Organisatie | Heerlen |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Beleidsregel individuele bijzondere bijstand gemeente Heerlen 2015, eerste wijziging |
Citeertitel | Beleidsregel individuele bijzondere bijstand gemeente Heerlen 2015, eerste wijziging |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
Geen
Participatiewet
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-07-2015 | 01-07-2015 | 01-01-2017 | Nieuwe regeling (tevens intrekking van de Beleidsregel individuele bijzondere bijstand gemeente Heerlen 2015) | 07-07-2015 | OBM-15000143 |
HOOFDSTUK 1 ALGEMENE RICHTLIJNEN
ouderen en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers (IOAW), de Wet inkomensvoorziening ouderen en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen (IOAZ) en het Besluit bijstandverlening zelfstandigen
Artikel 5 collectieve ziektekostenverzekering
niet (geheel) dekt, is bijzondere bijstand enkel mogelijk als er sprake is van een medische noodzaak en bijzondere(medische) omstandigheden.
Er wordt in principe geen bijzondere bijstand verstrekt voor verplicht of vrijwillig eigen risico van de ziektekostenverzekering.
HOOFDSTUK 3 MAATSCHAPPELIJKE KOSTEN
Artikel 17 vorm bijzondere bijstand
verstrekt in de vorm van een geldlening indien belanghebbende niet of over een gedeeltelijke afloscapaciteit beschikt.
Schuldhulpverlening, tenzij belanghebbende uitgesloten is of een beperkt aanbod krijgt van gemeentelijke schuldhulpverlening.
6.Indien belanghebbende aan de verplichtingen voldoet zoals genoemd in
lid 5, kan belanghebbende bij het college een schriftelijk verzoek indienen om de leenbijstand om te zetten in bijstand om niet.
7.Bij het niet voldoen aan de voorwaarden genoemd in lid 5 wordt het
1.De hoogte van de bijstand voor stoffering wordt bepaald aan de hand
van de NIBUD prijzengids tot een maximum bedrag 75% van de NIBUD prijzen per huishoudtype dat het NIBUD aangeeft.
2.De bijstand wordt uitbetaald na het overleggen van de offertes en
Artikel 22 doorbetaling vaste lasten bij verblijf in een inrichting
noodzaak tot verblijf in een inrichting is vastgesteld en wel vanaf einddatum van de algemene bijstand.
2.Als een partner jonger dan 21 jaar achterblijft en de noodzaak tot
2. verblijf in een inrichting is vastgesteld wordt het inkomen van deze
2. partner met bijzondere bijstand levensonderhoud aangevuld tot de
toepasselijke bijstandsnorm en dienen de doorlopende vaste lasten te worden voldaan uit diens inkomen.
HOOFDSTUK 4 RECHTSBIJSTAND EN FINANCIËLE ZAKEN
Artikel 23 eigen bijdrage rechtsbijstand
Voor vergoeding komen enkel in aanmerking de kosten op grond van artikel 4 van het Besluit vergoedingen rechtsbijstand, met dien verstande dat de mogelijke korting op de eigen bijdrage als via het Juridisch Loket naar een advocaat wordt verwezen op de bijstand in mindering wordt gebracht”.
Het college beschouwt in het geval van budgetbeheer de dienstverlening die geboden wordt door Kredietbank Limburg (KBL) als een voorliggende voorziening.
HOOFDSTUK 5 LEVENSONDERHOUD & WOONKOSTENTOESLAG
De hoogte van de bijzondere bijstand ex artikel 12 Participatiewet is
maximaal het verschil tussen de van toepassing zijnde jongerennormen ex
artikel 20 Participatiewet en 50% van de norm als bedoeld in artikel 21 onder
HOOFDSTUK 6 OVERIGE KOSTENSOORTEN
1.Bijstand kan verleend worden aan erfgenamen en bloed- en
1. aanverwanten die krachtens de artikelen 392-396 van Boek 1 van het
Burgerlijk Wetboek tot onderhoud van de overledene verplicht zouden zijn geweest, voor zover de uitvaartkosten niet uit de nalatenschap voldaan kunnen worden en de erfgenaam of bloed-/aanverwante niet
over voldoende middelen beschikt om (zijn aandeel) in de kosten te voldoen.
