Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Rotterdam

Verordening behandeling bezwaarschriften 2008

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieRotterdam
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening behandeling bezwaarschriften 2008
CiteertitelVerordening behandeling bezwaarschriften 2008
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerpGemeenteblad 2009-9

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Gecons. tekst bijgewerkt tot en met wijziging 3

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. artikelen 7:5 en 7:13 van de Algemene wet bestuursrecht
  2. artikel 84 van de Gemeentewet

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

07-02-200901-07-200717-11-2020Gecons. tekst bijgewerkt tot en met wijziging 3

09-12-2008

Gemeenteblad 2009-9

gelezen het voorstel van het college van 9 december 2008; BP8220.02; raadsstuk 2008-3959

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening behandeling bezwaarschriften 2008

 

 

Gemeenteblad 2009

Verordening behandeling bezwaarschriften 2008

De raad, het college van burgemeester en wethouders en de burgemeester van de gemeente Rotterdam, ieder voor zover het zijn bevoegdheden betreft;

gelezen het voorstel van het college van 9 december 2008; BP8220.02; raadsstuk 2008-3959;

gelet op de artikelen 7:5 en 7:13 van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 84 van de Gemeentewet;

overwegende dat het om redenen van doelmatigheid nodig is om een nieuwe Verordening behandeling bezwaarschriften vast te stellen;

Besluiten vast te stellen:

Verordening behandeling bezwaarschriften 2008

Paragraaf 1 Begripsbepalingen

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze verordening en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

  • a.

    verwerend orgaan: bestuursorgaan dat het bestreden besluit heeft genomen;

  • b.

    commissie: Algemene Bezwaarschriftencommissie;

  • c.

    wet: Algemene wet bestuursrecht;

  • d.

    ambtelijk horen: horen van belanghebbenden als bedoeld in artikel 7:5 van de wet.

Paragraaf 2 De commissie

Artikel 2 Bevoegdheid commissie

  • 1.

    Er is een Algemene bezwaarschriftencommissie die belast is met de uitvoering van de in artikel 7:13 van de wet genoemde taken voor zover het gaat om bezwaarschriften ingediend tegen een besluit van de raad, het college, de burgemeester of de leerplichtambtenaar.

  • 2.

    De commissie hoort en adviseert niet inzake

    • a.

      bezwaarschriften gericht tegen besluiten betreffende gemeentelijke belastingen of waardering onroerende zaken;

    • b.

      verzoeken om vergoeding van de kosten van bestuurlijke voorprocedures.

  • 3.

    Naast het horen en adviseren omtrent een bezwaar door de commissie kan, met betrekking tot door het college bij afzonderlijk besluit daartoe aangewezen categorieën van bezwaarschriften, het horen ambtelijk plaatsvinden.

Artikel 3 Splitsing in kamers

  • 1.

    De commissie heeft zes kamers.

  • 2.

    Kamer I adviseert over bezwaarschriften voor zover die betrekking hebben op besluiten van:

    • a.

      de burgemeester op grond van enige wettelijke regeling, of

    • b.

      het college inzake gebruikswijzigingen die samenhangen met het aanvragen van een exploitatievergunning.

  • 3.

    Kamer II adviseert over bezwaarschriften welke zijn gericht tegen:

    • a.

      besluiten die hun grondslag hebben in het omgevingsrecht en over bezwaarschriften die zijn gericht tegen besluiten die betrekking hebben op huisvesting;

    • b.

      subsidie- en handhavingsbesluiten die verband houden met het omgevingsrecht of met huisvesting;

    • c.

      planschadebesluiten.

  • 4.

    Kamer III adviseert over bezwaarschriften welke zijn gericht tegen besluiten van de raad.

  • 5.

    Kamer IV adviseert over over bezwaarschriften welke zijn gericht tegen subsidiebesluiten, tenzij kamer II hierover adviseert, en over bezwaarschriften waarvan de behandeling niet is opgedragen aan één van de overige kamers.

  • 6.

