Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Landerd

Beleid inzake bestuurlijke handhaving van artikel 13b Opiumwet 2015

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieLanderd
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBeleid inzake bestuurlijke handhaving van artikel 13b Opiumwet 2015
CiteertitelBeleid inzake bestuurlijke handhaving van artikel 13b Opiumwet 2015
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpopenbare orde en veiligheid
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling vervangt Beleid inzake bestuurlijke handhaving van artikel 13b Opiumwet 2012

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Opiumwet, artikel 13b

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

29-08-201522-10-2016Wijziging

23-06-2015

Arena, 28 augustus 2015

Onbekend
15-08-201513-08-2015Wijziging

23-06-2015

Arena, 14 augustus 2015

Onbekend

Tekst van de regeling

Intitulé

Beleid inzake bestuurlijke handhaving van artikel 13b Opiumwet 2015

 

 

Inleiding

Gelet op het gegeven dat criminelen zich niets aan gemeentegrenzen gelegen laten liggen, is het van belang om bestuursrechtelijke maatregelen op elkaar af te stemmen. De gemeenten Breda, Eindhoven, Helmond, ’s-Hertogenbosch en Tilburg hebben in juni 2014 in B5-verband afspraken gemaakt inzake de bestuursrechtelijke maatregelen. Daarvoor is het bestaande beleid gewijzigd. De gemeente Landerd vindt het van belang om aan te sluiten bij de afspraken over de bestuurlijke maatregelen.

Juridische kader

Voor de bestuursrechtelijke handhaving van de verboden in de zin van artikel 2 (verbod op aanwezigheid van harddrugs, Lijst I) en artikel 3 (verbod op aanwezigheid van softdrugs, Lijst II) Opiumwet, is in die wet het artikel 13b opgenomen.

Artikel 13b Opiumwet is bij wet van 27 september 2007 gewijzigd (Staatsblad 2007, 355).

Op 1 november 2007 is de wijziging van artikel 13b Opiumwet in werking getreden en luidt als volgt:

1. De burgemeester is bevoegd tot oplegging van een last onder bestuursdwang indien in woningen of lokalen dan wel in of op bij woningen of zodanige lokalen behorende erven een middel als bedoeld in lijst I of II wordt verkocht, afgeleverd of verstrekt dan wel daartoe aanwezig is.

2. Het eerste lid is niet van toepassing indien woningen, lokalen of erven als bedoeld in het eerste lid, gebruikt worden ter uitoefening van de artsenijbereidkunst, de geneeskunst, de tandheelkunst of de diergeneeskunde door onderscheidenlijk apothekers, artsen, tandartsen of dierenartsen.Eveneens is de aanwijzing Opiumwet van het college van procureurs-generaal van het Openbaar Ministerie d.d. 13-12-2012 van kracht (inwerking getreden per 1 januari 2013).

Handhavingsbeleid artikel 13b Opiumwet

DefinitieIn deze notitie wordt onder drugshandel verstaan: de verkoop, aflevering of verstrekking dan wel daartoe aanwezigheid van drugs in een pand en de daarbij behorende erven.

Onderstaande beleidsregels zien toe op de bevoegdheid tot het sluiten van panden door de burgemeester bij verkoop, aflevering of verstrekking dan wel aanwezig zijn van een middel als bedoeld in lijst I en II vanuit woningen of lokalen en daarbij behorende erven. Met de wijziging van artikel 13b Opiumwet per 1 november 2007 kunnen alle drugspanden aangepakt worden, dus ook woningen.

Zoals de redactie van artikel 13b Opiumwet aangeeft heeft de burgemeester voor de handhaving van de handel in drugs in panden de mogelijkheid bestuursdwang toe te passen. Om betrokkenen niet in de gelegenheid te stellen een financiële belangenafweging te maken, wordt er in beginsel geen gebruik gemaakt van het opleggen van een last onder dwangsom.

