Organisatie | Metropoolregio Rotterdam Den Haag |
---|---|
Organisatietype | Regionaal samenwerkingsorgaan |
Officiële naam regeling | Besluit van het algemeen bestuur van gemeenschappelijke regeling Metropoolregio Rotterdam Den Haag houdende regels voor het algemeen bestuur Reglement van orde van het algemeen bestuur MRDH 2015 |
Citeertitel | Reglement van orde van het algemeen bestuur MRDH 2015 |
Vastgesteld door | algemeen bestuur |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
11-08-2018 | artikel 1, 42a, hoofdstuk 5 | 06-07-2018 | |||
01-01-2017 | 11-08-2018 | Wijziging artt. 1, 3, 7, 8, 11, 18, 24, 25, 34, 35, 37, 38, 44, 45; nieuw artikel 35a en 35b; art. 43 vervalt; vernummering vanaf art. 44. | 09-12-2016 Blad gemeenschappelijke regeling | Onbekend | |
20-12-2014 | 01-01-2017 | nieuwe regeling | 19-12-2014 niet van toepassing | 1726 |
Het algemeen bestuur van de Metropoolregio Rotterdam Den Haag,
gelet op artikel 2:2 en 2:4 van de Gemeenschappelijke regeling Metropoolregio Rotterdam Den Haag 2014;
gelet op artikel 16 van de Gemeentewet, onverminderd het bepaalde in artikel 22, eerste lid, van de Wet gemeenschappelijke regelingen;
gezien het advies van het dagelijks bestuur d.d. 19 december 2014;
Paragraaf 1 Tijdstip van vergaderen; voorbereidingen
Het algemeen bestuur, op voorstel van het dagelijks bestuur, stelt voor aanvang van elk kalenderjaar een vergaderschema vast voor de in dat jaar te houden vergaderingen. Dit schema wordt tijdig ter kennis gebracht van de leden van het algemeen bestuur.
Paragraaf 2 Orde van de vergadering
Artikel 7 Verhindering tot bijwoning vergadering
Het lid dat verhinderd is de vergadering bij te wonen, geeft daarvan vóór het begin van de vergadering kennis aan de secretaris-generaal.
De leden tekenen de presentielijst. De presentielijst wordt na afloop van de vergadering gesloten en door de voorzitter en de secretaris-generaal ondertekend.
Artikel 9 Opening vergadering; quorum
Wanneer een kwartier na het vastgestelde tijdstip niet het vereiste aantal leden aanwezig is, bepaalt de voorzitter, na voorlezing van de namen der afwezige leden, dag en uur van de volgende vergadering, met inachtneming van artikel 22, eerste lid, van de Wet gemeenschappelijke regelingen en artikel 20 van de Gemeentewet.
Artikel 10 Primus bij hoofdelijke stemming
Alvorens de aangekondigde onderwerpen aan de orde te stellen deelt de voorzitter mede, bij welk lid van het algemeen bestuur de hoofdelijke stemming zal beginnen. Daartoe wordt bij loting een volgnummer van de presentielijst aangewezen. Bij het daar genoemde lid begint de hoofdelijke stemming.
Artikel 11 Verslag en besluitenlijst
De secretaris-generaal draagt zorg voor het bijhouden van de presentielijst, een kort verslag en de besluitenlijst van de vergadering. Het conceptverslag van de voorgaande vergadering wordt aan leden van het algemeen bestuur toegezonden gelijktijdig met de schriftelijke oproep. Het conceptverslag wordt gelijktijdig aan de overige personen die het woord gevoerd hebben, toegezonden. De leden, de voorzitter en de secretaris-generaal hebben het recht, een voorstel tot verandering aan het algemeen bestuur te doen, indien het conceptverslag onjuistheden bevat of niet duidelijk weergeeft hetgeen gezegd of besloten is. Een voorstel tot verandering dient voor de aanvang van de vergadering bij de secretaris-generaal te worden ingediend.
