Organisatie | Oldebroek |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Uitvoeringsregels leerlingenvervoer 2017 |
Citeertitel | Uitvoeringsregels leerlingenvervoer 2017 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | onderwijs |
Eigen onderwerp |
Geen.
Verordening leerlingenvervoer gemeente Oldebroek 2015
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-08-2017 | wijziging | 16-05-2017 Gemeenteblad, 01-08-2017 | Onbekend. | ||
01-05-2015 | 01-08-2017 | nieuwe regeling | 28-04-2015 Gemeenteblad: 30-04-2015 | Onbekend. |
Uitvoeringsregel leerlingenvervoer
Burgemeester en wethouders van Oldebroek;
Uitvoeringsregel leerlingenvervoer.
Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd:
Verordening Leerlingenvervoer gemeente Oldebroek 2015, Gemeentewet, art. 149
Artikel 1. Het vaststellen van de afstand
Voor het bepalen van de afstand tussen de woning en de school wordt gebruik gemaakt van de internet routeplanner van de ANWB te Den Haag (www.anwb.nl). De kortste voor de leerling voldoende begaanbare en veilige weg wordt gemeten van huisnummer naar huisnummer.
Artikel 2. Het vaststellen van de kosten van openbaar vervoer
Het vaststellen van de kosten van openbaar vervoer en de daaraan gerelateerde vergoeding vindt plaats op basis van de door de REISinformatiegroep bv beschikbaar gestelde informatie via 0900-9292, www.9292ov.nl en mobiel.9292ov.nl.
Artikel 3. Het vaststellen van de reistijd
Het vaststellen van de reistijd per openbaar vervoer vindt plaats op basis de door de REISinformatiegroep bv beschikbaar gestelde informatie via 0900-9292, www.9292ov.nl en mobiel.9292ov.nl. Voor het vaststellen van de reistijd per aangepast vervoer, wordt de vervoerder geraadpleegd.
Artikel 4. Uitbetaling van een vervoersvoorziening
Een aan de ouders/verzorgers toegekende vergoeding voor eigen vervoer wordt aan het einde van het schooljaar uitbetaald. Een aan ouders/verzorgers van leerlingen toegekende vergoeding voor het gebruik van openbaar vervoer wordt na het inleveren van een overzicht van de gemaakte reizen en kosten maandelijks uitbetaald.
Het college hanteert het uitgangspunt dat ten onrechte ontvangen tegemoetkomingen voor leerlingenvervoer altijd van de ouder worden teruggevorderd tenzij er sprake is van dringende redenen om van terugvordering af te zien;
Hier gaat het alleen om de vordering die verband houdt met ten onrechte ontvangen tegemoetkoming leerlingenvervoer.
Artikel 6. Ontzeggen van de toegang tot het vervoer door de gemeente
Afhankelijk van de ernst van de gedraging van de leerling en de omstandigheden kan worden afgeweken van dit protocol.
Bij een volgende klacht vindt onmiddellijke uitsluiting plaats voor een periode van 5 schooldagen. De gemeente zorgt in deze fase voor een extra zitplaats in de taxi om begeleiding van de leerling door de ouders mogelijk te maken. Als er een begeleider meegaat anders dan de ouder of verzorger en hier kosten aan zijn verbonden, zijn de kosten voor de ouder/verzorger. Wanneer ouders niet willen of kunnen voorzien in een begeleider vindt totale uitsluiting plaats van aangepast vervoer.
De gemeente bespreekt dan met ouders een vervoersvoorziening op basis van openbaar vervoer of eigen vervoer al dan niet met begeleiding, indien dit relevant en gewenst is; .een en ander binnen de regelingen van de verordening leerlingenvervoer.
Het bepaalde in lid 1 is niet van toepassing wanneer door de ouders/verzorgers een andere vergoeding is aangevraagd en deze door het college is toegekend.
Artikel 8. Buitenschoolse opvang
In de verordening is aangegeven dat leerlingenvervoer het vervoer tussen de woning en de school betreft. De woning is gedefinieerd als ‘de plaats waar de leerling structureel en feitelijk verblijft’. Het college staat vervoer van school naar een opvangadres na schooltijd, anders dan het woonadres toe indien voldaan wordt aan de onderstaande voorwaarden.
Een volwassene dient, ter plekke aanwezig te zijn om de leerling op te vangen. De chauffeur moet de leerling aan de volwassene kunnen overdragen bij de taxi(bus). Wanneer de leerling wordt opgevangen bij de buitenschoolse opvang, dient een medewerker in dienst van de buitenschoolse opvang ter plekke te zijn. De gemeente draagt geen verantwoordelijkheid vanaf het moment dat de leerling de taxi(bus) heeft verlaten.
Indien het vervoer naar het opvangadres leidt tot individueel vervoer of om andere redenen leidt tot substantieel hogere kosten dan het vervoer naar het woonadres, behoudt het college zich het recht voor het vervoer niet toe te staan.
