Overheidsorganisatie | Provincie Overijssel |
---|---|
Officiële naam regeling | Uitvoeringsbesluit bij de Kaderverordening 'In actie voor werk Overijssel 2004' |
Citeertitel | Uitvoeringsbesluit bij de Kaderverordening 'In actie voor werk Overijssel 2004' |
Vastgesteld door | gedeputeerde staten |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
geen
Datum ondertekening inwerkingtredingsbesluit: 14-12-2004
Bron bekendmaking inwerkingtredingsbesluit: Provinciaal Blad 2004-131
Algemene wet bestuursrecht, hoofdstuk 4
Geen
Datum inwerking- treding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerking- treding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2005 | 14-03-2005 | nieuwe regeling | 14-12-2004 Provinciaal Blad 2004-131 | - |
In dit uitvoeringsbesluit wordt verstaan onder:
a. bedrijfsverzamelgebouw: een gebouw dat geschikt is gemaakt voor het huisvesten van meerdere kleine – veelal startende – ondernemingen, instellingen of zelfstandige beroepsbeoefenaars. In of vanuit het gebouw worden economische activiteiten en/of zelfstandige (vrije) beroepen uitgeoefend;
b. bedrijventerrein: een terrein dat bestemd en geschikt is voor gebruik door één of meer bedrijven uit de sectoren industrie, nijverheid en/of commerciële en niet-commerciële dienstverlening, daaronder niet begrepen een terrein dat in overwegende mate bestemd is voor kantoren, detailhandel of horeca;
c. breedband: een aansluiting die geschikt is voor beeld- en geluidstoepassingen van een goede kwaliteit, geschikt is voor het uitwisselen van omvangrijke gegevensbestanden, waarvan de verbinding continu beschikbaar is, tenminste een capaciteit van 10Mbps ondersteund en toekomstvast is in die zin dat hogere capaciteiten later tegen relatief geringe kosten realiseerbaar zijn;
d. breedbanddiensten: toepassingen die de afnemer innovatieve elektronische (communicatie)-diensten bieden en die gebruikmaken van breedbandinfrastructuur;
e. clusters: ketens van onderling sterk van elkaar afhankelijke toeleveranciers, uitbesteders, afnemers en kennisdragers die:
• beschikken over elkaar aanvullende vaardigheden of
• met elkaar verbonden zijn door productieketens of
• gezamenlijk bedrijfsprocessen en eindproducten verbeteren of
• participeren in op innovatie en technologie gerichte netwerken;
f. draagvlakverklaring: een document waaruit blijkt dat alle betrokken partijen de noodzaak van uitvoering van de subsidiabele activiteit onderschrijven;
g. herstructureringsproject: een samenhangend geheel van activiteiten, zijnde alle eenmalige ingrepen in het bedrijventerrein die niet onder regulier onderhoud vallen, die tot doel hebben de veroudering van het terrein als geheel te bestrijden. De ingrepen kunnen betrekking hebben op aspecten van veroudering zoals:
• bereikbaarheid en ontsluiting;
• aanzicht;
• milieukwaliteit;
• inrichting en ruimtegebruik;
h. innovatie: een creatieve systematische activiteit die er op is gericht om voor de aanvrager nieuwe producten, nieuwe werkwijzen, nieuwe diensten danwel wezenlijke onderdelen daarvan te ontwikkelen; 2
i. interne kosten: interne kosten zijn de uren die door het personeel of de zelfstandige besteed worden aan het voldoen van formaliteiten, vermenigvuldigd met de gemiddelde uurkost;
j. kennisaanbieders: hogescholen en universiteiten, kenniscentra en intermediaire organisaties;
k. masterplan: een plan waarin op basis van een kansen- en knelpuntenanalyse is vastgelegd hoe kansrijk de herstructurering voor het betrokken bedrijventerrein is, hoe betrokken ondernemers en overheden gezamenlijk de aanpak van de herstructurering vorm willen geven, hoe daarvoor de taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden worden verdeeld en op basis waarvan besluiten daartoe kunnen worden genomen;
