Overheidsorganisatie | Gemeente Oldebroek |
---|---|
Officiële naam regeling | Uitvoeringsregels leerlingenvervoer 2015 |
Citeertitel | Uitvoeringsregels leerlingenvervoer 2015 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | onderwijs |
Eigen onderwerp |
Geen.
Verordening leerlingenvervoer gemeente Oldebroek 2015
Geen.
Datum inwerking- treding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerking- treding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-05-2015 | 01-08-2017 | nieuwe regeling | 28-04-2015 Gemeenteblad: 30-04-2015 | Onbekend. |
Burgemeester en wethouders van Oldebroek;
b e s l u i t e n:
vast te stellen de volgende:
Uitvoeringsregels leerlingenvervoer.
Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd:
Verordening Leerlingenvervoer gemeente Oldebroek 2015, Gemeentewet, art. 149
Voor het bepalen van de afstand tussen de woning en de school wordt gebruik gemaakt van
de internet routeplanner van de ANWB te Den Haag (www.anwb.nl). De kortste voor de
leerling voldoende begaanbare en veilige weg wordt gemeten van huisnummer naar
huisnummer.
Het vaststellen van de kosten van openbaar vervoer en de daaraan gerelateerde vergoeding
vindt plaats op basis van de door de REISinformatiegroep bv beschikbaar gestelde informatie via 0900-9292, www.9292ov.nl en mobiel.9292ov.nl.
Het vaststellen van de reistijd per openbaar vervoer vindt plaats op basis de door de
REISinformatiegroep bv beschikbaar gestelde informatie via 0900-9292, www.9292ov.nl en
mobiel.9292ov.nl. Voor het vaststellen van de reistijd per aangepast vervoer, wordt de
vervoerder geraadpleegd.
Een aan de ouders/verzorgers toegekende vergoeding voor eigen vervoer wordt aan het
einde van het schooljaar uitbetaald. Een aan ouders/verzorgers van leerlingen toegekende
vergoeding voor het gebruik van openbaar vervoer wordt na het inleveren van een overzicht
van de gemaakte reizen en kosten maandelijks uitbetaald.
Het college hanteert het uitgangspunt dat ten onrechte ontvangen tegemoetkomingen voor
leerlingenvervoer altijd van de ouder worden teruggevorderd tenzij:
1. er sprake is van dringende redenen om van terugvordering af te zien;
- ad. 1. Er kan slechts sprake zijn van dringende redenen bij zeer bijzondere individuele omstandigheden.
- ad. 2. Hier gaat het alleen om de vordering die verband houdt met ten onrechte ontvangen tegemoetkoming leerlingenvervoer.
Afhankelijk van de ernst van de gedraging van de leerling en de omstandigheden kan worden afgeweken van dit protocol.
Het gaat in dit protocol over klachten in verband met agressief gedrag van leerlingen tijdens het vervoer.
Uitgangspunt van het protocol is dat de vervoerder zelf de klacht oplost, conform de
afspraken vastgelegd in dit protocol.
Wordt de klacht niet door de vervoerder conform het protocol opgelost dan kan een
medewerker van de gemeente contact opnemen met de vervoerder om zo de klacht op te lossen. De ouders worden daarvan op de hoogte gesteld.
De klacht wordt eerst met de vervoerder besproken. Een medewerker van de gemeente informeert bij de vervoerder wat zij zelf al hebben ondernomen en vraagt een eventueel rapport van de chauffeur op.
2. Indien na het onderzoek blijkt dat sprake is van verwijtbaar gedrag van de leerling volgt een waarschuwingsbrief aan de ouders/verzorgers. In deze brief wordt vermeld dat bij aanhoudende klachten en/of gedragingen uitsluiting volgt van het aangepast vervoer.
3. Bij een volgende klacht vindt onmiddellijke uitsluiting plaats voor een periode van 5 schooldagen. De gemeente zorgt in deze fase voor een extra zitplaats in de taxi om begeleiding van de leerling door de ouders mogelijk te maken. Als er een begeleider meegaat anders dan de ouder of verzorger en hier kosten aan zijn verbonden, zijn de kosten voor de ouder/verzorger. Wanneer ouders niet willen of kunnen voorzien in een begeleider vindt totale uitsluiting plaats van aangepast vervoer.
De gemeente bespreekt dan met ouders een vervoersvoorziening op basis van openbaar vervoer of eigen vervoer al dan niet met begeleiding, indien dit relevant en gewenst is; een en ander binnen de regelingen van de verordening leerlingenvervoer.
Basis in de verordening Leerlingenvervoer artikel 12, 18.
Aangepast vervoer wordt toegekend:
aan leerlingen tot en met groep 6 van het speciaal basisonderwijs (SBO);
aan leerlingen tot en met het 13e levensjaar, die een school bezoeken voor het speciaal onderwijs (SO) en waarbij er een openbaar vervoersverbinding is zonder overstap;
aan leerlingen tot en met het 14e levensjaar, die een school bezoeken voor het speciaal onderwijs (SO).
