Organisatie | Waterland |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Beleidsregels zorg voor jeugd gemeente Waterland 2015 |
Citeertitel | Beleidsregels zorg voor jeugd gemeente Waterland 2015 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
Geen.
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
13-11-2015 | 01-01-2018 | nieuwe regeling | 28-07-2015 | Onbekend. |
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Waterland,
overwegende dat het gewenst is regels met betrekking tot de verstrekking en de berekening van een persoonsgebonden budget en met betrekking tot (een vergoeding voor) vervoer naar een locatie waar jeugdhulp wordt geboden vast te stellen;
gelet op artikel 4:81, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht, artikel 2.3 tweede lid, artikel 8.1.1 van de Jeugdwet, artikel 10, artikel 14, tweede lid, artikel 15 en artikel 16 van de Verordening Zorg voor jeugd gemeente Waterland 2015 en artikel 3 en artikel 4 van de Uitvoeringsregeling Zorg voor jeugd gemeente Waterland 2015,
vast te stellen de navolgende Beleidsregels zorg voor jeugd gemeente Waterland 2015.
In deze beleidsregels wordt verstaan onder:
budgethouder: een persoon aan wie ingevolge de Verordening Zorg voor jeugd gemeente Waterland 2015 een persoonsgebonden budget is toegekend en die aan het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Waterland verantwoording over de besteding van het persoonsgebonden budget verschuldigd is;
Hoofdstuk 2 Het Persoonsgebonden budget
Indien een jeugdige en/of zijn ouders een duurdere uitvoering van de voorziening willen dan de gemeente op basis van “goedkoopst adequaat” toekent, dan kan de jeugdige en/of zijn ouders de rest zelf bij betalen volgens de richtlijnen van de Sociale Verzekeringsbank (SVB). De risico’s die deze keuze met zich mee brengt, zijn voor de cliënt.
Hoofdstuk 3 Vervoer naar locatie waar jeugdhulp wordt geboden
Artikel 6 Vervoer naar een locatie waar jeugdhulp wordt geboden
Een jeugdige kan in aanmerking komen voor vervoer van en naar de locatie waar de jeugdhulp wordt geboden als er geen mogelijkheden in het sociale netwerk van de jeugdige zijn om het vervoer te verzorgen of als dit vanwege de frequentie en de afstand tot een onevenredig grote belasting leidt. Voor de berekening geldt de volgende berekeningsclausule: aanspraak op vergoeding van vervoerskosten ontstaat als de uitkomst van het (aantal maanden behandeling in totaal) x (aantal keren behandeling per week) x (aantal weken behandeling per maand) x (aantal kilometers enkele reis) x 0,25 (= wegingsfactor) gelijk of groter is dan 250. De variabele onderdelen zijn afhankelijk van de persoonlijke situatie van de jeugdige. Is de uitkomst gelijk aan of groter dan 250 dan kan aanspraak gemaakt worden op een vergoeding voor vervoerskosten.
Rekenvoorbeeld: In de voorbeelden A en B kan de jeugdige aanspraak maken op een vergoeding van vervoerskosten. In voorbeeld C is dat niet het geval.
Indien een jeugdige en/of zijn ouders aangewezen zijn op eigen of openbaar vervoer en volgens de gehanteerde berekeningsclausule uit het eerste lid in aanmerking komen voor een vergoeding voor vervoerskosten, dan geldt een vergoeding van € 0,19 per kilometer enkele reis bij eigen vervoermiddel en 100% van de openbaar vervoerkosten. Het aantal te vergoeden kilometers bij een eigen vervoermiddel wordt berekend via de ANWB routeplanner.
Aldus besloten in de vergadering van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Waterland, gehouden op 28 juli 2015.
Het college voornoemd,
mr. N. van Ginkel
algemeen directeur/gemeentesecretaris a.i.
L.M.B.C. Wagenaar-Kroon
burgemeester