Organisatie | Noordoostpolder |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Treasurystatuut Gemeente Noordoostpolder |
Citeertitel | Treasurystatuut |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Geen
Gemeentewet, art. 212
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-12-2010 | 02-02-2011 | nieuwe regeling | 11-11-2008 Gemeenteblad , Flevopost 24-11-2010 | 2010-16532 | |
01-12-2010 | 07-04-2011 | Intrekking | 11-11-2008 Gemeenteblad 221, Flevopost 06-04-2011 | 2010-22874 |
De raad van de gemeente Noordoostpolder,
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van
gelet op artikel 212 van de Gemeentewet en de Wet financiering decentrale overheden;
Het treasurystatuut Gemeente Noordoostpolder vast te stellen onder intrekking van het bestaande treasurystatuut d.d. 13 november 2001.
In dit statuut wordt verstaan onder:
Derivaten Financiële instrumenten die hun bestaan ontlenen aan een bepaalde onderliggende waarde. De onderliggende waarden kunnen reële producten zijn zoals grondstoffen, maar ook financiële producten, zoals leningen, obligaties of andere effecten. Derivaten worden onder andere gebruikt om rente- en valutarisico’s te sturen en financieringskosten te minimaliseren.
Garantieproduct Beleggingsvorm waarbij de hoofdsom van de belegde middelen per het einde van het contract gegarandeerd wordt. Eventueel kan een bepaald minimumrendement gegarandeerd worden. Door een deel van de middelen te beleggen, wordt geprobeerd om extra rendement te behalen uit bijvoorbeeld koerswinsten.
Rating De inschatting van de kans op eventuele wanbetalingen bij toekomstige rente- en aflossingsbetalingen op schuldpapier; in het kader van dit statuut worden drie bedrijven onderscheiden die ratings toekennen, nl. Moody's, Standard & Poors (SP) en Fitch IBCA. De laatste twee kennen dezelfde coderingen, Moody's kent een enigszins afwijkende codering. In het kader van het treasurystatuut worden de langetermijnkwalificaties gehanteerd, dat zijn:
Treasuryfunctie De treasuryfunctie omvat alle activiteiten die zich richten op het besturen en beheersen van, het verantwoorden over en het toezicht houden op de financiële vermogenswaarden, de financiële stromen, de financiële posities en de hieraan verbonden risico’s. De treasuryfunctie bestaat uit vier deelfuncties: risicobeheer, gemeentefinanciering, kasbeheer en debiteuren- en crediteurenbeheer.
Met betrekking tot risicobeheer gelden de volgende algemene uitgangspunten:
Het uitzetten van middelen uit hoofde van de treasuryfunctie geschiedt uitsluitend indien deze uitzettingen een prudent karakter hebben en niet zijn gericht op het genereren van inkomen door het lopen van overmatig risico. Het prudente karakter van deze uitzettingen wordt gewaarborgd middels de richtlijnen en limieten van dit treasurystatuut.
Ter beperking van de koersrisico’s op uitzettingen uit hoofde van de treasuryfunctie zijn uitsluitend de volgende beleggingsinstrumenten toegestaan: rekening courant, spaarrekening, daggeld, deposito, onderhandse geldlening, commercial paper (CP), certificate of deposit (CD), obligatie, medium term note (MTN) en garantieproduct .
Bij het uitzetten van middelen uit hoofde van treasury gelden de volgende uitgangspunten:
Uitzettingen vinden uitsluitend plaats bij:
a. Nederlandse overheden en andere publiekrechtelijke instellingen uit een van de landen van de Europese Unie met een solvabiliteitsratio van 0%.
b. Financiele instellingen met ten minste een A-rating van een van de volgende erkende rating-bureau's: Moody's, Standard and Poors of Fitch IBCA.
Teneinde kredietrisico’s te verminderen:
a. wordt maximaal Euro 7 miljoen van de middelen met een looptijd korter dan één jaar uitgezet bij één individuele financiele instelling als bedoeld onder lid 1b met een rating lager dan AAA.
b. wordt maximaal Euro 5 miljoen van de middelen met een looptijd van één jaar of langer uitgezet bij één individuele financiele instelling als bedoeld onder lid 1b met een rating lager dan AAA.
c. is het uitzetten van middelen met een looptijd van 5 jaar of langer aan instellingen als bedoeld onder lid 1b beperkt tot instellingen met minimaal een AA rating.
d. indien de som van alle uitgezette middelen Euro 5 miljoen overschrijdt, mag het aandeel bij instellingen met een rating lager dan AA het bedrag van Euro 5 miljoen niet overschrijden.
Bij het aantrekken van financieringen gelden de volgende uitgangspunten:
Bij het uitzetten van middelen uit hoofde van de treasuryfunctie voor een periode van één jaar en langer gelden de volgende uitgangspunten:
Teneinde de kosten van het geldstromenbeheer te minimaliseren wordt:
Voor het saldobeheer en het liquiditeitenbeheer gelden de volgende specifieke richtlijnen:
In het kader van de treasuryfunctie gelden de volgende algemene uitgangspunten op het gebied van administratieve organisatie en interne controle.
Bij de uit te voeren treasuryactiviteiten is functiescheiding doorgevoerd met als belangrijkste voorwaarden:
a. iedere transactie wordt door minimaal twee functionarissen geautoriseerd.
b. de uitvoering en de registratie in de financiële administratie geschiedt door afzonderlijke functionarissen.
c. de clustermanager FPC kan, wanneer hij als zodanig optreedt, niet tegelijkertijd optreden als comptabele.
De verantwoordelijkheden met betrekking tot de treasuryfunctie van de gemeente staan in onderstaande tabel gedefinieerd.
De bestuurlijke verantwoordelijkheden:
de ambtelijke verantwoordelijkheden:
In onderstaande tabel staan bevoegdheden met betrekking tot treasuryactiviteiten weergegeven alsmede de daarbij benodigde fiattering.
Met betrekking tot de treasuryactiviteiten dient tenminste de in de onderstaande tabel opgenomen informatie te worden verstrekt door de betreffende functionarissen: