Organisatie | Omgevingsdienst Regio Nijmegen |
---|---|
Organisatietype | Regionaal samenwerkingsorgaan |
Officiële naam regeling | Treasury statuut ODRN 2012 |
Citeertitel | Treasury statuut ODRN 2012 |
Vastgesteld door | algemeen bestuur |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp | Treasury stauut |
Geen
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
17-12-2013 | aanvulling | 18-10-2013 Provinciaal blad Gelderland | AB 18102013.6 | ||
28-03-2013 | nvt | 13-12-2012 Provinciaal blad Gelderland | AB 17122012.8 |
Het Algemeen Bestuur van de Omgevingsdienst Regio Nijmegen
gelet op Wet financiering decentrale overheden
gelet op Uitvoeringsregeling Financiering decentrae overheden
gelet op Regeling uitzettingen en derivaten decentrale overheden
gelet op artikel 14 lid 4 GR ODRN
besluit het Treasurystatuut te wijzigen zodat het komt te luiden al volgt:
Het treasurystatuut vormt het kader voor de uitvoering van het treasurybeleid. Het treasurybeleid ondersteunt, als onderdeel van het financieel beleid, de uitvoering van de publieke taken en biedt mede waarborgen voor de financiële continuïteit van de Omgevingsdienst Regio Nijmegen (ODRN) op korte en lange termijn.
De treasuryfunctie heeft bij lagere overheden de laatste jaren sterk aan betekenis gewonnen, onder meer vanwege de inwerkingtreding van de wet financiering decentrale overheden (Wet FIDO) per 1 januari 2001, de ontwikkelingen op de Europese geld- en kapitaalmarkt en de introductie van nieuwe financieringsinstrumenten.
Met de komst van de Wet FIDO zijn voor de gemeentelijke treasuryfunctie duidelijke kaders geboden ten aanzien van risicobeheersing en transparantie. Dat laatste komt onder meer tot uitdrukking in de voorschriften voor een verplicht treasurystatuut.
Daarnaast moet, op basis van de uitwerking die de ODRN heeft gegeven aan artikel 216 van de Provinciewet resp. artikel 212 Gemeentewet het Bestuur zorgen voor een goede inrichting van de uitvoeringsorganisatie van de financieringsfunctie, die het treasurystatuut mogelijk maakt.
Het treasurystatuut bepaalt de kaders voor de uitvoering van het treasurybeleid en maakt een objectieve en transparante verantwoording achteraf mogelijk.
De specifieke beleidsvoornemens respectievelijk de uitvoering van het beleid op het gebied van treasury worden besproken in de treasuryparagraaf van de begroting en de jaarstukken.
Bij de inrichting van het treasuryproces zorgen de vier elementen sturing, uitvoering, verantwoording en toezicht houden voor duidelijkheid en transparantie.
Het treasurystatuut is een nadere uitwerking van de geldende wetgeving. Bij het opstellen van dit statuut is rekening gehouden met het relevante wettelijke kader in:
Het statuut is voor de omgevingsdienst beperkt gehouden, omdat zij een eenvoudige rol heeft op het geheel van treasury. De behoefte is:
bij het offreren van projecten en de voortgang van uitvoering van de projecten en begroting.
Voorgaande betekent dat er een langlopende financiering zal zijn en blijven voor investeringen in de bedrijfsvoering en een korte termijn financiering voor de overbrugging van bevoorschotting versus uitvoering.
1.1 Doelstellingen van de treasuryfunctie
De treasuryfunctie omvat alle activiteiten die zich richten op het sturen en beheersen van, het verantwoorden over en het toezicht houden op de financiële vermogenswaarden, de financiële geldstromen, de financiële posities en de hieraan verbonden risico's.
Bij de Omgevingsdienst Regio Nijmegen gelden de volgende doelstellingen van de treasuryfunctie:
Het algemeen bestuur bepaalt, met de vaststelling van de begroting, welke de publieke taken van de ODRN zijn en binnen welk budgettair kader die worden uitgevoerd.
2.2 Treasury en de Planning & Control-cyclus
De paragraaf treasury in de begroting bevat de plannen voor de treasuryfunctie voor het begrotingsjaar in een meerjarig perspectief.
Er wordt inzicht gegeven in de uitgangspunten van de treasury-activiteiten, die verwerkt zijn in de financiële meerjarenraming.
De paragraaf treasury in de jaarstukken geeft een verslag van de uitvoering van het treasurybeleid in het afgelopen jaar. Daarbij wordt getoetst aan de beleidsvoornemens in de begroting en de bijstellingen van deze voornemens in de wijzigingen van de begroting.
3.1 Uitgangspunten Risicobeheer
Het beheersen en vermijden van risico's staat in het treasurybeleid voorop. In dit verband is het risicomanagement gericht op het inzichtelijk maken van toekomstige risico's en deze te beheersen, te verminderen en te spreiden. De treasuryfunctie zal nadrukkelijk geen bankachtige activiteiten ontplooien, met het oogpunt om geld te verdienen.
De Wet FIDO geeft voor het beheersen van de renterisico's concrete richtlijnen, zijnde de kasgeldlimiet en de renterisiconorm.
