Organisatie | Groningen |
---|---|
Organisatietype | Provincie |
Officiële naam regeling | Verordening rechtspositie Statengriffie provincie Groningen |
Citeertitel | Verordening rechtspositie Statengriffie provincie Groningen 2015 |
Vastgesteld door | provinciale staten |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp | Bestuurlijke organisatie |
Deze regeling vervangt het Delegatiebesluit uitvoering rechtspositieregelingen.
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
18-08-2015 | nieuwe regeling | 11-03-2015 Elektronisch Provincieblad, 17-08-2015 | 584725 |
Besluit van Gedeputeerde Staten der provincie Groningen van 10 augustus 2015, nr. 584725, afd. BJC, tot bekendmaking van het besluit van Provinciale Staten van 11 maart 2015, nr. B.10, tot intrekking van Delegatiebesluit uitvoering rechtspositieregelingen en vaststelling van de Verordening rechtspositie Statengriffie provincie Groningen.
Gedeputeerde Staten der provincie Groningen;
maken bekend dat door Provinciale Staten in hun vergadering van 11 maart 2015, nr. B.10, is vastgesteld hetgeen volgt:
Provinciale Staten van Groningen:
Gelezen de voordracht van het Presidium van 4 maart 2015, nummer 2015-09859, SG;
Gelet op artikel 125, tweede lid, van de Ambtenarenwet en artikel 104e van de Provinciewet;
I. Het Delegatiebesluit uitvoering rechtspositieregelingen van 20 maart 2003 in te trekken met ingang van de datum van inwerkingtreding van onderstaande verordening;
II. Een Verordening rechtspositie Statengriffie provincie Groningen vast te stellen, luidende:
De Collectieve Arbeidsvoorwaardenregeling Provincies, de bijbehorende uitvoeringsregelingen en alle overige (rechtspositie) regelingen die zijn vastgesteld vóór datum van inwerkingtreding van deze verordening voor het ambtelijk personeel van de provincie Groningen (dat onder de verantwoordelijkheid van Gedeputeerde Staten valt), en zoals deze gelden op de datum van inwerkingtreding van deze verordening, zijn ook van toepassing op de Statengriffier en de medewerkers van de Statengriffie die door of vanwege Provinciale Staten zijn benoemd.
In de uitoefening van onder de in artikel 1 vallende (rechtspositie) regelingen ten aanzien van de Statengriffier en de medewerkers van de Statengriffie treden in plaats van:
De wijzigingen van de onder artikel 1 vallende (rechtspositie) regelingen, alsmede nieuwe (rechtspositie) regelingen of - besluiten die worden vastgesteld voor het onder verantwoordelijkheid van Gedeputeerde Staten vallende personeel, na het moment waarop het onderhavige besluit is genomen, zullen op gelijke wijze van toepassing zijn op de Statengriffier en de medewerkers van de Statengriffie, tenzij Provinciale Staten anders besluiten. Het bepaalde in artikel 2 van dit besluit is op deze gewijzigde of nieuwe regelingen van overeenkomstige toepassing.
De door Gedeputeerde Staten of de Provinciesecretaris op grond van de in artikel 1 en 3 bedoelde (rechtspositie) regelingen genomen generieke besluiten en vastgestelde nadere regelingen zijn op gelijke wijze van toepassing op de Statengriffier en de medewerkers van de Statengriffie, voor zover daarvan niet door Provinciale Staten, dan wel krachtens door Provinciale Staten gegeven mandaat wordt afgeweken.
Indien één van de in artikel 1, 3 en 4 bedoelde regelingen komt te vervallen, zal deze tevens vervallen voor de Statengriffier en de medewerkers van de Statengriffie, tenzij Provinciale Staten anders besluiten.
Gedeputeerde Staten of de Provinciesecretaris stellen het Presidium binnen twee weken in kennis van de onder 3, 4 en 5 genomen besluiten.
Op advies van het Presidium, kunnen Provinciale Staten binnen 6 weken na de kennisgeving aan het Presidium besluiten een (rechtspositie) regeling niet van toepassing te laten zijn op de Statengriffier en de medewerkers van de Statengriffie. Na het ongebruikt verstrijken van de termijn van 6 weken, wordt de door Gedeputeerde Staten vastgestelde (rechtspositie) regeling geacht mede te zijn vastgesteld door Provinciale Staten voor de Statengriffier en de medewerkers van de Statengriffie.