• de namen van de voorzitter, de secretaris-generaal en de ter vergadering aanwezige leden, de leden die de vergadering vroegtijdig hebben verlaten, alsmede van de leden die afwezig waren en overige personen die het woord gevoerd hebben;
• een vermelding van de zaken die aan de orde zijn geweest;
• een zakelijke samenvatting van het gesprokene met vermelding van de namen van de aanwezigen die het woord hebben gevoerd;
• een overzicht van het verloop van elke stemming, met vermelding bij hoofdelijke stemming van de namen van de leden die voor of tegen stemden, onder aantekening van de namen van de leden die zich overeenkomstig de Gemeentewet van stemming hebben onthouden of zich bij het uitbrengen van hun stem hebben vergist;
• de tekst van de ter vergadering ingediende initiatiefvoorstellen, voorstellen van orde, moties, amendementen en subamendementen;
• bij het desbetreffende agendapunt de naam en de hoedanigheid van die personen aan wie het op grond van het bepaalde in artikel 18 door het algemeen bestuur is toegestaan deel te nemen aan de beraadslagingen.
De voorzitter doet voorafgaande aan, dan wel bij het begin of tijdens de vergadering een voorstel ten aanzien van de duur van de redevoeringen van de leden ten aanzien van een of meer onderwerpen. De voorzitter kan ook een voorstel doen ten aanzien van de totale spreektijd gedurende de vergadering. De voorzitter kan een voorstel doen ten aanzien van de duur van insprekers buiten de leden van het algemeen bestuur.
Artikel 15 Voeren aan het woord
Indien een lid van het dagelijks bestuur het woord verlangt, verleent de voorzitter dit niet dan nadat de spreker die aan het woord is, is uitgesproken. Deze orde kan worden verbroken wanneer een lid het woord vraagt over een persoonlijk feit, om een motie in te dienen, over de vaststelling van het te beslissen vraagpunt of om een voorstel van orde in te dienen.
Artikel 16 Handhaving orde; schorsing
Indien een spreker zich in beledigende of onbetamelijke uitdrukkingen uitlaat, afwijkt van het in behandeling zijnde onderwerp, een andere spreker herhaaldelijk interrumpeert, dan wel anderszins de orde verstoort, wordt hij door de voorzitter tot de orde geroepen. Indien de betreffende spreker hieraan geen gevolg geeft, kan de voorzitter hem gedurende de vergadering waarin zulks plaats heeft over het aanhangige onderwerp het woord ontzeggen.
Het algemeen bestuur kan op voorstel van de voorzitter of een lid van het algemeen bestuur beslissen anderen dan de in de vergadering aanwezige leden van het algemeen bestuur voorafgaande aan de beraadslaging informatie te verschaffen of in te spreken over een of meer onderdelen van een onderwerp of voorstel.
Op verzoek van een lid van het algemeen bestuur of op voorstel van de voorzitter kan het algemeen bestuur besluiten de beraadslaging voor een door hem te bepalen tijd te schorsen teneinde het dagelijks bestuur of de leden de gelegenheid te geven tot onderling nader beraad. De beraadslagingen worden hervat nadat de schorsingsperiode verstreken is.
Na het sluiten van de beraadslagingen en voordat het algemeen bestuur tot stemming overgaat, heeft ieder lid het recht zijn stemgedrag te motiveren.
Paragraaf 3 Procedures bij stemmingen
Artikel 21 Algemene bepalingen over stemming
Heeft een lid zich bij het uitbrengen van zijn stem vergist, dan kan hij deze vergissing nog herstellen voordat het volgende lid gestemd heeft. Bemerkt het lid zijn vergissing pas later, dan kan hij nadat de voorzitter de uitslag van de stemming bekend heeft gemaakt wel aantekening vragen dat hij zich heeft vergist; in de uitslag van de stemming brengt dit echter geen verandering. Het laatst opgeroepen lid kan niet meer stemmen of zijn stem wijzigen, nadat met het tellen van de stemmen is begonnen.
Artikel 22 Heropening beraadslaging
Indien de beraadslaging met instemming van de vergadering tijdens of voorafgaande aan de stemming wordt heropend, vindt zij in één instantie plaats. Als de heropening van de beraadslaging plaats heeft nadat een amendement is verworpen en een of meer leden te kennen hebben gegeven een ander amendement te willen indienen, kan de vergadering besluiten van het bepaalde in de eerste volzin van dit lid af te wijken.