    Kamer V adviseert over bezwaarschriften welke zijn gericht tegen een besluit of andere handeling als bedoeld in artikel 8:1, tweede lid, van de wet, dat is genomen op grond van:

    • a.

      de Ambtenarenwet of het Ambtenarenreglement, dan wel op grond van enige andere op de Ambtenarenwet of het Ambtenarenreglement steunende regeling, met uitzondering van die categorie bezwaarschriften waarvoor op grond van afspraken met de vakbonden geldt dat deze met onverwijlde spoed dienen te worden behandeld en waarbij van de ambtenaar gelet daarop niet kan worden gevergd dat deze een verzoek om een voorlopige voorziening bij de Voorzieningenrechter indient, of

    • b.

      de Wet sociale werkvoorziening.

  • 7.

    Kamer VI adviseert over bezwaarschriften welke zijn gericht tegen besluiten die genomen zijn op grond van:

    • a.

      wetgeving, uitgezonderd de Wet sociale werkvoorziening, waarvan de eerste ondertekenaar de Minister van Sociale zaken en Werkgelegenheid of de Staatssecretaris van Sociale zaken en Werkgelegenheid dan wel de Minister en Staatssecretaris van Sociale zaken gezamenlijk is, alsmede op die wetten gebaseerde besluiten en gemeentelijke verordeningen;

    • b.

      de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 en de daarop gebaseerde gemeentelijke verordening;

    • c.

      de Jeugdwet.

Artikel 4 Samenstelling van de commissie

1.Per kamer van de commissie worden een voorzitter,

plaatsvervangend voorzitters, leden of reserveleden benoemd;

  • 2.

    Ambtenaren of arbeidscontractanten in dienst van de gemeente kunnen niet als voorzitter, plaatsvervangend voorzitter, lid of reservelid worden benoemd.

  • 3.

    Raadsleden kunnen slechts als lid of reservelid worden benoemd.

  • 4.

    De voorzitters, de plaatsvervangend voorzitters, de leden en de reserveleden worden als zodanig in een van de kamers van de commissie benoemd. Zij zijn daarnaast tevens plaatsvervangend lid van de kamers waarin zij niet zijn benoemd.

  • 5.

    De voorzitter van Kamer I is voorzitter van de commissie.

Artikel 5 Benoeming, ontslag en zittingsperiode

1.De voorzitters, de plaatsvervangend voorzitters en de leden voor zover

zij geen raadslid zijn, worden benoemd, geschorst of ontslagen:

  • a.

    bij eensluidend besluit van de burgemeester en het college indien het Kamer I betreft;

  • b.

    door de raad indien het Kamer III betreft;

  • c.

    door het college indien het de overige kamers betreft.

    • 2.

      Leden, niet zijnde raadsleden, worden voor de duur van maximaal acht jaar benoemd.

    • 3.

      Raadsleden worden benoemd voor de duur van de raadsperiode en

houden op commissielid te zijn op het moment dat zij geen lid meer van

de gemeenteraad zijn.

Artikel 6 De functie van secretaris

  • 1.

    Het hoofd van de afdeling Juridische diensten van de Serviceorganisatie is secretaris van de commissie.

  • 2.

    Het hoofd van de afdeling Juridische diensten van de Serviceorganisatie kan medewerkers van zijn afdeling aanwijzen als plaatsvervangend secretaris.

  • 3.

    De bepalingen in deze verordening die zien op de secretaris, zijn van toepassing op de plaatsvervangend secretaris.

Paragraaf 3 Procedure

Artikel 7 Vooronderzoek en mandaat

  • 1.

    De voorzitter van de kamer aan welke de behandeling van het bezwaarschrift is opgedragen draagt er zorg voor dat al het noodzakelijke wordt gedaan om de behandeling ervan genoegzaam voor te bereiden.

  • 2.

    De bevoegdheden ingevolge de hierna genoemde artikelen van de wet zijn aan de secretaris gemandateerd:

    • a.

      artikel 2:1, tweede lid;

    • b.

      artikel 6:6, voor wat betreft het de indiener stellen van een termijn waarbinnen het verzuim als bedoeld in 6:6 van de wet kan worden hersteld;

    • c.

      artikel 6:17, voor wat betreft de verzending van de stukken tijdens de behandeling door de commissie;

    • d.

      de artikelen 7:4, tweede lid en 7:6, vierde lid;

    • e.

      artikel 7:10 derde lid.