l. MKB-onderneming: dit is een onderneming: 3
• met minder dan 250 werknemers, en waarvan ofwel de jaaromzet de € 50 miljoen niet overschrijdt, ofwel het jaarlijks balanstotaal de € 43 miljoen niet overschrijdt;
• die voldoet aan het zelfstandigheidscriterium;
m. multimodale ontsluiting van bedrijventerreinen: het terrein is te bereiken via de weg, het water en het spoor. Er kan overslag plaatsvinden van weg naar water (en v.v.) en van weg naar spoor (en v.v.) en van water naar spoor (en v.v.);
n. netwerken: groepen ondernemingen die samenwerken ter verwezenlijking van een gezamenlijk innovatief doel;
o. parkmanagement: het in een publiek-private samenwerking sturen van vorm, voorzieningen en beheer van een bedrijventerrein, met als doel het structureel vasthouden van het gewenste kwaliteitsniveau van de bedrijfsomgeving. Parkmanagement geeft sturing aan de inrichting en het beheer van het (bebouwde) terrein, de initiatie en de exploitatie van zowel collectieve als individuele voorzieningen en diensten. Daarnaast analyseert en organiseert parkmanagement samenwerkingsmogelijkheden, met als doel het verkrijgen en behouden van een hoog kwaliteitsniveau van zowel de openbare als de private ruimte;
p. potentieel stuwende ondernemingen: ondernemingen die een markt bedienen die groter is dan de eigen provincie;
q. regionaal-stuwend: de doorwerking op lange termijn van de activiteiten naar een sterkere economische structuur van Overijssel;
r. samenwerkingsproject: project waarin o.a. ondernemingen, overheden en kennisaanbieders samenwerken;
s. start activiteit: het eerste moment waarop de subsidieontvanger daadwerkelijk financiële verplichtingen aangaat ten behoeve van de gesubsidieerde activiteit;
t. technostarters: een natuurlijke of rechtspersoon die:
• voor eigen rekening en risico producten, processen, of diensten – niet zijnde adviezen – verkoopt en levert, die op basis van een technische vinding of een nieuwe combinatie van bestaande technologieën mede door eigen kennisontwikkeling nieuw uitgevonden of substantieel vernieuwd zijn;
• ten tijde van het aanvragen van subsidie nog niet, of niet langer dan vijf jaar, is ingeschreven bij een Kamer van Koophandel en Fabrieken;
• geen deel uitmaakt van een groep;
u. voorwaardenscheppend: de activiteit creëert voorwaarden of omstandigheden die gunstig zijn voor de economische ontwikkeling van de provincie Overijssel of elimineert daarvoor ongunstige voorwaarden of omstandigheden;
v. zorgvuldig ruimtegebruik: het zodanig benutten van grond en opstallen dat het grondbeslag per eenheid economische activiteit of werknemer wordt beperkt en de bedrijfseconomische positie en de kwaliteit van het bedrijventerrein gelijk blijft of verbetert.
Zorgvuldig ruimtegebruik kan plaatsvinden in vier dimensies:
• intensivering van ruimtegebruik/verdichten;
• functiemenging;
• vertikaal bouwen, de hoogte of de diepte in;
• tijd.
Zorgvuldig ruimtegebruik is eng verweven met onderwerpen als herstructurering, duurzaamheid, parkmanagement, criminaliteitsbestrijding en architectuur.
1. Activiteiten moeten uiterlijk zes maanden nadat subsidie is verleend starten.
2. Subsidie wordt niet verleend voor activiteiten waarvoor eerder subsidie werd verleend op grond van de:
Subsidieverordening KwaliteitsImpuls Toerisme Overijssel 2002;
Innovatie Stimuleringsregeling Overijssel 2004.
