplichting betreft de melding van alleen die financiële belangen die de belangen van de dienst, voor zover deze in verband staan met de functievervulling, kunnen raken.

Het begrip financieel belang is zeer divers. Het kan gaan om het bezit van effecten, vorderingsrechten, onroerend goed, bouwgrond alsook om financiële deelneming in ondernemingen.

De meldplicht betreft in de tweede plaats het bezit van en transacties in effecten. Integriteitrisico’s kunnen ontstaan indien een ambtenaar door zijn functievervulling

beschikt over kennis die hij in de privé-sfeer kan gebruiken om er persoonlijk voordeel mee te behalen. Het gaat daarbij om het risico van oneigenlijk gebruik van koersgevoelige informatie. Koersgevoelige informatie kan beschreven worden als niet openbare bijzonderheden omtrent een instelling of omtrent de handel in effecten waarvan het openbaar worden naar verwachting invloed zal hebben op de koers van de effecten van die instelling.

Tweede lid

De gemelde financiële belangen of het bezit van of de transacties in effecten dienen vervolgens geregistreerd te worden. Overeenkomstig de registratie van nevenwerkzaamheden, berust de registratie van de financiële belangen, effectenbezit en effectentransacties van de topfunctionarissen bij de directeur Middelen en Control van de Bestuursdienst. Het hoofd van dienst voert de registratie van financiële belangen, effectenbezit en effectentransacties van de bij zijn dienst werkzame ambtenaren.

Derde lid

Het is denkbaar dat de meldingen en nadien gebleken feiten en omstandigheden vragen oproepen die slechts beantwoord kunnen worden door het ontvangen van nadere informatie of bescheiden. In dat geval kan van de ambtenaar worden gevergd dat hij deze verschaft. Het kan onder meer betreffen informatie van de bank of van de effectenbemiddelaar van de betrokken ambtenaar.

Vierde lid

Het behoeft geen betoog dat het melden en registreren van de hier aan de orde zijnde financiële belangen gevoeliger ligt dan het melden van nevenwerkzaamheden. Op de hierbij betrokken personen rust de plicht zorgvuldig met al deze gegevens om te gaan en vertrouwelijkheid daarvan scherp te bewaken.

Artikel 4

De risico’s van belangenverstrengeling enerzijds en oneigenlijk gebruik van koersgevoelige informatie anderzijds zijn gelegen in de situatie dat een ambtenaar financiële belangen heeft dan wel op de beurs wil handelen, terwijl hij in zijn taakveld de mogelijkheid heeft om de waarde daarvan ten eigen voordele te beïnvloeden dan wel koersgevoelige informatie voor privé beleggingstransacties te verkrijgen.

Of inderdaad sprake is van deze risico’s hangt af van het concrete financiële belang en de feitelijke werkzaamheden en bevoegdheden van de ambtenaar.

De beoordeling van een risico op financiële belangenverstrengeling of het risico van oneigenlijk gebruik van koersgevoelige informatie ten aanzien van topfunctionarissen is voorbehouden aan het college zelf. Het college beslist welke financiële belangen van de betrokken topkaderfunctionaris wel en welke niet toelaatbaar zijn in relatie tot de te vervullen functie en of/welke risicobeperkende maatregelen nodig zijn.

Het hoofd van dienst beoordeelt (en neemt de beslissingen over) de toelaatbaarheid van de gemelde financiële belangen van de bij zijn dienst werkzame ambtenaren. Hij beslist of/welke maatregelen nodig zijn om eventuele risico’s te beperken.

Vooraf kan niet eenduidig worden aangegeven welke financiële belangen wel en welke niet toelaatbaar zijn in relatie tot de te vervullen functie - dit wordt per geval beoordeeld. Bezien dient te worden of het concrete financiële belang daadwerkelijk risico’s met zich meebrengt bij het uitoefenen door de ambtenaar van zijn bevoegdheden en werkzaamheden.

Indien naar de inschatting van het college respectievelijk het hoofd van dienst sprake is van een risico dan wordt beoordeeld welke risicobeperkende maatregelen nodig zijn. Het is in de eerste plaats de verantwoordelijkheid van de ambtenaar om te voorkomen dat hij in (de schijn van) een situatie terechtkomt dat hij in zijn functievervulling wordt beïnvloed door persoonlijke financiële belangen. Wordt het financiële belang niet toelaatbaar geacht dan kan de ambtenaar op eigen initiatief zijn financiële belang afstoten. Gebeurt dat niet dan dient bezien te worden hoe het risico van belangenverstrengeling of misbruik van voorwetenschap in relatie tot de functie van de betrokken ambtenaar te voorkomen kan worden. De betreffende ambtenaar kan bijvoorbeeld worden gevraagd dat hij zich onthoudt van de besluitvorming ten aanzien van de onderneming waarin hij financiële belangen heeft, of van zijn stemrecht bij besluiten van de instanties, waar hij een financieel belang heeft, die de belangen van de gemeente kunnen beïnvloeden. Verder kan worden gedacht aan aanpassing van de taakinhoud of (over)plaatsing van de ambtenaar in een andere (passende) functie, etc. Biedt een dergelijke maatregel geen oplossing, dan resteert het slechts om het hebben van de betreffende financiële belangen dan wel de effectentransacties te verbieden. Met het oog daarop bevat artikel 114 a, vierde lid, van het Ambtenarenreglement een geclausuleerd verbod.

Op de beslissingen van het college respectievelijk van het hoofd van dienst is de Algemene wet bestuursrecht van toepassing. Tegen deze beslissingen is dan ook bezwaar en beroep mogelijk.