Artikel 24 Stemming over personen
Aan de leden van het algemeen bestuur worden stembriefjes ter beschikking gesteld waarop de namen van de aanbevolen of voorgedragen personen vermeld staan. Bij een aanbeveling heeft het algemeen bestuur de vrijheid op een persoon te stemmen die niet op het stembriefje voorkomt. In dat geval vermelden zij de naam van die persoon op het stembriefje. Bij een voordracht bestaat die mogelijkheid niet. De leden van het algemeen bestuur hebben dan de mogelijkheid om tegen een voorgedragen persoon te stemmen.
Het stembureau controleert of het aantal uitgebrachte stemmen overeenkomt met het aantal stemmen dat op grond van het aantal aanwezige leden en met inachtneming van het bepaalde in artikel 2:3 GR uitgebracht kan worden. Wanneer de aantallen niet gelijk zijn, worden de stembriefjes vernietigd zonder deze te openen en wordt een nieuwe stemming gehouden.
Artikel 25 Herstemming over personen
Wanneer ook bij deze tweede stemming door niemand de volstrekte meerderheid is verkregen, heeft een derde stemming plaats tussen twee personen, die bij de tweede stemming de meeste stemmen op zich hebben verenigd. Hebben meer dan twee personen evenveel stemmen, dan wordt bij een tussenstemming uitgemaakt tussen welke twee personen de derde stemming zal plaatshebben.
leder lid van het algemeen bestuur kan tot het sluiten van de beraadslagingen amendementen indienen. Een amendement kan het voorstel inhouden om een geagendeerd voorstel in één of meer onderdelen te splitsen, waarover afzonderlijke besluitvorming zal plaatsvinden. Er kan alleen beraadslaagd worden over amendementen die ingediend zijn door leden van het algemeen bestuur die de presentielijst getekend hebben en in de vergadering aanwezig zijn.
Artikel 31 Initiatiefvoorstellen
De voorzitter plaatst het voorstel op de agenda van de eerstvolgende vergadering, tenzij de schriftelijke oproep hiervoor reeds verzonden is. In dit laatste geval wordt het voorstel op de agenda van de daaropvolgende vergadering geplaatst. Bij vaststelling van de agenda wordt het initiatiefvoorstel in stemming gebracht.
Het verzoek tot het houden van een interpellatie wordt, behoudens in naar het oordeel van de voorzitter spoedeisende gevallen, ten minste 48 uur voor de aanvang van de vergadering schriftelijk bij de voorzitter ingediend. Het verzoek bevat een duidelijke omschrijving van het onderwerp waarover inlichtingen worden verlangd alsmede de te stellen vragen.
De voorzitter brengt de inhoud van het verzoek zo spoedig mogelijk ter kennis van de overige leden van het algemeen bestuur. Bij de vaststelling van de agenda van de eerstvolgende vergadering na indiening van het verzoek, wordt het verzoek in stemming gebracht. Het algemeen bestuur bepaalt op welk tijdstip tijdens de vergadering de interpellatie zal worden gehouden.
Artikel 34 Schriftelijke vragen
Schriftelijke vragen worden kort en duidelijk geformuleerd. De vragen kunnen van een toelichting worden voorzien. Bij de vragen wordt aangegeven, of schriftelijke of mondelinge beantwoording wordt verlangd. Vragen die niet voldoen aan het hiervoor gestelde worden per omgaande aan de indiener teruggestuurd.
Schriftelijke beantwoording vindt zo spoedig mogelijk plaats, in ieder geval binnen dertig dagen nadat de vragen zijn binnengekomen. Mondelinge beantwoording vindt plaats in de eerstvolgende vergadering van het algemeen bestuur. Indien beantwoording niet binnen deze termijnen kan plaatsvinden, stelt de secretaris-generaal de vragensteller hiervan gemotiveerd in kennis, waarbij de termijn aangegeven wordt, waarbinnen beantwoording zal plaatsvinden. Dit bericht wordt behandeld als een antwoord. De antwoorden van het dagelijks bestuur worden aan de leden toegezonden.
