Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Rotterdam

Nadere regels eerste fase subsidie uitvoering MJOP Rotterdam

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieRotterdam
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingNadere regels eerste fase subsidie uitvoering MJOP Rotterdam
CiteertitelNadere regels eerste fase subsidie uitvoering MJOP Rotterdam
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpvolkshuisvesting en woningbouw
Eigen onderwerpGemeenteblad 2010-4

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Gecons. tekst bijgewerkt tot en met wijziging 1

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

artikel 4, eerste lid, van de Subsidieverordening Rotterdam 2005

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

21-01-2010Gecons. tekst bijgewerkt tot en met wijziging 1

12-01-2010

Gemeenteblad 2010-4

Gelezen het voorstel van de directeur van de dienst Stedenbouw en Volkshuisvesting d.d. 12 januari 2010; kenmerk 09/11110

Tekst van de regeling

Intitulé

Nadere regels eerste fase subsidie uitvoering MJOP Rotterdam

 

 

Gemeenteblad 2010

 

 

Nadere regels eerste fase subsidie uitvoering MJOP Rotterdam

 

 

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Rotterdam,

 

Gelezen het voorstel van de directeur van de dienst Stedenbouw en Volkshuisvesting d.d. 12 januari 2010; kenmerk 09/11110;

 

overwegende dat het ter uitvoering van de Subsidieverordening Rotterdam 2005 gewenst is nadere regels te stellen inzake het verlenen van subsidies voor collectieve aanpak van particuliere woningen waarbij slechts in de eerste fase een subsidie zal worden verstrekt en de spaarbedragen voor de tweede en derde fase worden gefinancierd door woningeigenaren verenigd binnen een Vereniging van Eigenaren, met de verplichting voor het totaalbedrag een niveau te bereiken dat toereikend is om te voldoen aan het Programma van Eisen aanschrijvingen Woningwet gemeente Rotterdam. Facilitering van de regeling wordt geboden door de Stichting Stimuleringsfonds Volkshuisvesting Nederlandse gemeenten (SVn);

 

gelet op artikel 4, eerste lid, van de Subsidieverordening Rotterdam 2005;

 

Besluit vast te stellen de navolgende:

 

Nadere regels subsidie voor de uitvoering van de eerste fase MeerJarenOnderhoudsPlan (MJOP) Rotterdam

 

 

Hoofdstuk 1 Begripsbepalingen

 

Artikel 1.1

In deze nadere regels wordt verstaan onder:

  • 1.

    aanvrager: de ondertekenaar van een aanvraag tot verkrijging van een subsidie;

  • 2.

    adoptiecorporatie: woningcorporatie waarmee de gemeente samenwerkt in het kader van het Uitvoeringsprogramma bestaande woningvoorraad, vastgesteld door het college op 1 mei 2007;

  • 3.

    algemene voorwaarden: hier bedoeld de Algemene voorwaarden tot storting van de subsidiegelden van maximaal € 6.000,-- per eigenaar, zijnde 55% van de subsidiabele stichtingskosten van maximaal € 10.909,-- per eigenaar, en de door de binnen een VvE gebonden eigenaren fasegewijze gespaarde gelden voor de tweede en derde fase van een meerjarenonderhoudsplan (MJOP), tot een totaalbedrag dat toereikend is om een staat van onderhoud tot stand te brengen die voldoet aan het Programma van Eisen aanschrijvingen Woningwet gemeente Rotterdam, in het Bouwdepot van de SVn in het kader van deze nadere regels, zoals daartoe vastgesteld door het college;

  • 4.

    basiseis voor de subsidie: de VvE dient een MJOP te hebben opgesteld. Op grond van dit MJOP zal de subsidie voor de eerste fase en de door de binnen de VvE gebonden eigenaren eigen bijdragen worden gestort in het door de SVn geopende Bouwdepot. De kosten van de tweede en derde fase van uitvoering van het MJOP tot het niveau dat toereikend is voor het Programma van Eisen aanschrijvingen Woningwet gemeente Rotterdam zijn volledig voor rekening van de binnen de VvE gebonden eigenaren. Het beheer van de VvE dient te worden ondergebracht bij de VvE serviceorganisatie VvE010 dan wel een SKW-gecertificeerde VvE-onderhoud- en beheerorganisatie;

  • 5.

    beleidsdoel: collectieve woningverbetering van particuliere woningen met regeling voor gewaarborgde kwaliteit van het onderhoud in de toekomst;

  • 6.

    budget: het geld dat door de gemeenteraad in de gemeentebegroting is gereserveerd voor subsidiëring van het Uitvoeringsprogramma Bestaande Woningvoorraad;

  • 7.

    casco: de dragende constructie van een gebouw plus de buitenafwerking;

  • 8.

    college: het college van burgemeester en wethouders;

  • 9.

