Hoofdstuk 4 Voorzieningen
Artikel 4:1 Algemene bepalingen over voorzieningen
Het college kan een voorziening beëindigen als:
- a
de persoon die aan de voorziening deelneemt zijn verplichting
als bedoeld in de artikelen 9 en 17 van de wet, de artikelen 13
en 37 van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk
arbeidsongeschikte werkloze werknemers of de artikelen 13 en 37
van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk
arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen niet nakomt;
- b
de persoon die aan de voorziening deelneemt niet meer behoort
tot de doelgroep;
- c
de persoon die aan de voorziening deelneemt algemeen
geaccepteerde arbeid aanvaardt waarbij geen gebruik wordt
gemaakt van een in deze verordening genoemde voorzieningen,
tenzij het betreft een persoon als bedoeld in artikel 7, eerste
lid, onderdeel a, onder 2°, van de wet;
- d
naar het oordeel van het college de voorziening onvoldoende
bijdraagt aan een snelle arbeidsinschakeling;
- e
de voorziening naar het oordeel van het college niet meer
geschikt is voor de persoon die gebruik maakt van de
voorziening;
- f
de persoon die aan de voorziening deelneemt niet naar behoren
gebruik maakt van de aangeboden voorziening;
- g
de persoon die aan de voorziening deelneemt niet meer voldoet
aan de voorwaarden die in deze verordening worden gesteld om in
aanmerking te komen voor die voorziening.
Artikel 4:2 Werkstage
- 1
Het college kan een persoon een werkstage gericht op
arbeidsinschakeling aanbieden als deze behoort tot de
doelgroep.
- 2
Het doel van een werkstage is het opdoen van werkervaring of het
leren functioneren in een arbeidsrelatie.
- 3
Het college plaatst de persoon uitsluitend als hierdoor de
concurrentieverhoudingen niet onverantwoord worden beïnvloed en
er geen verdringing op de arbeidsmarkt plaatsvindt.
- 4
De werkstage duurt maximaal zes maanden en vindt als de persoon
algemene bijstand ontvangt, plaats met behoud van uitkering. Een
werkstage kan eenmaal met een zelfde periode worden verlengd
indien dit noodzakelijk is voor arbeidsinschakeling.
- 5
De werkstage wordt vastgelegd in een schriftelijke
overeenkomst.
- 6
Gedurende de werkstage vindt begeleiding plaats.
Artikel 4:3 Sociale activering
- 1
Het college kan een persoon die behoort tot de doelgroep
activiteiten aanbieden in het kader van sociale activering voor
zover de mogelijkheid bestaat dat hij op enig moment algemeen
geaccepteerde arbeid kan verkrijgen waarbij geen gebruik wordt
gemaakt van een voorziening.
- 2
Het college stemt de duur van de in het eerste lid bedoelde
activiteiten af op de mogelijkheden en capaciteiten van die
persoon.
Artikel 4:4 Detacheringsbaan
- 1
Het college kan zorgen voor toeleiding van een persoon die
behoort tot de doelgroep naar een dienstverband met een
werkgever, gericht op arbeidsinschakeling.
- 2
De werknemer wordt voor het verrichten van arbeid gedetacheerd
bij een onderneming. De detachering wordt vastgelegd in een
schriftelijke overeenkomst tussen zowel de werkgever en
inlenende organisatie als tussen de werknemer en inlenende
organisatie.
- 3
Een werknemer wordt uitsluitend geplaatst als hierdoor de
concurrentieverhoudingen niet onverantwoord worden beïnvloed en
er geen verdringing op de arbeidsmarkt plaatsvindt.
- 4
Het college kan formeel als werkgever van de werknemer optreden,
dan wel een organisatie aanwijzen die in opdracht van de
gemeente formeel als werkgever van de werknemer, bedoeld in het
eerste lid, optreedt.
Artikel 4:5 Scholing
- 1
Het college kan een persoon die behoort tot de doelgroep een
scholingstraject aanbieden.
- 2
Een scholingstraject voldoet in ieder geval aan de volgende
eisen:
- a
is noodzakelijk voor de toeleiding naar de arbeidsmarkt,
en
- b
duurt niet langer dan een jaar.
- 3
Het eerste lid is niet van toepassing op personen als bedoeld in
artikel 7, derde lid, onderdeel a, van de wet.
Artikel 4:6 Participatieplaats
- 1
Het college kan een persoon van 27 jaar of ouder met recht op
algemene bijstand overeenkomstig artikel 10a van de wet
onbeloonde additionele werkzaamheden laten verrichten.
