Organisatie | De Bilt |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Mandaatregeling gemeente De Bilt 2015 |
Citeertitel | Mandaatregeling gemeente De Bilt 2015 |
Vastgesteld door | College van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp | gewijzigde regeling |
Met de inwerkingtreding van de 1e wijziging van deze regeling wordt de Mandaatregeling De Bilt 2015 aangevuld.
1.Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-07-2015 | 01-07-2015 | Gewijzigde regeling | 23-06-2015 Electronisch gemeenteblad 2015 | Cv16-06-2015 |
Het college respectievelijk de burgemeester van De Bilt, ieder voorzover het zijn bevoegdheden betreft;
Gelet op onder meer de artikelen 10:1 t/m 10:12 van de Algemene wet bestuursrecht en de artikelen 59a, tweede en derde lid, 160, 166, 168, 171 en 177 van de Gemeentewet;
Gelezen het advies van de unit Personeel, Organisatie en Juridische Zaken van 9 juni 2015 met het onderwerp “Wijziging bevoegdheidstoedeling belastingen”;
Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen bij de uitoefening van mandaat [Vervallen per 01-01-2018]
Programmamanager: De medewerker die belast is met het structureel aansturen van programma’s gericht op het bereiken van doelstellingen op de lange termijn en gericht op het initiëren en regisseren van ontwikkelingsprocessen met betrekking tot samenhangende projecten en activiteiten in een tijdelijke organisatie.
Artikel 1.2 Reikwijdte van de regeling
Indien de uitoefening van de in het eerste lid bedoelde bevoegdheden de besteding van budgetten met zich meebrengt, maakt die beslissing onderdeel uit van het vermelde mandaat. Dit voor zover daarbij te nemen besluiten niet zullen leiden tot overschrijding van het betreffende budget zoals opgenomen in de gemeentelijke begroting, de Budgethoudersregeling De Bilt 2015, de Financiële verordening 2013, het Treasurystatuut 2008 en het Inkoop- en aanbestedingsbeleid 2014 of opvolgers van deze regelingen.
Onverminderd het bepaalde in het eerste lid, wordt bij de uitoefening van bedoelde bevoegdheden het daaromtrent gestelde bij of krachtens wetten, besluiten, verordeningen, circulaires, regelingen, aanwijzingen of richtlijnen, hoe ook genaamd, van Europese, rijks-, provinciale- en gemeentelijke wetgevers of bestuursorganen in acht genomen. Ten aanzien van bevoegdheden die financiële consequenties hebben, geldt bovendien dat hierin in de begroting of vastgestelde kredieten moet zijn voorzien.
Artikel 1.3 Horen portefeuillehouder of burgemeester
De gemandateerde of diens direct-leidinggevende legt een voorgenomen besluit in elk geval aan de portefeuillehouder voor:
voor wat betreft personele aangelegenheden, indien er rekening mee gehouden moet worden, dat de ambtenaar die het betreft, van zijn of haar bevoegdheid op grond van de Uitwerkingsovereenkomst om zijn of haar belangen rechtstreeks bij het tot aanstelling bevoegde gezag te bepleiten gebruik zal maken.
Het bepaalde in de vorige leden is van overeenkomstige toepassing op ondermandaat met dien verstande dat de ondergemandateerde de uitoefening van de gemandateerde bevoegdheid voorlegt aan zijn direct leidinggevende en de gemandateerde. Eventueel in overleg met de mandaatgever beslist deze of van de (onder)gemandateerde bevoegdheid gebruik kan worden gemaakt.
Artikel 1.9 Schakelbepaling volmacht en machtiging
Deze mandaatregeling is van overeenkomstige toepassing indien een bestuursorgaan aan een functionaris, werkzaam onder zijn verantwoordelijkheid, volmacht verleent tot het verrichten van privaatrechtelijke rechtshandelingen, of machtiging verleent tot het verrichten van handelingen die noch een besluit, noch een privaatrechtelijke rechtshandeling zijn.
Hoofdstuk 2 Algemene mandaten voor de gehele organisatie [Vervallen per 01-01-2018]
Algemene ondertekeningsbevoegdheden
Bevoegdheden bezwaar, beroep, arbitrage:
Bevoegdheden Gemeentewet, Wet Openbaarheid van Bestuur en Wet Bescherming Persoonsgegevens:
Bevoegdheden Algemene wet bestuursrecht
Privaatrechtelijke en strafrechtelijke bevoegdheden
Rechtspositionele bevoegdheden
Hoofdstuk 3 Secretaris en Management Team [Vervallen per 01-01-2018]
Personele en organisatiebevoegdheden
Aanvragen namens de gemeente als rechtspersoon
Aanvragen van subsidies, ontheffingen, vergunningen en vrijstellingen | Inclusief de verantwoording over de uitvoering en besteding van de verleende beschikking |
Hoofdstuk 4 Gebiedsgericht werken [Vervallen per 01-01-2018]
Wet Basisadministraties Adressen en Gebouwen en Wet Kenbaarheid Publiekrechtelijke Beperkingen
Hoofdstuk 5 Afdeling Beleid en Strategie [Vervallen per 01-01-2018]
Hoofdstuk 6 Afdeling Concernstaf [Vervallen per 01-01-2018]
Unit Personeel, Organisatie en Juridische zaken
Wet Basisadministraties Adressen en Gebouwen en Wet Kenbaarheid Publiekrechtelijke Beperkingen
Hoofdstuk 7 Afdeling Publiekszaken [Vervallen per 01-01-2018]
Unit Maatschappelijke Voorzieningen
Leerplicht, leerlingenvervoer, onderwijsachterstanden
Subsidieverordening Welzijn De Bilt 2003 en deelverordeningen
Algemene Subsidieverordening de Bilt 2012
Hoofdstuk 8 Externe mandaten [Vervallen per 01-01-2018]
Ondertekening bruikleenovereenkomsten bij verstrekking voorzieningen in natura op grond van de Wet maatschappelijke ondersteuning |
Belastingsamenwerking gemeenten en hoogheemraadschap Utrecht
Hoofdstuk 9.1.1 Aanwijzingsbesluit heffings- en invorderingsambtenaar
Het college van burgemeester en wethouders van gemeente De Bilt;
gelet op de Gemeenschappelijke regeling Belastingsamenwerking gemeenten en hoogheemraadschap Utrecht, het uitvoeringsprotocol BghU en artikel 2.1 van de Arbeidsvoorwaardenregeling gemeente De Bilt;
aan te wijzen als de gemeenteambtenaar, bedoeld in artikel 231, tweede lid, onderdelen b en c, van de Gemeentewet de volgende gemeenteambtenaar:
Dit voor zover het betreft de heffing en invordering van de volgende belastingen:
Hoofdstuk 9.1.2 Aanwijzingsbesluit medewerkers belastingen
Het college van burgemeester en wethouders van De Bilt;
gelet op de Gemeenschappelijke regeling Belastingsamenwerking gemeenten en hoogheemraadschap Utrecht, het uitvoeringsprotocol BghU en artikel 2.1 Arbeidsvoorwaardenregeling De Bilt;
College van burgemeester en wethouders van De Bilt,
Hoofdstuk 9.1.3 Aanwijzingsbesluit ambtenaren jegens wie inlichtingen dienen te worden verstrekt
Het college van burgemeester en wethouders van gemeente De Bilt;
gelet op de artikelen 231, 236 en 246a van de Gemeentewet, de Gemeenschappelijke regeling Belastingsamenwerking gemeenten en hoogheemraadschap Utrecht, het uitvoeringsprotocol BghU, artikel 56 van de Algemene Wet inzake Rijksbelastingen, artikel 63a van de Invorderingswet 1990 en artikel 2.1 Arbeidsvoorwaardenregeling De Bilt;
aan te wijzen de volgende gemeenteambtenaren belast met de heffing of de invordering van gemeentelijke belastingen, jegens wie mede gelden de verplichtingen bedoeld in de artikelen 47, 47b, 49, 50, 51, 52a en 53a van de Algemene wet inzake rijksbelastingen en in de artikelen 58 en 60 van de Invorderingswet 1990, dan wel bedoeld of van toepassing verklaard in de algemene maatregel van bestuur krachtens artikel 246a van de Gemeentewet:
