Organisatie | Ooststellingwerf |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Organisatiestatuut gemeente Ooststellingwerf 2015 |
Citeertitel | Organisatiestatuut gemeente Ooststellingwerf 2015 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Dit organisatiestatuut heeft betrekking op de organisatie van de gemeente Ooststellingwerf. Organisatieonderdelen die deel uitmaken van de OWO-samenwerking zijn niet opgenomen in dit statuut. Hoervoor wordt een separaat stuk geformuleerd.
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-08-2015 | 01-06-2015 | 17-01-2019 | nieuwe regeling | 30-06-2015 | College, 30-06-2015 |
Hoofdstuk 1 Inleidende bepalingen
In dit organisatiestatuut wordt verstaan onder:
bedrijfsleider buitendienst: de ambtenaar die verantwoordelijk is gesteld voor de dagelijkse leiding voor de intern verzelfstandigde afdeling buitendienst. De bedrijfsleider buitendienst maakt geen deel uit van het CMT, heeft hiërarchisch leidinggevende bevoegdheden en legt rechtstreeks verantwoording af aan de directeur;
Hoofdstuk 3 De directeur in relatie tot het college
Artikel 6 is van overeenkomstige toepassing in relatie tot de burgemeester, voor zover het betreft de op hem rustende taken.
De directeur heeft het recht bij de managers van afdelingen, bij de manager gebiedsteams en de bedrijfsleider buitendienst alle inlichtingen in te winnen en informatie te vragen die voor de uitvoering van zijn taken noodzakelijk zijn.
Artikel 14: Manager en manager gebiedsteams
Onder eindverantwoordelijkheid van de directeur draagt een manager of manager gebiedsteams met inachtneming van de gemeentebrede kaders zorg voor:
De uitvoering van het afdelingsplan- mede in het verlengde van de organisatie-doelstellingen; de bewaking van de juridische en financiële rechtmatigheid bij de uitvoering van het afdelingsplan; de uitvoering van de aan de afdeling toegewezen bestuursopdrachten; het opvolgen van de aanwijzingen van de directeur; het middelenbeheer van de afdeling; de uitvoering van de administratieve organisatie; het tijdig en volledig aanleveren van de juiste bestuurlijke informatie.
Artikel 15: Bedrijfsleider buitendienst
De bedrijfsleider buitendienst is onder eindverantwoordelijkheid van de directeur verantwoordelijk voor het functioneren van de buitendienst, waaronder begrepen het management, de bedrijfsvoering, de coördinatie en integratie van taken en werkzaamheden. Jaarlijks formuleert de bedrijfsleider buitendienst hiervoor een afdelingsplan, waarin wordt aangegeven welke resultaten zullen worden bereikt met de beschikbare middelen. Hierin zit tevens verwerkt de uit te voeren jaaropdracht.
Indien een zaak zich over het taakgebied van meer dan een afdeling uitstrekt, wordt in eerste instantie overleg gevoerd met collega-managers. Indien daarbij onduidelijkheid blijft bestaan, wordt dit besproken in het CMT. De directeur bepaalt welke afdeling primair verantwoordelijk is voor de voorbereiding en/of uitvoering alsmede de tijdsplanning en de bewaking van de uitvoering.
Hoofdstuk 6 Mandatering en delegatie
Artikel 21: Mandatering en delegatie
Bestuursorganen kunnen, voor door hen aan te wijzen aangelegenheden, de directeur, een manager, de manager gebiedsteams, alsook de bedrijfsleider buitendienst of andere door hen aan te wijzen ambtenaren de bevoegdheid geven namens hen of in hun plaats beslissingen te nemen en/of stukken te ondertekenen. Zij stellen daartoe een mandaat- en delegatiestatuut vast.
Op grond van artikel 160 Gemeentewet is het stellen van regels over de ambtelijke organisatie een bevoegdheid van het college van b&w.
Het horen van de ondernemingsraad is verplicht. De ondernemingsraad heeft adviesrecht.
In het organisatiestatuut is de hoofdstructuur van de ambtelijke organisatie van de gemeente Ooststellingwerf neergelegd. Dit laatste met uitzondering van de griffie, hetgeen een verantwoordelijkheid is van de gemeenteraad. Het college van b&w is vrij om zelf de structuur van de ambtelijke organisatie te bepalen. Het organisatiestatuut is een juridische weergave van de organisatieontwikkeling, zoals geïnitieerd in het rapport “aanpassen structuur organisatie september 2002” en daarna vervolgd in diverse doorontwikkel-rapportages, laatstelijk in het document “samenwerking in aansturing” (2011). Het organisatiestatuut zal periodiek worden aangepast aan de voortschrijdende organisatie ontwikkeling. De aanpassing die nu aan de orde is betreft de gevolgen van besluitvorming door het college van b&w op 24 februari 2015.
Artikel 2 geeft aan dat de ambtelijke organisatie is ingericht volgens het directiemodel. Dit betekent dat de organisatie onder centrale leiding van een directeur staat en verder bestaat uit een aantal afdelingen. Deze afdelingen worden integraal aangestuurd door managers.
De nieuwe situatie betreft ook twee zgn. intern verzelfstandigde afdelingen, de buitendienst en de gebiedsteams. De interne verzelfstandiging houdt in dat genoemde afdelingen binnen concern-kaders hun eigen bedrijfsvoering mogen voeren, en een eigen ontwikkeling mogen doormaken. De betreffende managers staan rechtstreeks onder de directeur en maken geen deel uit van het CMT.
De buitendienst wordt aangestuurd door een bedrijfsleider buitendienst. De gebiedsteams worden aangestuurd door een manager gebiedsteams.
Attributie: een bevoegdheid tot het nemen van besluiten bij wettelijk voorschrift, toegedeeld aan een persoon of college werkzaam onder de verantwoordelijkheid van een bestuursorgaan (bijv. heffingsambtenaar of leerplichtambtenaar).
De instructie voor de gemeentesecretaris (als bedoeld in artikel 103, tweede lid, Gemeentewet) is neergelegd in dit hoofdstuk. In artikel 9 wordt de vervanging van de gemeentesecretaris geregeld. Hiermee is voldaan aan artikel 106 Gemeentewet.
Ingevolge artikel 10:6 van de Algemene wet bestuursrecht kan de mandaatgever de gemandateerde per geval of in het algemeen instructies geven inzake de uitoefening van de gemandateerde bevoegdheid.
De algemene kaders voor mandaat, machtiging en volmacht worden in dit hoofdstuk niet genoemd. Wel wordt in dit artikel nadrukkelijk verwezen naar de door het college vastgestelde mandaat- en delegatiestatuut.
Als gevolg van de Wet dualisering gemeentebestuur is het college bevoegd om dit statuut vast te stellen en te wijzigen.