Organisatie | Noordwijkerhout |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Huisvestingsverordening Noordwijkerhout 2015 |
Citeertitel | Huisvestingsverordening Noordwijkerhout 2015 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | volkshuisvesting en woningbouw |
Eigen onderwerp |
Geen
Onbekend
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
20-07-2015 | 01-07-2015 | 01-04-2016 | Onbekend | 09-07-2015 Onbekend | Onbekend |
Hoofdstuk I Algemene bepalingen
In deze verordening wordt verstaan onder:
inkomen: gezamenlijke verzamelinkomens als bedoeld in artikel 2.3 van de Wet inkomstenbelasting 2001 van de bewoners van een woongelegenheid, met uitzondering van kinderen in de zin van artikel 4 van de Algemene wet inkomensafhankelijke regelingen, met dien verstande dat in het eerste lid van dat artikel voor ‘belanghebbende’ telkens wordt gelezen: huurder.
woonruimte: een ruimte met een eigen toegang en die door een huishouden kan worden bewoond zonder dat die afhankelijk is van wezenlijke voorzieningen buiten die woonruimte. Woonruimten met tijdelijke huurovereenkomsten of die niet bestemd zijn voor permanente bewoning (recreatiewoningen) worden niet tot dit begrip gerekend;
Deze verordening is uitsluitend van toepassing op de sociale huurwoningen van corporaties met tien of meer sociale huurwoningen in de in lid 1 genoemde gemeente en op woonwagenstandplaatsen tot de huurprijsgrens, met uitzondering van woonruimten die uitsluitend bestemd zijn voor de huisvesting van studenten.
Artikel 3 Uitvoeringsovereenkomst
1.Op basis van deze verordening kan het college een uitvoeringsovereenkomst
met de HRW sluiten, waarmee de uitvoering van de woonruimteverdeling in de praktijk
2.In een uitvoeringsovereenkomst als bedoeld in het 1e of 2e lid kunnen afspraken worden
Hoofdstuk III Huisvestingsvergunning
Artikel 9 Voorwaarden voor vergunningverlening
Het college verleent een huisvestingsvergunning indien:
1.Woningzoekenden met een (stadsvernieuwings)urgentieverklaring hebben, binnen hun
zoekprofiel en met uitzondering van het bepaalde in Artikel 13 (lokale beleidsruimte) en
Artikel 15 (specifieke toewijzing nieuwbouw), voorrang boven alle andere woningzoekenden. De rangorde tussen urgenten wordt als eerste bepaald op basis van de oudste toekenningsdatum van de urgentie, daarna op de meeste inschrijftijd en ten slotte op basis van loting.
De rangorde tussen stadsvernieuwingsurgenten wordt bepaald door oudste toekenningsdatum, bij gelijke toekenningsdatum door woonduur en bij gelijke woonduur door loting.
2a.Indien meerdere woningzoekenden voor woonruimte die in het aanbodmedium wordt
aangeboden in aanmerking komen, wordt met in achtneming van het bepaalde in het
eerste lid, de woonruimte toegewezen aan de woningzoekende met de meeste inschrijftijd.
Indien de toe te wijzen woonruimte onder lid a een standplaats betreft, heeft de woningzoekende met de meeste inschrijfwaarde die aantoonbaar legaal een standplaats bewoont of in de voorafgaande tien jaren ten minste zes jaar onafgebroken heeft bewoond, voorrang boven andere woningzoekenden, dit met inachtneming van de uitzonderingen genoemd in lid 1 van dit artikel.
Artikel 13 Lokale beleidsruimte
Om specifieke lokale en subregionale volkshuisvestelijke knelpunten op te lossen, kan een deel van de vrijkomende woonruimten aan woningzoekenden met nadere bindingseisen, andere passendheidseisen, via een ander volgordecriterium of op andere wijze afwijkend van de regionale regels worden toegewezen.
Artikel 15 Specifieke toewijzing nieuwbouw
overleg met en mede op advies van de lokale corporatie(s) en de lokale huurdersorganisatie(s).
3.Burgemeester en wethouders van de gemeente verschaffen jaarlijks inzicht aan het
3. Dagelijks Bestuur over specifieke aanbieding en toewijzing van nieuwbouw.
Toegelaten instellingen (corporaties) kunnen inkomenseisen stellen en zo nodig afwijken van de rangorde om te voldoen aan het bepaalde in artikel 46 en 48 van de Herzieningswet toegelaten instellingen volkshuisvesting.
Artikel 17 Aanbieding van woonruimte
wier specifieke situatie vraagt om een snelle oplossing op maat. Bij deze vrije beleidsruimte gaat het bijvoorbeeld om toewijzingen in verband met calamiteiten- en
beheerproblemen. De verhuurders leggen jaarlijks achteraf verantwoording af.
4.Het college kan na raadpleging van de beleidscommissie Woonruimteverdeling, passendheidseisen ten aanzien van huishoudensomvang en woninggrootte stellen. De criteria worden nader bepaald afhankelijk van het specifieke volkshuisvestelijke probleem op dat moment.
