Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Winterswijk

Verordening op het onderzoeksrecht van de raad

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieWinterswijk
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening op het onderzoeksrecht van de raad
CiteertitelVerordening op het onderzoeksrecht van de raad
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Gemeentewet, art. 155a tot en met 155f

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

11-01-2006Nieuwe regeling

22-12-2005

Winterswijkse Weekkrant, 10-01-2006

2005, nr. XII-4

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening op het onderzoeksrecht van de raad

2005, nr. XII-4.

 

De raad van de gemeente Winterswijk;

 

gelet op de artikelen 155a tot en met 155f Gemeentewet;

 

gelezen het voorstel van het presidium van 14 november 2005;

 

b e s l u i t :

 

vast te stellen de volgende verordening:

 

Verordening op het onderzoeksrecht van de raad

 

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    onderzoek: een onderzoek als bedoeld in artikel 155a, eerste lid, van de Gemeentewet;

  • b.

    onderzoekscommissie: een commissie als bedoeld in artikel 155a, derde lid, van de Gemeentewet.

Artikel 2 Instellen van het onderzoek/onderzoekscommissie

  • 1.

    Op voorstel van een of meer van zijn leden kan de raad besluiten een onderzoek in te stellen.

  • 2.

    Zo spoedig mogelijk na dit besluit stelt de raad een onderzoekscommissie in van tenminste drie leden.

  • 3.

    De raad wijst een genoegzaam aantal plaatsvervangende leden aan.

  • 4.

    Bij de samenstelling van de onderzoekscommissie zorgt de raad voor een evenwichtige vertegenwoordiging van de in de raad vertegenwoordigde groeperingen.

Artikel 3 Voorzitter/plaatsvervangend voorzitter

  • 1.

    De leden van de onderzoekscommissie kiezen uit hun midden een voorzitter en een plaatsvervangend voorzitter.

  • 2.

    De voorzitter is belast met:

    • a)

      het leiden van de beraadslaging en zitting;

    • b)

      het handhaven van de orde;

    • c)

      het doen naleven van bij of krachtens deze verordening gestelde regels;

    • d)

      hetgeen deze verordening hem verder opdraagt.

Artikel 4 Beëindiging van het lidmaatschap

  • 1.

    Het lidmaatschap van de onderzoekscommissie eindigt indien:

    • a)

      de raad besluit tot opheffing van de onderzoekscommissie;

    • b)

      een lid ophoudt lid te zijn van de raad;

    • c)

      de onderzoekscommissie besluit een lid van zijn commissie te horen;

    • d)

      een lid ontslag neemt.

  • 2.

    Een lid van de onderzoekscommissie kan op elk moment ontslag nemen. Hiervan brengt hij de raad en de voorzitter van de onderzoekscommissie zo spoedig mogelijk schriftelijk op de hoogte.

  • 3.

    In openstaande vacatures wordt zo spoedig mogelijk voorzien.

  • 4.

    De leden 1 tot en met 3 zijn van overeenkomstige toepassing op de plaatsvervangende leden.

Artikel 5 Bevoegdheden van de onderzoekscommissie

  • 1.

    De onderzoekscommissie besluit alvorens het eerste getuigenverhoor plaats vindt of getuigen uitsluitend verhoord worden na het afleggen van de eed of belofte.

  • 2.

    De onderzoekscommissie kan buiten de in artikel 155b, eerste lid, van de Gemeentewet genoemde personen tevens anderen verzoeken om medewerking aan het onderzoek te verlenen. Laatstgenoemde medewerking geschiedt slechts op vrijwillige basis.

  • 3.

    De onderzoekscommissie kan besluiten derden in te schakelen voor het uitvoeren van opdrachten die zij in het kader van de onderzoeksopdracht en de uitoefening van haar taak nodig acht.

  • 4.

    De onderzoekscommissie kan in het belang van het onderzoek in beslotenheid met een ieder informatieve gesprekken voeren, welke als zodanig geen onderdeel van het onderzoek uitmaken. Er bestaat hiertoe geen plicht tot medewerking.

  • 5.

    De onderzoekscommissie kan de bovengenoemde bevoegdheden uitsluitend uitoefenen indien ten minste drie van haar leden aanwezig zijn.

  • 6.

    De onderzoekscommissie besluit met meerderheid van stemmen.

  • 7.

    De Verordening op de raadscommissies is niet van toepassing.

Artikel 6 Ambtelijke bijstand

  • 1.

    De griffier draagt zorg voor voldoende ambtelijke ondersteuning van de onderzoekscommissie.