1. Niet-subsidiabel zijn de volgende kosten:
interne kosten;
de kosten van dat deel van de activiteit dat al plaats heeft gevonden op het moment van ontvangst van de subsidieaanvraag;
dat deel van de kosten dat niet noodzakelijk is voor de realisatie van de activiteit;
verrekenbare heffingen, belastingen of lasten;
rente-, bank-, financierings- en gerechtskosten, geldboetes en sanctiekosten;
afschrijvingskosten;
kosten van aankoop van gebouwen en/of grond;
kosten van planschade;
kosten van werkzaamheden die verband houden met bodemsanering;
winstopslagen bij transacties binnen een groep.
2. Voor het thema Ruimte voor ondernemen, onderdeel uitvoering van de herstructurering van bestaande bedrijventerreinen, zijn in aanvulling op lid 1 de kosten die worden gemaakt ten behoeve van delen van het terrein die de bestemming van bedrijventerrein verliezen niet subsidiabel.
In afwijking van lid 1, is het onderdeel g wel subsidiabel.
3. Voor het thema Kwaliteitsimpuls Toerisme geldt in aanvulling op lid 1 het volgende. De kosten van ‘Onvoorzien’ boven het maximum van 5% van de totale subsidiabel gestelde investeringskosten zijn niet subsidiabel. Hierbij is tevens een absoluut maximum van € 10.000,-- van toepassing. Deze aanvulling is niet van toepassing op het beheer en het onderhoud van de recreatieve openbare infrastructuur.
1. Aanvragen tot verlening van subsidie worden in behandeling genomen indien zij afkomstig zijn van rechtspersonen.
2. In afwijking van lid 1 worden de aanvragen voor de thema’s:
Ruimte voor ondernemen, onderdeel uitvoering van de herstructurering van bestaande bedrijventerreinen, in behandeling genomen indien zij afkomstig zijn van gemeenten;
Kwaliteitsimpuls Toerisme, onderdeel onderhoud van recreatieve fietspaden en voorzieningen, in behandeling genomen indien zij afkomstig zijn van de gemeenten in Overijssel of een samenwerkingsverband van gemeenten.
Een subsidieaanvraag kan gedurende het gehele kalenderjaar worden ingediend.
Subsidieaanvragen worden behandeld in volgorde van ontvangst, met dien verstande dat wanneer de aanvrager krachtens artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht de gelegenheid heeft gehad de aanvraag aan te vullen, de dag waarop de aanvulling op de aanvraag is ontvangen als datum van ontvangst geldt.
1. Voor de aanvraag van een subsidie wordt gebruikgemaakt van het aanvraagformulier ‘In actie voor werk Overijssel’.
2. De aanvrager van een subsidie overlegt bij de aanvraag tevens de beoogde resultaten of gekwantificeerde effecten, alsmede het moment waarop deze worden gerealiseerd, en de wijze waarop deze tussentijds en na van de activiteit kunnen worden getoetst. Alle in dit deel opgenomen vereisten aan een aanvraag maken onderdeel uit van het subsidie-aanvraagformulier. 6
3. Voor het thema Ruimte voor ondernemen, onderdeel Uitvoering van de herstructurering van bestaande bedrijventerreinen, moeten naast de in de leden 1 en 2 genoemde stukken nog de volgende stukken worden overlegd:
1. Zodra de subsidieaanvrager aantoont dat hij is gestart met de activiteiten kunnen Gedeputeerde Staten op schriftelijk verzoek van de aanvrager een voorschot verstrekken van ten hoogste 50% van de verleende subsidie.
2. Zodra de aanvrager heeft aangetoond dat de tot dan toe gedane uitgaven in relatie tot de totale uitgaven het percentage van het op basis van lid 1 verstrekte voorschot hebben overstegen, kunnen Gedeputeerde Staten op schriftelijk verzoek een tweede voorschot verstrekken tot ten hoogste 80%.
3. De aanvraag om een voorschot als bedoeld in lid 2 wordt begeleid door een tussenrapportage; in deze tussenrapportage wordt gerapporteerd op basis van de gegevens als bedoeld in artikel 0.7, lid 2.
De inhoudelijke verantwoording betreft een beschrijving van de verrichte activiteiten en een opgave van de behaalde resultaten en effecten op basis van de gegevens als omschreven in artikel 0.7, lid 2.