Zienswijzen/spoedeisende bestuursdwang

Al naar gelang de omstandigheden van het geval kan gekozen worden voor toepassing van spoedeisende bestuursdwang - hetgeen veelal bij de handel in harddrugs het geval zal zijn – of alvorens tot besluitvorming wordt overgegaan belanghebbende in de gelegenheid te stellen hun zienswijze kenbaar te maken. In de artikelen 5:21 e.v. Algemene wet bestuursrecht (Awb) zijn de procedureregels opgenomen, die gevolgd moeten worden, indien tot toepassing van bestuursdwang wordt overgegaan.

Onderverdeling beleid

Het beleid betreffende de bestuurlijke handhaving van artikel 13b Opiumwet aangegeven en onderverdeeld in de volgende rubrieken:

  • I.

    Woningen: de niet gedoogde drugshandel in woningen en dan wel in of bij woningen behorende erven;

  • II.

    Niet gedoogde verkooppunten van drugs: de drugshandel in (al dan niet voor het publiek opengestelde) lokalen dan wel in of bij zodanige lokalen behorende erven.

Voor de uitvoering van het beleid is een handhavingsarrangement vastgesteld, waarin de diverse verschijningsvormen van drugshandel met daarop de bestuursrechtelijke reactie worden weergegeven. Het in de bijlage opgenomen handhavingsarrangement maakt deel uit van het handhavingsbeleid artikel 13b Opiumwet.

ad I Woningen(de niet gedoogde drugshandel in woningen en dan wel in of bij woningen behorende erven: drugshandel en hennepteelt)

Doordat de sluiting van woningen zwaarder ingrijpt op de persoonlijke levenssfeer van betrokkene(n) dan de sluiting van lokalen wordt onderscheid gemaakt tussen woningen en lokalen. De essentie ligt daarin dat er in bewoonde woningen sprake is van het hebben van een woongenot en de daaraan sterk gerelateerde persoonlijke levenssfeer.

De burgemeester verstaat in het kader van de bestuurlijke handhaving van de Opiumwet onder een woning een pand dat (of ruimte die) in de aangetroffen staat op een normale wijze voor bewoning kan worden gebruikt en dat/die daarvoor ook mag worden gebruikt.

Of een woning wordt gebruikt als woonruimte en er dan ook sprake is van het hebben van woongenot, blijkt uit de feitelijke constatering ter plaatse, zoals dat veelal wordt verwoord in het rapport van bevindingen van de politie.

Op het moment dat een woning feitelijk niet wordt bewoond en is ingericht alseen bedrijfdan wordt het regime van lokalen toegepast.

Sluitingstermijnen:

De woningen worden gesloten in de volgende gevallen:

-harddrugs in woningen

Indien in woningen of bij woningen behorende erven drugshandel plaatsvindt ten aanzien van een middel als bedoeld in lijst I (harddrugs), met een handelsvoorraad van > 0,5 gram (voor GHB geldt een hoeveelheid van 5 ml.) , dan volgt bij een 1ste constatering een sluiting van 3 maanden. Bij een 2de overtreding van de Opiumwet in een woning of bij woningen behorende erven binnen twee jaar na de eerste constatering, dan vindt er een sluiting plaats van 6 maanden. Bij een 3de constatering van de Opiumwet binnen twee jaar na de tweede constatering, dan vindt er een sluiting voor onbepaalde tijd plaats.

Indien in woningen of bij woningen behorende erven grootschalige drugshandel plaatsvindt ten aanzien van een middel als bedoeld in lijst I (harddrugs) met een hoeveelheid van > 1000 gram en/of 2000 pillen vindt er bij een 1ste constatering een sluiting plaats van 6 maanden, bij een 2e constatering een sluiting van 12 maanden en bij een 3e constatering een sluiting voor onbepaalde tijd.

Overtreding

Sluiting

In een woning (+ bijbehorende erven) wordt harddrugs geconstateerd met een handelsvoorraad van > 0,5 gram (voor GHB geldt een hoeveelheid van 5 ml.).

