Organisatie | Dongen |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening Individuele Inkomenstoeslag gemeente Dongen |
Citeertitel | Verordening Individuele Inkomenstoeslag gemeente Dongen |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
Geen
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2015 | nieuwe regeling | 18-12-2014 Gemeenteblad, 2015, 73558 | Onbekend |
Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen
Rechthebbende heeft een langdurig laag inkomen als bedoeld in artikel 36 van de wet, eerste lid, als gedurende de referteperiode het in aanmerking te nemen inkomen niet hoger is dan 110% van de voor hem geldende bijstandsnorm en niet beschikt over een vermogen dat hoger is dan de voor hem van toepassing zijnde vermogensgrens als bedoeld in artikel 34 lid 3 van de wet.
Als één van de gehuwden is uitgesloten van het recht op individuele inkomenstoeslag ingevolge de artikelen 11 of 13, eerste lid, van de Participatiewet, komt de rechthebbende echtgenoot in aanmerking voor een individuele inkomenstoeslag naar de hoogte die voor hem als alleenstaande of alleenstaande ouder zou gelden
Aldus besloten in de openbare raadsvergadering van 18 december 2014,
de raad voornoemd.
De griffier, de voorzitter,
Langdurigheidstoeslagwordt individuele inkomenstoeslag
Per 1 januari 2015 vervangt de individuele inkomenstoeslag de langdurigheidstoeslag. De individuele inkomenstoeslag is een inkomensondersteunende maatregel voor bepaalde personen die langdurig een laag inkomen hebben en daarbij, gelet op de omstandigheden van die persoon, geen uitzicht hebben op inkomensverbetering (artikel 36, eerste lid, van de Participatiewet). Vanaf 1 januari 2015 is het verlenen van de toeslag geen gebonden bevoegdheid meer, maar een discretionaire bevoegdheid. Dit betekent dat het college een individuele inkomenstoeslag kan verlenen maar ook kan afzien van de toekenning als een persoon voldoet aan de voorwaarden daarvoor.
De peildatum is de datum waarop een persoon individuele inkomenstoeslag aanvraagt (artikel 1 van deze verordening). Het gaat om de datum waarop een persoon langdurig een laag inkomen heeft, geen in aanmerking te nemen vermogen heeft als bedoeld in artikel 34 van de Participatiewet en, gelet op de omstandigheden van die persoon, geen uitzicht op inkomensverbetering heeft. De peildatum komt meestal overeen met de meldingsdatum. De peildatum kan in beginsel niet liggen vóór de dag waarop een persoon zich heeft gemeld om individuele inkomenstoeslag aan te vragen, tenzij sprake is van bijzondere omstandigheden. Dit volgt uit artikel 44, eerste lid, van de Participatiewet en de jurisprudentie rondom artikel 44 van de Participatiewet.
In dit artikel worden de omschrijvingen van de begrippen langdurig en laag inkomen uitgewerkt. Het laag inkomen wordt uitgedrukt in maximaal 110% van bijstandsnorm.
Wettelijk is geregeld dat de individuele inkomenstoeslag bestemd is voor mensen tussen 21 jaar en de AOW gerechtigde leeftijd. Langdurig wordt aangeduid met 5 jaar (60 maanden). Gedurende deze periode moet een laag inkomen zijn geweest, niet hoger dan het in aanmerking te nemen percentage van de norm. De gemeente verstrekt een eenvoudig aanvraagformulier om de aanvraag in te dienen. Mogelijkheden en onmogelijkheden om door studenten een beroep te doen op de toeslag, worden nader geregeld in beleidsregels.
Artikel 3. Hoogte van de toeslag.
In dit artikel wordt de hoogte van de toeslag geregeld. In dit model wordt uitgegaan van een normbedrag van €520,-. Afronding vindt plaats op hele euro's naar boven.
De Participatiewet wordt per 2015 van kracht en op 1 januari 2015 treedt deze verordening in werking.