Van de ambtelijke organisatie van de gemeente De Bilt:
College van burgemeester en wethouders van De Bilt,
Hoofdstuk 9.1.4 Intrekking aanstellingsbesluit onbezoldigd belastingambtenaar
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente De Bilt;
gelet op de Algemene wet bestuursrecht, de Gemeentewet, het Burgerlijk Wetboek, de Algemene wet inzake rijksbelastingen, de Gemeenschappelijke regeling Belastingsamenwerking gemeenten en hoogheemraadschap Utrecht, het uitvoeringsprotocol BghU en de CAR-UWO;
Het college van burgemeester en wethouders van De Bilt,
Hoofdstuk 9.1.5 Intrekking aanwijzingsbesluit belastingdeurwaarder
Het college van burgemeester en wethouders van gemeente De Bilt;
gelet op de Gemeenschappelijke regeling Belastingsamenwerking gemeenten en hoogheemraadschap Utrecht, het uitvoeringsprotocol BghU en artikel 1, tweede lid, van de Wet WOZ;
College van burgemeester en wethouders van De Bilt,
Hoofdstuk 9.1.6 Intrekking aanstellingsbesluit onbezoldigd belastingdeurwaarder
Het College van Burgemeester en Wethouders van gemeente De Bilt;
Gelet op de Gemeenschappelijke regeling Belastingsamenwerking gemeenten en hoogheemraadschap Utrecht, het uitvoeringsprotocol BghU, artikel 2.1 van de Arbeidsvoorwaardenregeling van de Bilt, artikel 231, onderdeel E, Gemeentewet;
Het college van burgemeester en wethouders van De Bilt,
Hoofdstuk 9.1.7 Aanwijzingsbesluit extern belastingdeurwaarder 2012
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente De Bilt, de gemeenteambtenaar belast met invordering van gemeentelijke belastingen, bedoeld in artikel 231, tweede lid, onderdeel e, van de Gemeentewet, ieder voor zoveel zijn bevoegdheid betreft;
gelet op de Algemene wet bestuursrecht, de Gemeentewet, het Burgerlijk Wetboek, de Algemene wet inzake rijksbelastingen en artikel 2.1 en artikel 1.2, onder f van de Collectieve arbeidsvoorwaardenregeling van de gemeente;
met ingang van 1 januari 2012 onderstaande personen (zijnde medewerkers van Invorderingskantoor Nederland BV handelend onder de naam Invoned) aan te stellen tot onbezoldigd ambtenaar der gemeentelijke belastingen en hen mandaat te verlenen om op grond van artikel 231, tweede lid, onderdeel e van de Gemeentewet, de heffing en/of invordering van gemeentelijke belastingen uit te voeren:
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente De Bilt,
Hoofdstuk 9.2 Aanwijzingsbesluit toezichthouders
Het college van burgemeester en wethouders, respectievelijk de burgemeester van de gemeente De Bilt, ieder voor zover het zijn bevoegdheden betreft;
Overwegende dat het noodzakelijk is ter uitvoering van de handhavende en controlerende taak van de overheid te voorzien in de aanwijzing van ambtenaren belast met toezichthoudende taken, welke in de Algemene wet bestuursrecht en de bijzondere wetgeving zijn opgenomen;
de artikelen 5:11 t/m 5:20 van de Algemene wet bestuursrecht;
artikel 90 Wet inzake de Luchtverontreiniging;
artikel 64 Wet milieugevaarlijke stoffen;
artikel 95 Wet bodembescherming;
artikel 21, tweede lid van de Brandweerwet 1985;
artikel 30w, lid 2, van de Wet op de Kansspelen;
artikel 6:2 van de Algemene plaatselijke verordening De Bilt;
artikel 46, tweede lid, Subsidieverordening welzijn De Bilt 2003;
artikel 25, eerste lid, Algemene subsidieverordening De Bilt 2012;
artikel 5.10, derde lid, Wet algemene bepalingen omgevingsrecht;
artikel 1.61, eerste lid, Wet Kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen.
