Organisatie | Cromstrijen |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Beleidsregels Verblijfsrecreatie Hoeksche Waard 2015 |
Citeertitel | n.v.t. |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | ruimtelijke ordening, verkeer en vervoer |
Eigen onderwerp |
Geen
art. 4:81 Awb
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
23-07-2015 | 01-01-2021 | nieuwe regeling | 07-07-2015 Kompas, 22 juli 2015 | 15117439 |
In 2006 en 2008 stelde de regio Hoeksche Waard respectievelijk de Visie Verblijfsrecreatie Hoeksche Waard en het Kampeerbeleid Hoeksche Waard vast. Beide beleidsdocumenten dienden vanaf dat moment als toetsingskader bij aanvragen voor ruimtelijke ontwikkelingen op het gebied van verblijfsrecreatie. Bepalingen uit deze beleidsstukken verwerkten gemeenten bij actualisatie in de bestemmingsplannen.
Om te bepalen of de beleidsdocumenten in de huidige tijd nog actueel zijn, of zij goed hanteerbaar zijn en of er knelpunten ontstaan bij het beoordelen van aanvragen, evalueerden de gemeenten in de Hoeksche Waard het beleid. Uit de evaluatie blijkt dat vrijwel iedere gemeente op enig moment is afgeweken van het Kampeerbeleid maar dat de Visie Verblijfsrecreatie Hoeksche Waard nog door iedere gemeente gedragen wordt.
Conclusie is daarom dat de Visie Verblijfsrecreatie Hoeksche Waard door elke gemeente ondersteund wordt maar het Kampeerbeleid niet altijd toegepast wordt of toepasbaar blijkt. Het Kampeerbeleid strookt op sommige punten niet met de Visie Verblijfsrecreatie Hoeksche Waard. In de visie willen de regiogemeenten verblijfsrecreatie stimuleren, maar in het Kampeerbeleid stelt zij eisen waardoor initiatiefnemers beperkt worden in hun mogelijkheden.
Verblijfsrecreatie in de Hoeksche Waard is in vergelijking met de regio Zuid-Holland Zuid ondervertegenwoordigd (VVV Zuid-Holland Zuid). Omdat de regio verblijfsrecreatie wil stimuleren en daarom initiatiefnemers wil binden aan de gemeenten/regio weken gemeenten vaak af van het Kampeerbeleid. Omdat dergelijke initiatieven vaak niet binnen de vigerende bestemmingsplannen zijn toegestaan, kozen gemeenten voor een buitenplanse afwijkingen pasten zij maatwerk toe. Voor binnenplanse wijzigingen of afwijkingen maakten gemeenten vaker gebruik van het Kampeerbeleid. Met name de definiëring en randvoorwaarden namen gemeenten veelvuldig over.
Het toepassen van buitenplanse afwijkingen is veelal maatwerk. Het vastleggen van algemene beleidsregels mist daarom zijn doel. Immers, ieder initiatief heeft zijn eigen specifieke kenmerken en dient als zodanig beoordeelt te worden. De Visie Verblijfsrecreatie Hoeksche Waard die door iedere gemeente gedragen wordt, vormt het uitgangspunt bij de afweging of deze buitenplanse afwijking kan worden toegepast.
Een uniform beleid voor binnenplanse wijzigingen of ontheffingen is echter wel wenselijk. Hiermee wordt een eenduidige basis in beleid vastgelegd op grond waarvan de gemeenten in de Hoeksche Waard initiatieven beoordelen. Hoewel wij de regeldruk voor initiatiefnemers willen verminderen, bleek het niet mogelijk om alle regels op te nemen in reeds bestaand beleid zoals de Algemene Plaatselijke Verordening (deze is gericht op openbare orde en veiligheid) en de vigerende bestemmingsplannen (deze hebben een geldigheidsduur van 10 jaar). Door de kaders vast te leggen in voorliggende beleidsregels hebben gemeenten een handvat om initiatieven te toetsen en te beoordelen of medewerking kan worden verleend aan een binnenplanse wijziging of afwijking. Overigens is voorliggend beleidsdocument geen uitbreiding van regels maar juist een bundeling/samenvatting van reeds bestaande regels.