Het college benoemt een regionale urgentiecommissie, bestaande uit een voorzitter en maximaal zes overige leden, waarvan een derde op voordracht van het college, een derde op voordracht van de HRW en een derde op voordracht van de koepels van huurdersorganisaties. De voorzitter wordt in gezamenlijk overleg voorgedragen.
Artikel 20 Criteria voor toekenning van urgentie
1.Een urgentieverklaring kan alleen verkregen worden als voldoende is aangetoond dat het
medische, psychosociale- of maatschappelijke probleem alleen kan worden opgelost door een voorrangspositie voor een zelfstandige woonruimte.
Onverlet het bepaalde in het tweede lid, kan een woningzoekende in aanmerking komen
voor een urgentieverklaring, indien sprake is van:
een acuut dreigende dakloosheid met aantoonbaar de zorg voor (een) minderjarig(e) kind(eren), waarbij sprake is van een aantoonbare noodsituatie die tot een crisis leidt; lichamelijke of geestelijke mishandeling, aangetoond door een politieaangifte en/of andere ter zake kundige en bevoegde instanties.
Als een urgente tot twee maanden voor beëindiging van de urgentieverklaring nog geen
andere passende woonruimte heeft, dan zal één van de verhuurders één keer een passende
woning aanbieden. De urgente kan eerder om ondersteuning of zelfs directe bemiddeling
Artikel 25 Intrekking urgentieverklaring
De urgentiecommissie trekt, namens het college, de urgentieverklaring in, indien:
Artikel 26 Urgentie vergunninghouders
Het college kan aan de eigenaar van woonruimte die behoort tot de in artikel 2 lid 2 aangewezen categorie een voordracht tot verhuring van woonruimte aan een door het college aangegeven woningzoekende doen:
De eigenaar van de woonruimte zal bij het ter beschikking komen van woonruimte, zonder
toepassing van de artikelen 18 tot en met 24, bij voorrang een passende woning aanbieden
Hoofdstuk VI Stadsvernieuwingsurgentie
Artikel 28 Toekenning stadsvernieuwingsurgentie
Indien de stadsvernieuwingsurgente één jaar voor de sloop of de ingrijpende woningverbetering nog geen vervangende woonruimte heeft gevonden in de gemeente waarvoor de stadsvernieuwingsurgentie van toepassing was, wordt de stadsvernieuwingsurgentieverklaring van toepassing verklaard voor de gehele regio.
Hoofdstuk VII Overige bepalingen
Het college is bevoegd de uitoefening van de bevoegdheden krachtens deze verordening te mandateren aan functionarissen van aanbieders van woonruimte, colleges van burgemeester en wethouders van de gemeenten in het werkingsgebied, ambtenaren die werkzaam zijn bij de gemeenten die onder het werkingsgebied vallen, dan wel aan de door het college benoemde leden in de op grond van deze verordening ingestelde commissies, behoudens de bevoegdheden als bedoeld in het artikel 35.
Het college en de door haar op grond van deze verordening ingestelde urgentiecommissie zijn bevoegd in gevallen, waarin de toepassing van deze verordening naar hun oordeel tot een bijzondere hardheid leidt, ten gunste van de aanvrager gemotiveerd af te wijken van deze verordening.
Hoofdstuk VIII Overgangs- en slotbepaling
Aanvragen om een huisvestingsvergunning op basis van de Huisvestingsverordening
Holland Rijnland 2013, de Huisvestingsverordening Boskoop 1998, de Huisvestingsverordening Gemeente Noordwijkerhout 2013 worden geacht aanvragen om vergunningen te zijn op grond van de Huisvestingsverordening Holland Rijnland 2015.
Rijnland 2013, de Huisvestingsverordening Boskoop 1998, de Huisvestingsverordening
Gemeente Noordwijkerhout 2013 worden geacht vergunningen te zijn op grond van de
Huisvestingsverordening Holland Rijnland 2015.
4.Aanvragen om een urgentieverklaring of stadsvernieuwingsurgentie ingediend op basis
van de Huisvestingsverordening Holland Rijnland 2013, de Huisvestingsverordening
Boskoop 1998, de Huisvestingsverordening Gemeente Noordwijkerhout 2013 worden
geacht te zijn aanvragen om urgentie dan wel stadsvernieuwingsurgentie te zijn op grond
van de Huisvestingsverordening Holland Rijnland 2015.
Huisvestingsverordening Holland Rijnland 2013, de Huisvestingsverordening Boskoop
1998, de Huisvestingsverordening Gemeente Noordwijkerhout 2013 wordt beslist met
toepassing van de op dat betreffende besluit van toepassing zijnde verordening.
7.Klachten ingediend op basis van artikel 12 van het Convenant Woonruimteverdeling
7. Boskoop, worden met toepassing van dat convenant afgehandeld.