De vragensteller kan, bij schriftelijke beantwoording in de eerstvolgende vergadering van het algemeen bestuur en bij mondelinge beantwoording in dezelfde vergadering, na de behandeling van de op de agenda voorkomende onderwerpen nadere inlichtingen vragen omtrent het door het dagelijks bestuur gegeven antwoord, tenzij het algemeen bestuur anders beslist.
Artikel 35a Verkrijgen van inlichtingen bij leden door gemeentebesturen
De besturen van de deelnemende gemeenten kunnen informatie inwinnen bij hun eigen vertegenwoordiger in het Algemeen bestuur op de voor deze gemeenten gebruikelijke wijze.
Artikel 35b Verzoek om inlichtingen door leden van de gemeenteraden
Indien één of meerdere leden van de raad van een deelnemende gemeente inlichtingen wensen van het algemeen bestuur, dienen zij die te verkrijgen via het lid dat namens hun gemeente in het algemeen bestuur plaats neemt. Als deze procedure niet tot een bevredigend antwoord heeft geleid, kunnen zij zich direct wenden tot het algemeen bestuur.
Bij een verzoek als bedoeld in het eerste lid, handelt de voorzitter het verzoek aan het algemeen bestuur af naar bevind van zaken, waarbij het antwoord in lijn ligt met het door het algemeen bestuur vastgestelde beleid. De voorzitter informeert het algemeen bestuur over de wijze waarop het verzoek is afgehandeld.
Hoofdstuk 4 Besloten vergadering
Op een besloten vergadering zijn de bepalingen van dit reglement van overeenkomstige toepassing voor zover deze bepalingen niet strijdig zijn met het besloten karakter van de vergadering.
De besluitenlijst, dan wel het verslag wordt zo spoedig mogelijk in een besloten vergadering ter vaststelling aangeboden. Tijdens deze vergadering neemt het algemeen bestuur een besluit over het al dan niet openbaar maken van dit verslag. De vastgestelde besluitenlijst, dan wel het verslag worden door de voorzitter en de secretaris-generaal ondertekend.
Artikel 40 Opheffing geheimhouding
Indien het algemeen bestuur op grond van artikel 23, derde en vierde lid van de Wet gemeenschappelijke regelingen voornemens is de geheimhouding op te heffen wordt, indien daarom wordt verzocht door het orgaan dat geheimhouding heeft opgelegd, in een besloten vergadering met het desbetreffende orgaan overleg gevoerd.
Hoofdstuk 5 Toehoorders en pers
Artikel 41 Toehoorders en pers
Toehoorders en vertegenwoordigers van de pers kunnen uitsluitend op de voor hen bestemde plaatsen openbare vergaderingen bijwonen.
Het geven van tekenen van goed- of afkeuring of het op andere wijze verstoren van de orde is verboden.
Artikel 42 Geluid- en beeldregistraties
Degenen die in de vergaderzaal tijdens een openbare vergadering van het algemeen bestuur geluid- dan wel beeldregistraties willen maken, doen hiervan mededeling aan de voorzitter en gedragen zich naar zijn aanwijzingen. Deze aanwijzingen kunnen niet zover gaan dat zij de vrijheid van pers aantasten.
Hoofdstuk 6 Informatie en ambtelijke bijstand
Voor het verkrijgen van ambtelijke bijstand kunnen leden van het algemeen bestuur zich wenden tot de secretaris-generaal. Deze kan een of meer ambtenaren aanwijzen die de gevraagde bijstand verlenen.
Een lid van het algemeen bestuur dat niet tevreden is over de geleverde bijstand tracht in eerste instantie in overleg met de behandelend ambtenaar tot een oplossing te komen
Indien dit overleg niet in een oplossing resulteert of indien de gevraagde informatie of bijstand geweigerd is, wordt de zaak via de secretaris-generaal voorgelegd aan de voorzitter.
In laatste instantie kan het geschil ter besluitvorming aan het algemeen bestuur worden voorgelegd.