Het bepaalde in lid 1 is niet van toepassing wanneer door de ouders/verzorgers een andere vergoeding is aangevraagd en deze door het college is toegekend.
Op basis van de verordening leerlingenvervoer zijn ouders verantwoordelijk voor het
begeleiden van hun kinderen. Begeleiding is gericht op het zelfstandig naar school gaan van
de leerling. Wanneer na 10 weken begeleiding is aangetoond, dan wel onderzocht dat de
leerling niet op korte termijn zelfstandig of met andere leerlingen kan reizen, kan er een
vervangende vervoersvoorziening worden getroffen.
De afgelopen jaren is er meer en meer behoefte gekomen naar onderwijs voor hoogbegaafde leerlingen. De gemeente Oldebroek ziet het onderwijs voor hoogbegaafden als onderdeel van het regulier basisonderwijs. Het passend onderwijs biedt hier ook de mogelijkheden voor.
Aanvragen voor een voorziening in verband met onderwijs voor hoogbegaafde leerlingen worden in beginsel afgewezen. In uitzonderlijke situaties dat het Oldebroekse basisonderwijs geen onderwijs kan bieden aan de hoogbegaafde leerling, dienen de ouders te onderbouwen dat dichterbij gelegen scholen niet toegankelijk zijn voor de leerling.
Basis in de verordening Leerlingenvervoer artikel 9, 10,11, 12, 16, 17, 18, 23
1. Wanneer wordt aangegeven dat een leerling gebruik moet maken van aangepast vervoer
op grond van een handicap, moeten ter onderbouwing een medische verklaring worden
meegestuurd. Wanneer een medische verklaring ontbreekt zal de leerling worden
opgeroepen voor een medische keuring. Dit geldt ook wanneer de overgelegde medische
verklaring onvoldoende houvast biedt voor een beoordeling van de aanvraag.
Het medisch onderzoek wordt uitgevoerd door een door het college aan te wijzen
onafhankelijke adviesorganisatie. De kosten van dit externe advies komen voor rekening van de woongemeente van de leerling.
Basis in de verordening Leerlingenvervoer artikel 23.
Het college kan in bijzondere gevallen, het vervoer voor onderwijs aangaande, ten gunste
Van de ouders afwijken van de bepalingen in deze beleidsregelverordening, zonodig na advies te hebben gevraagd aan de permanente commissie leerlingenzorg, de commissie van begeleiding, de regionale verwijzingscommissie of andere deskundigen".
De hardheidsclausule wordt niet toegepast als er alleen sprake is van de omstandigheid dat
ouders/verzorgers wegens werkzaamheden of andere bezigheden de leerling niet naar
school kunnen brengen.
De beleidsregel leerlingenvervoer is een aanvulling op de verordening leerlingenvervoer. De
raad van de gemeente Oldebroek stelt de verordening vast. Voor een verdere uitwerking van
de verordening stelt het college van burgemeester en wethouders de beleidsregel vast.
In deze beleidsregel is omschreven in welke werkwijze er wordt gehanteerd in het vaststellen
van de afstand, reistijd en kosten van het openbaar vervoer. Daarnaast is omschreven hoe
wordt omgegaan met hoogbegaafdheid en klachten in het leerlingenvervoer.
Ook is er een verruiming opgenomen in het kader van het aangepast vervoer. Leerlingen
worden op jonge leeftijd vaak met het aangepast vervoer naar scholen voor het speciaal
onderwijs en speciaal basisonderwijs vervoerd. Dit is niet in alle gevallen noodzakelijk op
basis van de medische gesteldheid van de leerling. Desondanks is dit wel wenselijk gezien
de leeftijd van de leerlingen. Om die reden is in de beleidsregel opgenomen in welke gevallen er aangepast vervoer wordt toegekend. Daarnaast kan er aangepast vervoer worden toegekend op basis van de bepalingen in de verordening.
De verordening Leerlingenvervoer kent een hardheidsclausule. Dat betekent dat in gevallen
die niet in de verordening geregeld zijn en waarin dit tot een kennelijk onbillijke situatie zou
leiden er met een beroep op deze bepaling alsnog bekostiging van leerlingenvervoer kan
worden verleend. Toepassing van de hardheidsclausule is bedoeld voor echt uitzonderlijke
situaties, omdat het overgrote deel van de voorkomende situaties in de verordening is
geregeld. Ook van de beleidsregels zelf kan worden afgeweken. Dit geldt dan eveneens voor
situaties waarin de toepassing van de beleidsregels tot een kennelijk onbillijke uitkomst zou
leiden. In deze beleidsregels is bepaald dat de hardheidsclausule in een aantal situaties niet
zal worden toegepast. Met nadruk staat er dat dit geldt indien er alleen sprake is van de
genoemde omstandigheid. De reden daarvan is dat ook ouders die geen aanspraak maken
op leerlingenvervoer in eerste instantie zelf verantwoordelijk zijn voor het vinden van een
oplossing voor het schoolvervoer wegens werk of opleiding.
De genoemde omstandigheden kunnen wel in combinatie met andere relevante omstandigheden aanleiding zijn voor het toepassen van de hardheidsclausule.