1ste constatering: 3 maanden sluiting

2de constatering: 6 maanden sluiting

3de constatering: sluiting voor onbepaalde tijd

In een woning (+bijbehorende erven) wordt grootschalige handels-hoeveelheid harddrugs aangetroffen van > 1000 gram en/of 2000 pillen

1ste constatering: 6 maanden sluiting

2de constatering: 12 maanden sluiting

3de constatering: sluiting voor onbepaalde tijd

-softdrugs in woningen

Indien in woningen of bij woningen behorende erven drugshandel plaatsvindt ten aanzien van een

middel als bedoeld in lijst II (softdrugs) met een handelsvoorraad van > 30 gram, ontvangen de

overtreder een op schrift gestelde bestuurlijke waarschuwing. Deze waarschuwing geldt voor een termijn van 2 jaar.

Bij een 2de overtreding van de Opiumwet in een woning of bij woningen behorende erven vindt er een sluiting plaats van 3 maanden. Bij een 3de overtreding van de Opiumwet binnen twee jaar na de tweede constatering vindt er een sluiting plaats van 6 maanden en bij een 4de overtreding binnen twee jaar na de derde constatering, een sluiting van 12 maanden. Bij een 5de overtreding volgt sluiting voor onbepaalde tijd.

Indien in woningen of bij woningen bijbehorende erven grootschalige drugshandel plaatsvindt ten aanzien van een middel als bedoeld in lijst II (softdrugs) met een hoeveelheid >1000 planten en/of 5000gram vindt er bij een 1ste constatering een sluiting plaats van 3 maanden, bij een 2e constatering een sluiting van 6 maanden, bij een 3e constatering een sluiting van 12 maanden en bij een 4e constatering een sluiting voor onbepaalde tijd.

Overtreding:

Sluiting:

In een woning (+ bijbehorende erven) wordt drugshandel tav softdrugs geconstateerd met een handelsvoorraad van > 30 gram.

1ste constatering: Bestuurlijke waarschuwing

2de constatering: 3 maanden sluiting

3de constatering: 6 maanden sluiting

4de constatering: 12 maanden sluiting

In een woning (+bijbehorende erven) wordt grootschalige drugshandel t.a.v. softdrugs geconstateerd met een handelsvoorraad van 250 planten en/of 1250 gram

1ste constatering: 3 maanden sluiting

2de constatering: 6 maanden sluiting

3de constatering: 12 maanden sluiting

4de constatering: sluiting voor onbepaalde tijd

ad IINiet gedoogde verkooppunten van drugs: de drugshandel in (al dan niet voor het publiek opengestelde) lokalen dan wel in of bij zodanige lokalen behorende erven.

Onder de in deze rubriek bedoelde panden vallen de voor publiek toegankelijke lokalen en bijbehorende erven (zoals winkels en horecabedrijven) en de niet voor publiek toegankelijke lokalen en bijbehorende erven (zoals loodsen, magazijnen en andere bedrijfsruimten).

Drugshandel in of bij lokalen vormt eveneens een ernstige aantasting van de openbare orde, veiligheid en volksgezondheid. Daarbij legt een illegaal verkooppunt een zware druk de omgeving. Zeker in woongebieden wordt de aanwezigheid daarvan als zeer belastend ervaren. Illegale verkooppunten (de drugshandel zoals dat hierboven is gedefinieerd) vormen een bedreiging voor de sociale veiligheid in de buurt en leiden vaak tot verloedering van het straatbeeld.

Sluitingstermijnen:

De niet gedoogde verkooppunten van drugs worden gesloten in de volgende gevallen:

-harddrugs in niet gedoogde verkooppunten van drugs

Overtreding:

Sluiting:

In een al dan niet voor het publiek toegankelijke lokaal, niet zijnde bewoonde woning (+ bijbehorende erven) wordt drugshandel ten aanzien van harddrugs geconstateerd met een handelsvoorraad van > 0,5 gram (voor GHB geldt een hoeveelheid van 5 ml.).