alsmede op het bepaalde bij of krachtens andere wetten, daaronder begrepen verordeningen van de gemeente De Bilt, waarbij het college van burgemeester en wethouders of de burgemeester de bevoegdheid heeft verkregen tot het aanwijzen van ambtenaren, belast met het toezicht op de naleving van die wetten;
(ieder voor zover het zijn bevoegdheden betreft)
aan te wijzen als toezichthouder, belast met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, Flora- en faunawet, Natuurbeschermingswet, Wet Milieubeheer, Monumentenwet, Waterwet, Wet bodembescherming, Wet geluidhinder, Wet inzake de luchtverontreiniging, Wet milieugevaarlijke stoffen, Ontgrondingenwet, Woningwet en de Wet op de ruimtelijke ordening. Daarnaast zijn deze ambtenaren ook aangewezen als toezichthouders voor alle verordeningen waarvoor de gemeente het bevoegde gezag is:
aan te wijzen als toezichthouder, belast met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens de Brandweerwet, de Woningwet, voorzover het betreft brandveiligheid, de Algemene plaatselijke verordening gemeente De Bilt voor zover het betreft artikel 2:18 en afdeling 5.5 en de Wet Milieubeheer, de volgende medewerkers van de Veiligheidsregio Utrecht:
aan te wijzen als toezichthouder, belast met het toezicht op de naleving van het bepaalde verbod in artikel 30b van de Wet op de Kansspelen en de in de vergunning verbonden voorschriften, de Algemene Plaatselijke Verordening gemeente De Bilt, Afvalstoffenverordening, Wegsleepregeling en bijzondere wetten:
aan te wijzen als toezichthouder, belast met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, Algemene Plaatselijke Verordening De Bilt, Algemene verordening ondergrondse infrastructuren, de gemeentelijke beheersplannen, de Wegenverkeerswet 1994, voor zover het betreft taken op het werkterrein van het beheer van de openbare ruimte,
ii. Te bepalen dat het Aanwijzingsbesluit toezichthouders gemeente De Bilt 2014 van 17 december 2013, sedertdien gewijzigd, in te trekken.
iii. Te bepalen dat dit aanwijzingsbesluit kan worden aangehaald als “Aanwijzingsbesluit toezichthouders gemeente De Bilt 2014”.
iv. te bepalen dat dit besluit in werking treedt met ingang van 1 januari 2015.
Het college van burgemeester en wethouders van De Bilt,
Hoofdstuk 9.2.1 Aanwijzingsbesluit toezichthouder Drank- en Horecawet
De burgemeester van de gemeente De Bilt,
Gelet op artikel 41, lid 1 aanhef en onder b. van de Drank- en Horecawet en artikel 2, lid 2 van de Regeling toezichthoudende ambtenaren Drank- en Horecawet;
Dit besluit bekend te maken door publicatie in het elektronisch gemeenteblad en in de (plaatselijke krant) en door toezending/uitreiking van een afschrift van dit besluit aan de heer W. Renes (aangewezen toezichthouder). Het besluit treedt in werking op de eerste dag na die van de bekendmaking in het elektronisch gemeenteblad en in (plaatselijk krant).
Belanghebbenden kunnen tegen dit besluit bezwaar maken bij de burgemeester van de gemeente De Bilt, Postbus 300, 3720 AH Bilthoven. De termijn voor het indienen van bezwaar is zes weken en vangt aan met ingang van de dag, na de datum van verzending van dit besluit. In spoedeisende zaken kunnen belanghebbenden, zodra het bezwaarschrift is ingediend, de voorzieningenrechter vragen om een voorlopige voorziening te treffen. U kunt uw verzoekschrift indienen bij de voorzieningenrechter van de Rechtbank Midden-Nederland, afdeling bestuursrecht, onder vermelding van voorlopige voorzieningen, Postbus 16005, 3500 DA in Utrecht.