- 2
Een participatieplaats duurt maximaal zes maanden. Een
participatieplaats kan maximaal driemaal met een zelfde periode
worden verlengd tot in totaal vierentwintig maanden, indien dit
noodzakelijk is voor een grotere kans op arbeidsinschakeling.
Het deelnemen aan een participatieplaats wordt schriftelijk aan
de persoon bevestigd.
- 3
Gedurende de periode waarin een persoon op een
participatieplaats werkzaamheden verricht, vindt begeleiding
plaats.
- 4
De premie, bedoeld in artikel 10a, zesde lid, van de wet
bedraagt € 600 per zes maanden, mits in die zes maanden
voldoende is meegewerkt aan het vergroten van de kans op
inschakeling in het arbeidsproces. De toekenning hiervan wordt
schriftelijk aan de persoon meegedeeld.
Artikel 4:7 Participatievoorziening beschut werk
- 1
Het college kan aan een persoon die behoort tot de doelgroep de
voorziening beschut werk aanbieden als hij door een
lichamelijke, verstandelijke of psychische beperking een
zodanige mate van begeleiding op en aanpassingen van de werkplek
nodig heeft dat van een reguliere werkgever redelijkerwijs niet
kan worden verwacht dat hij deze persoon in dienst neemt.
- 2
Het college maakt uit de personen die behoren tot de doelgroep
een voorselectie en wint bij het Uitvoeringsinstituut
werknemersverzekeringen advies in voor de beoordeling of zij
uitsluitend in een beschutte omgeving onder aangepaste
omstandigheden mogelijkheden tot arbeidsparticipatie hebben. Het
college maakt voor de voorselectie gebruik van het reguliere
instroom- en diagnoseproces zoals dat in de dienstverleningslijn
wordt toegepast, tenzij dit gelet op de aard en ernst van de
arbeidsbeperking niet mogelijk is. In dat geval wordt gebruik
gemaakt van een op de situatie van de persoon aangepaste
methodiek.
- 3
Om de in artikel 10b, eerste lid, van de wet, bedoelde
werkzaamheden mogelijk te maken zet het college de volgende
ondersteunende voorzieningen in: fysieke aanpassingen van de
werkplek of de werkomgeving, uitsplitsing van taken of
aanpassingen in de wijze van werkbegeleiding, werktempo of
arbeidsduur.
- 4
Het college bepaalt de omvang van het aanbod beschut werk en
legt vast hoeveel plekken voor beschut werk beschikbaar worden
gesteld. In verband hiermee overlegt het college met het
Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen, aan de gemeente
gelieerde bedrijven en andere reguliere werkgevers.
Artikel 4:8 Ondersteuning bij leer-werktraject
Het college kan ondersteuning als bedoeld in artikel 10f van de wet
aanbieden bij het volgen van een leer-werktraject als het college van
oordeel is dat een leer-werktraject nodig is. Ondersteuning wordt alleen
aangeboden als deze nodig is voor het volgen van een leer-werktraject en
het personen betreft:
- a
van zestien of zeventien jaar van wie de leerplicht of de
kwalificatieplicht, bedoeld in de Leerplichtwet 1969, nog niet
is geëindigd, of
- b
van achttien tot 27 jaar die nog geen startkwalificatie hebben
behaald.
Artikel 4:9 Persoonlijke ondersteuning
Aan een persoon die behoort tot de doelgroep kan het college
persoonlijke ondersteuning bij het verrichten van de aan die persoon
opgedragen taken aanbieden in de vorm van structurele begeleiding indien
hij zonder persoonlijke ondersteuning niet in staat is de aan hem
opgedragen taken te verrichten. Persoonlijke ondersteuning wordt in
ieder geval aangeboden als de werkgever ten behoeve van de werknemer een
loonkostensubsidie als bedoeld in artikel 10d van de wet ontvangt of als
de persoon die op een detacheringsbaan werkzaam is, behoort tot de
doelgroep loonkostensubsidie in de zin van artikel 6, eerst lid sub e
van de wet.
Artikel 4:10 No-riskpolis
- 1
Het college kan werkgevers de kosten van de tijdelijke
no-riskpolis UWV 2015 vergoeden als:
- a
de werkgever voor tenminste de duur van zes maanden een
arbeidsovereenkomst aangaat met een werknemer;
- b
de werknemer voorafgaand aan de aanvraag van de arbeid
behoort tot de doelgroep;
- c
de werkgever ten behoeve van de werknemer een
loonkostensubsidie als bedoeld in artikel10d van de wet
ontvangt;
- d
artikel 29b van de Ziektewet niet van toepassing is,
en
- e
de werknemer zijn woonplaats heeft binnen de
gemeente.
- 2
Deze regeling geldt tot 1 januari 2016.