In alle gevallen waarin dit Uitvoeringsbesluit niet voorziet, beslissen Gedeputeerde Staten. Daarbij wordt gehandeld in de geest van de nota ‘In actie voor werkgelegenheid’ en de Kaderverordening ‘In actie voor werk Overijssel 2004’.
Binnen artikel 1, lid 1, sub a van de Kaderverordening ‘In actie voor werk Overijssel 2004’ zijn de volgende activiteiten subsidiabel:
a. het opstellen van masterplannen voor een duurzame herstructurering van bedrijventerreinen;
b. activiteiten gericht op verduurzaming van bedrijventerreinen, zoals parkmanagement, zorgvuldig ruimtegebruik, veiligheid, energie, hergebruik van afvalstoffen en Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen;
c. strategische planvorming ten aanzien van bovenregionale bedrijventerreinen;
d. strategische planvorming ten aanzien van ontwikkeling van bedrijfsverzamelgebouwen.
1. Aanvragen in het kader van artikel 1, lid 1, sub a tot en met c van de Kaderverordening ‘In actie voor werk Overijssel 2004’ dienen te voldoen aan de volgende criteria:
de activiteit heeft bestuurlijk draagvlak;
de activiteit wordt in samenwerkingsprojecten gerealiseerd;
de activiteit heeft een voorwaardenscheppend karakter.
2. Voorzover het activiteiten betreft die passen binnen de activiteiten genoemd in artikel 1, lid 1, sub c van de Kaderverordening ‘In actie voor werk Overijssel 2004’ geldt voorts het volgende criterium:
de activiteit richt zich op de provinciale sectoren zorg, technologie en/of voeding, of op regionale speerpunten.
1. De projectsubsidie bedraagt ten hoogste 50% van de subsidiabele kosten.
2. De subsidieontvanger draagt zelf voor minimaal 20% bij in de totale subsidiabele kosten.
3. De projectsubsidie bedraagt maximaal € 50.000,--.
De artikelen in paragraaf 1.1 zijn niet van toepassing op deze paragraaf.
Aanvragen in het kader van artikel 1, lid 1, sub d van de Kaderverordening ‘In actie voor werk Overijssel 2004’ dienen te voldoen aan de volgende criteria:
a. het herstructureringsproject betreft een bedrijventerrein ouder dan tien jaar, gemeten vanaf het moment van vaststelling door de Gemeenteraad van het bestemmingsplan van het betreffende bedrijventerrein, niet zijnde een bedrijventerrein dat door het Ministerie van Economische Zaken is aangewezen als TOP-project;
b. het herstructureringsproject moet minstens vijf hectare bruto omvatten;
c. het herstructureringsproject levert in elk geval een verbetering op van de inrichting en ruimtegebruik van het bedrijventerrein;
d. de financiering van het herstructureringsproject is na de verlening van de subsidie sluitend;
e. het door het herstructureringsproject bereikte kwaliteitsniveau van het bedrijventerrein blijft ook na afloop van de subsidieperiode in stand.
1. De projectsubsidie bedraagt ten hoogste 50% van de subsidiabele kosten.
2. De subsidieontvanger draagt zelf voor minimaal 20% bij in de totale subsidiabele kosten.
3. De projectsubsidie bedraagt maximaal € 500.000,--. 14
Aanvragen in het kader van artikel 1, lid 2, sub a en b van de Kaderverordening ‘In actie voor werk Overijssel 2004’ dienen te voldoen aan de volgende criteria:
a. de activiteit wordt in samenwerkingsprojecten gerealiseerd;
b. de activiteit stimuleert innovatie;
c. de activiteit heeft een regionaal-stuwend karakter;
d. de activiteit is gericht op het midden- en kleinbedrijf;
e. de activiteit heeft een voorwaardenscheppend karakter.
1. De projectsubsidie bedraagt ten hoogste 50% van de subsidiabele kosten.
2. Private partijen dragen minimaal 20% bij in de totale subsidiabele kosten. 15
De artikelen in paragraaf 2.1 en 2.3 zijn niet van toepassing op deze paragraaf.