  • 3.

    De secretaris kan rechtstreeks alle gewenste inlichtingen inwinnen of doen inwinnen.

  • 4.

    De voorzitter kan zonodig vorderen dat ambtenaren van de gemeente de nodige informatie verschaffen en desgewenst een plaatsopneming of een hoorzitting bijwonen.

Artikel 8 Hoorzitting

  • 1.

    De secretaris van de commissie bepaalt plaats en tijdstip van de hoorzitting waarin de belanghebbenden en het verwerend orgaan in de gelegenheid worden gesteld door de commissie te worden gehoord.

  • 2.

    Indien de secretaris op grond van artikel 7:3 van de wet afziet van het horen, doet hij daarvan mededeling aan belanghebbenden.

  • 3.

    De commissie kan besluiten het horen op te dragen aan haar voorzitter of een van haar leden.

Artikel 9 Uitnodiging hoorzitting

  • 1.

    De secretaris deelt de belanghebbenden ten minste twee weken vóór de hoorzitting schriftelijk mede dat zij in de gelegenheid worden gesteld tijdens de hoorzitting te worden gehoord.

  • 2.

    De secretaris kan wegens bijzondere omstandigheden afwijken of afwijking toestaan van de termijn, genoemd in het eerste lid.

Artikel 10 Niet deelneming aan de behandeling

De voorzitter of de leden van de commissie nemen, onverminderd artikel 7:5, eerste lid, onder a en b, van de wet, niet deel aan de behandeling van een bezwaarschrift indien daarbij hun onpartijdigheid in het geding kan zijn.

Artikel 11 Openbaarheid hoorzitting

  • 1.

    De hoorzitting van de commissie is openbaar.

  • 2.

    Een voorstel tot behandeling achter gesloten deuren kan worden gedaan door de voorzitter, een van de leden of door een belanghebbende.

  • 3.

    Indien de commissie vervolgens beslist dat gewichtige redenen aanwezig zijn die zich tegen openbaarheid van de hoorzitting verzetten, vindt de hoorzitting plaats achter gesloten deuren.

  • 4.

    Als gewichtige redenen worden in ieder geval persoonlijke zaken van familiaire, medische of financiële aard aangemerkt.

  • 5.

    In afwijking van het eerste lid is de hoorzitting van kamer V niet openbaar.

Artikel 12 Schriftelijke verslaglegging

  • 1.

    Het verslag bedoeld in artikel 7:7 van de wet vermeldt de namen van de aanwezigepartijen, met daarbij een vermelding van hun hoedanigheid.

  • 2.

    Het verslag vermeldt in het kort hetgeen over en weer is gezegd en overigens tijdens de hoorzitting is voorgevallen.

  • 3.

    Indien de hoorzitting geheel of gedeeltelijk achter gesloten deuren plaatsvond, of indien belanghebbenden niet in elkaars tegenwoordigheid zijn gehoord, maakt het verslag hiervan melding.

  • 4.

    Het verslag verwijst naar de op de zitting overgelegde bescheiden.

  • 5.

    Het verslag wordt ondertekend door de voorzitter en de secretaris van de commissie.

  • 6.

    Het verslag kan ook een integraal onderdeel uitmaken van het advies.

Artikel 13 Nader onderzoek

  • 1.

    Indien na afloop van de hoorzitting, maar voordat het advies wordt uitgebracht, nader onderzoek wenselijk blijkt te zijn, kan de voorzitter uit eigen beweging of op verlangen van de commissie dit onderzoek doen verrichten.

  • 2.

    De uit nader onderzoek verkregen informatie wordt in afschrift aan de leden van de commissie en de belanghebbenden toegezonden.

  • 3.

    De leden van de commissie, de belanghebbenden en het bestuursorgaan kunnen binnen een week na verzending van de in het eerste lid bedoelde informatie aan de secretaris van de commissie een verzoek richten tot het beleggen van een nieuwe hoorzitting. De secretaris beslist hieromtrent.

