Organisatie | Heerlen |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Beleidsregel verlagingen en verhogingen gemeente Heerlen 2015, eerste wijziging |
Citeertitel | Beleidsregel verlagingen en verhogingen gemeente Heerlen 2015, eerste wijziging |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
Geen
Participatiewet
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-07-2015 | 01-07-2015 | 01-01-2016 | Nieuwe regeling (tevens intrekking van de beleidsregel verlagingen en verhogingen gemeente Heerlen 2015) | 07-07-2015 | OBM-15000140 |
”BELEIDSREGEL VERLAGINGEN EN VERHOGINGEN GEMEENTE HEERLEN 2015, EERSTE WIJZIGING ”
Deze beleidsregel is uitsluitend van toepassing op belanghebbenden van
21 jaar of ouder doch jonger dan de pensioengerechtigde leeftijd.
Artikel 4 Verhoging bijstand alleenstaande ouder met
Alleenstaande ouders die in 2015 niet in aanmerking komen voor een
alleenstaande ouder kop op het kindgebonden budget komen tot uiterlijk
1 januari 2016 in aanmerking voor een toeslag van 20 procent van de norm.
Artikel 5 Inwerkingtreding en citeertitel
Aldus besloten tijdens de vergadering van het college van burgemeester en wethouders der gemeente Heerlen van 7 juli 2015.
gemeentesecretaris, burgemeester,
Vanaf 1 januari 2015 treedt de Participatiewet in werking. Door de introductie
van de kostendelersnorm verandert de systematiek van de
bijstandsverstrekking. Niet meer de gezins- en woonsituatie en het al dan
niet kunnen delen van de algemeen noodzakelijke kosten van het bestaan
bepalen de hoogte van de bijstand, maar het totaal aantal personen dat in
dezelfde woning zijn hoofdverblijf heeft en meetelt voor de kostendelersnorm
(jongeren tot 21 jaar, commerciële relaties en studerenden zijn uitgezonderd
Door de introductie van de kostendelersnorm zijn toeslagen niet meer
mogelijk. Een alleenstaande of alleenstaande ouder die de woning alleen
bewoont (of uitsluitend met mensen die niet meetellen voor de
kostendelersnorm) krijgt 70% van de gehuwdennorm. En bij de
kostendelersnorm wordt al rekening gehouden met het kunnen delen van de
Op grond van artikel 29 WWB verstrekten wij een lagere uitkering aan 21-
en 22-jarigen. Dat artikel is vervallen met de invoering van de Participatiewet. Er is geen mogelijkheid meer om aan 21- en 22-jarigen een lagere uitkering te verstrekken, omdat de juridische basis ontbreekt. In de parlementaire geschiedenis van de Participatiewet is dit onderdeel onbelicht gebleven. Dat betekent dat deze groep de normale norm krijgt onder de Participatiewet. De norm voor 21- en 22- jarigen verlagen, dus afwijkend van de wettelijke systematiek, is niet mogelijk, tenzij in individuele gevallen toepassing wordt gegeven aan artikel 18 lid 1 Participatiewet. Die bepaling kan slechts in zeer uitzonderlijke gevallen worden toegepast.
In deze beleidsregel is niets opgenomen over inkomsten uit (onder)verhuur
Indien geen sprake is van een commerciële relatie, dan telt betreffende
persoon mee bij berekening van de kostendelersnorm. Als er sprake is van
een commerciële relatie dan telt deze persoon niet mee bij berekening
kostendelersnorm (artikel 22a lid 4 onderdeel b Participatiewet).
In de WWB gold voor pensioengerechtigden een aparte norm, waarop
toeslagen en verlagingen niet van toepassing waren. Omdat ook de
Participatiewet voor deze categorie een aparte norm kent wordt dit
Op grond van artikel 27 Participatiewet kan het college de norm lager
vaststellen indien een belanghebbende lagere algemeen noodzakelijke kosten
van het bestaan heeft dan waarin de norm voorziet als gevolg van zijn
woonsituatie, waaronder begrepen het niet aanhouden van een woning. Deze
bepaling ziet op de mogelijkheid om de uitkering van dak- en thuislozen te
verlagen omdat deze lagere bestaanskosten hebben dan belanghebbenden
die een woning bewonen. In lid 2 is tevens opgenomen dat op grond van artikel 27 de norm verlaagd kan worden als belanghebbende lagere algemeen noodzakelijke kosten van bestaan en lager is dan de minimale rekenhuur die de Belastingdienst hanteert om de huurtoeslag te berekenen.
http://www.belastingdienst.nl/wps/wcm/connect/bldcontentnl/belastingdienst/prive/toeslagen/huurtoeslag/huurtoeslag_2015/voorwaarden_2015/voorwaarden_huurtoeslag_2015
Als de kostendelersnorm van toepassing is, kan het college geen verlaging
opleggen wegens lagere of ontbrekende woonkosten. Alleen de norm van
artikel 20 of 21 Participatiewet kan door middel van toepassing van artikel 27
Participatiewet worden verlaagd. Naar de letter van de wet is het dan ook
niet mogelijk om artikel 27 Participatiewet toe te passen op artikel 22a
Door een principieel andere insteek van de Algemene wet
inkomensafhankelijke regelingen (AWIR) zijn er mensen die de WWB
aanmerkt als alleenstaande ouder en volgens de AWIR toch een
‘toeslagpartner’ hebben. Zij verliezen een deel van hun uitkering en krijgen,
vanwege de toeslagpartner, de alo-kop niet. Het gaat hierbij om
bijstandsontvangers met een inwonend kind van 27 of ouder, met een
inwonende eigen ouder, die zijn verlaten door hun partner, met een
gedetineerde partner, een echtgenoot die naar het buitenland is vertrokken
of met een partner in een inrichting. Om de inkomensachteruitgang voor