  • 2.

    Zo nodig kan de griffier een beroep doen op de gemeentesecretaris om hem voor de duur van het onderzoek een of meer medewerkers ter beschikking te stellen.

  • 3.

    De griffier of de door hem aangewezen medewerker is bij iedere zitting aanwezig.

  • 4.

    Bij zijn verhindering of afwezigheid wordt zijn plaats ingenomen door een daartoe door de griffier aangewezen vervanger.

  • 5.

    De Verordening op de ambtelijke bijstand is niet van toepassing.

Artikel 7 Zittingen

  • 1.

    Getuigen en deskundigen worden in een openbare zitting van de onderzoekscommissie gehoord.

  • 2.

    Plaats en tijd van de openbare zitting worden door de voorzitter tijdig ter openbare kennis gebracht.

  • 3.

    De onderzoekscommissie kan om gewichtige redenen besluiten een verhoor of een gedeelte daarvan niet in het openbaar af te nemen.

  • 4.

    De voorzitter roept de leden van de onderzoekscommissie, getuigen en deskundigen ten minste twee weken voor de zitting op.

  • 5.

    Binnen drie werkdagen na verzending van de oproep kunnen de getuigen en deskundigen onder opgaaf van redenen de voorzitter verzoeken het tijdstip van de zitting te wijzigen.

  • 6.

    De beslissing van de voorzitter op dit verzoek wordt uiterlijk één week voor het tijdstip van de zitting aan de betrokken getuige of deskundige medegedeeld.

Artikel 8 Toehoorders en de pers

  • 1.

    De toehoorders en vertegenwoordigers van de pers kunnen uitsluitend op de voor hen bestemde plaatsen openbare zittingen bijwonen.

  • 2.

    Het geven van tekenen van goed- of afkeuring of het op andere wijze verstoren van de orde is verboden.

  • 3.

    De voorzitter is bevoegd, toehoorders die op enigerlei wijze de orde van de vergadering verstoren, te doen vertrekken.

Artikel 9 Geluid- en beeldregistraties

Degenen die tijdens de zitting geluid- dan wel beeldregistraties willen maken doen hiervan mededeling aan de voorzitter en gedragen zich naar zijn aanwijzingen.

Artikel 10 Verslaglegging zitting

  • 1.

    De griffier draagt zorg voor de verslaglegging van de zitting.

  • 2.

    Het verslag vermeldt de namen van de aanwezigen en hun hoedanigheid voor zover van belang.

  • 3.

    Het verslag houdt een zakelijke vermelding in van wat over en weer is gezegd en wat verder ter zitting is voorgevallen.

  • 4.

    Het verslag verwijst naar de op de zitting overgelegde bescheiden, die aan het verslag kunnen worden gehecht.

  • 5.

    Het verslag wordt ondertekend door de voorzitter en de griffier of de door laatstgenoemde aangewezen medewerker.

Artikel 11 Beraadslagingen

  • 1.

    De onderzoekscommissie beraadslaagt indien een lid dat nodig acht.

  • 2.

    De onderzoekscommissie beraadslaagt achter gesloten deuren.

Artikel 12 Afronding onderzoek

  • 1.

    De onderzoekscommissie legt haar bevindingen neer in een ontwerp-rapport, waarin zij tevens conclusies en aanbevelingen opneemt.

  • 2.

    De onderzoekscommissie zendt een afschrift van het ontwerp-rapport aan het college of de burgemeester, afhankelijk van de vraag naar wiens bestuur het onderzoek is ingesteld.

  • 3.

    Het college of de burgemeester wordt in de gelegenheid gesteld te reageren op het ontwerp-rapport van de onderzoekscommissie en zijn standpunten toe te voegen aan de rapportage van de onderzoekscommissie.

  • 4.

    De onderzoekscommissie legt vervolgens haar rapport met conclusies en aanbevelingen voor aan de raad, vergezeld van de standpunten van het college of de burgemeester.

  • 5.

    De rapportage van de onderzoekscommissie aan de raad is openbaar, tenzij de onderzoekscommissie met betrekking tot haar rapportage - of gedeelten daarvan - een beroep doet op één van de uitzonderingsgronden of beperkingen als opgesomd in de artikelen 10 en 11 van de Wet openbaarheid van bestuur.

Artikel 13 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag volgende op die van haar bekendmaking.

Artikel 14 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening op het onderzoeksrecht van de raad.

 

Aldus besloten door de raad van de gemeente Winterswijk in

zijn openbare vergadering gehouden op 22 december 2005,

de voorzitter, de griffier,