  • 4.

    Op een nieuwe hoorzitting als bedoeld in het derde lid zijn de bepalingen van deze verordening die betrekking hebben op de hoorzitting van toepassing.

Artikel 14 Raadkamer en advies

  • 1.

    De commissie beraadslaagt en beslist achter gesloten deuren over het door haar aan het bestuursorgaan uit te brengen advies. Het advies wordt door de voorzitter en de secretaris ondertekend.

  • 2.

    Aan het advies wordt een ontwerpbesluit toegevoegd.

  • 3.

    De adviezen worden vastgesteld bij meerderheid van stemmen.

  • 4.

    De adviezen van een kamer gelden als adviezen van de commissie.

Artikel 15 Uitbrengen advies

Het advies wordt zo spoedig mogelijk na ontvangst van het bezwaarschrift uitgebracht aan het bestuursorgaan dat op het bezwaarschrift beslist, onder toezending van, indien van toepassing, het verslag, bedoeld in artikel 12.

Artikel 16 Alternatieve geschillenoplossing

Indien de indiener van het bezwaarschrift en het verwerend orgaan daartoe de wens te kennen geven, wordt de bezwaarschriftprocedure opgeschort, in afwachting van de behandeling van het onderliggende conflict door middel van alternatieve geschillenoplossing.

Paragraaf 3a Ambtelijk horen

Artikel 16a Bevoegdheden

  • 1.

    Ambtelijk horen geschiedt door het hoofd van de afdeling juridische diensten van de Serviceorganisatie.

  • 2.

    Ambtelijk horen kan eveneens geschieden door medewerkers van de afdeling juridische diensten van de Serviceorganisatie die daartoe door het hoofd van die afdeling zijn aangewezen.

  • 3.

    De in deze verordening aan de secretaris van de commissie toegekende bevoegdheden komen, voor zover van toepassing, eveneens toe aan het hoofd van de afdeling juridische diensten van de Serviceorganisatie en de door hem op grond van het tweede lid aangewezen medewerkers.

Artikel 16b Uitnodiging hoorzitting

  • 1.

    Belanghebbenden worden ten minste twee weken voor de hoorzitting schriftelijk medegedeeld dat zij in de gelegenheid worden gesteld tijdens de ambtelijk hoorzitting te worden gehoord.

  • 2.

    Wegens bijzondere omstandigheden kan worden afgeweken van de in het eerste lid genoemde termijn.

Artikel 16c Openbaarheid van de hoorzitting

  • 1.

    De ambtelijke hoorzitting is openbaar. De medewerker die belast is met het horen kan, al dan niet op verzoek, besluiten tot behandeling achter gesloten deuren.

  • 2.

    De ambtelijke hoorzitting is niet openbaar indien gewichtige redenen zich tegen openbaarheid verzetten. Daarvan is in ieder geval sprake bij rechtspositionele zaken van ambtenaren van de gemeente en bij persoonlijke zaken van familiare, financiële of medische aard.

Paragraaf 4 Slotbepalingen

Artikel 17 Intrekken oude verordening

De Verordening behandeling bezwaarschriften 2005 wordt ingetrokken.

Artikel 18 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag na publicatie in het gemeenteblad en werkt terug tot en met 1 augustus 2007.

Artikel 19 Citeerartikel

Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening behandeling bezwaarschriften 2008.

Aldus vastgesteld door het college in de vergadering van 9 december 2008.

De secretaris, De burgemeester,

A.H.P. van Gils I.W. Opstelten

 

Aldus vastgesteld door de burgemeester op 9 december 2008.

De burgemeester,

I.W. Opstelten

 

 

 

 

 

Dit gemeenteblad is uitgegeven op 6 februari 2009 en ligt op werkdagen van 8.30 tot 16.30 uur ter inzage bij het Kenniscentrum Bestuursdienst Rotterdam (KBR), Stadskantoor ingang Rodezand 18, begane grond.

(Zie ook: www.bds.rotterdam.nl – Gemeentebladen)