Het doel van de regio Hoeksche Waard met voorliggend beleidsdocument is dan ook;
Door duidelijke kaders en meer vormen van verblijfsrecreatie mogelijk te maken, kan het toeristisch verblijf in de Hoeksche Waard gestimuleerd worden. Voor buitenplanse wijzigingen blijft de Visie Verblijfsrecreatie Hoeksche Waard het toetsingskader.
1 . Accommodatievormen van verblijfsrecreatie
Voorliggende beleidsnota geeft per type accommodatie weer welke regels en kaders van toepassing zijn. De basis hiervan ligt in de Visie Verblijfsrecreatie, de Algemene Plaatselijke Verordening, de Bouwverordening, het Besluit ruimtelijke ordening, Besluit omgevingsrecht en overige landelijke regelgeving. Omdat wetgeving aan wijzigingen onderhevig is, geldt bij de beoordeling van initiatieven altijd dat het de op dat moment vigerende wetgeving getoetst wordt.
Per accommodatie stelden de gemeenten een factsheet op waarmee initiatiefnemers en exploitanten in één oogopslag weten waar zij aan moeten voldoen. Dit zijn de regels en kaders vanuit gemeentelijk oogpunt. Zaken als inschrijving bij de Kamer van Koophandel, Belastingdienst, Arbo, de Voedsel- en warenautoriteit, etc. zijn in deze nota niet meegenomen. Hiervoor kunnen exploitanten en initiatiefnemers de landelijke site www.antwoordvoorbedrijven.nl raadplegen.
De Hoeksche Waard heeft de status van Nationaal Landschap. Deze door het Rijk toegekende status (maar thans onder verantwoording van de provincie Zuid-Holland) houdt in dat ruimtelijke ontwikkelingen op basis van een goede inpassing gerealiseerd kunnen worden met respect voor de kernkwaliteiten van het landschap. Dit houdt in dat wij de in de Structuurvisie Hoeksche Waard beschreven uitgangspunten in acht nemen;
Nieuwe vestiging is mogelijk mits goed ingepast en niet ten nadeel van de agrarische en de landschappelijke structuur.
Voor het exploiteren van een verblijfsaccommodatie, in welke vorm dan ook, is een aantal algemene regels van toepassing. Deze regels zijn leidend en luiden als volgt:
Tevens dient dit nachtregister bij de controle op daadwerkelijk toeristisch gebruik en geen permanente bewoning. Van permanente bewoning is sprake indien iemand binnen een tijdsbestek van 6 maanden 120 dagen een nachtverblijf heeft op hetzelfde adres, dit hoeft niet aaneengesloten te zijn. Het genoemde aantal maanden en dagen kan door jurisprudentie aangescherpt worden waarbij wij de meest recente jurisprudentie als leidend hanteren.
De term Bed & Breakfast (afgekort B&B) betekent letterlijk 'bed en ontbijt'. De Bed & Breakfast ontstond in Engeland waar al jaren een volledig gereguleerde B&B-sector is met bijbehorend classificatiesysteem. Hoewel de sector in Nederland nog niet te vergelijken is met die in Engelstalige landen, vindt er momenteel wel een inhaalslag plaats. Het aanbod is vooral het afgelopen decennium hard gegroeid.
In voorliggend beleid wordt de volgende definitie gehanteerd;
De onderstreepte termen zijn voor meerdere uitleg vatbaar. Voor alle duidelijkheid een nadere toelichting bij iedere term.
Een bed & breakfast is een algemene term voor een particuliere woning waarvan de eigenaar één of meer gastenkamers voor een korte periode verhuurt op basis van logies en ontbijt.
Het gaat in dit verband om een ‘toeristisch verblijf’. Onder toeristisch verblijf wordt niet verstaan het bieden van overnachting, noodzakelijk in verband met het verrichten van tijdelijke of seizoensgebonden werkzaamheden.
Deze begrippen mogen breed geïnterpreteerd worden. Het gaat erom dat de B&B-eigenaar in hetzelfde (bij)gebouw woont. Een B&B kan dus best in een boerderij zijn gevestigd. Het hoofddoel van het pand is wonen, de nevenactiviteit is 'het verstrekken van logies'. Dit in tegenstelling tot een pension of hotel waarbij het hoofddoel 'het verstrekken van logies' (voor korte of langere tijd) is en als nevenactiviteiten 'het verstrekken van maaltijden en/of dranken voor consumptie ter plaatse'.
Een B&B is een logiesaccommodatie met maximaal 10 personen op basis van het Besluit omgevingsrecht; het heeft maximaal 7 kamers of zoveel als aangegeven in het bestemmingsplan. Initiatiefnemers kunnen daardoor kiezen uit familiekamers, 1-persoonskamers en 2-persoonskamers.
Uit marktgegevens (volgens B&B Nederland) blijkt dat het omslagpunt van een kleinschalige naar een commerciële B&B bij zeven kamers ligt. Een bed & breakfast met meer dan zeven kamers boet in aan kleinschaligheid en persoonlijke aandacht voor de gast. De eigenaar moet in veel gevallen personeel inschakelen, wat afbreuk doet aan het persoonlijke karakter van de B&B. De accommodatie gaat dan te veel op een pension of hotel lijken. Ook in andere Europese landen is een grens van zeven kamers heel gebruikelijk. Met deze begrenzing van de activiteit van een B&B kan een duidelijk onderscheid worden gemaakt tussen bed & breakfast en de reguliere pensions of hotels.
Een pension is een nieuwe vorm van overnachten die de gemeenten met voorliggend beleid toestaan. Deze overnachtingsvorm was niet opgenomen in het Kampeerbeleid, maar er blijkt wel vraag naar te zijn. Een pension dient de aparte bestemming horeca met aanduiding 'specifieke vorm van horeca - pension' te hebben in het bestemmingsplan.
In voorliggend beleid wordt de volgende definitie gehanteerd;
Een pension heeft als hoofddoel ‘het verstrekken van logies’. Een pension verschaft naast een ontbijt tevens mogelijkheden voor dineren. Een pension is een accommodatie met slaapplaatsen waar daarnaast afzonderlijke maaltijden, kleine etenswaren en dranken kunnen worden verstrekt aan gasten.
Het gaat in dit verband om een ‘toeristisch verblijf’. Hiermee bedoelen we nadrukkelijk ook zakelijk toerisme. Onder toeristisch verblijf wordt niet verstaan het bieden van overnachting, noodzakelijk in verband met het verrichten van tijdelijke of seizoensgebonden werkzaamheden.
Een pension beschikt niet over hotelfaciliteiten als een fitnessruimte, zwembad, lounge of andere vergelijkbare faciliteiten.
Een hotel en bungalowpark is een dienstverlenend etablissement met een commercieel oogmerk waar iemand tegen betaling kan overnachten. Ook het bungalowpark is voor de Hoeksche Waard een nieuwe vorm van overnachten met voorliggend beleid. Overigens voert de provincie Zuid Holland beleid op recreatieve voorzieningen. De behoefte aan een hotel of bungalowpark in de Hoeksche Waard schat zij in op één.
Een hotel heeft overwegend een- en tweepersoonskamers. Soms kan een derde of vierde bed worden toegevoegd (familiekamer). Een standaardkamer is voorzien van:
Een bungalowpark heeft hoofdzakelijk twee of meer persoonsbungalows. Een bungalow is voorzien van alle benodigde gemakken zoals een slaapkamer, badkamer en keuken. Een bungalow heeft doorgaans niet de afmetingen of indeling van een woonhuis maar dient als tijdelijke vakantiewoning. In tegenstelling tot een B&B of pension kunnen een hotel en bungalowpark wel beschikken over een restaurant, bar, sportfaciliteiten, wellness-faciliteiten e.d. Ook passanten mogen van deze faciliteiten gebruik maken.
Hotels en bungalowparken zijn dusdanig specifiek en afhankelijk van de inrichtingswensen van de exploitant of initiatiefnemer, dat specifieke richtlijnen nauwelijks kunnen worden aangedragen. Exploitatie van een hotel of bungalowpark gaat overigens veelal samen met een planologische wijziging omdat binnen de Hoeksche Waard het realiseren van een bungalowpark op grond van het bestemmingsplan nergens is toegestaan. Op basis van de Visie Verblijfsrecreatie is het in principe wenselijk de markt ruimte te geven om tot een ontwikkeling te komen. Het is aan het college om aan een dergelijk initiatief wel of geen medewerking te verlenen, dan wel voorwaarden te stellen aan de invulling.
Een camping of een kampeerterrein is een plek om te kamperen. Toeristische kampeerplaatsen geven ruimte voor het opzetten van een tent, vouwwagen, caravan of camper. Gasten kunnen gebruik maken van gezamenlijk sanitair.
Het verschaffen van logies is de hoofdfunctie van een camping. In bestemmingsplannen kan onderscheid worden gemaakt tussen verschillende vormen kampeerterreinen:
Chalets, trekkershutten en tenthuisjes zijn niet-vergunningsplichtig indien zij voldoen aan de voorwaarden gesteld in het Besluit omgevingsrecht.
Bij de landschappelijke inpassing dient een de camping afgeschermd te worden door een beplantingsstrook met inheemse soorten.
Kamperen bij de boer (kleinschalig kampeerterreinen) is een nevenfunctie naast bijvoorbeeld de agrarische functie. Kleinschalig kamperen kan mogelijk worden gemaakt in het bestemmingsplan.
Er is sprake van kleinschalig kamperen (bij de boer) indien:
Het is niet toegestaan stacaravans, chalets, tenthuisjes of trekkershutten te plaatsen.
Een groepsaccommodatie is een totaal aan of een gedeelte van gebouwen, vaartuigen en/of onderkomens met toebehoren, inventaris en meegehuurde zaken. Groepsaccommodaties bieden vaak overnachtingsmogelijkheden voor 8 personen of meer en worden verhuurd aan samenstellingen anders dan een gezin. Ook een groepsaccommodatie is een nieuwe vorm van overnachten met voorliggend beleid. Vanuit de APV kan de burgemeester ontheffing verlenen voor incidentele groepsovernachtingen, bijvoorbeeld bij eenmalige overnachtingen op een verenigingsterrein. Bij het permanent aanbieden van een groepsaccommodatie moet dit passen binnen het bestemmingsplan dan wel dient hiervoor een planologische procedure te worden doorlopen. Een groepsaccommodatie mag een zelfstandige bedrijfsvoering hebben dan wel ondergeschikt zijn aan bijvoorbeeld een agrarische functie.
Bij initiatieven vanuit de markt gericht op verblijfsrecreatie die niet passen binnen de bovengenoemde vormen van accommodatie, zal het desbetreffende college in lijn met dit beleid en de Visie op Verblijfsrecreatie dit initiatief beoordelen. Het is aan het college om aan een dergelijk initiatief wel of geen medewerking te verlenen, dan wel voorwaarden te stellen.
Ook buiten de reguliere overnachtingsaccommodaties zijn er mogelijkheden voor overnachtingen. Het al dan niet toestaan van deze overnachtingen wordt veelal geregeld in de Algemene Plaatselijke Verordening omdat het direct gerelateerd is aan de openbare orde en veiligheid.
Het is onder voorwaarden mogelijk om een camperplaats in te nemen buiten het terrein van een verblijfsaccommodatie. Bij deze camperplaatsen mag met een camper of kampeerwagen maximaal 72 uur worden geparkeerd en overnacht. Voor tenten en caravans is het niet toegestaan om hier een plaats in te nemen. Camperplaatsen worden, na afweging van het gemeentebestuur, alleen toegestaan bij jachthavens en recreatiegebieden. Wel dienen de camperplaatsen ook binnen het bestemmingsplan te passen. Dit betekent dat geen sprake kan zijn van wildkamperen maar uitsluitend toegestaan is op aangewezen locaties.
Een camper is een voertuig met zitplaatsen en een tafel, slaapplaatsen die met de zitplaatsen mogen worden samengesteld, kookgelegenheid en opbergfaciliteiten. Zij moeten voldoen aan Europese richtlijnen. Een camperplaats is aangemerkt met een verkeersbord en belijning op de straat. Een camperplaats heeft beperkte faciliteiten zoals een watertappunt en stroomvoorziening. Sommige camperplaatsen hebben een losplaats om de vuilwatertank te legen.
Bij groepsovernachtingen buiten kampeerterreinen gaat het bijvoorbeeld om een vereniging die op eigen terrein met tenten wil overnachten of een scoutingvereniging die gebruik wil maken van het weiland van een agrariër om te overnachten. Omdat dit binnen de gemeenten in de Hoeksche Waard weinig tot niet voorkomt, zijn hiervoor geen regels opgesteld. Op basis van de APV kunnen burgemeesters besluiten een vergunning te verlenen voor incidentele kortdurende groepsovernachtingen buiten de daarvoor bestemde locaties.
Paalkamperen is een zeer extensieve vorm van kamperen die voorkomt in de Hoeksche Waard. Dergelijke overnachtingsmogelijkheden zijn sterk verbonden met (langere) wandel- en fietsroutes. Het gaat om plekjes in de natuur. Een paal markeert de kampeerplaats waar toilet en waterpomp de enige voorzieningen zijn. Er is plek voor maximaal drie trekkerstenten, die binnen een straal van 10 meter van de paal moeten staan voor maximaal 72 uur. De gemeenten kunnen of in het bestemmingsplan de mogelijkheid voor een paalkampeerterrein opnemen, of in de APV locaties aanwijzen waar paalkamperen mogelijk is.
3.Implementatie beleidsregels Verblijfsrecreatie
Voor een effectief gebruik van voorliggende beleidsregels is het belangrijk dat de regels ook in de beleidsstukken van de gemeenten verwerkt worden. Zoals aangegeven in de inleiding namen gemeenten bepalingen uit de Visie Verblijfsrecreatie en Kampeerbeleid Hoeksche Waard over in haar ruimtelijke plannen. Omdat de meeste bestemmingsplannen voor 1 juli 2013 herzien zijn en er de komende jaren dus geen herzieningen nodig zijn, zal implementatie in ruimtelijke plannen niet op korte termijn plaatsvinden.
Voorliggend beleidsstuk dient te leiden tot een uniform toetsingskader voor binnenplanse afwijkingen ten aanzien van initiatieven op het gebied van verblijfsrecreatie in de regio Hoeksche Waard en vormt als zodanig een toetsingskader voor vergunningaanvragen die op dit gebied. t beleidsstuk dient als onderbouwing bij de beoordeling van een besluit of medewerking wordt verleend aan een binnenplanse afwijking en welke voorwaarden hieraan verbonden zijn.
Implementatie in de APV (voor camperplaatsen, groepsovernachtingen en paalkamperen is op kortere termijn mogelijk. Bij gemeenten vindt regelmatig een actualisatie van de APV plaats waarin de voornoemde bepalingen, indien dit nog niet het geval is, kunnen worden opgenomen.
Bijlage - Tekstvoorbeeld APV regels voor kamperen buiten kampeerterreinen
Afdeling 5 Kamperen buiten kampeerterreinen
In deze afdeling wordt onder kampeermiddel verstaan: Een onderkomen of voertuig waarvoor geen omgevingsvergunning voor het bouwen in de zin van artikel 2.1, eerste lid onder a van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht is vereist, dat bestemd of opgericht is dan wel gebruikt wordt of kan worden gebruikt voor recreatief nachtverblijf.
Artikel 4:18 Recreatief nachtverblijf buiten kampeerterreinen
Artikel 4:19 Aanwijzing kampeerplaatsen
Afdeling 9 Toezicht op inrichtingen tot het verschaffen van
In deze afdeling wordt verstaan onder inrichting: elke al dan niet besloten ruimte waarin, in de uitoefening van beroep of bedrijf, aan personen de mogelijkheid van nachtverblijf of gelegenheid tot kamperen wordt verschaft
Artikel 2:36 Kennisgeving exploitatie
Degene die een inrichting opricht, overneemt, verplaatst of de exploitatie of feitelijke leiding van een inrichting staakt, is verplicht binnen drie dagen daarna daarvan schriftelijk kennis te geven aan de burgemeester.
De houder van een inrichting is verplicht een nachtregister, als bedoeld in artikel 438 van het Wetboek van Strafrecht, bij te houden dat is ingericht volgens het door de burgemeester vastgestelde model.
Artikel 2:38 Verschaffing gegevens nachtregister