Het college van burgemeester en wethouders en de burgemeester van De Bilt, ieder voor zover het zijn bevoegdheid betreft;
gelet op het bepaalde hieromtrent in de Gemeentewet, artikel 5:11 van de Algemene wet bestuursrecht, artikel 6:2 van de Algemene plaatselijke verordening gemeente De Bilt en artikel 41, eerste lid, onder B, van de Drank- en Horecawet;
de politiechef en door deze aangewezen ambtenaren belast met de uitvoering van de Algemene plaatselijke verordening gemeente De Bilt en de Drank- en Horecawet, gelet op artikel 5.11 Algemene wet bestuursrecht, te mandateren om namens het college van burgemeester en wethouders en de burgemeester van De Bilt op het grondgebied van gemeente De Bilt op te treden als toezichthouder van de:
College van burgemeester en wethouders van De Bilt,
De secretaris, R.A.K. Huijbregts
Het college van burgemeester en wethouders van De Bilt;
gelet op artikel 2.1 van de Collectieve arbeidsvoorwaardenregeling van de gemeente;
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente De Bilt,
Het college van gemeente De Bilt;
gelet op de artikel 4 van de Verordening commissie bezwaarschriften De Bilt 2010 en artikel 2.1 Arbeidsvoorwaardenregeling De Bilt;
aan te wijzen de volgende gemeenteambtenaren belast met het secretarisschap van de commissie bezwaarschriften:
Het “Aanwijzingsbesluit secretaris adviescommissie bezwaarschriften 2014” van 17 december 2013 in te trekken.
Dit besluit kan worden aangehaald als “Aanwijzingsbesluit secretaris Adviescommissie bezwaarschriften 2015”.
Dit besluit treedt in werking op 9 juni 2015.
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente De Bilt,
Het college van burgemeester en wethouders van gemeente De Bilt;
gelet op de afdeling 9.1 van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 2.1 Arbeidsvoorwaardenregeling De bilt;
Het college van burgemeester en wethouders van De Bilt,
Het college van burgemeester en wethouders van De Bilt;
gelet op artikel 2.1 van de Collectieve arbeidsvoorwaardenregeling van de gemeente;
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente De Bilt,
Het college van burgemeester en wethouders van De Bilt;
gelet op artikel 2.1 van de Collectieve arbeidsvoorwaardenregeling van de gemeente;
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente De Bilt,
gelet op artikel 171 van de Gemeentewet, titel 2 van boek 5 van het Burgerlijk Wetboek en de bepalingen van de Algemene wet bestuursrecht;
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente De Bilt;
dat in artikel 2 van de Wet basisregistraties adressen en gebouwen (Wet bag), die op 1 juli 2009 in werking is getreden, het houden van een adressenregister en een geautomatiseerde adressenregistratie alsmede een gebouwenregister en een geautomatiseerde gebouwenregistratie wordt opgedragen aan burgemeester en wethouders;
gelet op de artikelen 10:1, 10:3 ,10:9 en 10:12 van de Algemene Wet Bestuursrecht;
Bag-beheerder en plaatsvervangend Bag-beheerder.
Ambtenaren bevoegd tot het opmaken van een proces-verbaal van constatering zoals bedoeld in art. 10, eerste lid, onder b van de Wet basisregistraties adressen en gebouwen Als ambtenaren bevoegd tot het opmaken van processen-verbaal van constatering, zoals bedoeld in artikel 10, eerste lid, onder b van de Wet basisregistraties adressen en gebouwen, aan te wijzen:
Bag-beheerder en plaatsvervangend Bag-beheerder.
Ambtenaren bevoegd tot het opmaken van schriftelijke verklaringen strekkende tot het signaleren van wijzigingen in de feitelijke situatie die van invloed zijn op de gebouwenregistratie en die niet in een ander krachtens de Wet basisregistraties adressen en gebouwen aangewezen brondocument zijn opgenomen Als ambtenaren bevoegd tot het opmaken van schriftelijke verklaringen, strekkende tot het signaleren van een wijziging in de feitelijke situatie die van invloed is op een of meer in de gebouwenregistratie opgenomen gegevens en die niet voortvloeit uit een krachtens de Wet basisregistraties adressen en gebouwen aangewezen brondocument, aan te wijzen:
Het college van burgemeester en wethouders van De Bilt;
gelet op afdeling 4.1.3.2 Algemene wet bestuursrecht en artikel 2.1 van de Collectieve arbeidsvoorwaardenregeling van de gemeente;
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente De Bilt,
de secretaris, R.A.K. Huijbregts