    “de minimis”-plafond: het maximum als bedoeld in de betreffende Verordening van de Europese Commissie inzake staatssteun;

  • 10.

    eigenaar: degene die volgens de kadastrale registratie eigenaar is van het appartement of de woning;

  • 11.

    fasering: een indeling in drie fases van onderhoud die zullen leiden tot een kwaliteitsniveau van de woning, respectievelijk het gebouw, dat voldoet aan het Programma van Eisen aanschrijvingen Woningwet gemeente Rotterdam;

  • 12.

    meerjarenonderhoudsplan (hiervoor en hierna te noemen: MJOP): overzicht van onderhoudswerkzaamheden en kosten die gedurende vijfentwintig jaar nodig worden geacht om het kwaliteitsniveau van de woning respectievelijk het gebouw, dat met de collectieve woningverbetering zal worden bereikt, te handhaven;

  • 13.

    onderhoud- en beheerorgaan: een organisatie die het onderhoud en beheer regelt. Met name bedoeld voor appartementseigenaren, maar eigenaren van niet gesplitst bezit worden, in het kader van deze regeling, verplicht zich ook aan te sluiten bij een onderhoud- en beheerorgaan en wel bij de serviceorganisatie VvE010, dan wel een SKW-gecertificeerde onderhoud- en beheerorganisatie;

  • 14.

    pand: een pand, dat geheel bestaat uit, dan wel gebruikt wordt als een (of meer) woning(en) of een pand dat grotendeels bestaat uit, dan wel bestemd is tot een (of meer) woning(en) of een pand dat grotendeels bestaat uit, dan wel bestemd is tot een (of meer) woning(en) en voorts inpandige bedrijfsruimte(n) bevat;

  • 15.

    particuliere woning: een appartement of woning welke niet in eigendom is van de gemeente of van een toegelaten instelling krachtens artikel 70 van de Woningwet;

  • 16.

    Programma van Eisen aanschrijvingen Woningwet gemeente Rotterdam: door het college vastgestelde niveau van woningverbetering waarbij bouwkundige maatregelen worden genomen aan een woning die strekken tot opheffing van technische gebreken, dan wel tot verbetering van de indeling of het woongerief;

  • 17.

    SKW: Samen Kwaliteit Waarborgen, een instelling die beheerders van VvE’s certificeert die voldoen aan bepaalde kwaliteitseisen;

  • 18.

    subsidieplafond: maximum van het door het college vastgestelde budget voor deze subsidieregeling;

  • 19.

    subsidieverleningsbeschikking: het besluit waarmee het college aan de aanvrager te kennen geeft dat en onder welke voorwaarden een subsidie wordt verstrekt en een lening wordt toegewezen;

  • 20.

    SVn: Stichting Stimuleringsfonds Volkshuisvesting Nederlandse gemeenten;

  • 21.

    vaststellingsbeschikking: het besluit waarmee het college aan de aanvrager te kennen geeft dat en onder welke voorwaarden een subsidie is uitbetaald;

  • 22.

    Vereniging van Eigenaars (VvE): de rechtspersoon vereniging waarvan iedere appartementseigenaar van rechtswege lid is en welke wettelijk geregeld is in afdeling 2 van titel 9 van Boek 5 van het Burgerlijk Wetboek;

  • 23.

    actieve VvE: een vereniging van eigenaars die een meerjarige onderhoudsplanning heeft en een hieraan gekoppelde begroting en bijdrageverplichting en deze laatste ook uitvoert;

  • 24.

    VvE010: de VvE serviceorganisatie organisatie die ervoor zorgt dat VvE’s met een onderhoudsachterstand in een aantal Rotterdamse wijken goed onderhoud plegen en in de toekomst het onderhoudsniveau waarborgen.

 

Hoofdstuk 2 Toepassingsgebied

 

Artikel 2 Toepassingsbereik

  • 1.

