Organisatie | Overijssel |
---|---|
Organisatietype | Provincie |
Officiële naam regeling | Aanwijzing regionale waterkeringen |
Citeertitel | Aanwijzing regionale waterkeringen |
Vastgesteld door | provinciale staten |
Onderwerp | milieu |
Eigen onderwerp |
Geen
Onbekend
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
06-03-2003 | nieuwe regeling | - |
Gelet op de artikelen 2, lid 1c en 3, lid 3 van de Verordening Waterkering Noord-Nederland hebben Provinciale Staten besloten
1. dat de volgende groepen van regionale waterkeringen worden aangewezen:
Groep 1: keringen waarbij falen tot zeer aanzienlijke schade leidt;
Groep 2: keringen waarbij falen tot aanzienlijke schade leidt;
Groep 3: keringen waarvan de beheerder van de waterkering een andere is dan de waterbeheerder in het achterliggend gebied;
Groep 4: keringen rondom het wateropvanggebied langs het Zwarte Meer met een veiligheidsnorm in de vorm van een inundatiefrequentie van 1/500 per jaar;
Groep 5: kering rondom Hessum;
Groep 6: keringen langs de Vecht benedenstrooms van de N48.
(1) Mocht uit een nadere afweging door het waterschap blijken dat het gebied tussen de waterkering langs de Regge en de hoge gronden langs de beide oevers (vanaf Nieuwebrug tot de mond in de Vecht (ter plaatse van de kruising met de spoorlijn Zwolle-Emmen) tot het buitendijkse gebied gerekend moet worden, dan zullen Gedeputeerde Staten het tracé over de hoge gronden aanwijzen als regionale kering.
(2) In het besluit van Provinciale Staten, nr 21 1989 wordt aanbevolen om de buitenpolders samen te voegen. Dat komt erop neer dat het Ganzediep en de Goot voorzien zou worden van een (beweegbare) kering. Mocht uit een belangen afweging en nadat de geëigende procedure is doorlopen, blijken dat dit een goede oplossing is dan kan de aanwijzing van de regionale keringen op het Kampereiland langs Ganzediep, Goot en Veneriete, voorzover die achter de nieuwe kering zijn gelegen vervallen. Gedeputeerde Staten kunnen te zijner tijd daartoe besluiten.
2. dat de aangewezen regionale waterkeringen, zolang geen veiligheidsnorm is vastgesteld, tenminste gelijke veiligheid bieden als op de datum van inwerkingtreding van dit besluit ("status-quo").
3. dat Gedeputeerde Staten, binnen drie jaar, de veiligheidsnormen voor de regionale keringen, waarvoor nu geen veiligheidsnorm wordt vastgesteld, na overleg met de beheerders van waterkeringen, nader zullen vaststellen;
4. de kaart getiteld Regionale keringen in Overijssel, schaal 1:100.000, nr. 01275366-A3, november 2002, vast te stellen.
gelet op artikelen 2, lid 2 van de Verordening Waterkering Noord Nederland,
5. de verplichting tot het maken van een technisch beheersregister (artikel 7 VWNN) en de meldplicht vergunningen/ontheffingen (artikel 10 VWNN) niet te laten gelden voor de regionale kaden.
Dit betekent dat het beheersregime de volgende onderdelen omvat:
6. dat Gedeputeerde Staten over de inhoud van het verslag regionale keringen, na overleg met de waterschappen, nadere richtlijnen vaststellen.