Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Haaren

Regeling uitruil eindejaarsuitkering en bezoldiging december gemeente Haaren ten behoeve van een onbelaste tegemoetkoming woon-werkverkeer

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieHaaren
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingRegeling uitruil eindejaarsuitkering en bezoldiging december gemeente Haaren ten behoeve van een onbelaste tegemoetkoming woon-werkverkeer
CiteertitelRegeling uitruil eindejaarsuitkering en bezoldiging december gemeente Haaren ten behoeve van een onbelaste tegemoetkoming woon-werkverkeer
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Gemeentewet, art. 160
  2. CAR/UWO, art. 4a:3

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-06-201513-08-201414-09-2017Nieuwe regeling

26-05-2015

Gemeenteblad, 31 juli 2015

B&W-voorstel, 26 mei 2015

Tekst van de regeling

Intitulé

Regeling uitruil eindejaarsuitkering en bezoldiging december gemeente Haaren ten behoeve van een onbelaste tegemoetkoming woon-werkverkeer

 

 

Regeling uitruil eindejaarsuitkering en bezoldiging december gemeente Haaren ten behoeve van een onbelaste tegemoetkoming woon-werkverkeer

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Haaren

Besluit:

gelet op artikel 160 van de Gemeentewet;

gelet op artikel 4a:3 van de CAR/UWO;

gelet op een positief advies van de Ondernemingsraad d.d. 01 juli 2015;

en gelet op de akkoordverklaring van de inspecteur van de belastingdienst d.d. 13 augustus 2014;

tot vaststelling van de navolgende

 

Regeling uitruil eindejaarsuitkering en bezoldiging december gemeente Haaren ten behoeve van een onbelaste tegemoetkoming woon-werkverkeer

Artikel 1 Begripsomschrijving

Voor de toepassing van deze regeling wordt verstaan onder:

Medewerker

De ambtenaar als bedoeld in artikel 1:1 lid 1 sub a van de CAR.

 

Woon-werkverkeer

De kortste afstand van de eigen woning van de medewerker naar plaats van tewerkstelling, gemeten door de ANWB-routeplanner. Wanneer redelijkerwijs aannemelijk kan worden gemaakt dat de kortste route niet kan worden afgelegd (b.v. door tolwegen of omdat de routeplanner uitgaat van het gebruik van een veerpont), is het feitelijke aantal kilometers leidend.

 

Bruto-eindejaarsuitkering

De uitkering, zoals gedefinieerd in artikel 3:6 van de CAR.

 

Bruto-bezoldiging

De bezoldiging, zoals gedefinieerd in artikel 3:1 van de CAR.

 

Woonadres

Het adres waar de medewerker staat ingeschreven bij de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens (GBA).

 

Plaats van tewerkstelling

De gemeente of het met name genoemde gedeelte van de gemeente, waar de medewerker gewoonlijk zijn werkzaamheden op aanwijzen van de werkgever verricht.

Artikel 2 Onbelaste tegemoetkoming reiskosten woon-werkverkeer

De medewerker die wenst deel te nemen aan deze regeling, vermindert

  • a)

    de eindejaarsuitkering of;

  • b)

    de bezoldiging over december

met hetzelfde bedrag dat hij ontvangt voor een vergoeding voor woon-werkverkeer. Deze mogelijkheid is geregeld in artikel 4a:3 van de CAR. Hierdoor heeft de medewerker een fiscaal voordeel.

Artikel 3 Maximalisering van de vergoeding

De maximale uitruil voor onbelaste tegemoetkoming is gelijk aan of lager dan het totaal van de

opgebouwde bronnen in het kalenderjaar.

Artikel 4 Procedure

1. Om deel te kunnen nemen dient de medewerker tenminste 70% van het aantal werkbare dagen naar de vaste arbeidsplaats te reizen.

2. De medewerker kan op zijn verzoek de eindejaarsuitkering of bezoldiging december inzetten voor een vergoeding in de kosten van woon-werkverkeer.

3. Dit verzoek dient uiterlijk 1 december van het desbetreffende kalenderjaar kenbaar zijn gemaakt.

4. De medewerker dient schriftelijk te verklaren dat hij voor de vergoeding woon-werkverkeer afstand doet van (een deel van) zijn eindejaarsuitkering of bezoldiging december. Daartoe dient hij het formulier "Uitwisseling arbeidsvoorwaarden, tegemoetkoming reiskosten woon-werkverkeer” volledig in te vullen en te ondertekenen.

Artikel 5 Reisafstand

Voor de bepaling van het aantal kilometers van het woon-werkverkeer wordt de “kortste route” van het woonadres naar de standplaats berekend via de routeplanner van de ANWB. Of de route al dan niet met een vervoermiddel wordt afgelegd evenals het type vervoermiddel, is niet relevant voor de bepaling van het aantal kilometers. Een print van de berekening van de routeplanner van de ANWB wordt bij de aanvraag bijgevoegd.

Artikel 6 Berekeningstijdvak

Het aantal woon-werk kilometers wordt berekend over de periode van 1 januari t/m 31 december van enig kalenderjaar. Voor de berekening van het aantal kilometers woon-werkverkeer is de feitelijke situatie leidend. Wanneer iemand tussentijds in of uit dienst treedt, wordt dit in de berekening verdisconteerd.