    Het college kan op basis van deze nadere regels aan de eigenaar van een pand subsidie verlenen ter tegemoetkoming in de kosten van woningverbetering, indien:

  • 2.

    het betreffende pand door het college in het kader van deze regeling is aangewezen;

  • 3.

    de eigenaar een aanvraag tot het verlenen van subsidie heeft ingediend, waarbij voldaan wordt aan het bepaalde in deze nadere regels;

  • 4.

    de eigenaar met SVn een overeenkomst heeft gesloten inzake storting van de verstrekte subsidie alsmede het benodigde bedrag aan eigen gelden, in een door de SVn open te stellen Bouwkrediet;

  • 5.

    genoemde aanvraag is ingediend binnen een door het college vast te stellen termijn voor het betreffende pand;

  • 6.

    Deze regeling is mede van gelijke toepassing op bedrijfsruimten, voor zover de verbetering daarvan noodzakelijk is voor de verbetering van de aangewezen woningen.

  • 7.

    Alleen eigenaar verhuurders die niet meer dan 10 woningen in hun bezit hebben komen in aanmerking voor subsidie.

 

Hoofdstuk 3 Subsidieplafond en hoogte subsidie

 

Artikel 3.1 Subsidieplafond

  • 1.

    Het subsidieplafond van de door het college aangewezen panden als bedoeld in artikel 2 onder a. van deze nadere regels wordt door het college vastgesteld.

  • 2.

    De verdeling van de subsidie geschiedt, met inachtneming van het subsidieplafond, op basis van de volgorde van ontvangst van subsidieaanvragen.

 

Artikel 3.2 Hoogte subsidie van de kosten van het MJOP

  • 1.

    Een eigenaar komt in aanmerking voor een subsidie van de kosten in de eerste fase van het totale MJOP tot een maximum van € 6.000,--, zijnde 55% van de subsidiabele stichtingskosten van € 10.909,--. Dit bedrag kan naar beneden worden bijgesteld met als ondergrens een subsidie van € 2.500,--, zijnde 55% van de subsidiabele stichtingskosten van € 4.545,--.

  • 2.

    Het college kan nadere eisen stellen met betrekking tot de normering van de subsidiabele stichtingskosten en de wijze van specificatie van de kosten door middel van de Stichtingskostennota MJOP-regeling.

  • 3.

    Een eigenaar zijnde particuliere verhuurder die voldoet aan het bepaalde in artikel 2, lid 3, kan subsidie ontvangen, mits vooraf een verklaring is ingediend, dat met de subsidieverlening het “de minimis”-plafond niet wordt overschreden. De beoordeling van de draagkracht van deze eigenaren vormt maatwerk, waarbij het college nadere voorwaarden kan stellen.

 

Hoofdstuk 4 Voorwaarden voor subsidieverlening

 

Artikel 4.1 Inhoudelijke Voorwaarden voor subsidieverlening

Om in aanmerking te komen voor subsidieverlening dient een aanvrager te voldoen aan de volgende voorwaarden:

  • 1.

    voor het waarborgen van de kwaliteit op de lange termijn is het van belang dat er in het toekomstig beheer wordt voorzien, het onderhoud- en beheerorgaan dient hiertoe een meerjarenonderhoudsplan op te stellen met een hieraan gekoppelde begroting en maandelijkse bijdrageverplichting;

  • 2.

    de onder a. genoemde begroting en maandelijkse bijdrageverplichting dienen toereikend te zijn ter financiering van de te verrichten onderhoudswerkzaamheden in de tweede en derde fase van het algehele MJOP;

  • 3.

    de controle op aanwezigheid van voldoende gelden ter uitvoering van de te verrichten onderhoudswerkzaamheden in de tweede en de derde fase van het totale MJOP wordt voor aanvang van de desbetreffende fase getoetst door de beheerorganisatie;

  • 4.

    na uitvoering van het MJOP in drie fases welke zijn gefinancierd door de basissubsidie van € 6.000,-- (of lager) en de door eigenaren gespaarde gelden in de eerste, tweede en derde fase dient de woning na uitvoering van de tweede en derde fase in ieder geval te voldoen aan het kwaliteitsniveau zoals dat is omschreven in het door het college goedgekeurde Programma van Eisen aanschrijvingen Woningwet Rotterdam;

  • 5.

    indien de eigenaar voornemens is de woning te verkopen voordat de uitvoering van het gehele MJOP is voltooid, dient hij toestemming tot de verkoop te vragen aan het college. Indien reeds verplichtingen met betrekking tot uitvoering van het MJOP en andere verplichtingen in VvE-verband zijn aangegaan, dienen deze door de koper te worden overgenomen.

 

Artikel 4.2 Procedurele voorwaarden voor subsidieverlening

  • 1.

    de aanvang van de werkzaamheden in het kader van de eerste fase van het MJOP wordt uiterlijk drie weken van tevoren schriftelijk gemeld bij het college;

  • 2.

    met de uitvoering van de werkzaamheden wordt een aanvang gemaakt binnen 26 weken na de dag waarop de verleningsbeschikking is verzonden;

  • 3.

    binnen drie weken na de dag waarop het totale werk is opgeleverd, wordt de voltooiing van de werkzaamheden gemeld, onder vermelding van de werkzaamheden die niet of niet geheel conform het MJOP zijn verricht;

  • 4.

    de melding van de voltooiing van de werkzaamheden vindt plaats binnen 18 maanden nadat met de uitvoering van de werkzaamheden een aanvang is gemaakt;

  • 5.

    aan de door het college aangewezen toezichthouders wordt op door hen te bepalen tijdstippen:

- toegang verleend tot de woning;

- inzage verleend in alle bescheiden en tekeningen die nodig zijn voor het vooraf en achteraf kunnen controleren van de werkzaamheden;

  • 1.

    desgewenst wordt inzage verstrekt in de financiële bescheiden die zijn ondergebracht bij VvE010 dan wel een SKW-gecertificeerde VvE-onderhoud- en beheerorganisatie ter vaststelling van de aanwezigheid van voldoende gelden ter uitvoering van de tweede, respectievelijk derde fase van het algehele MJOP.

 

Artikel 4.3 Wijze van opening Bouwkrediet bij SVn ten behoeve van subsidie

  • 1.

    de eigenaar van de woning voldoet de maandelijkse bijdrage ten behoeve van de financiering van de uitvoering conform het MJOP aan de VvE;

  • 2.

    de VvE-beheerder dient een onderhoudsplan in bij de gemeente, dat dient tot uitvoering van de eerste fase van het MJOP, onder gelijktijdige signalering aan de gemeente dat de gespaarde gelden ter hoogte van de subsidiabele stichtingskosten met een maximum van € 10.909,-- per eigenaar cumulatief per VvE gereed staan om te worden overgemaakt aan SVn ten behoeve van het bouwdepot;

  • 3.

    de gemeente toetst het onderhoudsplan op deugdelijkheid en bij akkoordbevinding ontvangt de eigenaar een beschikking tot verlening van de subsidie, voor een bedrag van ten hoogste € 6.000,--. Het subsidiebedrag wordt gestort op de rekening die ten behoeve van de desbetreffende VvE is geopend bij het SVn;

  • 4.

    tegelijkertijd wordt het Bouwkrediet bij SVn geopend, en worden de door de VvE gespaarde benodigde bedragen als vermeld sub b. en de verleende subsidie in dit Bouwkrediet gestort op de rekening die ten behoeve van de desbetreffende VvE is geopend bij het SVn;

  • 5.

    tijdens de bouwperiode kan gedeclareerd worden uit het Bouwkrediet. Voordat tot uitbetaling wordt overgegaan dienen declaraties te worden geaccordeerd door de gemeente;

  • 6.

    de kosten voor het aanhouden van een Bouwkrediet bedragen 0,5% van de hoofdsom met een minimum van € 70,-- en een maximum van € 550,--;

  • 7.

    deze rekening zal vallen in een fonds met de benaming “Faseregeling Rotterdam”;

  • 8.

    de productspecificaties en uitvoeringsregels van SVn zijn hierop van onverminderde toepassing;

  • 9.

    een offerte voor een Bouwkrediet kan pas dan worden aangevraagd als zowel de subsidie als de benodigde eigen gelden beschikbaar zijn.

 

Hoofdstuk 5 Aanvraag en verlening subsidie

 

Artikel 5.1 Beoordeling van de aanvraag

Het college beslist op een aanvraag om een subsidieverlening binnen acht weken na de dag waarop de aanvraag is ontvangen.

 

Artikel 5.2 Subsidieverleningsbeschikking

  • 1.

    In de subsidieverleningsbeschikking wordt in ieder geval vermeld:

    • 1.

      de naam van de aanvrager en het adres van de woning;

    • 2.

      de geraamde kosten voor uitvoering van het MJOP;

    • 3.

      de subsidiebijdrage.