Artikel 32 voor- en vroegschoolse educatie
1.Vergoed wordt de eigen bijdrage die ouders moeten betalen voor
deelname van hun kind (leeftijd tussen 2 en 4 jaar) aan een VVE-programma (vroegschoolse educatie) in een peuterspeelzaal.
Artikel 34 inwerkingtreding en citeertitel
Aldus besloten tijdens de vergadering van het college van burgemeester en wethouders der gemeente Heerlen van 7 juli 2015.
Artikelsgewijze toelichting op de beleidsregel Bijzondere Bijstand
(Alleen artikelen waarbij een toelichting noodzakelijk is, zijn opgenomen)
In deze beleidsregel worden beleidsuitgangspunten vastgelegd. Deze hebben
betrekking op zowel bijzondere bijstand op basis van artikel 35 WWB als
bovenwettelijk gemeentelijk begunstigend gemeentelijk beleid.
Criteria die bij de beoordeling van bijzondere bijstand beoordeeld worden zijn:
• Is er sprake van uit bijzondere omstandigheden voortvloeiende
• Kunnen de kosten niet uit eigen inkomen/vermogen betaald worden ?
• Was het wel/niet mogelijk om voor de kosten te reserveren ?
• Kunnen de kosten uit oogpunt van solidariteit en armoedebestrijding
in redelijkheid (gedeeltelijk) voor rekening van belanghebbende
• Is er een voorziening waarop de belanghebbende of het gezin
aanspraak kan maken ter bekostiging van de kosten ?
Bijzondere bijstand is alleen mogelijk als:
Van de kosten waarop de aanvraag betrekking heeft dienen nota's overgelegd te worden en offertes mogen niet ouder dan 1 maand zijn.
Tenzij anders vermeld zijn de draagkrachtregels van artikel 3 en de drempel van artikel 4 van deze beleidsregel van toepassing.
Hoofdstuk 1 Algemene richtlijnen
De gekozen formulering kan op twee manieren worden geïnterpreteerd:
Wij kiezen voor de interpretatie die voor de belanghebbende het gunstigst is.
Door de introductie van de kostendelersnorm ingaande 1 januari 2015 zouden veel mensen die nu recht op bijzondere bijstand hebben dat niet meer hebben, aangezien de kostendelersnorm lager is. Dat willen we niet.
Daarom is gezocht naar een systematiek die zoveel mogelijk bestaande rechten respecteert. Dat
doen we door bij de vaststelling van de draagkracht géén rekening te houden met de kostendelersnorm, maar uit te gaan van de “reguliere normen” uit artikel 20 t/m 23 van de Participatiewet.
Het is gemeentelijk beleid of bij de vaststelling van het netto-inkomen rekening wordt gehouden met het recht op vakantietoeslag over dat inkomen en zo ja, op welke wijze de hoogte van de vakantietoeslag wordt bepaald. Echter: ook indien de gemeente ervoor heeft gekozen om bij de
berekening van het in aanmerking te nemen inkomen de vakantietoeslag buiten beschouwing te laten geldt dat het inkomen moet worden afgezet tegen de bijstandsnorm inclusief vakantietoeslag. Daarom is gekozen om het inkomen te nemen inclusief vakantiegeld. Indien bij de uitvoering het vakantiegeld niet bekend is, word in het kader van een efficiënte uitvoering een vast percentage aangehouden.
Alle inkomen boven het bedrag als bedoeld in het 2e lid van dit artikel wordt in aanmerking genomen als draagkracht.
De draagkracht is 100% van het in aanmerking te nemen inkomen als genoemd in artikel 31 Participatiewet bij de kosten voor direct levensonderhoud en geldt voor de volgende kostensoorten:
• Aanvullende bijzondere bijstand voor jongeren <21 jaar;
• Bijzondere bijstand inrichtingsnorm voor jongeren < 21 jaar;
• Doorbetaling vaste lasten bij verblijf in een inrichting
• Toeslag voormalig alleenstaand ouder
Bij een belanghebbende ten aanzien van wie een schuldsaneringsregeling op grond van de WSNP is uitgesproken mag het college enkel de draagkracht berekenen over middelen waarover de belanghebbende daadwerkelijk de beschikking heeft (CRvB 01-02-2005, nr. 02/93 NABW). De CRvB neemt hierbij als uitgangspunt dat dit slechts de middelen betreft die op de voet van artikel 295 lid 2 Faillissementswet buiten de boedel worden gelaten. Aangezien dit in de praktijk neerkomt op 90% van de bijstandsnorm, betekent dit dat er in het algemeen geen draagkracht bestaat bij
een belanghebbende ten aanzien van wie een schuldsaneringsregeling van
toepassing is. Dit is tevens van toepassing op mensen die in een minnelijk
schuldhulpverleningstraject zitten, omdat zij de facto in een zelfde inkomenspositie verkeren.
Bij een periodieke verstrekking over een kortere periode dan 12 maanden wordt de draagkracht slechts verrekend over de maanden waarover de bijzondere bijstand wordt toegekend. De draagkracht over de overige maanden van dat betreffende jaar blijft buiten beschouwing.
Een vastgestelde draagkracht kan gedurende het jaar gewijzigd worden bij een naar het oordeel van het college ingrijpende wijziging in de financiële omstandigheden. De om deze reden gewijzigde draagkracht heeft geen gevolgen voor de reeds uitbetaalde bijzondere bijstand in dat kalenderjaar tenzij er sprake is van schending inlichtingenplicht op grond van artikel 17 van de Participatiewet.
Een samenwerkingsverband van 19 Zuid-Limburgse gemeenten ( Beek, Brunssum, Onderbanken, Landgraaf, Heerlen, Kerkrade, Nuth, Simpelveld, Voerendaal, Maastricht, Eijsden, Gulpen-Wittem, Margraten, Meerssen, Vaals, Schinnen, Sittard-Geleen, Stein en Valkenburg aan de Geul, biedt aan inwoners met een laag inkomen de mogelijkheid om deel te nemen aan een collectieve ziektekostenverzekering. De huidige collectieve ziektekostenverzekeraars zijn, na een doorlopen aanbestedingsprocedure, IzaCura en VGZ.
De collectieve ziektekosten –verzekering bestaat uit één integraal pakket van basisverzekering en aanvullende verzekering. Deelnemers hebben hierin geen keuze.
Onder ‘laag inkomen’ wordt verstaan een inkomen tot 110% van de toepasselijke bijstandsnorm. Per 1 januari 2014 wordt deze inkomensgrens verhoogd naar 130%.
Hiermee wordt bedoeld dat de mogelijke vergoeding op grond van de collectieve ziektekostenverzekering leidend is. We verstrekken geen bijzondere bijstand als de collectieve ziektekostenverzekeraar een volledige vergoeding voor de kosten kent, zulks ongeacht of mensen al dan niet deelnemen aan de collectieve ziektekostenverzekering of bij een andere ziektekostenverzekeraar verzekerd zijn.
Als iemand bijvoorbeeld bij CZ verzekerd is en deze verzekeraar kent een lagere vergoeding, dan wordt voor het verschil geen bijzondere bijstand verleend.
De collectieve ziektekostenverzekeraar vergoedt niet alles (volledig). In dat geval wijzen we niet zondermeer af. Voor de WWB gelden Zorgverzekeringswet en
Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten als voorliggende, toereikende en passende voorziening.
We voeren bovenwettelijk begunstigend beleid, gebaseerd op de volgende
• we gaan uit van de vergoeding van de collectieve ziektekostenverzekering;
• het moet gaan om reguliere geneeskunde c.q. een erkende behandeling;
• de kosten moeten in Nederland opkomen;
• er moet sprake zijn van een gebruikelijk kostenniveau;
• er moet sprake zijn van een aantoonbare medische noodzaak;
• de kosten kunnen niet uit eigen inkomen/vermogen betaald worden;
• reserveren was niet mogelijk.
