Organisatie | Drechterland |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening Cliëntenparticipatie 2010 |
Citeertitel | Verordening Cliëntenparticipatie 2010 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
maatschappelijke zorg en welzijn
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
17-06-2010 | 01-01-2010 | 01-01-2015 | vervallen wegens vervallen Wet werk en bijstand | 31-05-2010 de Middenstander, 16-06-2010 | 2010-22E |
De raad van de gemeente Drechterland
Overwegende dat de Wmo adviesraad en de cliëntenraad WWB zijn samengevoegd tot een adviesraad en dat per 1 oktober 2009 de Wet investeren in jongeren in werking is getreden;
Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 23 maart 2010;
Gelet op de artikelen 147 en 150 van de Gemeentewet, artikel 47 van de Wet werk en bijstand, artikel 12 van de Wet investeren in jongeren en artikel 11 van de Wet maatschappelijke ondersteuning;
Gezien het advies van de adviesraad Wmo/WWB van 3 maart 2010;
1. in te trekken de Verordening burgerparticipatie Wet maatschappelijke ondersteuning,gemeente Drechterland 2008 en de Verordening Cliëntenparticipatie WWB Drechterland 2006 met ingang van 1 januari 2010 en
2. per deze datum vast te stellen de Verordening Cliëntenparticipatie 2010.
In deze verordening wordt verstaan onder:
belanghebbenden: ingezetenen van de gemeente Drechterland die: bijstand op grond van de WWB ontvangen, een voorziening op grond van de Wmo ontvangen, een werkleeraanbod al dan niet gecombineerd met een inkomensvoorziening op grond van de WIJ ontvangen en nuggers en ANW-gerechtigden die door het college worden ondersteund bij hun arbeidsinschakeling;
Het college kan afwijken van het gestelde in het eerste lid, wanneer daar goede redenen voor zijn. In dat geval:
a. wordt het afwijken schriftelijk gemotiveerd;
b. wordt het (vraag)stuk in de eerstvolgende vergadering van de adviesraad na het genomen besluit alsnog ter advisering aangeboden en;
c. wordt het uitgebrachte advies alsnog meegewogen bij een nadere besluitvorming ter zake als er sprake is van een nieuw element in de overwegingen dat door de adviesraad is aangevoerd.
Aldus besloten in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Drechterland van 31 mei 2010.
De griffier,
De voorzitter,
Toelichting verordening cliëntenparticipatie 2010
Op 1 oktober 2009 is de Wet investeren in jongeren in werking getreden. Doelstelling van deze wet is duurzame arbeidsparticipatie van jongeren tot 27 jaar in regulier werk. Om dit te bereiken is in de wet het recht op een werkleeraanbod vastgelegd. Dit werkleerrecht berust op het uitgangspunt dat jongeren die goed geschoold zijn en over voldoende kwalificaties beschikken gemakkelijker aan het werk zullen komen en daardoor zelfstandig in hun levensonderhoud kunnen voorzien.
De WIJ verplicht gemeenten om te investeren in de arbeidsinschakeling van alle jongeren, ook bij een grote afstand tot de arbeidsmarkt. Daartoe moeten gemeenten aan jongeren in beginsel een werkleeraanbod doen. Daarnaast regelt de wet een inkomensvoorziening voor jongeren vanaf 18 jaar wanneer deze onvoldoende inkomsten hebben. Deze inkomensvoorziening is alleen beschikbaar als het werkleeraanbod wegens in persoon gelegen belemmeringen geen optie is, of wanneer het aanbod onvoldoende inkomsten genereert. Ook kan er een situatie zijn waarin aan de jongere nog geen aanbod kan worden gedaan. De samenhang tussen het werkleeraanbod en de inkomensvoorziening is een bepalend element in de WIJ. Hier wijkt de wet af van de Wet werk en bijstand. In de WWB is het uitgangspunt “een uitkering, mits..”in de WIJ is dit “geen uitkering, tenzij…”.
Het college heeft de opdracht gekregen de WIJ uit te voeren; de raad is verantwoordelijk voor het vaststellen van een vijftal verordeningen, ofwel de WWB verordeningen zodanig aan te passen dat deze ook van toepassing zijn op jongeren tot 27 jaar. Deze verordening over cliëntenparticipatie is één van deze verordeningen.
Wet maatschappelijke ondersteuning
Ook de Wmo schrijft voor dat burgers en organisaties betrokken worden bij de beleidsvoorbereidingen. Voorafgaand aan de vaststelling van beleid moet een representatieve vertegenwoordiging van potentiële ‘vragers’ om advies gevraagd worden. In Drechterland gebeurt dit middels de Wmo adviesraad, straks de adviesraad. Bij de voorbereiding van de verordening Maatschappelijke ondersteuning gemeente Drechterland 2007 zijn door het college inspraakavonden gehouden, maar er is geen verordening cliëntenparticipatie vastgesteld. De verordening werd in de West Friese gemeenten eenduidig aangeboden aan de gemeenteraden. Het regionaal platform Gehandicaptenbeleid West-Friesland heeft aan de gemeente Hoorn een positief advies afgegeven over deze verordening. Daarnaast is destijds door de VNG bij het opstellen van de modelverordening, waar de onze van afgeleid is, voortdurend rekening gehouden met de mening van landelijke belangenorganisaties. Kortom, er werd wel voldaan aan de eisen die gesteld worden, behalve aan de opdracht dit vast te leggen in een verordening. Met onderliggende verordening Cliëntenparticipatie 2010, wordt aan dit laatste ook voldaan.