1ste constatering: sluiting 12 maanden (minimaal)

2de constatering: sluiting voor onbepaalde tijd

-softdrugs in niet gedoogde verkooppunten van drugs

Bij een 1ste constatering dat in al dan niet voor publiek toegankelijke lokalen -niet zijnde feitelijk bewoonde woningen - en daarbij behorende erven drugshandel ten aanzien van softdrugs wordt geconstateerd, wordt het pand gesloten voor de duur van 6 maanden. Bij een 2de constatering binnen twee jaar na de eerste constatering wordt een sluiting van 12 maanden bevolen. Bij de 3de constatering binnen twee jaar na de tweede constatering, vindt een sluiting plaats voor onbepaalde tijd.

Overtreding:

Sluiting:

In een al dan niet voor het publiek toegankelijke lokaal, niet zijnde coffeeshop (+ bijbehorende erven) wordt drugshandel t.a.v. softdrugs geconstateerd.

1ste constatering: 6 maanden sluiting

2de constatering: 12 maanden sluiting

3de constatering: sluiting voor onbepaalde tijd

Cumulatie

Bij cumulatie van op te leggen maatregelen is de zwaarst gestelde maatregel van toepassing of kan worden afgeweken van het beleid (hoofdstuk 5).

Afwijkingsbevoegdheid

In beginsel wordt er overeenkomstig de bovenstaande beleidsregels besloten. De burgemeester kan op basis van feiten en omstandigheden in bijzondere gevallen gemotiveerd afwijken van de maatregelen zoals deze zijn vastgesteld in het onderhavige beleid (artikel 4:84 Awb, de zgn. inherente afwijkingsbevoegdheid). Dat kan bijvoorbeeld betekenen dat bij zeer ernstige overtredingen een stap wordt overgeslagen of voor een langere periode wordt gesloten.

Inwerkingtreding

Dit handhavingsbeleid treedt in werking op de eerste dag na de datum van bekendmaking.

Aldus vastgesteld op 23 juni 2015 te Zeeland

De burgemeester van Landerd

M.C. Bakermans

Bijlage 1 Handhavingsarrangement

Ten behoeve van het beleid inzake de bestuurlijke handhaving van artikel 13b Opiumwet, Gemeente Landerd

 

Definitie

In de context van artikel 13b Opiumwet is drugshandel: de verkoop, verstrekking of aflevering dan wel daartoe aanwezigheid van drugs in een pand en de daarbij behorende erven.

Het is van belang om bij het beleid inzake de bestuurlijke handhaving van artikel 13b Opiumwet een handhavingsarrangement op te nemen.

In bijgaand handhavingsarrangement staat beschreven onder welke omstandigheden en op welke wijze gebruik zal worden gemaakt van de bestuurlijke bevoegdheden bij drugshandel.

In dit handhavingsarrangement worden de bestuursrechtelijke instrumenten benoemd, met de wetenschap dat in de meest voorkomende zaken er ook strafrechtelijk zal worden opgetreden. De verantwoordelijkheid daarvoor berust bij het Openbaar Ministerie.

De voordelen van een handhavingsarrangement op een rij:

  • -

    Het maakt het beleid en de te ondernemen stappen duidelijk voor alle betrokkenen;

  • -

    Het maakt inzichtelijk wat de consequenties zijn van het (herhaald) overtreden van de regels.

  • -

    Het maakt het makkelijker om succesvol te kunnen handhaven: een arrangement zorgt ervoor dat je juridisch sterker staat.

  • -

    Er wordt concreet per soort van overtreding aangegeven, welke middel wordt ingezet.

Strafrechtelijk element Opiumwet

De meest ernstige strafbare handeling volgens de Opiumwet is het opzettelijk binnen of buiten het grondgebied van Nederland brengen van drugs (zowel harddrugs als softdrugs). Een geringere strafbaarheid betreft het bezit (meer dan de toegestane gebruikershoeveelheid), vervaardigen, verkopen en/of vervoeren van hard- en softdrugs. De vervolging in deze range van strafbare feiten zal door het Openbaar Ministerie krachtig worden uitgevoerd.