Artikel 7 Bepaling onbelaste tegemoetkoming

1.Voor de bepaling van de onbelaste tegemoetkoming wordt, bij een fulltime dienstverband, uitgegaan

van de volgende factoren:

a) aantal werkbare dagen per jaar bij een vijfdaagse werkweek: 214 dagen;

b) de reisafstand is gemaximeerd op 75 kilometer enkele reis.

2. Het aantal reguliere werkdagen moet naar evenredigheid worden toegepast in de volgende gevallen:

a)de medewerker werkt op minder dan vijf dagen per week;

de dienstbetrekking begint of eindigt in de loop van het kalenderjaar;

de reisafstand wijzigt door bijvoorbeeld een overplaatsing of verhuizing.

3. Voor de bepaling wordt geen rekening gehouden met kortstondige ziekte of afwezigheid. Van kortstondige ziekte of afwezigheid is sprake als een afwezigheid van maximaal zes aansluitende weken in redelijkheid is te verwachten.

4. De vergoeding per kilometer is gelijk aan de maximaal onbelaste kilometervergoeding als vastgesteld door de belastingdienst.

5. Bij het berekenen van de onbelaste tegemoetkoming per maand, wordt het aantal werkdagen gedeeld door 12.

6. De kilometers waarvoor de medewerker reeds een vergoeding ontvangt, worden in mindering gebracht op de in artikel 5 bedoelde aantal kilometers.

Artikel 8 Afwezigheid

1.In de berekening van het gemiddelde aantal werkdagen is rekening gehouden met kortstondige afwezigheid. Van kortstondige afwezigheid is sprake als een afwezigheid van maximaal zes aaneensluitende weken in redelijkheid is te verwachten. Bij deze afwezigheid wordt de onbelaste tegemoetkoming doorbetaald.

2. Op het moment dat langdurige afwezigheid in redelijkheid is te voorzien, wordt de reiskostentegemoetkoming van de lopende en de eerstvolgende kalendermaand nog onbelast vastgesteld volgens bovengenoemde systematiek. Daarna wordt een onbelaste tegemoetkoming vastgesteld met ingang van de eerste dag van de maand volgend op de maand waarop de medewerker weer aanwezig is.

Artikel 9 Gevolgen van de keuze

1.Indien aan de belastingvrije uitbetaling door de belastingdienst bijzondere voorwaarden worden verbonden, is de medewerker gehouden aan deze voorwaarden te voldoen en dit desgewenst aan te tonen. Een eventuele naheffing als gevolg van het niet voldoen aan deze voorwaarden, komt voor rekening van de medewerker.

2. De medewerker verklaart schriftelijk op de hoogte te zijn van de mogelijke consequenties die een verlaging van de eindejaarsuitkering of bruto bezoldiging kan hebben, doordat deze worden uitgewisseld tegen een bestedingsdoel. Zonder uitputtend te zijn gaat het dan om:

a)een verlaging van de grondslag voor de berekening van het pensioen/FPU en de uit die hoofde verschuldigde premies;

een verlaging van het loon in het kader van de sociale verzekeringswetten;

een verlaging van het inkomen in het kader van inkomensafhankelijke subsidies;

een verlaging van de grondslag voor de berekening van de diensttijdvrijstelling.

Deze gevolgen zijn voor rekening en risico van de medewerker.

Artikel 10 Fiscale wijzigingen

De toepassing van deze regeling dient te passen binnen de (fiscale) wet- en regelgeving. Het college behoudt het recht de regeling aan te passen op grond van fiscale wijzigingen.

Artikel 11 Betaling

  • 1.

    De vergoeding woon-werkverkeer wordt uitbetaald in de maand december. Tegelijkertijd wordt deindejaarsuitkering dan wel de bezoldiging december verminderd.

2. In afwijking van het gestelde in lid 1 van dit artikel vindt, de vermindering bij tussentijdse uitdiensttreding plaats ten tijde van de laatste salarisuitbetaling van de betreffende medewerker.

Artikel 12 Onrechtmatig gebruik

Wanneer de medewerker onjuiste gegevens verstrekt en/of onrechtmatig gebruik maakt van deze regeling, wordt de eventuele naheffingsaanslag (inclusief de boete en heffingsrente) van de belastingdienst met terugwerkende kracht op de medewerker verhaald.

Artikel 13 Onvoorziene omstandigheden

Het college is bevoegd in gevallen waarin deze regeling niet of niet in redelijkheid voorziet eenvoorziening te treffen.

Artikel 14 Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking op 01 juni 2015 en werkt terug tot en met 13 augustus 2014.

 

Vanaf de inwerkingtredingdatum van deze regeling vervalt de “Regeling uitruil eindejaarsuitkering en vakantietoelage tegen een onbelaste tegemoetkoming woon-werkverkeer” d.d. 7 juli 2009.

Artikel 15 Citeertitel

Deze regeling kan worden aangehaald als de “Regeling uitruil eindejaarsuitkering en bezoldiging december gemeente Haaren ten behoeve van een vergoeding woon-werkverkeer”.

 

 

Aldus vastgesteld in de vergadering van burgemeester en wethouders van

26 mei 2015,

 

Burgemeester en wethouders van de gemeente Haaren,

secretaris, Joan van den Akker

burgemeester, Jeannette Zwijnenburg – van der Vliet