Aanvragen in het kader van artikel 1, lid 2, sub c van de Kaderverordening ‘In actie voor werk Overijssel 2004’ dienen te voldoen aan de criteria die daaraan in het Programmaplan Kennispark Twente worden gesteld.
1. De projectsubsidie bedraagt ten hoogste 50% van de subsidiabele kosten.
2. De projectsubsidie bedraagt minimaal € 10.000,-- en maximaal € 500.000,--. 17
Artikel 2.1.1, lid d en 2.1.2, lid 2 uit paragraaf 2.1 en de artikelen in paragraaf 2.2 zijn niet van toepassing op deze paragraaf.
Gedeputeerde Staten kunnen subsidie verlenen voor:
a. activiteiten gericht op vraagbundeling niet zijnde (haalbaarheids)onderzoek;
b. en/of activiteiten gericht op elektronische dienstverlening door overheden en semi-overheden aan burgers en bedrijven;
c. en/of activiteiten gericht op het stimuleren van breedbanddiensten.
1. Aanvragen die zijn ingediend in het kader van artikel 1, lid 2, sub d van de Kaderverordening ‘In actie voor werk Overijssel 2004’ dienen te voldoen aan de volgende criteria:
er is sprake van scheiding van infrastructuur en diensten teneinde een open glasvezelinfrastructuur te creëren;
er wordt zoveel mogelijk gebruikgemaakt van bestaande infrastructuur.
2. In aanvulling op lid 1 geldt voor activiteiten als bedoeld in artikel 2.3.2 b en c de volgende criteria:
de dienst vergroot de toegang en het gebruik van het breedbandnetwerk;
de dienst heeft een demonstratie-effect naar andere instellingen en bedrijven;
de exploitatie van de dienst moet voor minimaal de komende 3 jaren zijn gewaarborgd en de dienst is toepasbaar voor meer partijen dan alleen de projectindieners;
de dienst draagt bij aan de doelstellingen die binnen diverse beleidsterreinen zijn verwoord in het provinciale Onderhandelingsakkoord ‘Ruimte voor actie’ 2003-2007;
bij de ontwikkeling en productie van de dienst is actieve participatie van het bedrijfsleven vereist.
Aanvragen in het kader van artikel 1, lid 3 van de Kaderverordening ‘In actie voor werk Overijssel 2004’ dienen te voldoen aan de volgende criteria:
a. de activiteit wordt bij voorkeur in samenwerkingsprojecten gerealiseerd;
b. de activiteit is gericht op het bevorderen van een betere aansluiting tussen vraag en aanbod van arbeid;
c. de activiteit is gericht op het verhogen van de arbeidsparticipatie, met speciale aandacht voor kwetsbare groepen op de regionale arbeidsmarkt;
d. de activiteit heeft een voorwaardenscheppend karakter.
1. De projectsubsidie bedraagt ten hoogste 50% van de subsidiabele kosten.
2. In het belang van het provinciaal arbeidsmarktbeleid kunnen Gedeputeerde Staten van het in lid 1 vermelde percentage van de subsidiabele kosten afwijken.
1. Gedeputeerde Staten kunnen projectsubsidies verlenen in de kosten van voorbereiding, uitvoering of beheer en onderhoud van activiteiten ter bevordering van het toerisme en de recreatie in Overijssel die passen binnen de beleidsnota ‘Struinen door de tuin van Nederland’ (juni 2000).