Met betrekking tot het renterisicobeheer gelden de volgende algemene uitgangspunten:
a. de kasgeldlimiet wordt niet overschreden conform de Wet FIDO;
b. de renterisiconorm wordt niet overschreden conform de Wet FIDO;
c. nieuwe leningen/uitzettingen worden afgestemd op de bestaande financiële positie en de liquiditeitsplanning;de rentetypische looptijd en het renteniveau van de betreffende lening worden zo veel mogelijk afgestemd op de actuele rentestand en de rentevisie.
Het kredietrisico wordt in de eerste plaats beperkt doordat het financieringsbeleid gericht is op het voorkomen van langdurige overschotten.
Bij het uitzetten of beleggen, dan wel aantrekken van middelen wordt alleen gebruik gemaakt van financiële producten, waarbij aan het einde van de looptijd tenminste de hoofdsom is gegarandeerd.
Met betrekking tot het kredietrisicobeheer gelden de volgende algemene uitgangspunten:
1.Het uitzetten en/of beleggen van middelen uit hoofde van treasury vindt uitsluitend plaats bij financiële ondernemingen met ten minste een A-2 rating voor looptijden tot 3 maanden en een AA- (minus) rating bij looptijden >3 maanden (kredietinstellingen, beleggingsinstellingen, effecteninstellingen, verzekeraars en pensioenfondsen) die onder Nederlands of anderszins EER-toezicht vallen, zoals de Nederlandse Bank en de Verzekeringskamer der Financiële ondernemingen. Tenminste twee kredietbeoordelaars
dienen de benodigde rating aan de financiële ondernemingen te hebben verstrekt.
2.Bij het uitzetten van gelden of verstrekken van leningen uit hoofde van de publieke taak met uitzondering van specifieke regelingen worden zekerheden of garanties geëist.
Bij het uitzetten of beleggen van middelen wordt alleen gebruik gemaakt van financiële producten, waarbij aan het einde van de looptijd tenminste de hoofdsom is gegarandeerd.
Om de koersrisico's bij uitzettingen of beleggingen uit hoofde van treasury zoveel mogelijk te beperken worden uitsluitend de volgende producten gehanteerd:
Valutarisico's worden uitgesloten door alleen leningen te verstrekken, aan te trekken of te garanderen
Het interne liquiditeitsrisico's wordt beperkt door de treasuryactiviteiten te baseren op liquiditeitsplanningen die periodiek worden bijgesteld en zoveel mogelijk synchroon lopen met begroting en jaarstukken.
4.Financiering Omgevingsdienst Regio Nijmegen.
De ODRN beoogt het realiseren van gunstige c.q. marktconforme condities voor af te nemen financiële diensten. Hierbij gelden de volgende uitgangspunten:
Het beheer van relaties met financiële ondernemingen, waaronder de bankrelaties, valt onder de verantwoordelijkheid van de medewerker die is belast met de uitvoering van de treasuryfunctie, hierna te noemen 'treasuryfunctie'.
Onder dit beheer wordt verstaan:
Om de kosten van het geldstromenbeheer te minimaliseren wordt het liquiditeitsgebruik beperkt door degeldstromen op elkaar en de liquiditeitenplanning af te stemmen. Hierbij wordt er op toegezien dat de liquiditeitspositie voldoende is om te garanderen dat de verplichtingen tijdig kunnen wordennagekomen.
4.3 Aantrekken van langlopende financiering
Bij het aantrekken van financieringen voor een periode van één jaar en langer gelden de volgende uitgangspunten:
4.4 Uitzetten van langlopende financiering
Bij het uitzetten of beleggen van middelen uit hoofde van de treasuryfunctie voor een periode van één jaar en langer gelden de volgende uitgangspunten:
4.5 Saldo- en liquiditeitenbeheer (Kasbeheer)
Voor het saldobeheer en het liquiditeitenbeheer gelden de volgende specifieke richtlijnen:
5.Administratieve organisatie en Interne controle
In het kader van de treasuryfunctie gelden de volgende algemene uitgangspunten op het gebied van administratieve organisatie en interne controle:
Bij de uit te voeren treasuryactiviteiten is functiescheiding doorgevoerd met als belangrijkstevoorwaarden:
a. iedere transactie wordt door minimaal twee functionarissen geautoriseerd;
b. de uitvoering en de controle geschieden door afzonderlijke functionarissen;
c. de uitvoering en de registratie in de financiële administratie geschiedt door afzonderlijke ffunctionarissen.
Ten aanzien van de treasuryfunctie vindt minimaal 1 maal per jaar een interne controle plaats.Daarbij worden minimaal de volgende aspecten betrokken:
a. juistheid, tijdigheid, volledigheid en relevantie van de managementinformatie;
b. rechtmatigheid van de administratieve verwerking;
c. borging van voldoende functiescheiding;
De treasuryfunctie maakt van elke controle een verslag:
a. hieruit blijkt minimaal waar eventueel aandachtspunten liggen op de onder 6 genoemde punten;
b. de treasuryfunctie ontvangt elk rapport tevoren ter inzage en dient dit voor gezien, dan wel voor akkoord te ondertekenen;
c. op basis van dit rapport doet de treasuryfunctie zonodig aanbevelingen tot aanpassing van het
Dit statuut treedt in werking met ingang van de dag nadat het bekend is gemaakt.
Dit statuut wordt aangehaald als 'Treasurystatuut Omgevingsdienst Regio Nijmegen 2012.
Aldus vastgesteld in de vergadering van het Algemeen Bestuur van de Omgevingsdienst Regio Nijmegen d.d. 18 oktober 2013,