Overheidsorganisatie | Metropoolregio Rotterdam Den Haag |
---|---|
Officiële naam regeling | Reglement van orde Vervoersautoriteit MRDH |
Citeertitel | Reglement van orde van de Vervoersautoriteit MRDH |
Vastgesteld door | |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Vastgesteld door De Vervoersautoriteit MRDH
Artikel 9 van de Verordening Vervoersautoriteit Metropoolregio Rotterdam Den Haag 2014
Geen
Datum inwerking- treding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerking- treding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
20-01-2015 | 01-01-2017 | nieuwe regeling | 19-01-2015 nvt | Onbekend |
De Vervoersautoriteit MRDH;
gelet op artikel 9 van de Verordening Vervoersautoriteit Metropoolregio Rotterdam Den Haag 2014;
BESLUIT:
vast te stellen het navolgende:
REGLEMENT VAN ORDE VOOR DE VERVOERSAUTORITEIT MRDH
algemeen bestuur: het algemeen bestuur als bedoeld in artikel 2:3 van de Gemeenschappelijke regeling Metropoolregio Rotterdam Den Haag 2014;
provinciale staten; provinciale staten van de provincie Zuid-Holland;
secretaris: de secretaris van de Metropoolregio of diens vervanger;
vertegenwoordigend orgaan: de raden van de gemeenten ;
voorzitter: de voorzitter van de Vervoersautoriteit MRDH.
De voorzitter is belast met:
het leiden van de vergadering;
het handhaven van de orde;
het doen naleven van het reglement van orde;
het formuleren van conclusies, aanbevelingen en adviezen naar aanleiding van hetgeen in de vergadering is besproken;
de uitvoering van hetgeen dit reglement hem verder opdraagt.
1. De secretaris is in elke vergadering van de Vervoersautoriteit MRDH aanwezig.
2. De secretaris kan aan de beraadslagingen als bedoeld in dit reglement deelnemen.
De Vervoersautoriteit MRDH stelt vóór de aanvang van elk kalenderjaar een schema op voor de in dat jaar te houden vergaderingen. Dit schema wordt tijdig ter kennis gebracht van de leden, van het algemeen bestuur en van de vertegenwoordigende organen.
1. De voorzitter zendt ten minste 14 dagen voor een vergadering de leden een uitnodiging onder vermelding van plaats, dag en uur van de vergadering, inclusief de daarbij behorende stukken.
2. Indien een vertegenwoordigend orgaan een onderwerp wil aanbrengen ter agendering, dan richt deze zich uiterlijk 3 weken voor de geplande vergadering tot de voorzitter.
1. In spoedeisende gevallen kan de voorzitter na het verzenden van de uitnodiging tot uiterlijk 24 uur voor de aanvang van de vergadering een aanvullende agenda opstellen. Deze wordt met de daarbij behorende stukken aan de leden verzonden.
2. Bij aanvang van de vergadering stelt de Vervoersautoriteit de agenda vast.
3. Op voorstel van een lid of de voorzitter, kan de Vervoersautoriteit MRDH bij de vaststelling van de agenda onderwerpen aan de agenda toevoegen of van de agenda afvoeren.
4. Op voorstel van een lid of van de voorzitter kan de Vervoersautoriteit MRDH de volgorde van behandeling van de agendapunten wijzigen.
Het lid dat verhinderd is de vergadering bij te wonen, geeft daarvan vóór het begin van de vergadering kennis aan de secretaris van de Vervoersautoriteit MRDH onder vermelding van zijn (eventuele) vervanger.
1. De voorzitter opent de vergadering op het vastgestelde uur indien ten minste de helft van het aantal leden van de Vervoersautoriteit MRDH blijkens de presentielijst aanwezig is.
2. Wanneer een kwartier na het vastgestelde tijdstip niet het vereiste aantal leden aanwezig is, bepaalt de voorzitter, plaats, dag en uur van de volgende vergadering. Op deze vergadering is artikel 56 van de Gemeentewet van overeenkomstige toepassing.
1. De secretaris draagt zorg voor het opstellen van een presentielijst, een kort verslag en de besluitenlijst van de vergadering.
2. Het verslag bevat:
de namen van de afwezige leden;
de namen van de andere personen die hebben deelgenomen aan de beraadslaging;
een formulering van de genomen besluiten.
3. Stemverhoudingen worden alleen vermeld als een lid daarom vraagt.
4. Het verslag wordt in de eerstvolgende vergadering vastgesteld, waarna dit door de voorzitter en de secretaris wordt ondertekend.
5. Aan de hand van het verslag wordt een besluitenlijst opgesteld. Voor zover de aard en de inhoud van de besluitvorming zich daartegen niet verzet, wordt de besluitenlijst zo spoedig mogelijk na de vergadering openbaar gemaakt en ter kennis gebracht van het algemeen bestuur en de vertegenwoordigende organen.
1. Een spreker mag in zijn betoog niet worden gestoord, tenzij:
de voorzitter het nodig oordeelt hem aan het in acht nemen van dit reglement te herinneren;
een lid hem interrumpeert. De voorzitter kan bepalen dat de spreker zonder verdere interrupties zijn betoog zal afronden.
2. Indien een spreker zich in beledigende of onbetamelijke uitdrukkingen uitlaat, afwijkt van het in behandeling zijnde onderwerp, een andere spreker herhaaldelijk interrumpeert, dan wel anderszins de orde verstoort, wordt hij door de voorzitter tot de orde geroepen. Indien de betreffende spreker hieraan geen gevolg geeft, kan de voorzitter hem gedurende de vergadering waarin zulks plaats heeft over het aanhangige onderwerp het woord ontzeggen.
3. De voorzitter kan ter handhaving van de orde de vergadering voor een door hem te bepalen tijd schorsen en - indien na de heropening de orde opnieuw wordt verstoord - de vergadering sluiten.
1. De voorzitter en ieder lid kunnen tijdens de vergadering mondeling een voorstel van orde doen, dat kort kan worden toegelicht.
2. Een voorstel van orde kan uitsluitend de orde van de vergadering betreffen.
3. Over een voorstel van orde beslist de Vervoersautoriteit MRDH terstond.
1. De Vervoersautoriteit MRDH kan op voorstel van de voorzitter of een lid beslissen over een of meer onderdelen van een onderwerp of voorstel afzonderlijk te beraadslagen.
2. Op verzoek van een lid of op voorstel van de voorzitter kan de Vervoersautoriteit besluiten de beraadslaging voor een door hem te bepalen tijd te schorsen. De beraadslagingen worden hervat nadat de schorsingsperiode verstreken is.
3. De beraadslaging over een onderwerp of voorstel geschiedt in ten hoogste twee termijnen, tenzij de Vervoersautoriteit anders beslist.
1. De Vervoersautoriteit MRDH kan bepalen dat anderen dan de in de vergadering aanwezige leden deelnemen aan de beraadslaging.
2. Een beslissing daartoe wordt op voorstel van de voorzitter of een der leden genomen alvorens met de beraadslaging ten aanzien van het aan de orde zijnde agendapunt een aanvang wordt genomen.
1. Wanneer de voorzitter vaststelt dat een onderwerp of voorstel voldoende is toegelicht, sluit hij de beraadslaging, tenzij de Vervoersautoriteit anders beslist.
2. Nadat de beraadslaging is gesloten vindt besluitvorming plaats over het voorstel.
3. Voordat de besluitvorming over het voorstel in zijn geheel plaatsvindt, formuleert de voorzitter het voorstel over de te nemen eindbeslissing.
Op de wijze waarop een voorstel tot besluitvorming wordt gebracht is artikel 21 van het Reglement van orde van het algemeen bestuur MRDH 2014 van overeenkomstige toepassing.
1. De vergaderingen van de Vervoersautoriteit MRDH zijn in beginsel besloten. De Vervoersautoriteit MRDH kan besluiten een openbare vergadering te houden.
2. De bepalingen van dit reglement zijn voor zover mogelijk van toepassing op openbare vergaderingen.
In de gevallen waarin dit reglement niet voorziet of bij twijfel omtrent de toepassing van het reglement, beslist de Vervoersautoriteit MRDH op voorstel van de voorzitter.
1. Dit reglement kan worden aangehaald als; Reglement van orde van de Vervoersautoriteit MRDH.
2. Dit reglement treedt in werking op de dag nadat het is vastgesteld.
Aldus besloten in de vergadering van de Vervoersautoriteit MRDH d.d. 19 januari 2015,
de voorzitter,
P.J. Langenberg
de secretaris,
mr. M.J. Toet