Organisatie | Omgevingsdienst Rivierenland |
---|---|
Organisatietype | Regionaal samenwerkingsorgaan |
Officiële naam regeling | Klachtenregeling Omgevingsdienst Rivierenland |
Citeertitel | Regeling interne klachtbehandeling Omgevingsdienst Rivierenland |
Vastgesteld door | algemeen bestuur |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp | - |
Geen
Onbekend
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
15-07-2014 | 01-04-2013 | Nieuwe regeling | 23-06-2014 Provinciaal Blad | 214/1289 |
Hoofdstuk 1 ALGEMENE BEPALINGEN
-Opmerkingen met betrekking tot de regeling
-Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd Algemene wet bestuursrecht, Hoofdstuk 9, Gemeenschappelijke regeling, artikel 37 | |||||
Het Algemeen Bestuur, Dagelijks Bestuur en de Voorzitter van de Omgevingsdienst Rivierenland, ieder voor zover het zijn bevoegdheid betreft,
gelet op het bepaalde in hoofdstuk 9 Awb;
gelet op het bepaalde in artikel 14 lid 4 van de gemeenschappelijke regeling Omgevingsdienst Rivierenland;
gelet op de instemming van de Ondernemingsraad van de Omgevingsdienst Rivierenland bij besluit van 27 maart 2014;
Klacht: elke mondelinge of schriftelijke uiting van ongenoegen over het doen of laten van bestuursorganen van de gemeenschappelijke regeling en onder verantwoordelijkheid van deze bestuursorganen werkzame personen, in de uitoefening van hun functie daaronder niet begrepen klachten van medewerkers ODR over medewerkers ODR. Van klachten worden meldingen onderscheiden. Als melding wordt beschouwd het signaleren van feitelijke onvolkomenheden of misstanden zonder dat daarbij sprake is van een uiting van ongenoegen door de melder over een bepaalde gedraging.
Gedraging: het in bepaalde gelegenheden jegens een natuurlijke persoon of rechtspersoon handelen of nalaten door respectievelijk: een bestuursorgaan, de voorzitter of lid van een bestuursorgaan of een ambtenaar, in de uitoefening van zijn/haar functie. Een gedraging van een ambtenaar, verricht in de uitoefening van zijn functie wordt aangemerkt als een gedraging van het bestuursorgaan waarbij hij in dienst is.
HOOFDSTUK 3 BEHANDELING VAN DE KLACHT
Artikel 4 Behandeling van de klacht
Van het horen wordt een verslag gemaakt, waarin in ieder geval melding wordt gemaakt van de namen van de aanwezigen met vermelding van hun hoedanigheid, de eventuele bescheiden die ter zitting worden overlegd, een samenvatting van het over en weer mondeling ingebrachte ter zitting en wat overigens tijdens de zitting is voorgevallen. Het verslag wordt toegezonden aan de klager, de beklaagde, eventuele derden en de klachtencoördinator.
Voor de behandeling van een klacht worden de termijnen in acht genomen zoals bedoeld in artikel 9:11 van de Awb.
Deze verordening treedt met terugwerkende kracht vanaf 1 april 2013 in werking de dag na de bekendmaking.
Deze verordening kan worden aangehaald als: “Regeling interne klachtbehandeling Omgevingsdienst Rivierenland”.
1.Aldus besloten in de vergadering van 23 juni 2014
Het Algemeen Bestuur van de Omgevingsdienst Rivierenland
2.Aldus besloten in de vergadering van 26 mei 2014
Het Dagelijks Bestuur van de Omgevingsdienst Rivierenland
De regeling volgt het wettelijk systeem. In hoofdstuk 1 worden de algemene bepalingen vermeld zoals de begripsbepalingen en het indienen van een klacht.
Hoofdstuk 2 gaat over de rol van de klachtencoördinator die naast zijn rol als de administratieve coördinator tevens – daar waar wenselijk – een ondersteunende en adviserende rol kan hebben, zoals uit het Mandaat- en Machtigingsbesluit blijkt. In het voorstel wordt de organisatiejurist als klachtencoördinator voorgesteld. De keuze hiervoor is ingegeven dat deze een (relatief) onafhankelijke positie heeft. De klachtenbehandeling ligt weliswaar bij anderen, echter de klachtencoördinator kan vanwege de juridische achtergrond ondersteunen bij het proces en de advisering. Daarom is het wenselijk dat de klachtencoördinator voldoet aan bepaalde competenties en (mediation)vaardigheden waarbij gedacht kan worden aan goede luistervaardigheid, integer handelen, analytische opstelling en besluitvaardigheid.
Hoofdstuk 3 geeft een omschrijving van de wijze van klachtbehandeling en de afhandelingstermijnen, waarbij verwezen wordt naar het Mandaat- en Machtigingsbesluit (zie onder) en volgt de wettelijke regeling. Ook dient er jaarlijks een Jaarverslag te worden opgesteld over het aantal klachten, de wijze van afhandeling en de aard van de klachten. Nadrukkelijk wordt herhaald dat klachten vertrouwelijk worden behandeld.
Na het doorlopen van de interne klachtenafhandeling is er de mogelijkheid van het indienen van een klacht bij de Nationale Ombudsman. De ODR heeft in de tekst van de regeling geen voorziening opgenomen van een eigen ombudsfunctie en is daarom bij wet aangesloten bij de Nationale Ombudsman.
Tot slot bevat de regeling bepalingen over de inwerkingtreding en de citeertitel.
In dit besluit worden per orgaan of personeelslaag aangegeven wie bevoegd is de klacht af te handelen en welke onderdelen daarvan met een mandaat/machtiging aan anderen dan het bevoegde orgaan zijn afgegeven. Daarbij wordt voor elk onderdeel een opsomming gegeven. Het betreffen de onderdelen Algemeen Bestuur, Dagelijks Bestuur, Voorzitter, Directeur/secretaris, Afdelingshoofden, Stafleden en Overig personeel. Voor elk is aangegeven wie bevoegd is (eerste kolom) en in welke gevallen er mandaten en machtigingen (tweede kolom) dan wel sub-mandaten en -machtigingen (derde kolom) zijn afgegeven en dan voor welk onderdeel van de procedure.