Het bezit van uitsluitend een gebruikershoeveelheid, dat is maximaal 0,5 gram voor harddrugs (voor GHB geldt een hoeveelheid van 5 ml.) en 5 gram voor softdrugs, wordtdoorgaans niet vervolgd. Aan de hand van deze prioriteitenhandhaaft het OM de Opiumwet.

Het Openbaar Ministerie heeft niet de mogelijkheid om te beletten dat een pand waarin of waar vanuit gehandeld werd in drugs, weer wordt gebruikt voor dit doel. In dit laatste geval is de burgemeester op grond van artikel 13b Opiumwet aan zet.

Bestuursrechtelijk element Opiumwet

Omdat de Opiumwet geen mogelijkheid biedt om gemeentelijke toezichthouders aan te wijzen, is de burgemeester vaak afhankelijk van informatie uit opsporingsonderzoeken.

Deze informatie dient de burgemeester te worden verstrekt in het kader van zijn taak met betrekking tot de openbare orde (waaronder ook artikel 13b Opiumwet).

De politie rapporteert aan de burgemeester, indien is geconstateerd dat in strijd met het gedoogbeleid of de Opiumwet in al dan niet voor het publiek toegankelijke panden drugshandel plaatsvindt of heeft plaatsgevonden.

Handhavingsmatrix woning en niet gedoogde verkooppunten van drugs

Casuïstiek

Politie

Gemeente

In een woning (+bijbehorende erven) wordt harddrugs geconstateerd met een handelsvoorraad van >0,5 gram (voor GHB geldt een hoeveelheid van 5 ml.).

Rapport van bevindingen opmaken voor de gemeente en PV voor het OM

1ste constatering: 3 maanden sluiting

2de constatering: 6 maanden sluiting

3de constatering: sluiting voor onbepaalde tijd

In een woning (+bijbehorende erven) wordt grootschalige handels-hoeveelheid harddrugs aangetroffen van > 1000 gram en/of 2000 pillen

Rapport van bevindingen opmaken voor de gemeente en PV voor het OM

1ste constatering: 6 maanden sluiting

2de constatering: 12 maanden sluiting

3de constatering: sluiting voor onbepaalde tijd

In een woning (+bijbehorende erven) wordt drugshandel t.a.v. softdrugs geconstateerd met een handelsvoorraad van > 30 gram.

Rapport van bevindingen opmaken voor de gemeente en PV voor het OM

1ste constatering: Bestuurlijke waarschuwing

2de constatering: 3 maanden sluiting

3de constatering: 6 maanden sluiting

4de constatering: 12 maanden sluiting

In een woning (+bijbehorende erven) wordt grootschalige drugshandel t.a.v. softdrugs geconstateerd met een handelsvoorraad van 250 planten en/of 1250 gram

Rapport van bevindingen opmaken voor de gemeente en PV voor het OM

1ste constatering: 3 maanden sluiting

2de constatering: 6 maanden sluiting

3de constatering: 12 maanden sluiting

4de constatering: sluiting voor onbepaalde tijd

In een al dan niet voor het publiek toegankelijke lokaal, niet zijnde bewoonde woning (+bijbehorende erven) wordt drugshandel ten aanzien van harddrugs geconstateerd met een handelsvoorraad van > 0,5 gram (voor GHB geldt een hoeveelheid van 5 ml.)

Rapport van bevindingen opmaken voor de gemeente en PV voor het OM

1ste constatering: 12 maanden (minimaal) sluiting

2de constatering: sluiting voor onbepaalde tijd

In een al dan niet voor het publiek toegankelijke lokaal, niet zijnde coffeeshop (+bijbehorende erven) wordt drugshandel t.a.v. softdrugs geconstateerd.

Rapport van bevindingen opmaken voor de gemeente en PV voor het OM

1ste constatering: 6 maanden sluiting

2de constatering: 12 maanden sluiting

3de constatering: sluiting voor onbepaalde tijd