2. Van de activiteiten uit lid 1 moet de exploitatie voor minimaal 3 jaren na de realisatie zijn gewaarborgd.
3. Met uitzondering van de subsidies voor het beheer en het onderhoud van de recreatieve openbare infrastructuur, geldt dat de activiteiten voor Overijssel nieuw moeten zijn, alsmede bovengemeentelijk gericht. 19
4. Met betrekking tot de subsidies voor het beheer en het onderhoud van de recreatieve openbare infrastructuur geldt dat deze werken vóór 1 januari 1998 tot stand gebracht moeten zijn. 20
1. De projectsubsidie bedraagt ten hoogste 25% van de subsidiabele investeringskosten.
2. In afwijking van het eerste lid, geldt met betrekking tot de projectsubsidies voor de realisering en de reconstructie van recreatieve fietspaden, recreatieve routestructuren en recreatieve voorzieningen, alsmede voor het beheer en het onderhoud van de recreatieve openbare infrastructuur, een subsidiepercentage van ten hoogste 50%. 21
3. De subsidiabele investeringskosten bedragen ten minste € 10.000,--.
Met uitzondering van de projectsubsidies verleend ten behoeve van het beheer van en het onderhoud aan de recreatieve openbare infrastructuur, geldt dat gedurende 5 jaren na het tijdstip waarop de uit te voeren werken zijn opgeleverd, de begunstigde de onroerende zaak waarop de werken worden uitgevoerd in eigendom of erfpacht heeft, danwel het recht van opstal op deze zaak. Verder geldt dat gedurende deze termijn van 5 jaren aan de onroerende zaak of werken geen andere bestemming mag worden gegeven dan die welke zij hadden ten tijde van de subsidieverlening. Door middel van een voorafgaande schriftelijke toestemming kunnen Gedeputeerde Staten hiervan afwijken.
Binnen artikel 1, lid 5, sub a van de Kaderverordening ‘In actie voor werk Overijssel 2004’ zijn de volgende activiteiten subsidiabel:
a. strategische planvorming met betrekking tot multimodaal goederen- en personenvervoer.
Aanvragen dienen te passen binnen de provinciale beleidsplannen (zoals het PVVP) en te voldoen aan de volgende criteria:
a. de activiteit heeft bestuurlijk draagvlak;
b. de activiteit wordt in samenwerkingsprojecten gerealiseerd;
c. de activiteit heeft een voorwaardenscheppend karakter.
1. De projectsubsidie bedraagt ten hoogste 50% van de subsidiabele kosten.
2. De begunstigde draagt zelf voor minimaal 20% bij in de totale subsidiabele kosten.
3. De projectsubsidie bedraagt maximaal € 30.000,--.
het raadplegen van tot dusver minimaal ontsloten publieke informatie bijvoorbeeld beeldarchieven;
het bevorderen van één-loket-initiatieven zodat dienstverlening naar burgers en bedrijven voor het grootste gedeelte elektronisch wordt;
het gebruikmaken van internet als het gaat om burgerraadplegingen, interactieve beleidsvorming en politieke communicatie met burgers en organisaties.
de dienst vergroot de toegang en het gebruik van het breedbandnetwerk;
de dienst heeft een demonstratie-effect naar andere instellingen en bedrijven;
de dienst wordt na opstartfase zelfstandig geëxploiteerd en is dan toepasbaar voor meer partijen dan alleen de projectindieners;
de dienst draagt bij aan de doelstellingen die binnen diverse beleidsterreinen zijn verwoord in het provinciaal Onderhandelingsakkoord ‘Ruimte voor actie' 2003-2007;
bij de ontwikkeling en productie van de dienst is actieve participatie van het bedrijfsleven vereist.
scheiding van infrastructuur en diensten met als doel kostenefficiënte ontsluiting (meerdere dienstenaanbieders over hetzelfde netwerk en één lijn naar de eindgebruiker);
gebruikmaken van bestaande infrastructuur. Van belang hierbij zijn afspraken met de eigenaren van de infrastructuur, waarbij een open netwerk filosofie leidend is. Doel is te komen tot een breedbandige en toekomstvaste ontsluiting van de grote steden en plattelandskernen;
ontwikkelen van business modellen die op korte termijn rendabel zijn. Toezien op het ontstaan van modellen waarbij een totaal regionaal netwerk exploiteerbaar is en niet een individuele lijn op interessante trajecten of bij grote of gemakkelijk te ontsluiten gebruikers.
vanuit de gemeentelijke organisatie capaciteit vrij te spelen;
een externe partij hiervoor in de arm te nemen, via Oost NV of een extern bureau.