Verordening cliëntenparticipatie
De Verordening Cliëntenparticipatie WWB Drechterland 2006 is in verband met de komst van de Wij aangepast zodat deze ook geldt voor jongeren tot 27 jaar. Zoals artikel 47 van de WWB een vorm van cliëntenparticipatie voorschrijft, zo wordt in artikel 12 van de WIJ opgelegd dat de raad regels stelt met betrekking tot de wijze waarop jongeren of hun wettelijke vertegenwoordigers betrokken worden bij de uitvoering van de wet. Het behoort tot de gemeentelijke beleidsvrijheid om daarin eigen beleidskeuzes te maken. De mogelijkheid bestaat om cliëntenpanel en/of -raad op te richten, een inspraakverordening op te stellen, of er kan gekozen worden voor klanttevredenheidsonderzoeken om de burger te betrekken bij beleid en uitvoering. In 2006 is in Drechterland gekozen voor het oprichten van een Wmo adviesraad en een adviesraad WWB. In 2009 is door de betrokken leden besloten deze twee raden samen te voegen tot een adviesraad. Doordat jongeren tot 27 jaar niet langer onder de WWB vallen, maar onder de WIJ, is ook deze doelgroep toegevoegd in deze verordening en zal door de adviesraad gezocht worden naar vertegenwoordiging.
Naast de adviezen van de adviesraad, wordt jaarlijks het verplichte klanttevredenheidsonderzoek Wmo gehouden en wordt regelmatig gevraagd naar de mening van de andere doelgroepen in soortgelijke onderzoeken. In 2009 is onder de WWB doelgroep een klanttevredenheidsonderzoek gedaan door I&O Research.
Voor de diverse omschrijvingen is aansluiting gezocht bij de formuleringen in de WWB, de WIJ, de Wmo en de Awb.
Voor wat betreft ad f geldt dat, indachtig onze beleidsuitgangspunten, ook degene, die een uitkering ingevolge de Algemene nabestaandenwet ontvangt tot belanghebbende wordt gerekend.
Omdat de oude naam, Wmo adviesraad, na de samenvoeging de lading niet meer dekt is nu gekozen voor een meer veralgemeniseerde naam: Adviesraad Werk, Inkomen en Zorg. Op deze manier bestrijkt het aandachtsgebied het gehele werkveld van de afdeling Werk en Inkomen (uitvoering en beleid WWB, WIJ en Wmo individuele verstrekkingen) en deels dat van de afdeling Welzijn (Wmo beleid).
In de doelstellingen wordt beschreven dat de adviesraad wordt betrokken bij de totstandkoming en uitvoering van gemeentelijk beleid betreffende de Wmo, de WWB en de WIJ.
Benoemt de beleidsterreinen waarover de adviesraad adviseert. Misschien ten overvloede wordt benoemd dat binnen de adviesraad geen ruimte is voor individuele belangenbehartiging of cliëntenzaken.
Er is gekozen voor een minimaal en een maximaal aantal leden van de adviesraad. In de oude WWB adviesraad werd gekozen voor een maximaal aantal leden van 5 omwille van de werkbaarheid. Nu het werkterrein is uitgebreid moet er meer kennis zijn van verschillende beleidsterreinen. Dit kan niet van elk lid verwacht worden. Door het aantal leden uit te breiden kan de kennis meer verdeeld worden. De voorzitter is onafhankelijk en heeft ook geen stemrecht in de vergadering van de adviesraad.
Er is gekozen de voordracht van nieuwe leden niet alleen te laten doen door de (voorzitter van de) adviesraad, maar ook door de betrokken portefeuillehouders en afdelingshoofden. Reden hiervoor is dat deze een netwerk hebben in de gemeente waar wellicht geschikte kandidaten uit kunnen komen. Voordracht door een portefeuillehouder en/of afdelingshoofd zal altijd in overleg met de voorzitter gebeuren. De benoeming van de leden gebeurt door het college, de voorzitter wordt benoemd door de leden.
Benoeming van de leden geschiedt voor een termijn van vier jaar, met een mogelijke herbenoeming voor nog eens vier jaar. Voor het voorzitterschap gelden dezelfde termijnen.
In dit artikel wordt ook de onverenigbaarheid van functies aangeduid.
In dit artikel worden de procedures op hoofdlijnen beschreven. De adviesraad stelt zelf een huishoudelijk reglement op waarin nadere regels en de gedragscode worden bepaald. In dit artikel wordt ook de rol van het college van burgemeester en wethouders benoemd. De samenwerking met de adviesraad is niet vrijblijvend. Het college is in principe verplicht vooraf advies te vragen. Hiervan kan afgeweken worden in uitzonderingsgevallen, maar dat moet dan wel gemotiveerd worden. Ook wanneer van een uitgebracht advies wordt afgeweken, dient het college de adviesraad hiervan schriftelijk op de hoogte te brengen.
Artikel 6 Faciliteiten en vergoedingen
De Adviesraad kan niet functioneren als zij niet beschikt over vergaderfaciliteiten, secretariële ondersteuning e.d. Daarom zal aan de hand van een begroting geld beschikbaar gesteld worden opdat de adviesraad de haar toebedeelde taken kan uitvoeren.
De onkostenvergoeding (vrijwilligersvergoeding) voor de leden werd in 2005 vastgesteld op € 35,- per bijgewoonde vergadering. Voor de voorzitter was dit € 50,-. Deze bedragen werden niet geïndexeerd. Daarom is nu besloten de presentievergoedingen eenmalig te verhogen met 10% in 2010 en vervolgens jaarlijks aan te passen aan het consumentenprijsindexcijfer.