  • 2.

    Het college zendt een afschrift van de subsidieverleningsbeschikking aan het SVn.

 

Hoofdstuk 6 Vaststelling van de subsidie

 

Artikel 6.1 Aanvraag tot vaststelling van de subsidie

  • 1.

    In de subsidieverleningsbeschikking wordt bepaald binnen welke termijn de aanvraag tot vaststelling wordt ingediend.

  • 2.

    Indien in de subsidieverleningsbeschikking geen termijn wordt vermeld, wordt de aanvraag tot vaststelling ingediend binnen 22 maanden na de subsidieverleningsbeschikking.

  • 3.

    Indien na afloop van de in het tweede lid genoemde termijn geen aanvraag tot vaststelling van de subsidie is ingediend, stelt het college de aanvrager een termijn waarbinnen de aanvraag moet zijn ingediend.

  • 4.

    Indien na afloop van de in het derde lid genoemde termijn geen aanvraag tot vaststelling van de subsidie is ingediend, kan de subsidie worden teruggevorderd.

 

Artikel 6.2 Vaststelling van de subsidie

Vaststelling van de subsidie vindt plaats nadat:

  • 1.

    a. de in de aanvraag opgenomen werkzaamheden schriftelijk zijn gereed gemeld onder indiening van de daarop betrekking hebbende gegevens;

b. de in de aanvraag opgenomen werkzaamheden kunnen per VvE variëren, al naar gelang de aard van de urgentie van de werkzaamheden per VvE;

  • 1.

    a. de in de aanvraag opgenomen werkzaamheden voor de eerste fase dienen deel uit te maken van een MJOP dat zal leiden tot een niveau dat voldoet aan de eisen gesteld in het Programma van Eisen aanschrijving Woningwet Rotterdam;

b. vorenbedoelde werkzaamheden door of namens het college zijn gecontroleerd en akkoord bevonden;

c. de rekeningen en betalingsbewijzen inzake de verrichte werkzaamheden, door of namens het college zijn gecontroleerd en akkoord bevonden;

d. het beheer van de VvE is ondergebracht bij de VvE serviceorganisatie VvE010 dan wel een SKW-gecertificeerde VvE-onderhoud- en beheerorganisatie.

 

Hoofdstuk 7 Intrekken van de subsidie

 

Artikel 7.1

  • 1.

    Het college kan een subsidie geheel of gedeeltelijk intrekken indien:

    • 1.

      er niet is voldaan aan de bij of krachtens deze nadere regels gestelde voorwaarden, voorschriften of bepalingen;

    • 2.

      de subsidie is toegekend of vastgesteld op grond van onjuiste gegevens.

  • 2.

    Bij de intrekking kan het college de subsidie direct opeisbaar maken, hetgeen kan resulteren in geheel of gedeeltelijk terugvorderen van de hoofdsom van de subsidie vermeerderd met de wettelijke rente vanaf het moment dat de subsidie is verstrekt.

 

Hoofdstuk 8 Betaling van de subsidie

 

Artikel 8.1

Betaling van de subsidie door het college vindt plaats door storting in het bouwdepot, dat voor de aanvrager wordt geopend bij de SVn.

 

Hoofdstuk 9 Hardheidsclausule en slotbepalingen

 

Artikel 9.1 Hardheidsclausule

Indien vanwege bijzondere omstandigheden een strikte toepassing van het bepaalde in deze nadere regels zou leiden tot een onbillijkheid van overwegende aard, kan het college afwijken van het bepaalde in deze nadere regels.

 

Artikel 9.2 Inwerkingtreding

Deze nadere regels treden in werking op de eerste dag na de dagtekening van het Gemeenteblad waarin zij worden geplaatst.

 

Artikel 9.3 Citeertitel

Deze nadere regels worden aangehaald als: Nadere regels eerste fase-subsidie uitvoering MJOP Rotterdam.

 

Aldus vastgesteld in de vergadering van 12 januari 2010.

 

De secretaris, De burgemeester,

 

 

 

A.H.P. van Gils A. Aboutaleb

 

 

 

 

 

 

Dit gemeenteblad is uitgegeven op 20 januari 2010 en ligt op werkdagen van 8.30 tot 16.30 uur ter inzage bij het Kenniscentrum Bestuursdienst Rotterdam (KBR), Coolsingel 40, Kamer 314.

(Zie ook: www.bds.rotterdam.nl – Gemeentebladen)