Artikel 4:11 Werkgeversarrangement
- 1
Het college kan met een werkgever een overeenkomst sluiten over
een pakket voorzieningen gericht op re-integratie ten behoeve
van de arbeidsinschakeling van een of meer personen die behoren
tot de doelgroep. Dit pakket kan bestaan uit verschillende
voorzieningen zoals die in de verordening of de krachtens deze
verordening genomen uitvoeringsbesluiten zijn vastgelegd.
- 2
Het college kan in de overeenkomst afwijken van hetgeen in deze
verordening of de krachtens deze verordening genomen
uitvoeringsbesluiten is bepaald, voor zover dit de
arbeidsinschakeling van een of meer personen als bedoeld in het
eerste lid bevordert.
Artikel 4:12 Nazorg
Het college kan voorzieningen bieden gericht op nazorg aan een werkgever
die een persoon die behoort tot de doelgroep in dienst neemt voor het
verrichten van algemeen geaccepteerde arbeid, waarbij geen sprake is van
een voorziening.
Artikel 4:13 Loonkostensubsidies
- 1
Het college kan een subsidie verstrekken aan werkgevers die met
een tot de doelgroep behorende persoon een arbeidsovereenkomst
sluiten, gericht op het opdoen van werkervaring en het
bevorderen van de arbeidsinschakeling.
- 2
Bij uitvoeringsbesluit stelt het college regels ten aanzien van
de hoogte en de duur van de subsidie, alsmede de verplichtingen
die aan de subsidie worden verbonden.
- 3
De loonkostensubsidie wordt niet verstrekt als de werkgever op
grond van een andere regeling aanspraak maakt op financiële
tegemoetkomingen in verband met de het afsluiten van de in het
eerste lid bedoelde arbeidsovereenkomst.
- 4
Indien de in het eerste lid bedoelde arbeidsovereenkomst wordt
ontbonden binnen de wettelijke proeftijd, wegens dringende of
gewichtige redenen of met een ontslagvergunning wegens
bedrijfseconomische redenen, wordt de subsidie naar rato lager
vastgesteld.
- 5
De subsidie wordt alleen verstrekt indien hierdoor de
concurrentieverhoudingen niet onverantwoord worden beïnvloed en
er geen verdringing van reguliere arbeid plaatsvindt.
Artikel 4:14 Uitstroompremie
- 1
Het college kan eenmalig een uitstroompremie toekennen aan een
langdurig werkloze die duurzaam uitstroomt naar algemeen
geaccepteerde arbeid en daardoor niet langer recht heeft op
algemene bijstand.
- 2
De premie kan worden aangevraagd vanaf de 7e maand na de
indiensttreding.
- 3
De hoogte van de te verstrekken premie wordt door het college
vastgelegd in een uitvoeringsbesluit.
Artikel 4:15 Overige vergoedingen
Een persoon die behoort tot de doelgroep kan in aanmerking komen voor
vergoeding van kosten die naar het oordeel van het college noodzakelijk
zijn in het kader van de voorziening waarvan die persoon gebruik maakt.
Hoofdstuk 5 Slotbepalingen
Artikel 5:1 Onvoorzien en nadere regels
- 1
In gevallen waarin deze verordening niet voorziet, beslist het
college.
- 2
Het college kan nadere regels stellen over de uitvoering van
deze verordening.
Artikel 5:2 Intrekken oude verordening en overgangsrecht
- 1
De Re-integratieverordening Wet werk en bijstand wordt
ingetrokken.
- 2
Een persoon die gebruik maakt van een toegekende voorziening op
grond van de Re-integratieverordening Wet werk en bijstand, die
moet worden beëindigd op grond van deze verordening, behoudt
deze voorziening voor zover wordt voldaan aan de voorwaarden uit
de Re-integratieverordening Wet werk en bijstand voor de
duur:
- a
van een periode van twaalf maanden gerekend vanaf de
inwerkingtreding van deze verordening, of
- b
van een periode waarvoor deze voorziening bij besluit is
verstrekt, als dat korter is dan de periode als bedoeld
in het tweede lid, onderdeel a.
- 3
Het college kan na afloop van de in het tweede lid, onderdeel a,
bedoelde periode, besluiten of een voorziening wordt
voortgezet.
- 4
De Re-integratieverordening Wet werk en bijstand blijft van
toepassing ten aanzien van een voorziening als bedoeld in het
tweede en derde lid.
Artikel 5:3 Inwerkingtreding en citeertitel
- 1
Deze verordening treedt in werking op 1 juli 2015.
- 2
Deze verordening wordt aangehaald als: Re-integratieverordening
2015.