Onder zelfzorgmiddelen vallen zowel zelfzorggeneesmiddelen als andere medische zelfzorgmiddelen. Een zelfzorgmedicijn of zelfzorggeneesmiddel is een eenvoudig medicijn dat zonder recept verkrijgbaar is, zoals pijnstillers, hoestdranken, neusdruppels, anti-diarreemiddelen, anti-wagenziekte, smeermiddelen tegen spierpijn of pijn na kneuzingen. Voorbeelden zijn paracetamol, ibuprofen, aspirine, trachitol, antimycotica en antacida.
Naast zelfzorggeneesmiddelen zijn er ook andere medische zelfzorgmiddelen, zoals apparatuur om de bloeddruk te meten, thermometers etc. . Deze kosten komen niet voor vergoeding via de bijzondere bijstand in aanmerking.
Lid 3 sub b Reguliere geneeskunde
Bijzondere bijstand is enkel mogelijk voor wetenschappelijk aanvaarde
behandelingen waarvoor algemeen aanvaard wetenschappelijk bewijs van
geneeskundige effectiviteit geleverd is. De kosten van alternatieve en experimentele
geneeswijzen alsmede kwakzalverij komen niet voor vergoeding in aanmerking.
Lid 3 sub c Behandeling in Nederland
De Bijstand is gebaseerd op het territorialiteitsbeginsel. Dat betekent dat geen vergoeding mogelijk is voor kosten die buiten Nederland gemaakt worden. Alleen wegens zeer dringende redenen kan van dit uitgangspunt worden afgeweken. Er moet dan sprake zijn van een acute noodsituatie.
Lid 3 sub d uitgesloten van verzekering
De Rijksoverheid beslist wat er in het basispakket zit en zorgverzekeraars bepalen wat er in de aanvullende verzekering zit. Als kosten onder beide zijn uitgesloten vindt er ook geen vergoeding via de bijzondere bijstand verstrekt.
Een bekend voorbeeld van dergelijke niet voor vergoeding in aanmerking komende kosten zijn maagzuurremmers en benzodiazepinen (slaap- en kalmeringsmiddelen).
Maar bijvoorbeeld ook Ivf-behandelingen boven een bepaalde leeftijd.
De vergoeding voor mensen die een indicatie hebben voor maaltijdvoorziening is sterk vereenvoudigd. Als de noodzaak vast staat vergoeden wij een vast bedrag per maand. Het is dus niet meer nodig om maaltijden te declareren. Ook de ingewikkelde berekeningen van voorheen
( standaardbedrag - NIBUD bedrag per warme maaltijd x alimentatie-index) behoren hiermee tot het verleden.
Artikel 9 additionele bewassingskosten en kleding vervanging
Omstandigheden waardoor de kosten bijvoorbeeld noodzakelijk kunnen zijn :
• Een meer dan normale slijtage van kleding en schoeisel als gevolg van een
• Een door ziekte of handicap in korte tijd sterk gewijzigde lichaamsomvang.
• Het als gevolg van ziekte of handicap van belanghebbende of een gezinslid
meer bewassing noodzakelijk is dan gebruikelijk.
Er is geen bijzondere bijstand mogelijk voor:
• Gewichtsverlies als gevolg van een dieet dat niet op medisch advies
• Het enkele feit dat een belanghebbende op grond van zijn lichaamsbouw
(dwerg-groei) aangewezen is op aangepaste kleding
Als de garderobe van een belanghebbende volledig vervangen moet worden wordt de Nibud norm voor kleding en schoeisel in acht genomen.
Artikel 12 bijzondere bijstand voor eigen bijdrage thuiszorg
Bijzondere afspraak met het CAK
Het CAK en de gemeente Heerlen hebben afgesproken per 1-1-2009 met betrekking tot de eigen bijdrage WMO voorzieningen zoveel mogelijk met gesloten beurs te werken. Dit houdt in dat het CAK belanghebbende met een peiljaarinkomen beneden de van toepassing zijnde inkomensgrens geen eigen bijdrage in rekening brengt. De gemeente hoeft in deze
gevallen geen bijzondere bijstand te verstrekken.
Uitzonderingen op de afspraak met het CAK
In de eerste helft van 2010 bleek dat in een aantal gevallen het gesloten beurs systeem niet werkt en belanghebbende toch een rekening van het CAK ontvangt, bijvoorbeeld:
Gebleken is dat het CAK het inkomen van alleenstaande ouders toetst aan de
inkomensgrens voor alleenstaanden. Dit omdat in de rekenregels van het CAK inwonende kinderen buiten beschouwing blijven bij het beoordelen van de gezinssituatie.
Het gevolg is dat aan alleenstaande ouders wél rekeningen over de te betalen eigen bijdrage worden toegestuurd.
De aanvraag bijzondere bijstand voor de eigen bijdrage van alleenstaande ouders komt voor vergoeding in aanmerking.
HOOFDSTUK 3 Maatschappelijke kosten
Artikel 14 reiskosten bezoek ziek familielid
Een hogere bezoekfrequentie is mogelijk bij bijzondere omstandigheden. De indicatie voor een hogere bezoekfrequenties kan blijken uit een verklaring van bijvoorbeeld specialist, GGD of uit het feit dat iemand een vervoersvoorziening vanuit de WMO heeft, (bijvoorbeeld indien diegene die in het ziekenhuis ligt stervende is).
Artikel 17 Vorm bijzondere bijstand
• Een lening bij de Kredietbank is een voorliggende voorziening en de hoogte
van de borgstelling wordt vastgesteld door het college.
• Als de bijstand in de vorm van een geldlening of borgstelling wordt verstrekt dient belanghebbende toestemming te geven voor inhouding van de aflossing op de periodieke uitkering. Onnodige instroom van vorderingen moeten worden voorkomen. Bij de vaststelling van spoor 1 (2007/11804) is ingestemd dat de gemeente alleen nog leningen verstrekt wanneer ook daadwerkelijk sprake is van een terugbetalingscapaciteit. Wanneer dit niet mogelijk is dan wordt er of geen lening verstrekt of vindt een verstrekking "om niet" plaats(zonder terugbetaling). Dit was in de oude beleidsregel bijzondere bijstand verankerd. Een van de verplichtingen die hierbij opgelegd wordt is:
"melden bij het Centraal Loket Schuldhulpverlening". De praktijk wijst uit dat
belanghebbenden zich inderdaad melden.
Om belanghebbenden zonder afloscapaciteit toch te motiveren om deel te nemen aan een traject schuldhulpverlening ( indien een aanvraag bijzondere bijstand wordt ingediend voor: Waarborgsom, eerste huur en/of inrichtingskosten ) wordt:
De bijzondere bijstand in de vorm van een geldlening verstrekt en wordt de volgende aanvullende verplichting opgelegd:
Op grond van artikel 55 Participatiewet wordt aan u de aanvullende verplichting opgelegd, dat u uw volledige medewerking dient te verlenen aan het schuldhulpverleningstraject bij het CLSH. Indien u aan deze verplichting voldoet, kunt u samen met de medewerkster van het CLSH bij het college een schriftelijk verzoek indienen om de leenbijstand om te zetten in
Jurisprudentie BW 6848 11/5127 CRvB
Weigering leenbijstand om te zetten in bijstand om niet. Gemeente Heerlen is
destijds in het gelijk gesteld daar belanghebbende zich niet gehouden had aan de aanvullende verplichting, namelijk het meewerken aan het
Artikel 18 Eerste maand huur en waarborgsom
Bij de beoordeling van de bijzondere bijstand dient onderzocht te worden of er sprake is van een noodzakelijke verhuizing. Hierbij moet gedacht worden aan de doelgroep asielzoekers die vanuit het asielzoekerscentrum geplaatst worden in Heerlen. Of bij verlatingen en er redelijkerwijs niet verlangd kan worden dat de achtergebleven partner hiervoor had kunnen reserveren.
De verstrekte bijstand dient te worden gebruikt voor het doel waarvoor hij verstrekt is. Indien hier niet aan voldaan wordt, wordt er een maatregel beoordeeld.
Artikel 19 Duurzame gebruiksgoederen
Bij de beoordeling van de bijzondere bijstand dient onderzocht te worden of er sprake is van een noodzakelijke verhuizing.
Om de noodzaak van de bijstand te kunnen vaststellen vindt er onderzoek plaats naar:
De verstrekte bijstand dient te worden gebruikt voor het doel waarvoor hij verstrekt is. Indien hier niet aan voldaan wordt, wordt er een maatregel beoordeeld.
Belanghebbende wordt door het college in eerste instantie verwezen naar Stichting Samen Delen. Indien de stichting het gevraagde niet voorradig heeft dan kan er een beroep gedaan worden op andere verstrekkers. Voor verdere instructies wordt verwezen naar de werkinstructie.
Bij de beoordeling van de bijzondere bijstand dient onderzocht te worden of er sprake is van een noodzakelijke verhuizing.
Om de noodzaak van de bijstand te kunnen vaststellen vindt er onderzoek plaats naar:
De verstrekte bijstand dient te worden gebruikt voor het doel waarvoor hij verstrekt is. Indien hier niet aan voldaan wordt, wordt er een maatregel beoordeeld.
Hoofdstuk 4 Rechtsbijstand en financiële zaken
Artikel 23 Eigen bijdrage rechtsbijstand
Er bestaat geen recht op bijzondere bijstand voor zover een beroep kan worden gedaan op de volgende voorliggende voorzieningen:
a.Wet op de rechtsbijstand (WRB), belanghebbende kan met een laag
inkomen in aanmerking komen voor een civiele toevoeging van een advocaat. De civiele toevoeging vindt slechts plaats als de Raad voor de rechtsbijstand de procedure noodzakelijk acht.
Rechtshulp van het Juridisch Loket is een voorliggende voorziening op de rechtsbijstand van een advocaat. Vanaf 1 januari 2012 wordt de eigen bijdrage rechtsbijstand voor een advocaat met
€ 51 verlaagd als hulpvrager eerst hulp heeft gevraagd bij het
Juridisch Loket én die hulp heeft geleid tot een diagnosedocument.
Op grond van artikel 4 van het Besluit vergoedingen rechtsbijstand komen enkel de volgende kosten voor vergoeding in aanmerking:
Op basis van de door de gemeenteraad vastgestelde contourennota
schuldhulpverlening geldt de KBL als passende en toereikende voorziening voor budgetbeheer. Deze bepaling geldt voor personen die op of na 1 juli 2013 onder budgetbeheer zijn gekomen, omdat op die datum effectuering heeft plaatsgevonden door aanpassing van de beleidsregel.
Artikel 25 Bewindvoerderskosten
Het eerste lid van dit artikel is met terugwerkende kracht vanaf 1 oktober 2013 aangepast. In de oude beleidsregel stond dat er geen recht bestaat op bijzondere bijstand voor de kosten van bewindvoering als de goederen van een meerderjarige door de Kantonrechter onder bewind zijn gesteld tenzij de kosten van beschermingsbewind door de Kantonrechter afwijkend van de hoofdregel (5% van de netto opbrengst van de onder bewind staande goederen) zijn vastgesteld. Die 5%-regel is ontleend aan artikel 1:447 van het Burgerlijk Wetboek.
Hoewel de beleidsregel op dit punt al jaren onveranderd was werden aanvragen afgewezen omdat niet was voldaan aan de bepaling dat de kosten van beschermingsbewind door de Kantonrechter afwijkend van de hoofdregel moeten zijn vastgesteld. Strikt formeel was dat correct, maar beleidsmatig willen we niet dat mensen die onder bewind staan en een laag inkomen en geen in aanmerking te nemen vermogen hebben zelf voor de kosten moeten opdraaien. Het gaat daarbij om aanzienlijke bedragen , die kunnen oplopen tot meer dan € 1000 per jaar.
Omdat de 5% beloningsregel verouderd is en in de praktijk bijna niet meer toegepast wordt schaft de wetgever deze regel af. De wet waarin dit geregeld wordt (Wet wijziging curatele, beschermingsbewind en mentorschap) is op
1 januari 2014 al in werking getreden, maar de bepalingen inzake de beloning van curatoren, bewindvoerders en mentoren nog niet. Met betrekking tot de beloning van de bewindvoerder wordt in de nieuwe wet bepaald dat, in plaats van het huidige 5%-criterium als genoemd in artikel 447 lid 1 boek 1 Burgerlijk Wetboek, bij Ministeriële
regeling regels worden gesteld omtrent de aanspraak van de bewindvoerder op een beloning. Die ministeriële regeling omtrent de beloning is in voorbereiding.
Zo lang de ministeriele regeling er niet is wordt de vergoeding als genoemd in de ‘Aanbevelingen Meerderjarigenbewind' van het Landelijk Overleg Voorzitters Civiele en Kantonsectoren (LOVCK) toegepast.
In de Aanbevelingen Meerderjarigenbewind van het LOVCK is bepaald dat een
professionele beschermingsbewindvoerder, die niet bij de branche-organisatie PBI is aangesloten, moet aantonen dat hij recht heeft op dezelfde vergoeding als een PBI lid. Hij kan dit aantonen door de machtiging van de kantonrechter te overleggen.
Deze machtiging moet de bewindvoerder jaarlijks laten vernieuwen bij de rechtbank.
Of de bewindvoerder moet een door de kantonrechter gestempelde verklaring
overleggen waarin is opgenomen welk tarief de bewindvoerder mag vragen. Als de bewindvoerder een van die verklaringen niet kan overleggen wordt de hoogte van de bijzondere bijstand vastgesteld op het tarief voor een niet bij de brancheorganisatie aangesloten professionele bewindvoerder.
Voor bewind door de KBL wordt een uitzondering gemaakt.
In het dagelijks bestuur van de KBL, waarin de gemeente Heerlen is
vertegenwoordigd door de wethouder van sociale zaken, is op 29 maart 2012
afgesproken om aangesloten gemeenten voor hun eigen inwoners een extra bijdrage in rekening te brengen, omdat de LOVCK-vergoeding onvoldoende is om de kosten te dekken en daardoor in negatieve zin bijdraagt aan het exploitatieresultaat van de KBL.
De LOVCK-vergoeding bestaat uit een aantal norm uren per klant maal het uurtarief.
Om de verlieslatendheid van bewindvoering bij de KBL te compenseren wordt een extra bijdrage in rekening gebracht, gebaseerd op een hogere urennormering (21 uur per jaar) en het geldende uurtarief van KBL minus de LOVCK.
Over 2012 en 2013 is conform deze bestuurlijke afspraak gehandeld, maar er is nimmer een formeel gemeentelijk besluit genomen. Door deze bestaande afspraak op te nemen in de beleidsregel wordt dit alsnog geformaliseerd.
Omdat de urennormering een gemiddelde is van bewerkelijke en minder bewerkelijke klanten geldt de extra bijdrage noodzakelijkerwijs voor alle KBL-klanten van de afdeling beschermingsbewind, omdat anders de beoogde kostendekkendheid niet wordt bereikt.
Hoofdstuk 5: Bijzondere Bijstand levensonderhoud
Bijzondere bijstand voor algemeen noodzakelijke bestaanskosten van zelfstandig wonende jongeren van 18 tot 21 jaar wordt verleend als en voor zover:
• de jongere redelijkerwijs zijn onderhoudsrecht jegens zijn ouders niet te gelde kan maken.
De jongere bedoeld in het eerste lid wordt in ieder geval geacht zijn onderhoudsrecht jegens zijn ouders redelijkerwijs niet te gelde te kunnen maken als:
De totale uitkering voor een jongere hebben wij nooit hoger gesteld dan 50% van de gezinsnorm, omdat er anders geen financiële prikkel meer is om te gaan werken. Ook onder de Participatiewet willen wij dat handhaven.
Artikel 28 Bijzondere bijstand woonkostentoeslag huurwoning
Woonkostentoeslag vult gaten op die de huurtoeslag laat vallen. Bedragen de
woonkosten meer dan de maximale huurgrens, dan kan op grond van individuele omstandigheden overwogen worden om een (aanvullende) woonkostentoeslag te verlenen. In dit verband wordt in ieder geval aandacht besteed aan het betoonde besef van verantwoordelijkheid: was er reeds sprake van deze hoge woonkosten voordat men in bijstandsbehoeftige omstandigheden verkeerde, was de ontstane situatie te voorzien en dus te voorkomen? Daarnaast speelt de situatie op de lokale
woningmarkt een rol. Als er aanleiding bestaat om een woonkostentoeslag te
verstrekken, wordt de hoogte hiervan vastgesteld op het verschil tussen de
vastgestelde woonkosten en de eigen bijdrage die verschuldigd zou zijn bij een huur gelijk aan de maximale huurgrens. De woonkostentoeslag wordt in dit geval toegekend voor de periode van maximaal 1 jaar.
Daarbij wordt de verplichting opgelegd om te zoeken naar goedkopere huisvesting. De periode waarover de woonkostentoeslag is toegekend kan na afloop tijdelijk worden verlengd als het nog niet beschikken over goedkopere woonruimte niet verwijtbaar is.
Artikel 29 Bijzondere bijstand woonkostentoeslag eigendomswoning
Eigenaren van woningen hebben geen recht op huurtoeslag. Bij een laag inkomen en hoge woonkosten kunnen zij in aanmerking komen voor woonkostentoeslag. Bij bepaling van de hoogte hiervan wordt aangesloten bij de regels voor woonkostentoeslag aan huurders, dus het systeem van de WHT. Een verschil is echter dat woonkostentoeslag aan eigenaren jarenlang kan voortduren, terwijl huurders doorgaans doorschuiven naar de
De woonkosten van eigenaren die in aanmerking worden genomen zijn:
■ De rente die verband houdt met de woning.
Het gaat hier meestal om hypotheekrente. De jaarlijks te ontvangen rijkssubsidie die betrekking heeft op de verschuldigde hypotheekrente moet hierop in mindering worden gebracht.
■ Hypotheekrente voor leningen anders dan voor de woning, bijv. voor een
auto of caravan, mogen niet worden meegeteld.
■ Zakelijke lasten in verband met het hebben van eigendom, zoals:
■ eigenaarsdeel waterschapslasten;
■ eigenaarsdeel onroerende zaakbelasting (dus niet het gebruikersdeel). Indien van toepassing:
• installatie centrale verwarming
• algemeen beheer en administratie (bij flats en appartementen).
De aflossing van de hypotheek telt niet mee; dit geldt dus ook voor de premies van zogenaamde spaarhypotheken.
Artikel 30 Bijzondere bijstand woonkostentoeslag doorgangshuis
Personen die verblijven in een doorstroomhuis van de Stichting Blijf van mijn Lijf staan niet ingeschreven in de gemeentelijke basisadministratie (GBA) op het adres van het doorstroomhuis. Zij kunnen daarom geen huurtoeslag claimen. Bijzondere bijstand voor woonkostentoeslag kan daarom op aanvraag worden verstrekt als aan alle andere voorwaarden voor het recht wordt voldaan.
Hoofdstuk 6 Overige kostensoorten
Uit een verklaring van de notaris blijkt of aanvrager een erfgenaam is. Als bij
ongehuwd samenwonenden de kosten van de uitvaart niet uit voorliggende
voorzieningen (bijvoorbeeld uitvaart-, levens- of ongevallenverzekering) kunnen worden betaald en de erfgenamen financiële medewerking weigeren, kan de overgebleven partner een aanvraag indienen voor bijzondere bijstand. Deze bijstand kan verhaald worden op de eventuele erfgenamen.
In zeer uitzonderlijke gevallen kan individualiserend worden bezien of een eenvoudig grafteken tot de noodzakelijke kosten gerekend kan worden. Daarbij dient uitgegaan te worden van de goedkoopste uitvoering. Afwijking van de vermelde posten (bijv. wel een volgauto) dient ook individualiserend te worden bekeken. Het maximumbedrag mag niet worden overschreden.