Artikel 9. Vervoer naar jeugdhulp
In uitzonderlijke situaties is het mogelijk het vervoer vanuit school naar een voorziening van jeugdhulp met behulp van het leerlingenvervoer te regelen. De gemeente bepaald in samenspraak met het CJG in hoeverre er sprake is van een uitzonderlijke situatie. Hierbij moet in ieder geval voldaan worden aan de volgende voorwaarden:
De mogelijkheden van het gezin om zelf of via het netwerk het vervoer te regelen is onderzocht, maar heeft uitgewezen geen reële oplossing te bieden.
Op basis van de verordening leerlingenvervoer zijn ouders verantwoordelijk voor het begeleiden van hun kinderen. Begeleiding is gericht op het zelfstandig naar school gaan van de leerling. Wanneer na 10 weken begeleiding is aangetoond, dan wel onderzocht dat de leerling niet op korte termijn zelfstandig of met andere leerlingen kan reizen, kan er een vervangende vervoersvoorziening worden getroffen.
De afgelopen jaren is er meer en meer behoefte gekomen naar onderwijs voor hoogbegaafde leerlingen. De gemeente Oldebroek ziet het onderwijs voor hoogbegaafden als onderdeel van het regulier basisonderwijs. Het passend onderwijs biedt hier ook de mogelijkheden voor.
Aanvragen voor een voorziening in verband met onderwijs voor hoogbegaafde leerlingen worden in beginsel afgewezen. In uitzonderlijke situaties dat het Oldebroekse basisonderwijs geen onderwijs kan bieden aan de hoogbegaafde leerling, dienen de ouders te onderbouwen dat dichterbij gelegen scholen niet toegankelijk zijn voor de leerling.
Basis in de verordening Leerlingenvervoer artikel 9, 10,11, 12, 16, 17, 18, 23
Wanneer wordt aangegeven dat een leerling gebruik moet maken van aangepast vervoer op grond van een handicap, moet ter onderbouwing een medische verklaring worden meegestuurd. Wanneer een medische verklaring ontbreekt zal de leerling worden opgeroepen voor een medische keuring. Dit geldt ook wanneer de overlegde medische verklaring onvoldoende houvast biedt voor een beoordeling van de aanvraag. Het medisch onderzoek wordt uitgevoerd door een door het college aan te wijzen onafhankelijke adviesorganisatie. De kosten van dit externe advies komen voor rekening van de woongemeente van de leerling.
Basis in de verordening Leerlingenvervoer artikel 23.
Het college kan in bijzondere gevallen, het vervoer voor onderwijs aangaande, ten gunste van de ouders afwijken van de bepalingen in deze beleidsregelverordening, zonodig na advies te hebben gevraagd aan de permanente commissie leerlingenzorg, de commissie van begeleiding, de regionale verwijzingscommissie of andere deskundigen".
De hardheidsclausule wordt niet toegepast als er alleen sprake is van de omstandigheid dat ouders/verzorgers wegens werkzaamheden of andere bezigheden de leerling niet naar school kunnen brengen.
De beleidsregel leerlingenvervoer is een aanvulling op de verordening leerlingenvervoer. De raad van de gemeente Oldebroek stelt de verordening vast. Voor een verdere uitwerking van de verordening stelt het college van burgemeester en wethouders de beleidsregel vast.
In deze beleidsregel is omschreven in welke werkwijze er wordt gehanteerd in het vaststellen van de afstand, reistijd en kosten van het openbaar vervoer. Daarnaast is omschreven hoe wordt omgegaan met hoogbegaafdheid en klachten in het leerlingenvervoer.
Ook is er een verruiming opgenomen in het kader van het aangepast vervoer. Leerlingen worden op jonge leeftijd vaak met het aangepast vervoer naar scholen voor het speciaal onderwijs en speciaal basisonderwijs vervoerd. Dit is niet in alle gevallen noodzakelijk op basis van de medische gesteldheid van de leerling. Desondanks is dit wel wenselijk gezien de leeftijd van de leerlingen. Om die reden is in de beleidsregel opgenomen in welke gevallen er aangepast vervoer wordt toegekend. Daarnaast kan er aangepast vervoer worden toegekend op basis van de bepalingen in de verordening.
De verordening Leerlingenvervoer kent een hardheidsclausule. Dat betekent dat in gevallen die niet in de verordening geregeld zijn en waarin dit tot een kennelijk onbillijke situatie zou leiden er met een beroep op deze bepaling alsnog bekostiging van leerlingenvervoer kan worden verleend. Toepassing van de hardheidsclausule is bedoeld voor echt uitzonderlijke situaties, omdat het overgrote deel van de voorkomende situaties in de verordening is geregeld. Ook van de beleidsregels zelf kan worden afgeweken. Dit geldt dan eveneens voor situaties waarin de toepassing van de beleidsregels tot een kennelijk onbillijke uitkomst zou leiden. In deze beleidsregels is bepaald dat de hardheidsclausule in een aantal situaties niet zal worden toegepast. Met nadruk staat er dat dit geldt indien er alleen sprake is van de genoemde omstandigheid. De reden daarvan is dat ook ouders die geen aanspraak maken op leerlingenvervoer in eerste instantie zelf verantwoordelijk zijn voor het vinden van een oplossing voor het schoolvervoer wegens werk of opleiding.
De genoemde omstandigheden kunnen wel in combinatie met andere relevante omstandigheden aanleiding zijn voor het toepassen van de hardheidsclausule.